• No results found

3 Product A

3.3 Productiekarakteristieken

Figuur 3-3 Huidige Product A productiecel lay-out

3.3 Productiekarakteristieken

In deze paragraaf worden de productiekarakteristieken van Bedrijf X geanalyseerd met betrekking tot Product A middels het Four Vs’ model (Slack, Brandon-Jones, & Johnston, 2013). Het ‘Four Vs’ model laat zien hoe Bedrijf X Product A produceert. Ten eerste wordt in kaart gebracht hoe Bedrijf X scoort op de ‘Four Vs’. Daarna wordt dit gevisualiseerd in Figuur 3-4. In Figuur 3-4 staan tevens de kenmerken die horen bij de ‘Four Vs’. Tot slot wordt weergeven hoe ideaal de productiekarakteristieken van Bedrijf X voor Product A daadwerkelijk zijn.

Volume

Het volume dat op een dag geproduceerd wordt, is niet hoog. Het doel is om elke dag zes producten te produceren. Momenteel worden de zes producten die gepland staan niet gehaald. Bedrijf X wil zo snel mogelijk meer produceren dan zes Product A per dag om uiteindelijk de stijgende vraag te kunnen realiseren. Wanneer we kijken naar de kenmerken die in Figuur 3-4 staan, zal er sprake moeten zijn van een lage herhaling in orders, operators die kunnen multitasken, minder systematisering en hoge kosten per unit.

Bij Bedrijf X is sprake van een lage herhaling in orders en is er weinig systematisering. Het probleem is dat operators niet kunnen multitasken. Volgens de manager van de Continuous

23

Improvement afdeling is sprake van negen op de tien werknemers die niet in vaste dienst zitten. Dit zorgt ervoor dat alleen de eerste monteurs met een vast contract alle kennis hebben en dat de inleners met de vragen naar de betreffende personen toe moeten.

Variety

Wegens vertrouwelijkheid is dit gedeelte weggelaten.

Er zijn twee verschillende soorten orders binnen Bedrijf X. Ten eerste zijn er orders waar alles al over bekend is. Deze orders worden Assemble To Order (ATO) genoemd. Alle informatie met betrekking tot een ATO order staat in Bidmanager. Dat is de verkooptool die Bedrijf X gebruikt. Dit betekent dat dit geïndustrialiseerd is. Dat wil zeggen dat een typical van Product A waarvan marketing denkt dat Bedrijf X veel gaat verkopen in zijn geheel in het ERP systeem is gezet. Naast deze orders zijn ook orders waar gedeelten klantspecifiek zijn. Deze order is dus nog niet gestandaardiseerd en is om die reden uniek. Deze orders worden ook wel Engineering To Order (ETO) genoemd. Volgens de manager product marketing bidmanager is momenteel ongeveer 100% ETO, doordat in elke order die een klant kan plaatsen ‘C-nummers’ zitten. Een C-nummer is een nummer waar niet veel of niets over bekend is, hier zit dus een gat. De engineering afdeling moet hier nog allerlei zaken uitrekenen en doorvoeren in het systeem, voordat het materiaal überhaupt besteld kan worden.

Bij Bedrijf X is sprake van een complex productieproces, doordat de wensen van de klant worden uitgevoerd in het productieproces. Daarnaast is het productieproces niet flexibel, aangezien Bedrijf X niet goed om kan gaan met variëteit in orders. Hierdoor bevindt Bedrijf X zich aan de linkerkant in het model. Wanneer we kijken naar de kenmerken die het model voorschrijft dan zal er sprake moeten zijn van een flexibel en complex productieproces. Daarnaast moeten de wensen van de klant worden gehandhaafd en zal er sprake zijn van hoge kosten per unit.

Variation in demand

De variatie in aankomst van orders is hoog. Dit is ook te zien in Tabel 3-1. Hierin is te zien dat er geen constante hoeveelheid aan intakes plaatsvindt per maand. De ene maand komt er geen enkele order binnen, terwijl de maand erop een order binnenkomt die meer dan anderhalf miljoen bedraagt. Op dit moment is de doorlooptijd wel hoger dan drie maanden. Toch is het voor planning lastig om deze orders goed te verdelen naar de werkvloer. Hierdoor bevindt Bedrijf X zich aan de linkerkant van de het model. Wanneer we kijken naar de kenmerken die het model voorschrijft bij de variatie in aankomst van orders dan zal er sprake moeten zijn van schommelingen in capaciteit, flexibiliteit en hoge unit kosten. Nu is het bij Bedrijf X zo dat het bedrijf niet flexibel is en dat een schommeling in capaciteit moeilijk op te lossen is. Wel beschikt het bedrijf over hoge unit kosten.

jan-16 feb-16 mrt-16 apr-16 mei-16 jun-16

€ 1.218 € 846.686 € 616.710 € 726.243 € 0 € 1.552.316

jul-16 aug-16 sep-16 okt-16 nov-16 dec-16

€ 627.000 € 40.134 € 210.069 € 1.474.552 € 33.372 € 0

24

Visibility

De communicatie met de klant is volgens de Ordermanager hoog. Er is een Microsoft Project Planning in de vorm van een Gantt Chart. Deze is zowel inzichtelijk voor Bedrijf X als de klant. Daarnaast zijn er twee soorten meetings. De eerste meeting is een voortgangsmeeting met inkoop, engineering, planning en productie. Hier wordt de voortgang van de fabriek gecheckt. Mochten hier relevante zaken uitkomen die van invloed zijn voor de klant dan wordt de klant geïnformeerd. Dit wordt vaak gedaan met behulp van de tweede meeting, de conference-call. Dit is tevens een wekelijkse voortgangsmeeting. Bij een bedrijf als Bedrijf X, waarbij er een lange levertijd is naar de klant, is het van belang dat er wordt gecommuniceerd met de klant. Communicatie is tevens relevant, doordat een klant kan blijven komen met veranderingen in het ontwerp. Hierdoor bevindt Bedrijf X zich aan de linkerkant van het model. Wanneer we kijken naar de kenmerken die het model voorschrijft bij een hoge visibility, dan zal er sprake moeten zijn van lage wachttijd tolerantie. Daarnaast zullen communicatievaardigheden nodig zijn en zal er sprake zijn van hoge unit kosten.

Figuur 3-4 Het Four V’s Model (Slack, Brandon-Jones, & Johnston, 2013)

Conclusie

Doordat het volume laag is en de variëteit, de variatie in aankomst van orders en de ‘visibility’ alle drie hoog zijn, is er sprake van hoge unit kosten. Deze vier factoren zorgen er dus voor, dat de kosten van het product omhooggaan. Wij concluderen dat Bedrijf X Product A tegen een hogere prijs verkoopt dan een concurrent die het product in hogere volumes of met een lagere variëteit kan produceren. Daarnaast kan worden geconcludeerd dat QRM het Lean-programma van Bedrijf X versterkt. Volgens Suri (2011) is Lean niet de juiste strategie voor kleinere volumes, grote variaties of klantspecifieke producten.

Volume Hoge herhaalbaarheid Specialisatie

Systematisering Kapitaalintensief Hoge unit kosten Lage herhaalbaarheid

Operators multitasken Minder systematisering Hoge unit kosten

Variety Goed gedefinieerd Routine

Gestandaardiseerd Regelmatig Lage unit kosten Flexibel

Complex

Voldoen aan de eisen van de klant

Hoge unit kosten

Variation in demand Stabiel Routine

Voorspelbaar Hoge bezettingsgraad Lage unit kosten Schommelingen in

capaciteit Flexibiliteit Hoge unit kosten

Visibility Lage contact skills Hoge bezettingsgraad Gestandaardiseerd Lage unit kosten Lage wachttijd tolerantie

Communicatieskills nodig Hoge unit kosten

Low Low Low Low High High High High

25