• No results found

DE PRAKTIJK VAN DE GEMEENTEN IN VERHOUDING TOT DE BIJBELSE PRAXIS

In document Opdat elke knie zich zal buigen… (pagina 41-78)

We hebben in hoofdstuk 3 gekeken naar de praktijk van aanbidding in vier plaatselijke gemeenten en in het vorige hoofdstuk hebben we de Bijbelse praxis van aanbidding gezien in zowel het Oude als het Nieuwe Testament. In dit hoofdstuk zal ik proberen die twee praktijken naast elkaar te leggen. Welke verschillen en overeenkomsten zien we dan en welke conclusies zijn daaraan te verbinden?

We hebben gezien dat ons Nederlandse woord aanbidding in de grondtaal, zowel het Hebreeuws als het Grieks, meerdere overeenkomstige betekenissen geeft. Zowel hištāhawă als proskuneo betekent

aanbidden, neerbuigen, eren of eerbetoon brengen en heeft te maken met respect, ontzag en een eerbiedige houding. Deze houding uit zich in het buigen of knielen. In het Nieuwe Testament komt naar voren dat deze houding een teken van of een reactie uit geloof kan zijn. In het Oude Testament vond de aanbidding samen met de offerdienst plaats. Het volk aanbidt God, terwijl de Levieten musiceren en God lof zingen. Het aanbidden en het lof zingen wisselen elkaar af. In het Nieuwe Testament wordt er wel gesproken over aanbidding, maar we zien het in de uiterlijke vorm niet meer terug in de samenkomsten van de christelijke gemeente. Als het gaat om het buigen, dan is het vaak een enkeling die dat doet, als teken van eerbied en het erkennen en belijden van Jezus als Heer. In de christelijke gemeente wordt wel gesproken over lofprijzen.

In de vier plaatselijke gemeenten zagen we een diversiteit aan opvattingen over aanbidding en de invulling daarvan. Het zingen en de muziek ziet men als voornaamste element van aanbidding. Er worden diverse liederen gezongen. Soms achter elkaar, als ‘aanbiddingsblokje’. De liederen worden veelal begeleid door verscheidene muziekinstrumenten. Zien we dit ook in de Bijbel? We zien inderdaad dat er muziek wordt gemaakt en dat er wordt gezongen. In het Oude Testament gebeurde dit door de Levieten. Het aanbidden ging samen met het zingen, maar had veel meer te maken met nederigheid en eerbied, terwijl het zingen vaak uitbundig was en bedoeld om God te loven en te prijzen. Het aanbidden en prijzen van God, wisselen elkaar af of vinden op hetzelfde moment plaats. In het Nieuwe Testament worden ook liederen gezongen in de samenkomsten. Waarschijnlijk ook begeleid door muziek. Ook deze liederen zijn divers. Dit wordt omschreven als lofprijzing en niet als aanbidding en heeft als doel de vreugde te uiten ten opzichte van God. Ook worden de liederen gebruikt om elkaar te onderwijzen. Dit onderwijzen is in de meeste gemeenten niet de insteek van het zingen van liederen.

De knielende lichaamshouding zien we eigenlijk niet terug in de vier gemeenten. Af en toe is er iemand die dat doet103, maar over het algemeen gebeurt het niet. Ook de nederigheid, de eerbied en het respect die de knielende lichaamshouding uitdrukt, zien we nauwelijks terug. Men wil (in de gemeenten vanuit de klassieke traditie) wel God de eer geven, Hem vereren. Dat is een Bijbels aspect. Ook willen alle gemeenten in hun aanbidding op God gericht zijn. Het gaat om Hem. Het ontmoeten van God tijdens aanbidding, wordt in sommige gemeenten ook benadrukt. Die

ontmoeting of ervaring tijdens het aanbidden van God of het dichter bij Hem komen, zien we niet in de Bijbel terug als doel van aanbidding. Het gaat echt om het eren en vereren van God, het eerbied hebben voor Hem en het erkennen van Jezus als Koning en Zoon van God.

Het idee dat de hele dienst aanbidding is, zoals de NGK het ziet, komt waarschijnlijk door het woord leitourgia dat ‘dienst’ betekent en verband houdt met de cultus, maar ook wel eens wordt vertaald met aanbidding.

De praktijk van aanbidding in de Bijbel in relatie tot de gemeenten schematisch weergegeven

Oude Testament Nieuwe Testament De plaatselijke gemeenten

Aanbidding als eerbetoon door neerbuigen

Aanbidding als belijdenis of eerbetoon door neerbuigen

Aanbidding als het eren van God en het gericht zijn op God

Geen sprake van neerbuigen (een enkele uitzondering daargelaten) Lofprijzing van levieten tijdens het

aanbidden (neerbuigen) door het musiceren en het zingen van liederen

Lofprijzing van de oudsten tijdens het aanbidden (neerbuigen) in Openbaring door het musiceren en het zingen van liederen

Lofprijzing in de christelijke gemeente door het musiceren en zingen van liederen

Aanbidding en lofprijzing door het musiceren en zingen van liederen

Liederen bedoeld om God te loven en Hem alle eer te geven

Liederen bedoeld om God te loven, Hem alle eer te geven, je vreugde te uiten en elkaar te onderwijzen

Liederen bedoeld om op God gericht te zijn, je open te stellen voor Hem, God te ontmoeten

Samengevat

Er zijn dus verschillen en overeenkomsten tussen de aanbidding in de vier plaatselijke gemeenten uit Ede en de ‘Bijbelse aanbidding’. We zien dat de intentie er is om op God gericht te zijn en Hem de eer te geven. De aanbidding door neer te buigen, zoals we die in de Bijbel zien, zien we niet of nauwelijks terug in onze vier gemeenten. Wel zien we dat de lofprijzing, zoals die in de Bijbel omschreven wordt, een duidelijke plek heeft in de eredienst. De conclusie zou kunnen zijn, dat veel gemeenten het woord aanbidding gebruiken om datgene aan te duiden wat in de Bijbel lofprijzen wordt genoemd.

Conclusies en aanbevelingen

Ik ben mijn onderzoek ingegaan met de vraag welke betekenis er vandaag de dag wordt gegeven aan aanbidding door verschillende protestantse gemeenten in Ede en hoe zich dat verhoudt tot het woordveld en de praxis van aanbidding in de Bijbel. En nu ben ik bij het laatste hoofdstuk aanbeland. In dit hoofdstuk zal ik alles nog een keer op een rij zetten en antwoord geven op de vraag of en zo ja, hoe er praktisch invulling gegeven zou kunnen worden aan aanbidding in de samenkomst.

Een tweetal conclusies

1. ‘Aanbiddingsmuziek’ is contextueel bepaald

In het voorwoord stelde ik de vraag of veel christenen het woord aanbidding niet verkeerd gebruiken en of de praxis van aanbidding daardoor wellicht ook ondoordacht zou zijn en aangepast wordt aan eigen denkbeelden en manieren van doen. Als we kijken naar de ontwikkelingen in de kerkgeschiedenis, dan zien we dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden in de interpretatie van het woord aanbidding. Door de wereldwijde invloed op christelijke gemeenten vanuit de charismatische beweging en daaruit volgend de Praise and Worship Movement, stichting Opwekking en de EO in Nederland, is men aanbidding veelal gaan zien als het zingen van eigentijdse liederen waarin of waardoor men God kon ervaren. Deze ontwikkeling van eigentijdse ‘aanbiddingsliederen’ is samengegaan met de ontwikkeling van de popmuziek. De liederen zijn veelal geïnspireerd door de hedendaagse muziek en cultuur, omdat men in de kerken niet achter wilde blijven. Wat daarbij op te merken valt, is dat men in de Reformatie ook al eigentijdse liederen heeft genomen om in de kerk te gebruiken, met dit verschil dat men de term aanbidding niet op die manier interpreteerde. De aanbiddingsmuziek is dus voor een groot deel cultureel en contextueel bepaald en daarmee ook ons denken en spreken over aanbidding, net als onze manier van aanbidden.

Is dit een probleem? Wat betreft onze hedendaagse aanbiddingsmuziek, zitten er naar mijn mening twee kanten aan. Enerzijds kan het van negatieve invloed zijn wanneer de context of de cultuur gaat overheersen. Daardoor wordt de aandacht gevestigd op de populariteit van de muziek en op het mee willen gaan met de (postmoderne) cultuur en kan de aandacht afgeleid worden van waar het daadwerkelijk om draait, namelijk God de eer geven. Anderzijds kan het meegaan met de cultuur, tot op zekere hoogte, mensen aanspreken, bij de kerk houden of bij de kerk brengen. Het aansluiten bij de cultuur heeft dan een opbouwende of zelfs missionaire functie. Zelf kan ik me het beste vinden in het laatste, al is het wel heel belangrijk om weloverwogen afwegingen te maken in de liedkeuze. Als het gaat om ons denken en spreken over en onze manier van aanbidden, dan is er mijns inziens meer of betere theologische doordenking nodig. We nemen snel dingen over die onze context of cultuur ons aanreikt, terwijl de Bijbel daar op een aantal punten van verschilt.

2. Er is sprake van een Babylonische spraakverwarring

Naast dat de aanbiddingsmuziek zoals wij die nu kennen, contextueel bepaald is, is er in veel gevallen vaak sprake van verschillend woordgebruik, wat waarschijnlijk ook voor een deel beïnvloed is door de postmoderne cultuur en de ontwikkelingen in de 20e eeuw, waaronder die van de Praise and

Worship Movement, met daarmee samenhangende vertalingen en interpretaties. Globaal zouden we

kunnen zeggen dat aanbidding vandaag de dag wordt gezien als 1) een uiting van dankbaarheid en liefde naar God en 2) het loven en prijzen van God. Dit wordt voornamelijk vormgegeven door middel van muziek. Met betrekking tot de eredienst kunnen we zeggen dat God in de eredienst geëerd en aanbeden wordt en dat er verschillende elementen zijn binnen de eredienst, die de aanbidding kanaliseren of vormgeven. Te denken valt aan muziek, maar ook aan de schriftlezing, de woordverkondiging en het avondmaal. Men heeft het in de plaatselijke gemeenten over ‘aanbidden’, ‘lofprijzen’, ‘danken’, ‘God ontmoeten’, ‘op God gericht zijn’ en ‘God eren’. De verwarring rondom het woord aanbidding is niet verwonderlijk. Die verwarring kan er wel voor zorgen dat men elkaar niet goed begrijpt of de Bijbel op een verschillende manier interpreteert. Wat het zo verwarrend maakt, zijn de verschillende woorden die met het woord aanbidding samenhangen. We hebben gezien dat er in het Hebreeuws al verschillende woorden zijn die bijna hetzelfde aanduiden, waaronder ook woorden die de dienst in het heiligdom aanduiden of de eredienst zelf. Voor het Grieks geldt hetzelfde. Hebben we het over aanbidding in de samenkomst? Of over het dienen van God (latreia)? Of hebben we het over de samenkomst zelf (leitourgos)? Deze woorden worden vaak allemaal geschaard onder het ene woord aanbidding. Zo worden er bijvoorbeeld vaak Bijbelteksten toegepast op de zang in de gemeente, terwijl het dan gaat over de dienst (latreia) aan God.104 Daar komt nog bij dat er verwarring kan ontstaan omtrent de termen ‘aanbidden’ en ‘lofprijzen’. We zouden dus kunnen zeggen dat aanbidding vooral te maken heeft met het tonen van eerbied en ontzag. Lofprijzing heeft te maken met het loven en danken van God – veelal door middel van liederen. Dit is wat veel gemeenten vandaag de dag toepassen in hun samenkomsten. Voor het dienen van God wordt in de Bijbel een ander woord gebruikt, net als voor de samenkomst.

Hoe moeten we aanbidden?

Vandaag de dag wordt er gesproken over aanbidding als het prijzen en danken van God, een reactie uit liefde en dankbaarheid, dichter bij God willen komen en het ontmoeten van God. De Bijbel spreekt over aanbidding als het eren van, eerbied tonen, knielen, buigen en ontzag hebben voor God. Niet als een reactie uit liefde, alsof het van ons moet afhangen (die liefde hebben of tonen we doorgaans niet), maar als een reactie op Gods wezen, op Zijn heiligheid en majesteit en een reactie op Zijn daden. Hoe aanbidden we vandaag de dag? We komen als gemeente samen, zingen liederen,

loven en prijzen God, we worden in de muziek meegenomen. We doen onze handen al dan niet in de

lucht, we staan of zitten, hebben onze ogen wel of niet open. En is niet de wijze waarop wij ons lichamelijk uiten, mede bepaald door onze cultuur en persoonlijkheid? De praktijk van aanbidding in de Bijbel is het tonen van eerbied en ontzag en het erkennen en belijden van Gods wezen en daden.

We weten alleen dat die aanbidding in het Oude Testament en in Openbaring werd geuit door te buigen of knielen. We weten niet precies hoe men in de nieuwtestamentische gemeente ‘aanbad’. Wat aanbidding in zichzelf is, is moeilijk te duiden. Wat ik er over kan zeggen, is dat aanbidding een gesteldheid is. Jezus sprak over aanbidding met de Samaritaanse vrouw. Aanbidding is niet plaatsgebonden, maar heeft te maken met een geestelijke gesteldheid van eerbied, ontzag en respect voor God. Is de aanbidding met betrekking tot de cultus niet met de tempeldienst verdwenen? In het Nieuwe Testament komen we het ten slotte niet meer tegen in de christelijke samenkomst. Er wordt hier alleen nog gesproken over lofprijzen. Ik denk dat we in onze tijd, mede door de ontwikkelingen in de vorige eeuw, het woord aanbidding op een andere manier gebruiken en invullen dan hoe dat in de tijd van de Bijbel gebeurde. We hebben het lofprijzen, zoals dat in de Bijbel omschreven wordt, vervangen door of samen laten gaan met het woord ‘aanbidden’. Moeten wij in onze samenkomst ook niet spreken van lofprijzen, eer, dank en hulde brengen? Want dat is wat er in de tijd van de Bijbel gebeurde. God werd geloofd en geprezen. Zijn wezen werd bezongen. In het Oude Testament kende die lofprijzing allerlei lichamelijke uitingen. Hoe dat precies gedaan werd in het Nieuwe Testament, is niet helemaal duidelijk. We mogen aannemen dat dit in lijn zal zijn geweest van het Oude Testament. Wat we wel weten, is dat er verschillende liederen gezongen werden, overgenomen vanuit de joodse cultus. En we weten dat God bezongen werd. Laten wij Hem ook bezingen om Zijn wezen. Hij is Schepper, Hij is Koning, Hij is almachtig en heilig. Hij alleen is het waard om alle eer te ontvangen. Maar ook Zijn daden moeten worden bezongen. In Christus is er heil, redding en bevrijding. De lofprijzing moet een reactie zijn op wie God is en wat God in Christus heeft gedaan, doet en gaat doen en dat mag vol van vreugde zijn.

Aanbevelingen aan stichting De Bergrede

Het is van belang dat met zich bewust is wat men onder aanbidding verstaat en hoe zich dat verhoudt tot wat de Bijbel zegt. Het lastige is en blijft natuurlijk, dat de Bijbel in de vormgeving van de samenkomst altijd een rol speelt als geïnterpreteerde schrift. De tekst wordt door specifieke mensen in specifieke omstandigheden gelezen, begrepen en toegeëigend.105 Toch zijn er wellicht bepaalde lijnen te trekken vanuit de Bijbel die de stichting zouden kunnen helpen God de eer te geven:

Wees je ervan bewust dat aanbiddingsmuziek contextueel en cultureel bepaald is

Wees je ervan bewust waar onze hedendaagse aanbiddingsmuziek vandaan komt en of je daar als stichting achter kunt staan. Laat de cultuur niet overheersen, maar probeer een goede balans te vinden, zodat de muziek aansluit bij de context van de luisteraars en de cultuur van nu, zodat zij aangesproken en opgebouwd worden en God tegelijkertijd centraal staat.

Wees je bewust van wat je zelf onder aanbidding verstaat en hoe je dit woord gebruikt

Als stichting hebben jullie te maken met verschillende kerkelijke achtergronden en tradities. In de ene traditie wordt aanbidding anders gezien en met andere dingen geassocieerd dan in de andere traditie. Het kan zowel positieve als negatieve reacties oproepen. Wees je daarom bewust van je denken en spreken over aanbidding. Kies liever woorden die precies omschrijven wat je bedoelt: lofzingen, prijzen, God de eer geven, belijden, erkennen. Zo kan er geen verwarring ontstaan. Zo zou ik er zelf voor zijn om te spreken van lofprijzen als het gaat om het zingen van liederen tot eer van God.

Bezing Gods wezen en Zijn daden in de lofprijzing

Het zingen van liederen om Gods wezen en Zijn heilsdaden in Christus te bezingen, is heel Bijbels. Het gaat erom dat God geprezen wordt met vreugde. En dat hoeft niet alleen te gaan over het hier en nu, maar in die lofprijzing mag ook uitgezien worden naar Gods daden in de toekomst. Deze liederen mogen, net als in de nieuwtestamentische gemeente, van alle eeuwen tijden en plaatsen zijn, omdat dat de gelovigen met elkaar verbindt. Zo komen ook verschillende tradities bij elkaar.

Liederen mogen ook onderwijzend zijn

De liederen in de nieuwtestamentische gemeenten hadden naast dat ze God bezongen, ook een functie om elkaar te onderwijzen en op te bouwen. Als stichting zou je verschillende liederen ook met dit doel kunnen gebruiken. Vertellen wie God is, wat Hij doet en welke beloften Hij geeft, zodat gelovigen opgebouwd worden. Dat kan bijvoorbeeld door elkaar toe te zingen in een beurtzang, zoals dat in de Bijbel (met name de psalmen) vaak gebeurde.

Toon eerbied, ontzag en respect voor God

Het tonen van eerbied en ontzag voor God en het erkennen wie Hij is, is eigenlijk waar het ten diepste om gaat in aanbidding. Heb ontzag voor God. Bijbels bezien is dit een lichamelijke uiting. Of dat nu nog van toepassing is, laat ik in het midden. Wellicht kan dit tonen van eerbied en ontzag ook vormgegeven worden in een moment van stilte of in het uitspreken of belijden wie God is. Hierdoor kunnen verschillende gemeenten zich ook meer bewust worden van Gods grootheid en de houding die zij ten opzichte van Hem dienen in te nemen.

Richtlijnen voor de christelijke samenkomst

Wat moeten we dan met onze aanbidding in de samenkomst? Mogen we dat woord niet meer gebruiken? Ik zal niet zeggen dat we het woord aanbidding van tafel moeten vegen. Het woord wordt al jarenlang gebruikt en dat zal waarschijnlijk zo blijven. Wel zou ik willen dat men in de christelijke gemeenten van nu, stilstaat bij wat aanbidding precies is. We hebben het maar al te snel over aanbidding, maar dat het gaat om Gods eer, vergeten we wel eens. En daarmee staan we vaak te weinig stil bij Gods grootheid en heiligheid en tonen we misschien ook te weinig eerbied en respect. Bovenstaande aanbevelingen zijn ook door te trekken naar de christelijke samenkomst:

 Wees je bewust van Gods wezen en van Zijn daden;  Spreek ook uit wie God is, hoe heilig en machtig Hij is;  Heb eerbied en ontzag voor Hem;

 Bezing Gods wezen in de lofprijzing;

 Bezing ook Zijn daden: Gods heilsdaden in Christus, maar ook Zijn beloften voor de toekomst;  Zing liederen van alle eeuwen, tijden en plaatsen.

Het gaat in het aanbidden van God dus ten diepste om het erkennen en belijden van Hem als Schepper van het heelal, als de Almachtige die was, die is en die komen zal. Het gaat om het hebben van ontzag voor Hem, maar vooral om het tonen van ontzag, eerbied en nederigheid. Net als in het Oude Testament, waar de gehele schepping wordt opgeroepen om God te aanbidden en God alleen,

In document Opdat elke knie zich zal buigen… (pagina 41-78)