• No results found

Praten over moeilijke onderwerpen

Agressief gedrag

Hoofdstuk 2.4 Aanpak pesten en plagen 2.4.1 Definiëring

2.4.6 Praten over moeilijke onderwerpen

Het zal vaak niet makkelijk zijn om te bereiken dat leerlingen praten over moeilijke en gevoelige onderwerpen als pesten, lichamelijk en geestelijk geweld en machtsmisbruik. Dit kan opgaan voor zowel leerlingen die gepest worden als voor leerlingen die pesten. Het belangrijkste is dat leerlingen vertrouwen hebben in degene met wie ze praten.

Vertrouwen kan worden verdiend door de manier waarop je als volwassene met leerlingen omgaat:

een manier van omgaan die niet gebaseerd is op macht, maar die getuigt van respect, persoonlijke waardering en erkenning van de grenzen van de specifieke leerling. Het is belangrijk dat een volwassene de leerling laat weten dat hij of zij gelooft wat de leerling zegt en dat het niet de schuld van de leerling is dat deze wordt gepest. Van belang is ook om expliciet te erkennen dat hetgeen er is gebeurd erg vervelend is en dat het goed is van de leerling dat hij of zij het nu aan iemand vertelt. Maak verder duidelijk dat er acties worden ondernomen om de leerling te helpen, welke acties dat zullen zijn en vraag of de leerling hiermee instemt.

Voorbeeld van een anti-pestcontract

Hieronder treft u een voorbeeld van een anti-pestcontract. Dit kan worden uitgedraaid en uitgedeeld aan leerlingen. Leerlingen kunnen het contract, eventueel na een klassikale bespreking ervan, ondertekenen en aan hun leerkracht in bewaring geven. Het doel van een dergelijk contract is kinderen te doordringen van de ernst van pesten en van het belang van het bestrijden van pestgedrag.

90 HET ANTI-PESTCONTRACT

Om pesten te voorkomen, worden duidelijke afspraken gemaakt. Wanneer je ruzie hebt, probeer je natuurlijk eerst om er zelf uit te komen. Mocht dat niet lukken, dan leg je het probleem aan iemand anders voor. Die persoon praat dan eventueel met beide partijen en probeert jullie te helpen.

Om een pestvrije school te krijgen, is het belangrijk samen afspraken te maken en samen toe te zien op de naleving van die afspraken. Dit doen we met een anti-pestcontract.

Als je het eens bent met onderstaande uitspraken, als je durft te beloven om je overeenkomstig die uitspraken te gedragen en als je bereid bent anderen te helpen zich ook aan deze uitspraken te houden, dan mag je je handtekening onder dit contract zetten.

Lever het ondertekende contract in bij je leerkracht. Hij of zij zal het bewaren en je erop aanspreken als dat nodig is.

• Ik zal een ander respecteren.

• Ik zal een ander niet discrimineren.

• Ik zal een ander niet uitschelden.

• Ik zal een ander niet buitensluiten.

• Ik zal een ander niet bedreigen.

• Ik zal van andermans spullen afblijven.

• Ik zal niet over een ander roddelen.

• Ik zal mensen die zich niet aan bovenstaande regels houden, daarop aanspreken.

Hieronder is ruimte om zelf in te vullen wat je in bovenstaand lijstje mist.

• Ik zal …

• Ik zal …

• Ik zal …

Door mijn handtekening onder dit contract te zetten, beloof ik dat ik mijn uiterste best zal doen bovenstaande uitspraken na te leven.

Naam: Datum:

Handtekening:

91 Hoofdstuk 2.5 De aanpak van verzuim

Beschrijving van de schoolinterne procedure voor behandeling van het schoolverzuim. Dit stappenplan beschrijft de handelingen, die dagelijks, wekelijks en maandelijks kunnen gebeuren om het verzuimbeleid goed uit te kunnen voeren. De school kan vanuit dit model stappenplan een eigen stappenplan maken toegespitst op de eigen situatie. De [open velden] kunnen aangepast worden aan de schoolspecifieke situatie.

Wettelijke verlofregelingen

Vakantie buiten de schoolvakanties (art. 11 onder f en art. 13a)

De mogelijkheden om verlof te krijgen voor een gezinsvakantie - buiten de schoolvakanties om - zijn beperkt tot die gevallen waar het door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders niet mogelijk is om een gezinsvakantie binnen de schoolvakanties te organiseren. Dit verlof kan door de directeur slechts éénmaal voor ten hoogste tien dagen per schooljaar worden verleend en kan geen betrekking hebben op de eerste twee lesweken van het schooljaar. Voor partieel leerplichtigen kan het verlof slechts tot een evenredig deel van het genoemd aantal dagen worden verleend.

Het is niet toegestaan dagen op te tellen tot een maximum van tien!

Andere gewichtige omstandigheden (art. 11g, art. 14)

De Leerplichtwet kent de mogelijkheid om extra verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden. Voor de interpretatie van het begrip andere gewichtige omstandigheden kan

aansluiting worden gezocht bij de gevallen waar in CAO’s aan werknemers buitengewoon verlof met behoud van salaris wordt toegestaan. Uitgangspunt hierbij is, dat deze externe omstandigheden buiten de wil van de ouders en/of het kind plaatsvinden.

Hierbij valt de beslissingsbevoegdheid uiteen in twee delen. Tot en met tien schooldagen per schooljaar beslist de directeur van de school over het al dan niet toekennen van het verlof.

Indien geen verlof is gevraagd, kan de directeur alsnog verlof verlenen, indien hem binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering de redenen daarvan worden medegedeeld.

Bij meer dan 10 dagen per schooljaar (in één keer of opgeteld) beslist de leerplicht-ambtenaar, nadat de directeur is gehoord.

Tien schooldagen of minder (beslissingsbevoegdheid directeur) In aanmerking voor extra verlof komen:

 verhuizing: maximaal één dag;

 huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad binnen de woonplaats:

maximaal één dag;

 huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad buiten de woonplaats:

maximaal twee dagen;

 12½ -, 25-, 40-, 50- of 60 jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag;

 25-, 40-, of 50 jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag;

 ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad: periode in overleg met de directeur;

 overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad: maximaal vier dagen;

 overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: maximaal twee dagen;

 overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal één dag;

 naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof.

De directeur neemt hierover een beslissing en laat dit de ouders, bij voorkeur schriftelijk weten.

Tegen de beslissing kan de belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij het bevoegd gezag.

92 Meer dan tien schooldagen:

Het gaat hierbij om omstandigheden waarbij sprake is van een medische of sociale indicatie en als daarmee en kennelijk onredelijke situatie kan worden vermeden.

In deze beslissing staat het belang van de jongere voorop.

Vakantie buiten de schoolvakantie valt niet onder het begrip andere gewichtige omstandigheden.

Een verzoek wordt zeker afgewezen wegens

 wereldreis: tenzij uitschrijving uit GBA en/of inschrijving op andere school in het buitenland;

 familiebezoek in het buitenland;

 vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding;

 vakantie in verband met een gewonnen prijs;

 vakantie bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden;

 uitnodiging van familie of vrienden om buiten de eigen schoolvakantie op vakantie te gaan;

 eerder vertrekken of later terugkomen in verband met (verkeers)drukte;

 verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn;

 deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband.

Ontluikend talent

Regelmatig komt het voor dat ouders verlof vragen om hun kind mee te kunnen laten doen aan sporttoernooien, muzieklessen, trainingen enz. Dit zijn echter geen geldige redenen om verlof te verlenen. Het meenemen van onderwijskundigen naar dit soort activiteiten, zodat er

huiswerkbegeleiding wordt gegeven, is geen alternatief.

Organisatoren en ouders zullen ervoor moeten zorgen dat deze activiteiten buiten de reguliere schooltijden worden gepland (tenzij LOOT-scholen onder bepaalde voorwaarden).

Graden van bloed- en aanverwantschap

1e graad: ouder, kind

2e graad: zus/broer, grootouder, kleinkind 3e graad: oom/tante (broer/zus van ouder)

neef/nicht (kind van broer/zus) overgrootouder, achterkleinkind

4e graad: oudoom/oudtante (broer/zus grootouder) neef/nicht (kind van broer/zus van ouder) achterneef/achternicht (kleinkind van broer/zus) betovergrootouder

Vier- en vijfjarigen (art. 11a)

De directeur is bevoegd om ouders vrijstelling van schoolbezoek te verlenen voor vijf uur per week, bovenop de vijf uur per week die ouders van een vijfjarige leerling op eigen initiatief mogen

“nemen” (met mededeling aan de school).

Vrijstelling geregeld schoolbezoek in verband met religieuze verplichtingen (art. 11e, art.13 en 13b) Een beroep van vrijstelling wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of

levensovertuiging kan slechts worden gedaan indien daarvan uiterlijk twee dagen voor de verhindering aan de directeur kennis is gegeven door ouders/verzorgers of indien de leerplichtige jongere of de partieel leerplichtige niet meer woonachtig is bij deze personen, door de jongere zelf.

Absentiefunctionaris

De absentiefunctionaris is de persoon, die alle taken met betrekking tot de verzuimmelding en de verwerking ervan uitvoert. Op iedere school kan dit een andere persoon zijn zoals de conciërge, de onderwijsassistent, de administratief medewerker etc.

93 Stap 1 Het melden van verzuim door de ouders verzorgers

De ouders/verzorgers melden aan [de absentiefunctionaris] vóór [tijdstip] uur de afwezigheid van hun kind, met opgaaf van de reden van verzuim.

Stap 2 De registratie van het verzuim

Eén en ander is door de groepsleerkracht genoteerd op de zogenaamde 'maandabsentielijst'. [De absentiefunctionaris] controleert of het verzuim gemeld is (al dan niet met reden), dan wel of er sprake is van niet gemeld verzuim.

Stap 3 Onderzoek van het verzuim

Op grond van de registratie heeft [de absentiefunctionaris] nu inzicht in het verzuim. Hij/zij selecteert het verzuim op geoorloofd en ongeoorloofd. Bij twijfel is overleg met de directie noodzakelijk.

In het geval van niet gemeld verzuim wordt er vanuit de school vóór [tijdstip] uur door [de

absentiefunctionaris] contact gezocht met de ouders/verzorgers en wordt gevraagd naar de reden van het verzuim.

Stap 4 Vervolgactie op verschillende vormen van verzuim Alle verzuim is geregistreerd als geoorloofd of ongeoorloofd.

Bij ongeoorloofd verzuim wordt als volgt gehandeld:

bij te laat komen

Leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 van het reguliere basisonderwijs kunnen zelf verantwoordelijk gehouden worden voor het op tijd komen.

• Bij vaker te laat komen vindt een gesprek van de groepsleerkracht met de ouders/ verzorgers plaats.

• Indien nodig, wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld middels een Kennisgeving Ongeoorloofd Verzuim (schriftelijk of per e-mail). De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.

bij incidenteel ongeoorloofd verzuim

Wordt er telefonisch cotact gezocht met de ouders. In dit gesprek wordt meegedeeld, wanneer de termijn om de leerplichtambtenaar in te schakelen bereikt is.

bij structureel ongeoorloofd verzuim

Heeft de leerkracht een gesprek met de ouders/verzorgers en wordt de leerplichtambtenaar

ingeschakeld. Van de verzuimmelding worden de ouders op de hoogte gesteld; verzuim wordt gemeld bij het verstrijken van de wettelijke termijnen van drie opeenvolgende lesdagen of 1/8 deel van vier opeenvolgende lesweken ongeoorloofd verzuim.

bij zorgwekkend verzuim (zowel geoorloofd als ongeoorloofd) [de absentiefunctionaris] neemt contact op met de directie.

Dit kan leiden tot direct inschakelen van de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts of leerplichtambtenaar. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.

De directie bespreekt het verzuim in het multidisciplinair overleg of breed overleg. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.

De directie kan in het geval van zorgwekkend verzuim onmiddellijk de leerplichtambtenaar inschakelen, dus óók als de wettelijke termijn nog niet overschreden is.

Stap 5 Actie door de leerplichtambtenaar

Zodra een Kennisgeving Ongeoorloofd Verzuim bij de leerplichtambtenaar binnen is (eventueel via e-mail), neemt hij/zij contact op met de directeur en overlegt of, en zo ja welke actie er

ondernomen gaat worden. De leerplichtambtenaar meldt aan de directeur wat de resultaten van de interventie zijn.

94 3. Maandelijks

Stap 1

[De absentiefunctionaris] maakt (met behulp van ParnasSys) een maandoverzicht van het totale verzuim met als doel:

inzicht in het verzuim;

• effectmeting van het gevoerde verzuimbeleid;

• overzicht over een langere termijn per leerling, per groep en over de hele school;

• vergelijkend onderzoek, bijvoorbeeld tussen groepen.

Stap 2

Daarnaast maakt [de absentiefunctionaris] een overzicht van:

• het aantal verwijzingen naar de leerplichtambtenaar;

• het aantal verwijzingen naar instanties (bijvoorbeeld GGD enz.);

• het aantal gevallen dat door de school zelf (groepsleerkracht, interne begeleider of directie) is behandeld.