• No results found

6.3 Sociale cohesie

6.4.1 Problemen van de grote stad

Waar bewoners aan het begin van het bouwproces de sterke verbondenheid voelden door het gevoel van pionieren, en de maakbaarheid van het eiland, verdwijnt dat steeds meer. Het bouwproces is voor velen ten einde, en de invulling van de wijk is wat de bewoners nu bindt. Maar ook de participatie daarin neemt steeds meer af bij de bewoners.

‘’Ja je ziet ook uit die zaak met die erfpacht. Daar trekken nu al mensen zich uit terug. Die hebben geen zin meer om mee te betalen. Dan krijg je het freeriders principe. Als er een uitspraak komt geldt die voor iedereen, dus ik ga lekker afhaken, dan maakt het toch niet uit. Die loyaliteit die zakt wel een beetje weg.’’

Het lijkt er op dat het collectief dat de bewoners hebben gevormd om sterker te staan in onderhandelingen steeds meer afneemt in draagkracht. De onderhandelingen duren voor een hoop bewoners te lang waardoor zij zich terugtrekken. De loyaliteit die de bewoners in eerste instantie van elkaar verwachten lijkt af te nemen.

Daarnaast raakt het de buurt ook steeds voller. Waarbij het eerst gemakkelijk was om eigen regels met elkaar op te stellen, wordt dat nu steeds moeilijker dan voorheen. De bewoners voelen zich steeds vervreemder van elkaar, en de sociale controle verdwijnt dan ook steeds meer.

‘’Langzamerhand veranderen wij ook in een grote stad. We hebben nu buren die ik helemaal niet ken. Die huren ergens. Die hebben allemaal elektronica gekocht. Die dozen pleuren ze gewoon bij de container. Vroeger was de sociale controle heel groot. Dan wist je wie het gedaan en dan gebeurde het ook niet. Maar nu stuur ik een berichtje via de facebookgroep, van welke aso heeft zijn spullen bij de container neer gelegd. Zo gaan we niet met elkaar om. Je merkt dat het een beetje veranderd. We krijgen van die kleine problemen van de grote stad, nu ook.’’

Door de grote ruimtelijke leegte die de respondenten eerst nog voelden was het goed mogelijk om een wild kampvuur te stoken. Ook dat lijkt nu steeds meer te verdwijnen.

‘’We stoken graag hout, dat vinden we leuk om te doen. Dat is een mannendingetje. En van de winter begonnen de eerste mensen te klagen. Die hebben dan balansventilatie. Die zuigen vanaf het dak lucht aan. Die zuigen gewoon onze rook naar binnen. Had je maar geen balansventilatie moeten nemen denk ik dan. Toen dacht ik, shit, fuck, gaan we dit ook krijgen. Ik kan straks mijn kachel niet meer aan doen. En dan komt de buurvrouw die bezig is met een petitie om te verbieden om hout te stoken in Amsterdam.’’

Doordat er steeds meer mensen komen wonen in de buurt hebben de respondenten het gevoel dat ‘’grote club pioniers steeds meer aan het veranderen is in gewone buren van elkaar’’. Dit geeft de respondenten het gevoel dat de informele regels steeds meer verdwijnen, en er meer sprake is van een gereguleerde samenleving. 6.4.2 Kopers en huurders

Naast dat er steeds meer mensen in de omgeving komen wonen, vertrekt een deel van de zelfbouwers weer, en maakt dit plaats voor huurders en kopers. Tussen deze zelfbouwers en kopers/huurders ontstaat er toch enig wij-zij gevoel. Doordat de zelfbouwers samen het traject vanaf het begin hebben meegemaakt, en dat gevoel van pionieren hebben (gehad), kennen zij elkaar beter.

‘’Uiteindelijk zijn we het hele traject samen. Hij is trots, wij zijn trots. Alles is goed. Daarin verschillen zelfbouwers wel van normale consumenten dat wij daar scherp op zitten.’’

Maar ook vanuit de koper/huurder lijk er sprake van distantiëring. Onder de bewoners die niet zelf de woning hebben gebouwd, maar dit in een later stadium hebben gekocht of huren heerst in kleine mate toch nog het gevoel een buitenstaander te zijn. Boelens & Visser (2011) beschrijven dit effect: ondanks dat er openheid wordt geboden, krijgen anderen het gevoel buitenstaander te zijn.

‘’Want dat kan ook, die kende elkaar al, laat maar. Dat je daardoor een beetje afstand houdt. Ik kan er ook niet echt over mee praten als het over bepaalde dingen gaat. Ik weet niet, het kan. Het is wel anders denk ik, als je allemaal te gelijk met iets

Naast dat tweede generatie bewoners niet vanaf het begin af aan in het proces betrokken zijn geweest, heerst het gevoel dat zelfbouwers meer tijd en aandacht besteden aan hun woning, ook wanneer het bouwproces voorbij is. Met name de huurders worden door zelfbouwers gezien als een groep bewoners die minder aandacht besteden aan hun huis, tuin en oprit, en deze met minder zorg onderhouden.

6.4.3 Speculatiebouw

Een groot gevaar dat de bewoners zien zijn de zelfbouwers of projectontwikkelaars die de kavels bebouwen met het doel om daar geld aan te verdienen. Volgens de respondenten is daar al sprake van in de straat.

‘’Maar de nieuwe zelfbouwer zijn gewoon kleine ontwikkelaars. Die hebben wat geld. Op de bank levert het niks op, en gaan ze maar bouwen. Een jaar later kunnen ze dan cashen. Een nieuwe vorm van aandelen eigenlijk. Dat is hier achter. Allemaal een gezinswoningen. Vier appartement. Gesplit of onderverhuurd.’’

Doordat het idee aanwezig is dat zelf een woning bouwen goedkoper is dan een woning kopen zijn er projectontwikkelaars en zelfbouwers die hier een kans in zien om geld mee te verdienen. Door een woning te splitsen of te onderverhuren zou er veel geld kunnen worden verdiend met een appartement.

‘’Het is echt een probleem. Ongeveer de helft van de kavels is speculatief gebouwd. Dat is echt gewoon veel te veel. (…) Daar zijn vier huurwoningen in een klein huisje. Dan trek je gewoon andere mensen. Die mensen zie je ook helemaal niet. Die hebben heel weinig binding met deze straat. En dat... Naja er wordt hier wel veel gespeculeerd, en je wil eigenlijk het liefst een straat met huizen van mensen die dat voor zichzelf en voor hun gezin bouwen.’’

De wijk krijgt daardoor in de ogen van sommige respondenten geleidelijk het karakter van een gewone nieuwbouwwijk. Dat verklaren zij doordat de sociale cohesie door de komst hiervan steeds meer verdwijnt. Zo zou het zo zijn dat doordat de nieuwe bewoners niet meer zelf het huis naar eigen wensen bouwt, de betrokkenheid steeds meer verdwijnt. Daarnaast zorgt het splitsen van woningen er in de ogen van de respondenten voor dat er ‘andere mensen’ worden aangetrokken. Zij zouden liever zien dat de straat wordt gedeeld met mensen die een huis voor zichzelf hebben gebouwd.

Uit de interviews met de respondenten blijkt dat het heersende beeld is dat de sociale cohesie op het moment steeds meer verdwijnt. Het bouwproces is voor de meeste mensen voorbij, het eiland wordt met steeds meer bewoners gedeeld, en de fase van pionieren raakt ten einde. Informele regels verdwijnen daardoor in de ogen van de respondenten steeds meer, en maakt plaats voor een meer gereguleerde samenleving. Daarnaast wordt de straat steeds meer gedeeld met bewoners die niet zelf hun huis hebben gebouwd, maar dit tweedelijns huren of kopen.

7. Conclusie

In dit hoofdstuk zal ik een antwoord geven op de hoofdvraag van deze scriptie: Komt het discours dat over particulier opdrachtgeverschap heerst en de bijpassende beleidsvoering overeen met de ervaringen van de bewoners van het particulier opdrachtgeverschap op Zeeburgereiland? Ik zal hier antwoord op geven door middel van beantwoording van de deelvragen. Vervolgens zal ik afsluiten met een discussie waarin ik kritisch reflecteer op mijn eigen onderzoek.