• No results found

In dit hoofdstuk onderzoek ik wat de manier, waarop de vrijwilligersondersteuning van de vereniging Humanitas georganiseerd is, leert over haar betekenis voor de participatie van burgers in het publieke domein. Ik begin met een korte introduc- tie van de vrijwilligersondersteuning en de kerntaak van de vereniging Humanitas. Het biedt een eerste indruk van de hedendaagse vrijwilligersondersteuning en de activiteiten van de vereniging. Het is tevens de legitimatie voor de aanpak van dit onderzoek. Vervolgens schets ik aan de hand van vier invalshoeken een schematisch portret van de vrijwilligersondersteuning. Het is een uitgebreide rondleiding achter de schermen van de vereniging Humanitas. Belangrijker is dat dit de basis vormt voor de zoektocht naar de functie van de vrijwilligersondersteuning. Aan de hand van dat portret beschrijf ik de drie manieren waarop de vrijwilligersondersteuning bijdraagt aan participatie. In de slotparagraaf refl ecteer ik op wat die verschillende wijzen van bijdragen leren over de functie van de vrijwilligersondersteuning voor de participatie van burgers in het publieke domein. Tussendoor maak ik een uitstap naar de wijze waarop humanisme een rol speelt in de vrijwilligersondersteuning van Humanitas. Deze normatieve positie is van invloed op haar relevantie voor burger- participatie.

3.1 Introductie van de vereniging Humanitas als perspectief op onderzoek

Hoofdstuk twee leert dat het maatschappelijk activeringswerk getrapt is: vanuit levens- beschouwing bijdragen aan het welzijn van de Nederlandse samenleving. De vrijwil- ligersondersteuning van de vereniging Humanitas kent een dubbele trap. Consulenten maatschappelijke activering begeleiden lokale vrijwillige bestuurders, die op hun beurt

165 Humanitas, Nederlandse vereniging voor maatschappelijke dienstverlening en samenlevings- opbouw. De missie van Humanitas, 2004.

lokale maatschappelijke dienstverlening organiseren; dat is de eerste trap. De tweede trap is de organisatie van de maatschappelijke dienstverlening door vrijwillige be- stuurders, met als doel het contact tussen vrijwilligers en deelnemers.

In toenemende mate schakelen vrijwillige bestuurders betaalde en vrijwillige coör- dinatoren in voor de organisatie van de maatschappelijke dienstverlening en de be- geleiding van uitvoerend vrijwilligers. Het gevolg is dat consulenten maatschappelijk activeringswerk en lokale vrijwillige bestuurders op grotere afstand van het contact tussen uitvoerend vrijwilligers en deelnemers komen te staan. Deze ontwikkeling is ingeluid door de vermaatschappelijking van de zorg, de veranderingen in het vrij- willigerswerk en de invoering van projectfi nanciering in het lokale welzijnsbeleid. In hoofdstuk vijf ga ik daar op in. In deze situaties is er sprake van maximaal vier trappen. De eerste trap blijft hetzelfde. De tweede trap is dan het inschakelen van betaalde coördinatoren door vrijwillige bestuurders, met als doel het organiseren van de maatschappelijke dienstverlening. Betaalde coördinatoren zoeken vrijwillig coördinatoren voor de begeleiding van de uitvoerend vrijwilligers, dit is de derde trap. De vierde trap is ten slotte de begeleiding van uitvoerend vrijwilligers met als inzet het contact met deelnemers.

De vraag rijst wat de inzet is van deze gelaagde (ondersteuning)structuur. Kern van de vereniging Humanitas is nog steeds de organisatie van maatschappelijke dienstverle- ning door vrijwilligers. Voorbeelden zijn Home Start, Vriendschappelijk Huisbezoek en Steun bij Verlies. Home Start biedt opvoedingsondersteuning. Het is bedoeld voor ouders voor wie de opvoeding van de kinderen te veel wordt. Als ouders niet kunnen terugvallen op een eigen netwerk, kunnen zij terecht bij Home Start. Die levert vrij- willigers die vanuit hun eigen ervaring met opvoeden de ouders tijdelijk vriendschap, steun en praktische hulp bieden. Het project Steun bij Verlies heeft een vergelijkbaar concept. Mensen van wie de partner of een kind is overleden kunnen bezoek krijgen van een vrijwilliger voor begrip, steun en hulp om het verlies te verwerken en het leven weer op te pakken. Ook deze vrijwilligers werken vanuit hun eigen ervaring, hier met het verlies van een dierbare en het rouwproces. Vriendschappelijk Huisbezoek is een project voor mensen die behoefte hebben aan contact. Vrijwilligers komen langs voor een kopje koffi e, een gesprek of samen winkelen.166

Kenmerkend is dat het tevens vrijwilligers zijn die de maatschappelijke dienstver- lening organiseren. Lokale afdelingsbesturen, gerund door vrijwillige bestuurders, organiseren deze dienstverlening naar aanleiding van signalen uit de lokale samen- leving over maatschappelijke problemen. Een voorbeeld is het verzoek van vier wel- zijnsorganisaties aan de afdeling Humanitas Roosendaal om iets te doen voor de alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) in de stad. Hoewel ama’s niet haar eerste prioriteit zijn, kiest de afdeling ervoor om toch activiteiten voor deze doel- groep te organiseren. Binnen de vereniging Humanitas bestaan enkele voorbeelden van projecten voor ama’s. Het komt ook voor dat een afdeling problemen signaleert

166 Smits, Wilma 2001, Informatiemap Home Start Eemland, Amersfoort.

AVVL, Humanitas en Humanistisch Verbond 1998, Handleiding bij “Praten over de dood verrijkt je leven”. Amsterdam.

Humanitas Gewestelijk Bestuur Noord-Holland 1991, Werkmap Vriendschappelijk Huisbezoek, Amsterdam.

waarvoor (nog) geen projecten bestaan. Dan ontwikkelt de afdeling zelf een vorm van maatschappelijke dienstverlening.167

Omdat het de lokale afdeling is die de maatschappelijke knelpunten signaleert en de dienstverlening organiseert, bestaat er binnen de vereniging een grote diversiteit aan dienstverlenende activiteiten. Humanitas kent 45 verschillende typen projecten.168

Er verdwijnen ook activiteiten. Reden voor stopzetting kan zijn het afnemen van de vraag (in 2004 waren er bijvoorbeeld veel minder ama’s dan in 2002), het ontbre- ken van (vervolg)fi nanciering of het verzelfstandigen van een project. De vereniging Humanitas heeft aan de basis gestaan van diverse bekende en minder bekende orga- nisaties zoals Slachtofferhulp, Delinkwentie & Samenleving, Het Gilde en Humanitas Kinderopvang.169 In 2005 bestaat de vereniging Humanitas uit 92 lokale afdelingen,

600 projecten voor maatschappelijke dienstverlening, 8000 vrijwilligers en 16000 leden.170 De vereniging Humanitas registreert landelijk niet hoeveel mensen gebruik

maken van haar maatschappelijke dienstverlening.

De korte introductie van de vrijwilligersondersteuning en de vereniging Humanitas leert dat de vereniging Humanitas, naast de ondersteuning van deelnemers, aan meer dan twintigduizend mensen de mogelijkheid van participatie in het publieke domein van de Nederlandse samenleving biedt. De participatie bestaat uit het lidmaatschap van de vereniging Humanitas en het doen van vrijwilligerswerk voor de vereniging. De vrijwilligersondersteuning heeft als taak het ondersteunen van vrijwilligers bij de organisatie en de uitvoering van de lokale maatschappelijke dienstverlening.

Voor dit onderzoek naar de bijdrage van de vrijwilligersondersteuning van de vereni- ging Humanitas aan participatie in het publieke domein, heeft het bovenstaande twee consequenties. Het eerste is dat dit onderzoek focust op de betekenis van de vrijwil- ligersondersteuning voor de participatie van vrijwilligers. De vrijwilligers zijn name- lijk het object van de vrijwilligersondersteuning. Zowel participatie in de vorm van lidmaatschap van de vereniging als het contact tussen vrijwilliger en deelnemer in de maatschappelijke dienstverlening blijven in dit onderzoek buiten beschouwing. Het tweede gevolg betreft de diversiteit. Het bestaan van 45 typen projecten en de lokale organisatie van de maatschappelijke dienstverlening impliceren dat de vrijwilligers- ondersteuning van de landelijke vereniging Humanitas gekenmerkt wordt door een grote variatie. Ik beschrijf de betekenis van de vrijwilligersondersteuning voor de par- ticipatie van burgers daarom via één algemeen hoofdstuk en een drietal casussen. Het algemene hoofdstuk belicht de organisatiestructuur en de globale werkwijze van de vrijwilligersondersteuning. De drie casussen zijn ieder gewijd aan een specifi eke trap van de vrijwilligersondersteuning.

167 Derkx, Peter and Metz, Judith 2004, “Humanisme: maatschappelijke dienstverlening voor iedereen,” in

Barmhartigheid en gerechtigheid; Handboek diaconiewetenschap, Crijns, Hub, Kok, Kampen, 235-241.

168 Derkx en Metz 2004.

Humanitas, Nederlandse vereniging voor maatschappelijke dienstverlening en samenlevingsop- bouw 2005, Jaarverslag 2004, Amsterdam.

169 Zwierstra, Nienke 1995, Geen opgeheven vinger, maar een uitgestoken hand. Humanitas 1945 - 1995, Humanitas, Amsterdam.

Derkx en Metz 2004.

170 Het merendeel van de vrijwilligers is geen lid van de vereniging. Binnen de vereniging Humanitas wordt daarom nagedacht over de vertegenwoordiging van vrijwilligers in de verenigingsstructuur. Humanitas, Jaarverslag 2004.

3.2 Vrijwilligersondersteuning vanuit vier invalshoeken171

Zoals ik reeds heb aangegeven is het de inzet van dit hoofdstuk om via analyse van de organisatie van de vrijwilligersondersteuning een beeld te vormen van haar functie voor de participatie van burgers. Daartoe schets ik een globaal portret van de organi- satie van de vrijwilligersondersteuning. De diversiteit binnen de vereniging Humanitas staat een nauwkeurige beschrijving in de weg. Het betekent tevens dat er uitzonderin- gen op onderstaande weergave bestaan.

Ik beschrijf de organisatie van de vrijwilligersondersteuning vanuit vier invalshoeken: verenigingsstructuur; maatschappelijke dienstverlening; vrijwilligerswerk en werkor- ganisatie. Van iedere invalshoek belicht ik de relevante reglementen en werkwijzen, betrokken organen en posities, en de waarden die daarbij in het geding zijn. De aan- dacht voor de waardeoriëntatie is van belang omdat de normativiteit van de vereni- ging Humanitas doorwerkt in de participatie van burgers. Dit is zijdelings interessant voor het denken over de werksoort maatschappelijk activeringswerk, zie hoofdstuk twee. Er is echter weinig bekend over de rol van een humanistische levensbeschouwing binnen Humanitas. Het betekent dat ik actief op zoek ga naar de waardeoriëntaties die schuil gaan in de reglementen, werkwijzen en keuzen. Ik duid de normatieve positie met begrippen die verwijzen naar waarden. Ik ben degene die deze begrippen kiest en de structuren en dynamiek labelt. Het zijn dus niet de waarden waarmee de vereniging Humanitas zichzelf presenteert. De schematische beschrijving is gebaseerd op docu- mentanalyse.

3.2.1 Verenigingsstructuur

Het organogram van de vrijwilligersondersteuning geeft globaal de structuur van de vereniging Humanitas weer.172 Individuele leden zijn verbonden aan afdelingen en

hebben via een afvaardigingsysteem stemrecht in de algemene vergadering van afge- vaardigden (AVA), het hoogste orgaan van de vereniging Humanitas. De AVA kiest het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur.173 Zoals gewoon is in grotere verenigingen,

delegeert het dagelijks bestuur de dagelijkse leiding aan een directeur, sinds 1995 is dat Marius Ernsting.174 De directeur van de vereniging stuurt tevens de werkorganisatie

aan. De werkorganisatie heeft als taak de vereniging te ondersteunen. De werkorgani- satie bestaat uit een landelijk bureau en een vijftal districten.175 De districten vormen

het hart van de vrijwilligersondersteuning; onder het kopje werkorganisatie ga ik daar verder op in.

171 Gedeelten van deze paragraaf zijn eerder verschenen in: Metz, Judith 2005, “Toverwoord ‘refl exivi- teit verliest magie’, ofwel: Een bijdrage vanuit de praktijk van het maatschappelijk activeringswerk van Humanitas aan het denken over normatieve professionaliteit”, Tijdschrift voor Humanistiek, vol. 6, no. 22, 69-83.

172 De onderbroken lijn verwijst naar de maximaal vier trappen van de vrijwilligersondersteuning van de vereniging Humanitas die het gevolg zijn van de inschakeling van betaalde en vrijwillige coördi- natoren voor de organisatie van de maatschappelijke dienstverlening.

173 Humanitas, jaarverslag 2004.

“Organogram: de organisatie in kaart,” in idem.

174 Marius Ernsting wordt met ingang van 1 juli 2006 als directeur opgevolgd door Lodewijk de Waal, voormalig voorzitter van de FNV.

Model 3.1: Organogram vrijwilligersondersteuning vereniging Humanitas

De structuur van de vereniging Humanitas heeft twee belangrijke kenmerken. Humanitas duidt deze aan met de omschrijvingen: (1) ‘autonomie van de lokale afde- lingen’ en (2) ‘het primaat van de vereniging over de werkorganisatie’. De ‘autonomie van de lokale afdelingen’ geldt ‘terzake van alle aangelegenheden, de afdeling betref- fende, voor zover uit de Statuten en de bepalingen van het Huishoudelijk Reglement niet het tegendeel blijkt’.176 Het betekent dat lokale afdelingen binnen de reglementen

van de vereniging zelfstandig kunnen opereren. Of er daadwerkelijk sprake is van au- tonomie hangt af van de ruimte die de regels openlaten. Die is beperkt wat betreft het hebben van eigen vermogen en personeel. De afdelingen krijgen alleen ondersteuning voor activiteiten die binnen het landelijke verenigingsbeleid passen. Bij ernstig in ge- breke blijven van de afdeling kan het districtsbestuur ingrijpen. Daar staat tegenover dat afdelingen kunnen doen en laten wat zij willen wanneer er geen betaalde krachten, eigen vermogen of ondersteuning in het geding is. Ook kunnen afdelingen - namens het hoofdbestuur en binnen het landelijk beleid - het beheer hebben over een gedeelte van de middelen, goederen en menskracht van de vereniging. Ten slotte kunnen afde- 176 Landelijk Bureau Humanitas 2000, Statuten en huishoudelijk reglementen.

lingen via de verenigingsstructuur het landelijke verenigingsbeleid beïnvloeden. Het afdelingsbestuur is verantwoording verschuldigd aan het districtsbestuur. Net als bin- nen de gehele vereniging, hebben de leden in de afdelingen via de ledenvergadering, het laatste woord.177 Dit betekent dat de ‘autonomie van de lokale afdelingen’ niet on-

begrensd is. Er zijn nogal wat voorschriften die de zeggenschap van de lokale besturen inperken. Tegelijkertijd zijn er mogelijkheden om die voorschriften te beïnvloeden of te omzeilen. De grote diversiteit binnen de vereniging doet vermoeden dat lokale af- delingen in de praktijk een grote handelingsvrijheid hebben. De hoofdstukken vier en vijf belichten het tweeslachtige karakter van de ‘autonomie van afdelingsbesturen’ binnen de verenigingsstructuur.

Met ‘het primaat van de vereniging over de werkorganisatie’ bedoelt de vereniging Humanitas dat de verenigingsstructuur het laatste woord heeft; ook wanneer het beroepskrachten betreft. Het Model: organogram vrijwilligersondersteuning ver- eniging Humanitas toont dat alle organen en posities in de werkorganisatie onder- geschikt zijn aan parallelle verenigingsorganen (zie pijlen die schuin van links naar rechts lopen). Het hoofdbestuur vormt het kader voor de directeur en het landelijk bureau; het districtsbestuur voor het district en het afdelingsbestuur voor de eventu- ele project(coördinatoren). Tegelijkertijd is de beschikking van de vereniging over de werkorganisatie niet ongelimiteerd. Het organogram laat tevens zien dat de werkor- ganisatie een interne hiërarchie heeft (zie verticale pijlen binnen de werkorganisatie). De directeur geeft leiding aan de districtmanager; de districtmanager aan de consu- lenten maatschappelijke activering; en de consulenten maatschappelijke activering aan de eventuele projectcoördinatoren. Ook is er de regel dat alleen het hoofdbestuur de bevoegdheid heeft om personeel in dienst te hebben.178 Het primaat van de vereniging

boven de werkorganisatie bestaat uit een ingewikkeld samenspel van drie formele lij- nen. De eerste lijn is de inspraak van de vereniging in de personele aansturing van de beroepskrachten via de AVA en het hoofdbestuur. De tweede lijn is de inhoudelijke bemoeienis die verloopt via parallelle organen van de verenigingslijn en de werkorga- nisatie. De derde lijn is de interne hiërarchie van de werkorganisatie. Formeel heeft de vereniging het laatste woord. Door de complexiteit van het lijnenspel is de structuur ondoorzichtig. Het is daardoor de vraag wat er gebeurt wanneer de verenigingslijn haaks komt te staan op de interne hiërarchie van de werkorganisatie of als de belan- gen van de vereniging botsen met die van de beroepskrachten. De hoofdstukken vier en vijf beschrijven de interactie tussen beroepskrachten en vrijwillige bestuurders en tonen dat deze samenwerking in de praktijk uitermate spanningsvol kan zijn.

Rest de vraag welke waardeoriëntatie schuil gaat in de organisatiestructuur van de ver- eniging Humanitas. Kenmerkend voor haar organisatiestructuur is dat zij een vereni- ging is en dus democratisch georganiseerd is. Binnen die verenigingsstructuur gelden twee richtlijnen die de zeggenschap van de leden waarborgen en de lokale afdelingen in het hart van de vereniging plaatsen. Mijns inziens draagt de organisatiestructuur van de vereniging Humanitas de waarden zelfbeschikking, verantwoordelijkheid en gelijk- 177 Landelijk Bureau Humanitas 2000.

Hudepohl, André 2004, ‘Een dak repareer je als het nog droog is’ Een onderzoek naar de bestu- ringsrelatie tussen vereniging en werkorganisatie bij Humanitas, Meesterproef in het kader van de opleiding tot Master of Arts in Management & Innovation, Enschede.

waardigheid in zich. Dat leden – via participatie in de vereniging Humanitas - invloed hebben op hun directe leefomgeving beschouw ik als een uiting van zelfbeschikking.179

De structuur van de vereniging Humanitas is zodanig dat leden ook verantwoordelijk zijn voor de koers en de inrichting van de vereniging. Ik benoem dat met het begrip verantwoordelijkheid. Binnen de vereniging hebben leden dezelfde rechten en plich- ten. Deelname aan de districtsraad en AVA verloopt via een afvaardigingsysteem. Dit verwoord ik met de waarde gelijkwaardigheid.

3.2.2 Maatschappelijke dienstverlening

Maatschappelijke dienstverlening is de kernactiviteit van de vereniging Humanitas. Uit de historie van de vereniging Humanitas zoals beschreven in hoofdstuk twee, blijkt dat zij bewust gekozen heeft voor zowel het aanbieden van maatschappelijke dienst- verlening, als de vorm van haar dienstverlening. Met het aanbieden van maatschap- pelijke ondersteuning, neemt de vereniging Humanitas de zorg op zich voor een stukje welzijn van de samenleving. Door de wijze waarop de vereniging de maatschappelijke dienstverlening organiseert, geeft zij dat welzijn actief mee vorm. De hoofdstukken vier, vijf en zes tonen hoe de vereniging Humanitas dat in praktijk doet. De maat- schappelijke dienstverlening zelf is geen onderwerp van onderzoek. Ik behandel haar hier beknopt als context voor het onderzoek naar de vrijwilligersondersteuning. De maatschappelijke dienstverlening van de vereniging Humanitas wordt geken- merkt door een drietal eigenschappen: (1) de dienstverlening is toegankelijk voor iedereen; (2) de dienstverlening vindt plaats door vrijwilligers; (3) van ‘op je handen zitten’. Al bij haar oprichting in 1945 kiest Humanitas ervoor haar dienstverlening open te stellen voor iedereen. In de eerste helft van haar bestaan, een periode die gedomineerd wordt door de verzuiling, betekent de openheid dat niemand wordt afgewezen op grond van levensbeschouwing. In de tweede helft van het bestaan van de vereniging krijgt de openheid vorm in een focus op specifi eke behoeften zoals eenzaamheid in plaats van een beperking tot doelgroepen zoals ouderen of chronisch zieken. Overigens is het zaak deze openheid niet te letterlijk te nemen. Aan deelne- mers wordt de voorwaarde gesteld dat hun hulpvraag past binnen het project. Een recent aandachtspunt is dat de problematiek van deelnemers niet ‘te zwaar’ is voor ondersteuning door vrijwilligers.180

Midden jaren zeventig maakt de vereniging Humanitas een positieve keuze gemaakt voor maatschappelijke dienstverlening door vrijwilligers. De toenmalige reden was dat vrijwilligerszorg belangrijk is voor samenlevingsopbouw. Sindsdien is binnen Humanitas het denken over dienstverlening door vrijwilligers verder ontwikkeld. Nu stelt zij dat betrokkenheid van een vrijwilliger de deelnemer het gevoel geeft als 179 Zelf beschikking of zelfontplooiing? Ik maak onderscheid tussen deze twee termen en gebruik het begrip ‘zelf beschikking’. Het verwijst naar de zeggenschap over het eigen leven en de leefomgeving. In ‘zelfontplooiing’ ligt de nadruk meer op de ontwikkeling van het zelf, zoals dat in idealen en praktijken van de jaren zestig en zeventig het geval was. Zie ook Tonkens, Evelien (1999) Het zelfont-

plooiingsregime; De actualiteit van Dennendal en de jaren zestig, Bert Bakker, Amsterdam.

180 Metz 2005. Zwierstra 1995. Smits 2001.

mens de moeite waard te zijn. De vrijwilliger geeft namelijk tijd en energie aan de deelnemer. De werkwijze van Humanitas is erop gericht dat het doen van vrijwil- ligerswerk ook voor de vrijwilliger van belang is. Dit versterkt de gelijkwaardigheid tussen vrijwilliger en deelnemer, en daarmee de eigen waarde van de deelnemer. Als laatste betoogt Humanitas dat ondersteuning door vrijwilligers een fundamenteel andere werking heeft dan professionele hulpverlening. Omdat professionele deskun- digheid, vaardigheid en autoriteit ontbreekt, houdt de deelnemer de regie.181 Dit uit-

gangspunt vormt een contrast met het concept normatieve professionalisering zoals ontwikkeld door Van Houten, Kunneman en Baart. Eén van de kenmerken is dat het een vorm van professionaliteit betreft waarbij de professional de regie in handen van de cliënt laat.182 In hoofdstuk vijf zal ik aantonen hoe – ook in het geval van nor-

matieve professionalisering - professioneel handelen, zeggenschap van burgers kan ondermijnen.

Ik werk de methodiek van de maatschappelijke dienstverlening uit aan de hand van