• No results found

Hoofdstuk 4: De vooruitgang zelf zijn De Handelingen van 1945 tot 1985

4.4 Politieke duiding

Net als bij de Handelingen was er na de Tweede Wereldoorlog geen grote verandering te bespeuren in het parlement. De grote aardverschuiving die de doorbraakgedachte voor ogen had bleef uit en de verhoudingen van vóór de oorlog werden in grote lijnen weer hersteld. Het debat over vernieuwing van de politiek viel stil en de focus werd gelegd op gezamenlijke wederopbouw van het land.105

Toch vonden er wel belangrijke veranderingen plaats in de politiek. De Rooy verwoord het als volgt:

‘Democratie was niet langer beperkt tot politieke gelijkheid, maar werd uitgebreid en omvatte nu ook een grotere sociale gelijkheid als integraal een onderdeel.’106

De levensstandaard van veel Nederlanders verbeterde aanzienlijk waardoor de politiek ook een deel van haar strijd tussen ideologieën verloor. De verzuiling was in de samenleving minder overheersend dan in de politieke cultuur zelf en vanaf de jaren ’60 vond er buiten het

103 Brief Van der Velde aan de Gemengde Commissie, vergadering gehouden op 13 mei 1958, inv nummer 2 en

B.J Bonenkamp, Zwijgend Medewerker en Aandachtig Luisteraar (Den Haag, 1999) 299-300. 104B.J Bonenkamp, Zwijgend Medewerker en Aandachtig Luisteraar (Den Haag, 1999) 372-3. 105Piet de Rooy, Republiek Van Rivaliteiten (Amsterdam, 2002) 209.

43 politieke stelsel een culturele aardverschuiving plaats die vraagtekens stelde bij de gevestigde orde en de verzuilde samenleving. Zelfstandigheid, zelfontplooiing en kritisch denken stond steeds meer centraal. De samenleving was niet meer een som van verschillende groepen, maar een land van individuen. De politieke partij en de ideologie waren twee elementen in de politieke cultuur die hierdoor steeds minder belangrijk werden. De politieke partijen verloren veel leden en keerden volgens de Rooy weer terug naar het verleden. ‘Het werden weer vooral kiesverenigingen.’107

Deze opschudding zorgde ook voor een verandering in de openbaarheid. De inhoud en de vorm van de Handelingen werd ter discussie gesteld. Volledige, onafhankelijke en

ongecensureerde openbaarheid werd van het parlement geëist. De vele bundels van

Handelingen die hard copy werden uitgegeven waren overbodig geworden door de televisie en de radio. Daar kon men immers bijna alle debatten volgen en zo werd de openbaarheid beter gegarandeerd dan dikke bundels papier. De Stenografische Dienst bleef meegaan met haar tijd door als eerste parlement in de wereld te automatiseren. De Stenografische Dienst bleef hierdoor naast de radio en televisie bestaan als een belangrijk instituut om de

openbaarheid van het parlement te waarborgen. Wat we wel zien is dat er voor het eerst door de pers vraagtekens werden gesteld bij de inhoud van de Handelingen. De Handelingen werden hierdoor niet altijd gezien als een onafhankelijk en objectief product. Hoewel we al hebben geconstateerd dat de Handelingen zeker geen letterlijke weergave was van de debatten en dit ook niet geëist werd door de pers of het publiek, werden er vraagtekens gesteld bij de juistheid van de inhoudelijke weergave en de bewoording en bedoeling van de woorden in de Handelingen.

44

Conclusie

Eén van de indrukwekkendste plekken in de Tweede Kamer bevindt zich in het oude ministerie van Justitie. De oude bibliotheek is de Handelingenkamer geworden met

roodgroene aankleding en een prachtig glas in lood dat het licht binnenlaat in de negen meter hoge bibliotheek. Hier is ruimte voor 30.000 boeken en zijn alle Handelingen van de Tweede Kamer te vinden. Eén plank is leeggelaten om de Tweede Wereldoorlog en de afwezigheid van het parlement en de democratie te symboliseren. De Handelingen lijken door deze imposante ruimte nog omvangrijker dan ze al is en het is lastig voor te stellen dat in alle boeken datgeen staat dat er al die eeuwen en decennia zich heeft afgespeeld in de Tweede Kamer. Vaak wordt er door onderzoekers en journalisten naar het geheel gekeken of naar de inhoud van deze boeken, maar nog zelden naar de details, hoe deze boeken door de tijd heen subtiel en soms minder subtiel veranderd zijn.

Dit stuk heeft een poging gedaan deze details en veranderingen te laten zien. De manier waarop deze Handelingen tot stand zijn gekomen, hoe deze door de tijd heen zijn veranderd én of de politieke cultuur en de manier van denken over openbaarheid hierop invloed hebben gehad stond centraal in dit stuk. De resultaten laten zien dat een studie óver deze belangrijke bron net zo belangrijk is als de bron veelvuldig te gebruiken in studies die er niet over gaan. Alleen al het feit dat het Nederlandse parlement in vergelijking met andere landen rijkelijk laat was met het instellen van een instituut of orgaan dat verslag deed van de Tweede Kamer en ongeveer 150 jaar later het eerste parlement was dat ging automatiseren. Dat alleen laat al een enorme ontwikkeling zien van het voorbeeld volgen tot toonaangevend zijn in de parlementaire verslaglegging. Van het wensen van vooruitgang in de angst om achter te lopen op anderen tot de vooruitgang zelf zijn en als eerste een modernisering slag maken.

Het onderzoek toont dat de Handelingen vaak gezien werd als een product van vooruitgang die aansluiting moest vinden bij haar tijd om relevant te blijven. De invoering van de Handelingen past bijvoorbeeld goed in de ontwikkeling van het nationale

parlementaire bestuur rond 1848 in Nederland. Openbaarheid en afstand gingen toen hand in hand. Parlementariërs moesten afstand behouden om de goede rationele beslissingen te nemen, maar deze beslissingen en debatten moesten openbaar zijn zodat de natie goed kon zien wat er gebeurde. Vertegenwoordigers hoorden zonder last of ruggenspraak te handelen, maar gecontroleerd te worden door de openbaarheid. De invoering van de Handelingen paste goed in het idee dat men had over openbaarheid en ook bij de heersende politieke cultuur. De

45 eerste jaren was het uitgeven van deze Handelingen een zoektocht en de aanlevertijd was traag. Dit paste niet bij een land dat steeds sneller moderniseerde. De mobiliteit door trams en treinen nam toe, informatievoorziening verbeterde en versnelde en de massamedia werd geboren. Daar hoorde Handelingen bij die aansluiting vonden bij deze nieuwe tijd en veranderde naar de maatstaven van het moderne Nederland. De Handelingen moesten zichtbaarder zijn en sneller verschijnen om de vooruitgang bij te houden. Sommige Kamerleden konden niet wennen aan deze veranderingen in de Kamer en waren wellicht angstig voor deze vooruitgang.

Waar het parlement een ‘centrale plaats van nationaal overleg’ was en bleef,

veranderde het parlement ook naar een ‘tribune waar het volk werd toegesproken’ en hierdoor moest de achterban snel weten wat er zich afspeelde in het parlement. Hoewel de nieuwe politieke partijen hun eigen communicatiekanalen hadden werd er niet getornd aan het bestaansrecht van de Handelingen. Integendeel, het verhandelde in beide kamers is in 1878 een op zichzelf staand werk geworden dat losstond van de Staats-Courant. De veranderende politiek culturele context hechtte nog steeds waarde aan de Handelingen en de openbaarheid hiervan, maar het begrip van openbaarheid op afstand was wel veranderd in openbaarheid voor de het hele volk en voornamelijk de eigen achterban. Hierdoor werd de verhouding van de Handelingen tot het parlement anders. De Handelingen moest veranderen naar de nieuw ontstane politiek culturele context. Men wilde niet achterlopen op andere landen, maar de vooruitgang en modernisering moest ook terug te zien zijn in de Handelingen. Doordat de Handelingen zich steeds doorontwikkelde kon deze bron relevant blijven en aansluiting vinden bij haar tijd en de nieuwe politieke cultuur.

De jaren 1900 tot 1940 kenmerkt zich vooral door verzuiling en steeds scherper wordende tegenstellingen in het parlement. Waar eerst de notabele heren zonder last of

ruggespraak spraken voor een select gezelschap, werden de parlementariërs steeds diverser en spraken ze namens een partij als volksvertegenwoordiger. Politieke partijen hadden definitief een centrale rol in de politiek. De Tweede Kamer was een publiek instituut die een

voorbeeldfunctie had en het taalgebruik moest hierdoor beschaafd en correct zijn. De tegenstellingen waren goed zichtbaar en voelbaar in het parlement, en werden wel degelijk weergeven in de Handelingen. Maar de openbaarheid moest indien nodig een beetje vervormd en gefilterd worden van onfatsoenlijke passages en woorden. De schrapbepaling werd

hierdoor in 1934 ingevoerd en ook het vaakst gebruikt voor de Tweede Wereldoorlog.

Bijzonder was dat de rol van de media toenam waardoor de Tweede Kamer zichtbaarder werd dan ooit. De debatten van de Kamer waren vanaf de jaren dertig rechtstreeks op de radio

46 uitgezonden en hierdoor ongecensureerd te volgen, maar de kranten namen de geschrapte woorden niet op in de krant en een open discussie over de legitimiteit van de schrappingen kwam ook niet voor. Pas in de jaren ’60 werd er openlijk getwijfeld aan de juistheid van de Handelingen. De inhoud van de Handelingen stond voor het eerst open voor debat. Dit laat vooral zien dat de pers na 1945 sterk veranderd was. Het gentlemen’s agreement, de afstand en de voorzichtigheid die er voorheen was verdween. De pers werd. De kiezer werd dit ook. Deze opschudding zorgde ook voor een verandering in de openbaarheid. Volledige,

onafhankelijke en ongecensureerde openbaarheid werd van het parlement geëist. De televisie en de radio zorgde ervoor dat een steeds grotere groep mensen wist wat er zich precies afspeelde in de Tweede Kamer.

Dit onderzoek probeert te laten zien dat de Handelingen niet alleen een inhoudelijke weergave van debatten in de Tweede Kamer zijn, maar ook een product dat veranderd is door de jaren heen. De Handelingen probeerde mee te gaan met de tijdsgeest om een relevant en modern product te blijven. Vaak door subtiele veranderingen of door drastische zoals de schrapbepaling en de verandering van de layout in 1974. Ook werd er vaak gekeken naar Handelingen en werkwijzen van andere landen in de angst om achter te lopen. Er werd steeds hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van de verslagen en de verschijningstijd werd steeds sneller. Een logische ontwikkeling aangezien het verwerven van informatie steeds sneller en gemakkelijker werd en via de media de Tweede Kamer steeds meer live gevolgd kon worden. Onderzoekers die beweren dat deze veranderingen een gemis zijn en afdoen aan de kwaliteit van de verslagen of datgeen dat er zich afspeelde in het parlement moet ik tegenspreken. Ik ben van mening dat een bron als dit met zijn tijd mee moet bewegen en moet veranderen om al eeuwenlang als legitiem en nuttig te worden beschouwd en te blijven. Daarom wordt er door media en politici alleen bij de inhoud van de Handelingen vraagtekens gezet, maar nooit bij het instituut zelf. De politieke cultuur en het idee van openbaarheid is ook door de eeuwen heen veranderd en zo ook de bron die de politieke cultuur en de debatten moet weergeven, en hiermee een belangrijke bron is voor de openbaarheid van de politiek.

Graag had ik nog veel meer details en veranderingen aan het licht gebracht en ook geschreven over de Handelingen tot de dag van vandaag. Daar zijn de Handelingen te groots en omvangrijk voor een stuk dat een maximum aan woorden kent. De actualiteit rondom het corona-virus wierp ook een enorme drempel op. Archieven waren gesloten, een unieke

situatie die zich naar mijn weten nog bijna nooit heeft voorgedaan. Ook interviews met (oud-) medewerkers konden niet worden afgenomen, maar hadden een mooie aanvulling geweest op dit onderzoek.

47 Ook zonder deze samenloop van omstandigheden zijn er vast veel details die ik gemist heb. Anderen zullen ook een hele andere nadruk willen leggen of andere aspecten willen onderzoeken en belichten. Ik nodig eenieder uit dit onderzoek aan te scherpen en uit te breiden. In een tijd waarin niet alleen de inhoud maar ook de vorm steeds belangrijker wordt in de politiek is dit een mooie nieuwe invalshoek voor nieuwe onderzoeken. Ik ben ook benieuwd hoe de Handelingen de komende decennia zullen veranderen, maar mijn inschatting is dat ze net als altijd met haar tijd mee zal bewegen om net als nu nog steeds relevant te blijven voor de toekomst.

48

Bibliografie

Aerts, Remieg, Carla van Baalen, Joris Oddens, Diederik Smit, Henk te Velde ed., In dit

Huis. Tweehonderd jaar Tweede Kamer (Amsterdam 2015).

Aerts, Broekhuizen, Aerts, R.A.M., and Broekhuizen, Bas. Land Van Kleine Gebaren (Nijmegen, 2002).

Bonenkamp, B.J., Zwijgend Medewerker en Aandachtig Luisteraar : 150 Jaar Stenografische

Dienst Der Staten-Generaal. (Den Haag, 1999).

Bootsma, P. en C. Hoetink., Over Lijken : Ontoelaatbaar Taalgebruik in De Tweede Kamer. (Boom, 2006).

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 17 juli 1849.

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 16 juli 1849.

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 13 aug 1849.

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 12 september 1849.

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 27 april 1849, bijlage XII.

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 22 december 1851 (eerste kamer).

Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourant: Verslagen van de Handelingen der Staten Generaal, 26 november 1868.

Bijlagen Tweede Kamer, 1923-1924, voorstel tot opheffing van het Kort Verslag van de

vergaderingen der Kamer, 31 januari 1924 en 21 februari 1924.

Bijlagen Tweede Kamer, 1933-1934, Kamerstuk 231, nr. 1-8, Voorstel van den Aalberse c.s.

tot wijziging van het Reglement van Orde der Kamer. Cramer, N., Wandelingen door de Handelingen (Den Haag, 1975).

Drees, Willem, et al. Drees : Neerslag Van Een Werkzaam Leven : Een Keuze Uit

Geschriften, Redevoeringen, Interviews En Brieven Uit De Jaren 1902-1972 Van Dr. W. Drees. (Assen,1972).

Gaemers, J.H., De Rode Wethouder : De Jaren 1886-1940 (2006).

49

in de negentiende eeuw (Amsterdam, 2003).

Handelingen Tweede Kamer der Staten-Generaal, zittingsjaar 1815-1816, 1849-1850, 1859 1860, 1869-1870, 1879-1880, 1881-1882, 1886-1887, 1889-1890, 1899-1900, 1907- 1908, 1909-1910, 1919-1920, 1929-1930, 1933-1934, 1939-1940, 1945-1946, 1955- 1956, 1965-1966, 1973-1974, 1974-1974, 1975-1976 en 1985-1986.

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28, inventarisnummer 7808, Verslagen Gemengde Commisie, Verslag van 11 september

1852.

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28, inventarisnummer 7808, Verslagen Gemengde Commissie, Verslag van 23 juli 1851. Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28,

inventarisnummer 7850, Ingekomen brieven Gemengde Commissie, 13 juni en 19

december 1862.

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28, inventarisnummer 7984. Verslag van Boudewijnse aan de gemengde commissie, 15

februari 1905. functioneren van de dienst.

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.22, inventarisnummer 3411, Nota tot toelichting, Raming der voor de Tweede Kamer

benodigde uitgaven in 1858.

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.22, inventarisnummer 3254. Stukken van de Commissie voor het kort verslag, 1907-1924. Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28,

inventarisnummer 7864, Afschrift van een brief van prof.mr. C.P.M. Romme aan dr.

L.G. Kortenhorst, 14 juni 1950.

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28, inventarisnummer. 7864, Brief van Bastiaan, 4 april 1950

Nationaal Archief, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, nummer toegang 2.02.28, inventarisnummer 7808, Notulen gemengde commissie, vergadering gehouden op 1

juni 1949.

Rooy, Piet de, Ons Stipje Op De Waereldkaart : De Politieke Cultuur Van Nederland in De

Negentiende En Twintigste Eeuw. (Amsterdam, 2014).

Rooy, Piet de, Republiek Van Rivaliteiten (Amsterdam, 2002). Schama, Simon, A History of Britain (Londen, 2001), vol 2.

50

Reglement voor de openbaarmaking van het verhandelde in de beide Kamers der Staten-Generaal.

Staten-Generaal digitaal, kamerstuknummer V, nr. 1, vergaderjaar 1850-1851.

Thorbecke, Hooykaas, Boogman, Hooykaas en Boogman, De briefwisseling van J. R.

Thorbecke (Den Haag, 1975).

Vice, John en Stephen Farrell, The History of Hansard, (Londen, 2017).

Wijfjes, Huub, ‘Koningin der aarde in het parlement. Twee eeuwen journalistiek rond de Tweede Kamer’ in: Remieg Aerts (et al) In dit Huis. Tweehonderd jaar Tweede

Kamer (Amsterdam 2015).

Wijfjes, Huub en F. Harbers, De krant : Een cultuurgeschiedenis (2019). Wijfjes, Huub en F. Harbers, De radio: Een cultuurgeschiedenis (2019).

51

Tabel 1: Aantal stenografen in dienst van de Kamer

1850 10 stenografen, 2 redacteurs 1923 13 stenografen 1930 12 stenografen 1932 11 stenografen 1938 12 stenografen 1955 18 stenografen 1970 30 stenografen Rond 2000 55 stenografen

Bron: Remieg Aerts, Carla van Baalen, Joris Oddens, Diederik Smit, Henk te Velde ed., In dit Huis.

Tweehonderd jaar Tweede Kamer (Amsterdam 2015) 194, 214 en B.J Bonenkamp, Zwijgend Medewerker en Aandachtig Luisteraar (Den Haag, 1999) 197, 205, 213, 257.

Tabel 2: Omvang Handelingen

Jaar Omvang Handelingen Zittingen

1815-1816 306 bladzijden 106 zittingen 1849-1850 1086 bladzijden 104 documenten/vergaderdata 1859-1860 930 bladzijden 70 zittingen 1869-1870 1914 bladzijden 126 zittingen 1879-1880 1288 bladzijden 90 zittingen 1889-1890 1685 bladzijden 82 zittingen 1899-1900 1866 bladzijden 90 zittingen 1909-1910 2167 bladzijden 82 zittingen 1919-1920 3046 bladzijden 106 zittingen 1929-1930 2366 bladzijden 83 zittingen 1939-1940 1555 bladzijden 60 zittingen 1945-1946 793 bladzijden 37 zittingen 1955-1956 4069 bladzijden 86 zittingen 1965-1966 2407 bladzijden 62 zittingen 1975-1976 5616 bladzijden 108 zittingen 1985-1986 5939 bladzijden 94 zittingen

52

Tabel 3: Tijdlijn belangrijke gebeurtenissen Handelingen

1815 Vergaderingen zijn openbaar

Tot 17 oktober 1847 Officiele notulen en een verslag in de Staats-Courant (gemaakt door een redacteur)

• Verslag eiste goedkeuring van de minister van Biza dus late verschijning en enige mate van censuur.

Vanaf oktober 1847 Bijblad tot de nederlandse staats-courant maakte volledige verslagen van het parlement

• Verslagen op basis van tachygrafie (afkorten van woorden en zinnen)

24 september 1849 Bij wet bepaald dat er handelingen moesten komen

1849 Van tachygrafie naar stenografie

1854 Stenografische inrichting definitief geregeld Tot 1878 Benaming parlementaire verslagen: bijblad.

1878 Parlementaire verslagen krijgen hun eigen naam: Handelingen der Staten Generaal

Tot 1900 Kamer organiseerde zelf de opleiding stenografie

1906 Invoering spreekgestoelte

• zorgde voor betere verstaanbaarheid van de sprekers en betere verslagen

1908-1924 Beknopt verslag beschikbaar die wordt gemaakt door analysateurs 1912 Invoering schrijfmachines bij de Stenografische Inrichting

Tot 1918 Kamerleden hoefden niet vanaf spreekgestoelte te spreken, dus soms lastig te volgen voor stenografen

1934 Schrapbepaling ingevoerd

1958 Eerste vrouwelijke stenograaf in dienst: Maria van Eck Vanaf 1959 Alle vergaderingen worden vastgelegd op band

Tot 1961 Stenografische inrichting (benaming voor de stenografische dienst) 1985 Een van de eerste stenografische diensten die begon met automatiseren