1. INLEIDING
1.2. Plangebied
Het plangebied bestaat uit verschillende individuele locaties in het buitengebied van de gemeente Asten. Het betreft de volgende locaties:
- Gezandebaan 46a – Veluwsedijk ong. te Heusden.
- Bergdijk 38 te Asten.
1.3. Aanpak
Voor de nieuwe ontwikkelingen hebben de initiatiefnemers een ruimtelijke onderbouwing moeten opstellen, inclusief de bijbehorende haalbaarheidsonderzoeken. De ruimtelijke onderbouwingen en de haalbaarheidsonderzoeken zijn als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In voorliggende toelichting van het bestemmingsplan is een beknopte samenvatting van de beoogde ontwikkeling
opgenomen.
In voorliggende toelichting van het bestemmingsplan is een beknopte samenvatting van de beoogde ontwikkeling opgenomen. Het
Asten veegplan 2015-2 NL.IMRO.0743.BP02015004-VO01 concept 4
1.4. Geldend bestemmingsplan
Voorliggend bestemmingsplan bestaat uit een groot aantal verspreid liggende plangebieden. Hierop zijn verschillende
bestemmingsplannen van toepassing. Het betreffen de volgende vigerende plannen:
- Bestemmingsplan Buitengebied 2008, vastgesteld op 7 juli 2009, in werking getreden op 9 oktober 2009 en onherroepelijk op 7 juli 2011;
- Bestemmingsplan Project Gezandebaan vastgesteld op 26 maart 2009 en onherroepelijk in werking getreden op 17 juni 2010;
- Bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008, tweede herziening”, vastgesteld op 1 februari 2011 en onherroepelijk in werking getreden op 7 mei 2011.
- Bestemmingsplan ‘Asten Archeologie 2012’, In werking en onherroepelijk op 31 augustus 2013.
1.5. Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beknopte samenvatting van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen waaraan de gemeente medewerking wil verlenen. Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op de juridische aspecten van het veegplan en licht (onderdelen uit) de planregels toe. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
2. NIEUWE RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN
2.1. Inleiding
In het buitengebied van de gemeente Asten zijn plannen voor een tweetal nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn afzonderlijk getoetst aan de relevante wet- en regelgeving. Voor de afzonderlijke ontwikkelingen zijn ruimtelijke onderbouwingen opgesteld die onderdeel uitmaken van dit bestemmingsplan. Deze ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlage bij de toelichting opgenomen. De bijbehorende onderzoeken zijn hierbij ook toegevoegd.
De nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen betreffen:
- Bergdijk 38 te Asten.
- Gezandebaan 46a te Heusden.
2.2. Bergdijk 38, Asten
2.2.1. Planontwikkeling
Op de locatie Bergdijk 38 is sprake van een agrarische bedrijfslocatie ten behoeve van een productiegerichte paardenhouderij. De
bedrijfsactiviteiten bestaan uit het fokken, trainen en africhten van paarden voor de paardensport, meer specifiek reining (western). In verband met de bedrijfsvoering is het noodzakelijk om permanent toezicht te kunnen houden op de paarden. Om die reden is een bedrijfswoning noodzakelijk. De agrarische adviescommissie (AAB) onderschrijft de noodzaak van een bedrijfswoning op basis van de aanwezige bedrijfsvoering. Tevens worden een vijftal inpandige logies gerealiseerd om bedrijfsgerelateerde tijdelijke
overnachtingsmogelijkheden te kunnen aanbieden aan klanten en hun vaste paardenverzorgers (zogenaamde grooms) die hun
paard(en) voor africhting en training bij cliënt hebben ondergebracht.
Het plan voorziet in een landschappelijke inpassing van de bedrijfslocatie aan de wegzijde.
Tegen de realisering van het plan bestaat vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaar, aangezien aan de volgende uitgangspunten c.q. randvoorwaarden wordt voldaan:
het voornemen is niet strijdig met het Rijks- en provinciaal beleid;
het plan past binnen het gemeentelijke beleid;
door de realisering van het plan treden er geen conflicterende
Asten veegplan 2015-2 NL.IMRO.0743.BP02015004-VO01 concept 6
de milieuaspecten bodem, geluid, milieuzonering, luchtkwaliteit en externe veiligheid vormen geen beletsel voor de realisatie van het plan;
het plan heeft geen negatieve invloed op de archeologische waarden, kabels en leidingen, verkeer en parkeren, de waterhuishouding, natuur en landschap en flora en fauna;
omdat het een particulier initiatief is, heeft het plan geen gevolgen voor de gemeentelijke financiën.
Op grond van vorenstaande overwegingen kan worden geconcludeerd dat het voorgenomen plan niet bezwaarlijk is.
2.2.2. Nieuwe regeling
Voor de locatie is de bestemming Agrarisch – Agrarisch bedrijf opgenomen. Dit is conform de voor de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied voorgestelde
bestemmingssystematiek. De inhoudelijke bepalingen zijn gebaseerd op de vigerende regeling uit het “Buitengebied Asten
2008, tweede herziening” in combinatie met het bestemmingsplan
“Buitengebied”.
In het vigerende bestemmingsplan was een aanduiding
‘bedrijfswoning uitgesloten’ opgenomen. Om nu de bedrijfswoning mogelijk te maken, is deze aanduiding verwijderd. Om de logies te regelen is een aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – logies’
hiervoor opgenomen. In de regels is opgenomen dat dit maximaal 5 logieseenheden mogen zijn. Het betreffende agrarisch bedrijf betreft een paardenhouderij, welke als zodanig is aangeduid.
Het plan is alleen ruimtelijk aanvaardbaar indien de landschappelijke maatregelen worden getroffen. Om dit te borgen is een
voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de aanleg en
instandhouding van de landschappelijke maatregelen, gekoppeld aan de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – landschappelijke
maatregelen’. De aanleg van de landschappelijke inpassing is niet praktisch als de bouw nog moet plaatsvinden. Derhalve wordt hieraan een termijn van 2 jaar na onherroepelijk worden van het
bestemmingsplan gekoppeld.
De voorwaardelijke verplichting is zowel voor het bouwen als voor het gebruik van de woning opgenomen.
Uit het vigerende plan zijn de aanduiding ‘paardenhouderij’ en
‘specifieke vorm van groen – landschapselement’ overgenomen.
De dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ is overgenomen uit het paraplubestemmingsplan “Archeologie Asten 2012”, dat voor de gehele gemeente is vastgesteld.
2.3. Gezandebaan 46a, Heusden
2.3.1. Planontwikkeling
Golfbaan Het Woold beslaat ruim 80 hectare met een
golfbaancomplex en bijbehorende faciliteiten. In verband met de huidige activiteiten en de ontwikkeling hiervan is Golfbaan het Woold is behoefte aan uitbreiding. Het onderhavig plan maakt het mogelijk om de golfbaan en de bebouwing aan de Gezandebaan-Veluwsedijk uit te breiden. Hiermee wordt het gebruik van de gronden als driving range en het bestaande gebouw bij Gezandebaan 46 als
stallingsruimte als zodanig bestemd, en worden mogelijkheden geboden om de bebouwing uit te breiden voor
indoortrainingsfaciliteiten en de opslag van materiaal en stallingsruimte voor trolleys, golfkarren e.d. op de locatie
Gezandebaan. Het plan voorziet naast een uitbreiding van het terrein en het bouwvlak in een landschappelijke inrichting en maatregelen ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit.
Tegen de realisering van het plan bestaat vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaar, aangezien aan de volgende uitgangspunten c.q. randvoorwaarden wordt voldaan:
het voornemen is niet strijdig met het rijks- en provinciaal beleid;
het plan past binnen het gemeentelijke beleid;
het plangebied is gelegen op korte afstand van een woning van derden (Gezandebaan 46) en van een vergunde veehouderij (Veluwsedijk 1). De conclusie die volgt uit volgt uit de toetsing aan de milieu- en omgevingsaspecten (hoofdstuk 4) is dat een goed woon- en leefklimaat in de woning van derden en binnen het plangebied kan worden gegarandeerd door in het plan hiervoor een specifieke regeling op te nemen. Door de realisering van het plan treden er geen conflicterende belangen op ten aanzien van bedrijven en woningen in de omgeving;
de milieuaspecten bodem, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid vormen geen beletsel voor de realisatie van het plan;
het plan heeft geen negatieve invloed op de archeologische waarden, kabels en leidingen, verkeer en parkeren, de waterhuishouding, natuur en landschap en flora en fauna;
omdat het een particulier initiatief is, heeft het plan geen gevolgen
Asten veegplan 2015-2 NL.IMRO.0743.BP02015004-VO01 concept 8
Op grond van vorenstaande overwegingen kan worden geconcludeerd dat het voorgenomen plan niet bezwaarlijk is.
2.3.2. Nieuwe regeling
Voor de locatie is de bestemming Sport opgenomen, in combinatie met een aanduiding ´golfbaan´. Dit is conform de huidige systematiek van SVBP2012, die per functie de bestemming bepaalt. De
inhoudelijke bepalingen zijn gebaseerd op de vigerende regeling uit het bestemmingsplan ‘Project Gezandebaan’.
In het vigerende bestemmingsplan waren per gebouw of functie specifieke aanduidingen opgenomen. Dit is nu vertaald naar één aanduiding ‘bouwvlak’, waarbinnen alle gebouwen en overkappingen moeten worden gebouwd.
Binnen een klein deel van het plangebied ligt een geurzone van het naastgelegen bedrijf. Hiervoor is de aanduiding ‘milieuzone – geurzone’ opgenomen, en geregeld dat daar geen geurgevoelige objecten zijn toegestaan. De begripsbepaling van ‘geurgevoelig object’ is overgenomen uit de Wet geurhinder en veehouderij. Dit betekent, kort gezegd, dat het om gebouwen moet gaan, waar mensen permanent verblijven. Een overkapping voor bijvoorbeeld de drivingrange valt niet hieronder.
Daarnaast is er een gebouw dat wordt gebruikt voor opslag op kleine afstand gelegen van een naastgelegen woning. Om te voorkomen dat hierin geluidsbelastende activiteiten plaatsvinden, is door middel van een aanduiding geregeld dat hierin uitsluitend het gebruik als opslag/
en werktuigenberging is toegestaan.
Het plan is alleen ruimtelijk aanvaardbaar indien de landschappelijke maatregelen worden getroffen. Om dit te borgen is een
voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de aanleg en
instandhouding van de landschappelijke maatregelen, gekoppeld aan de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – landschappelijke
maatregelen’. De aanleg van de landschappelijke inpassing is niet praktisch als de bouw nog moet plaatsvinden. Derhalve wordt hieraan een termijn van 2 jaar na onherroepelijk worden van het
bestemmingsplan gekoppeld.
De voorwaardelijke verplichting is zowel voor het bouwen als voor het gebruik van de nieuwe bouwwerken opgenomen.
Uit het vigerende plan is de aanduiding ´bescherming natte natuurparel, vertaald naar de dubbelbestemming ´Waarde – Attentiegebied ehs’.
De dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ is overgenomen uit het paraplubestemmingsplan “Archeologie Asten 2012”, dat voor de gehele gemeente is vastgesteld.
Asten veegplan 2015-2 NL.IMRO.0743.BP02015004-VO01 concept 10
3. JURIDISCHE ASPECTEN
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de manier waarop het bestemmingsplan in algemene zin is opgebouwd.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een zogenaamd ‘veegplan’, waarin een bundeling van initiatieven in een gezamenlijk
bestemmingsplan is opgenomen. Het bestemmingsplan is opgesteld conform IMRO2012 en SVBP2012. Zo nodig zijn de planregels hierop aangepast. Het bestemmingsplan is zelfstandig raadpleegbaar, omdat de volledige regels per locatie zijn opgenomen.
In de toelichting is in Hoofdstuk 2 Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een korte omschrijving opgenomen van de initiatieven. De volledige ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij de toelichting opgenomen en vormt daarmee onderdeel van de toelichting. Aanvullend is in Hoofdstuk 2 beschreven wat de juridische vertaling in dit
bestemmingsplan inhoudt.
Onderstaand wordt ingegaan op de algemene systematiek van een bestemmingsplan.
3.1. Algemeen
Op de verbeelding is met behulp van de methode uit SVBP 2012 de bestemming van de gronden aangegeven. De bijbehorende
bepalingen zijn vervolgens opgenomen in de planregels. De
verbeelding brengt de planregels in beeld. De planregels bestaan uit de volgende vier hoofdstukken:
1. Inleidende regels
Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft het artikel 'begripsbepalingen' waarin is toegelicht wat onder bepaalde
begrippen wordt verstaan. Het tweede artikel is 'Wijze van meten', waarin is aangegeven hoe de benoemde maatvoering moet worden gemeten.
2. Bestemmingsregels
Dit hoofdstuk betreft een nadere verklaring van de bestemmingen die op de verbeelding zijn aangegeven.
3. Algemene regels
In dit hoofdstuk zijn regelingen opgenomen die zijn bedoeld voor meer dan één bestemming.
4. Overgangs- en slotregels
Binnen de overgangsbepalingen is geregeld dat bouwwerken en plannen die (legaal) bestaan op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt, maar die in strijd zijn met het bestemmingsplan, mogen worden herbouwd mits er geen veranderingen plaatsvinden in aard en omvang. In de slotregel is de officiële naam van het
bestemmingplan genoemd. Deze naam moet worden gebruikt om te verwijzen naar het plan.
3.2. Opbouw regels
3.2.1. Bestemmingsomschrijving
Per bestemming zijn onder de bestemmingsomschrijving de functies opgenomen waarvoor de betreffende gronden mogen worden gebruikt. Alle daarna volgende bepalingen (in die bestemming) zijn gerelateerd aan deze doeleinden. Gebruik van de gronden, inclusief de bouwwerken die zich daarop bevinden, dat in strijd is met de doeleinden (volgens die bestemming), is verboden. Een uitzondering hierop vormt slechts het gebruik dat is toegestaan volgens de 'overgangsbepalingen'.
3.2.2. Gebruik
Voor een aantal bestemmingen is, onder een apart element,
nadrukkelijk vermeld welk gebruik niet is toegestaan. Hiermee is een nadere afweging gemaakt tussen doeleinden die met elkaar strijdig kunnen zijn en met de belangen van de omgeving.
3.2.3. Bouwregels
Voor alle bestemmingen is vermeld welke bebouwing is toegestaan, gerelateerd aan de doeleinden. Voor de toegestane bebouwing zijn regels opgesteld met betrekking tot de toegestane omvang en situering.
3.2.4. Afwijken van de bouwregels en de gebruiksregels
Er zijn enkele mogelijkheden opgenomen om af te wijken. Met behulp van deze afwijkingsmogelijkheden kan het bevoegd gezag, veelal burgemeester en wethouders, met een omgevingsvergunning afwijken van in het plan gestelde regels. Hiermee wordt het plan flexibel gehouden. De mogelijkheden zijn opgenomen voor
ontwikkelingen die wel te verwachten zijn of mogelijk moeten zijn, met een nadere afweging.
Asten veegplan 2015-2 NL.IMRO.0743.BP02015004-VO01 concept 12
3.2.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Bij een enkele bestemming is een stelsel voor
'omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' (voorheen:
aanlegvergunningen) opgenomen. Dit is gedaan om te voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de realisatie van de
bestemming. Ook is dit opgenomen voor de handhaving van een gerealiseerde bestemming.
In het vergunningenstelsel is aangegeven voor welke werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning verplicht is. Daarbij is aangegeven onder welke voorwaarden de bewuste
omgevingsvergunningen kunnen worden verleend. Het uitvoeren van de genoemde werken en werkzaamheden zonder
omgevingsvergunning is verboden.
3.3. Bestemmingen
De opgenomen bestemmingen zijn toegelicht bij de betreffende planontwikkeling in Hoofdstuk 2 Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
4. ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE AANVAARDBAARHEID
4.1. Economische uitvoerbaarheid
Het voorliggende bestemmingsplan ‘Asten veegplan 2015-2' is een zogenaamd ‘veegplan’. Er zijn voor de gemeente geen
uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.
De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn
opgenomen, betreffen particuliere initiatieven op eigen gronden. Voor deze ontwikkelingen hoeft de gemeente Asten geen maatregelen uit te voeren. Ook hoeft de gemeente geen aan- of verkopen te doen. In overeenstemming met artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening heeft de gemeente de kosten verhaald op de initiatiefnemers via een
(anterieure) overeenkomst. Als er geen sprake is van een bouwplan (artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening) dan zijn de kosten op grond van de legesverordening op de initiatiefnemers verhaald. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is nader ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dat specifieke plan. De
economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende gewaarborgd.
4.2. Maatschappelijke aanvaardbaarheid
4.2.1. Vooroverleg
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moeten plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van
belangen welke in het plan in het geding zijn.
Hiertoe zal het ontwerp bestemmingsplan aan de betreffende instanties worden toegezonden.
B IJLAGEN
Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Bergdijk 38
Projectnr. 122-026 / april 2015
onderzoeken Bergdijk 38 te Asten
INHOUD BLZ
1. INLEIDING ... 3 1.1. Aanleiding en doelstelling ... 3 1.2. Plangebied ... 3 1.3. Geldend bestemmingsplan ... 4 1.4. Leeswijzer ... 5
2. PLANGEBIED EN PLANONTWIKKELING ... 7 2.1. Ruimtelijke en functionele structuur ... 7 2.2. Beschrijving planontwikkeling ... 8 2.3. Landschappelijke inrichting ... 8 2.4. Afwijkingen van geldende bestemmingsplannen ... 9
3. BELEIDSKADER ... 11 3.1. Rijksbeleid ... 11 3.1.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte ... 11 3.1.2. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening ... 11 3.1.3. Besluit ruimtelijke ordening; ladder voor duurzame
verstedelijking ... 12 3.2. Provinciaal beleid ... 12 3.2.1. Structuurvisie RO ... 12 3.2.2. Verordening Ruimte ... 14 3.3. Gemeentelijk beleid ... 16 3.3.1. Structuurvisie De Advance ... 16 3.3.2. Vigerend bestemmingsplan ... 17
4. MILIEU- & OMGEVINGSASPECTEN ... 19 4.1. Milieu ... 19 4.1.1. Bedrijven en milieuzonering ... 19 4.1.2. Bodem ... 19 4.1.3. Geluid ... 20 4.1.4. Geur ... 21 4.1.5. Luchtkwaliteit ... 22 4.1.6. Externe veiligheid ... 22 4.2. Archeologie en cultuurhistorie ... 24 4.2.1. Archeologie ... 24 4.2.2. Cultuurhistorie ... 26
Ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken Bergdijk 38 te Asten 2
4.5.1. Beschermde gebieden ... 27 4.5.2. Soortenbescherming ... 27 4.6. Waterhuishouding ... 28 4.6.1. Beleidskader ... 28 4.6.2. Watertoets ... 30
5. ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE
AANVAARDBAARHEID ... 33 5.1. Economische uitvoerbaarheid ... 33 5.2. Maatschappelijke aanvaardbaarheid ... 33
6. BEOORDELING EN CONCLUSIES ... 35 6.1. Beleidsafweging ... 35 6.2. Juridische vertaling ... 35
BIJLAGEN 1. AAB advies
2. Landschappelijk erfinrichtingsplan 3. Bodemkundig onderzoek
4. Akoestisch onderzoek 5. Digitale watertoets
1. INLEIDING
1.1. Aanleiding en doelstelling
De voorliggende ruimtelijke onderbouwing is opgesteld om op de locatie Bergdijk 38 te Asten een eerste agrarische bedrijfswoning en 5 logies te kunnen realiseren.
Op de locatie Bergdijk 38 is sprake van een agrarische bedrijfslocatie ten behoeve van een productiegerichte paardenhouderij. De
bedrijfsactiviteiten bestaan uit het fokken, trainen en africhten van paarden voor de paardensport, meer specifiek reinig (western). In verband met de bedrijfsvoering is het noodzakelijk om permanent toezicht te kunnen houden op de paarden. Om die reden is een bedrijfswoning noodzakelijk. De agrarische adviescommissie (AAB) onderschrijft de noodzaak van een bedrijfswoning op basis van de aanwezige bedrijfsvoering.
Tevens worden een vijftal inpandige logies gerealiseerd om
bedrijfsgerelateerde tijdelijke overnachtingsmogelijkheden te kunnen aanbieden aan klanten en hun vaste paardenverzorgers
(zogenaamde grooms) die hun paard(en) voor africhting en training bij cliënt hebben ondergebracht.
De gemeente Asten ziet aanknopingspunten in het ruimtelijk beleid voor het realiseren van een eerste agrarische bedrijfswoning en logies en heeft na positief advies van de Agrarische Adviescommissie besloten medewerking te verlenen aan het plan. De gemeente wil deze ontwikkeling opnemen in een zogenaamd veegplan, c.q.
herziening van het bestemmingsplan Buitengebied, waarin meerdere ontwikkelingen samen in procedure worden gebracht. Voorliggend document voorziet in de vereiste ruimtelijke onderbouwing die hoort bij deze planologische functiewijziging en als bijlage onderdeel uitmaakt van het veegplan ‘bestemmingsplan herziening Buitengebied’.
1.2. Plangebied
De locatie ligt in het buitengebied van de gemeente Asten nabij de kern Asten. De locatie is gelegen aan de Bergdijk. Het plangebied wordt gevormd door de aanwezige agrarische bedrijfslocatie. De locatie is kadastraal bekend als gemeente Asten, sectie M, nummer 1811
Ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken Bergdijk 38 te Asten 4
Figuur:
luchtfoto plangebied