• No results found

Dit hoofdstuk betreft projectresultaat 2, een plan van aanpak zoals genoemd in hoofdstuk 3.3. Er zullen aanbevelingen worden gegeven hoe de Hervormde Gemeente ’s- Gravendeel vorm kan geven aan (vervolg)contacten met niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de – zondagdiensten. In dit plan van aanpak zal enerzijds een beeld wordt gegeven van wat niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier - de – zondagdiensten hopen te vinden in de Hervormde Gemeente en anderzijds wat onze gemeente deze bezoekers kan bieden.

Iedere deelvraag wordt beantwoord naar aanleiding van conclusies, die getrokken zijn vanuit het praktijk- en literatuuronderzoek. Na elk van de negen onderzoeksvragen volgen aanbevelingen. Empirische gegevens zijn van waarde bij het nadenken over de probleemstelling. Om niet de indruk te wekken dat dit het enige is, begin ik dit hoofdstuk met conclusies uit het literatuuronderzoek over de kerk in verhouding tot het Koninkrijk van God en bijbelse lijnen voor de benadering van toetreders. 5.2 Bijbelse uitgangspunten voor missionair gemeente- zijn.

De kerk in verhouding tot het Koninkrijk van God Conclusies:

In het bijbelse spraakgebruik ligt de nadruk niet op de externe toetreding van iemand tot een kerkelijke organisatie. Dat is natuurlijk wel belangrijk maar waar het om draait is dat iemand wordt opgenomen in Gods handelen in Christus en de Heilige Geest.

Bij het vormgeven aan (vervolg)contacten met niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst, mag het enige accent dus niet liggen op wat voor hen gedaan of nagelaten moet worden en welke activiteiten al dan niet aangeboden moeten worden; het vraag- en

aanbodprincipe.

Het accent dient te liggen op Gods soevereine regering op aarde. Het centrale doel daarvan is dat mensen in die regering worden ingewijd, die werd uitgeroepen in het werk van Jezus Christus in Israël en wordt voortgezet door Zijn genade, via het werk van de Heilige Geest. Dat betekent stevig te worden geworteld in die regering, zodat een nieuw leven kan worden begonnen als mensen die, als volgelingen van Jezus, verzoening, barmhartigheid en vrede verspreiden waar zij komen.

Wat zijn bijbelse lijnen voor de benadering van toetreders? Conclusie:

God riep Zijn oogappel Israël om uiteindelijk Gods heil aan de wereld te brengen. In u zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. (Gen.12:3) Via Israël mogen de heidenen (wij) door het geloof in Jezus Christus deel uitmaken van Gods volk wanneer wij als wilde olijftak worden geënt op de edele olijftak(Romeinen 11:11-24). Eerst hoorden we er niet bij, maar door het geloof in Jezus Christus wel. Niet uit werken maar uit genade zijn wij aangenomen tot Gods kinderen. Dit geloof uit genade alleen mag harten van gemeenteleden zacht maken voor de toetreders die evenveel genade nodig hebben als zij. Daarbij dient de eigen cultuur niet te worden verabsoluteerd of voor Gods werk geschoven te worden. In twee gelijkenissen gaat Jezus zelf in op de vragen die de inlijving van nieuwe mensen in het verbondsvolk oproepen; de vroege en late werkers in de wijngaard (Mat.20:1-16) en de gelijkenis van de verloren zoon(Luc.15:11-32). Beide gelijkenissen laten zien dat het ontvangen van nieuwe mensen samenhangt met de tegenstelling tussen verdienste en genade.

Kerken die toetreders willen ontvangen, zullen ervoor open moeten staan dat de Heilige Geest hun via de nieuwelingen iets wil leren. Zelfkritiek is dan op zijn plaats. In dit proces verandert zowel de toetreder als de kerk.

5.3 Uitslag van de onderzoeksvragen 1-9

Onderzoeksvraag 1:

Hoe kunnen de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier - de – zondagdiensten bereikt worden?

Conclusies praktijkdeel:

1.De niet – of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst kunnen in de eerste plaats mondeling bereikt worden door gemeenteleden. Van de respondenten van het gehouden interview is 70% door gemeenteleden op het spoor van de vier- de- zondag gekomen! Op de tweede plaats kunnen zij bereikt worden via interne bladen vanuit de gemeente zoals de Zondagsbrief en de kerkbode, die hen voorziet van informatie over kerkdiensten en activiteiten. 2.Het contact met gemeenteleden en gebruik van interne informatievoorziening vertelt over de positie van de nnmb van de 4dz dat zij zich niet ‘over de rand’ bevinden, maar eerder ‘op – of binnen de rand’. Zij staan meer in contact met gemeenteleden dan verwacht door de

opdrachtnemer. In het visiedocument van de Hervormde Gemeente wordt in hoofdstuk 2.5 gesproken over mensen waarvoor de gemeente een bijzondere verantwoordelijkheid voelt omdat zij van oudsher verbonden waren met of betrokken waren bij de gemeente, maar van de gemeente en haar Heer vervreemd zijn geraakt of dreigen te raken. De vraag is of de niet- of nauwelijks betrokken bezoekers van de vier- de- zondagdienst de mensen zijn waar in dit visiedocument aan gerefereerd wordt. Deze vraag kan niet vanuit dit onderzoek beantwoord worden omdat in de definitie van de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst het doop/ belijdend lid zijn geen rol speelde en om die reden in het interview daarover geen vragen zijn gesteld. Er zijn echter wel sterke aanwijzingen dat mensen uit de geïnterviewde groep wel van oudsher verbonden waren met of betrokken waren bij de gemeente.

3.Het internet speelt voor informatievoorziening (nog) geen rol van betekenis. Conclusies theoriedeel:

1. De overgrote meerderheid van toetreders komt in contact met de kerk via persoonlijke en langdurige contacten met christenen.

Caroline van Hoek- Moerman Aanbevelingen:

1.Stimulatie van een bezinningsproces waarbij de gemeente zich bewust wordt van haar missionaire roeping en taak. (Nadere uitwerking in onderzoeksvraag 6)

2.Stimulatie van gemeenteleden om ‘reclame te maken’ voor diensten en activiteiten in de gemeente. (Nadere uitwerking in onderzoeksvraag 6)

3.Stimulatie van het gebruik van de nieuwe internetsite van de Hervormde Gemeente ’s- Gravendeel, door het maken van reclame hiervoor vanaf de preekstoel op de vier- de- zondag, de zondagsbrief, de kerkbode en door gemeenteleden, zodat de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondag ook via dit medium bereikt kunnen worden.

4.Er wordt in berichtgevingen rekening gehouden met het feit dat niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst veelvuldig de zondagsbrief en kerkbode lezen. Zij worden aangeduid met ‘gasten’ en er wordt niet over hen geschreven in termen als ‘afgedwaalde schapen’ of ‘niet- of nauwelijks meelevende bezoeker van de vier- de- zondag’.

Onderzoeksvraag 2:

Wie zijn de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier - de – zondagdiensten?

Conclusies praktijkdeel:

De niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst zijn mensen die

voor 91% christelijke wortels hebben en een overwegend positief beeld van de gemeente hebben. Van de respondenten geeft 78% positieve- en 22% negatieve reacties. Kernachtige formulering: Negatief: behoudend, afstandelijk, kliek, streng, teleurgesteld in gemeente.

Positief: gastvrij, hechte gemeenschap, thuisgevoel, toegankelijk, ruimte om te snuffelen. Zij staan grotendeels In contact met gemeenteleden en bezoeken regelmatig de vier- de- zondagdienst. (48% drie- of meer keer)

De conclusies van deze interviewvraag hebben informatie opgeleverd over de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst, die verwerkt is bij de aanbevelingen van onderzoeksvraag 6.

Onderzoeksvraag 3:

Hoe kunnen de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers gesignaleerd- en geïdentificeerd worden?

Conclusies praktijkdeel:

1.De niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst kunnen gesignaleerd en geïdentificeerd worden door het proces van monitoring. Tijdens het onderzoek is deze bruikbare methode ontwikkeld. Deze werkwijze werkt doeltreffend en wordt verder omschreven in het logboek, bijlage 1.

Aanbevelingen:

1.Integratie van deze methode tijdens de vier- de- zondagdiensten omdat ten eerste gemeenteleden, door hun rol als monitor, zich bewust worden van de aanwezigheid van niet- of nauwelijks

meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst. Ten tweede worden de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst door deze methode gezien en (h)erkend. Ten derde neemt het monitoren in de Hervormde Gemeente ‘s- Gravendeel verlegenheid weg met betrekking tot het feit dat niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst zomaar kunnen komen en gaan zonder een keer vriendelijk bejegend te worden.

2.Nadat een niet- of nauwelijks meelevende bezoeker van de vier- de- zondagdienst drie maal door monitoren is gesignaleerd en geïdentificeerd in de vier- de- zondagdienst, kan deze de eerst komende maal benaderd worden door een monitor, die bij voorkeur deze bezoeker al kent. Dit gemeentelid verandert door deze toenadering van monitor in actor. Het doel van deze benadering

is het leggen van contact.

3.Monitoren ontvangen begeleiding en toerusting om op te treden als actor. (Nadere uitwerking in onderzoeksvraag 6)

Onderzoeksvraag 4a:

Wat zoeken de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers en vinden zij dat ook met betrekking tot de gastvrijheid van, - (en contacten met) de gemeente.

Conclusies praktijkdeel:

1 Alle geïnterviewde niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst voelen zich welkom in de vier- de- zondagdienst!

2.Als spontaan antwoord op de open vraag hoe dat komt dat men zich welkom voelt geeft 48% aan dat de laagdrempeligheid van de vier- de zondagdienst aan dat welkomstgevoel bijdraagt. Het contact met gemeenteleden is voor 26% een belangrijke reden en op de derde plaats met 17,5% speelt de ‘herkenning van vroeger’ een rol.

3. Op de vraag wat voor vormen van gastvrijheid bijdragen aan het gevoel welkom te

zijn worden de volgende redenen gekozen: Meerdere antwoorden zijn mogelijk: (n=23) De preek is in begrijpelijke taal 91,3%

Muziek- en liederenkeuze 73,9% Mensen groeten je 73,9% Welkom worden geheten bij binnenkomst 69,6% Persoonlijke uitnodiging voor 4dz 56,5% Welkomstwoord ouderling 30,4% Anders..actuele alledaagse onderwerpen 4,3% Anders..liturgie aanwezig 4,3%

4. Hoewel de dienst als laagdrempeliger wordt ervaren, vindt ruim de helft van de mensen het belangrijk om uitgenodigd te worden door iemand vanuit de relatiesfeer.

5. Nieuwkomers kijken hoe mensen in de gemeente zijn: gastvrijheid is belangrijk. Aanbevelingen:

1.Als gemeente dankbaar zijn voor de gastvrijheid die niet- of- nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst in de Hervormde Gemeente al mogen ervaren.

2.Vanuit dit gegeven als gemeente een volgende stap gaan maken in een stuk bewustwording van gastvrijheid, omdat de Here Jezus zich zowel openbaart in de gastheer als de gast (Mat.25:31-46).

Caroline van Hoek- Moerman 3.Met de gemeente zou kunnen worden nagedacht over een ‘10 gebodenlijst voor gastvrijheid’. Een voorbeeld hiervan is elkaar te groeten omdat ‘groeten ertoe doet’ en degene die naast je zit eens een hand te geven.

4. Stimulatie van gemeenteleden om mensen persoonlijk uit te nodigen voor de vier- de- zondag-dienst en voor het koffiedrinken na afloop. Dat wordt op prijs gesteld.

Onderzoeksvraag 4b:

Wat zoeken de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers en vinden zij dat ook met betrekking tot de vier – de – zondagdienst?

Conclusies praktijkdeel:

1. Voor 83% van de niet- of nauwelijks meelevende bezoeker van de vier- de- zondagdienst voorziet deze dienst in een behoefte, 13% koos deels en voor 4% voorziet de 4dz daar niet in. Het antwoord op de vraag wat de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst zoeken in de vier- de zondagdienst is (46%) troost, steun en rust voor het hart. Dan zoekt 32% geestelijke voeding voor het hoofd en 13% geeft aan te verlangen naar terugkeer in de gemeente. De mensen die aangaven dat in hun behoeften niet was voorzien, hadden gehoopt troost of herkenning/toepassing naar het eigen leven te vinden.

2. De drie belangrijkste zaken die nnmb van de 4dz aanspreken in de 4dz is de zang en muziek (70%); de preek in begrijpelijke taal(52%) en dat deze preek actueel en toepasbaar is(40%). 3. De mogelijkheid te ‘snuffelen’ eindigt weliswaar op de laatste plaats maar is een element dat aandacht verdient omdat enerzijds de Hervormde Gemeente een gemeente wil zijn waar ‘gesnuffeld’ kan worden zonder gelijk gasten goedbedoeld ‘te bespringen’. Anderzijds zijn er ook gasten die niet gelijk benaderd willen worden, hetgeen duidelijk wordt in de beantwoording van vraag 5.

4.Wat niet aanspreekt in de 4dz is door acht mensen beantwoord. Redenen zijn oa. Het niet eens zijn met de inhoud van de preek; te veel zang; het kerkorgel.

5. Redenen voor de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst om de vier- de- zondagdienst te bezoeken zijn voor 26% dat zij het een meer aantrekkelijke dienst vinden; 17% komt voor verbondenheid met de gemeente; 17% ziet de 4dz als een opstap om weer naar de kerk te komen. Nieuwsgierigheid speelt voor 13% een rol: “Vind ik er iets dat ik nu niet heb?” Ook het zoeken van houvast, herkenning en geloofsverdieping speelt voor 13% een rol. 6. Kennelijk spreekt de vier – de- zondag randkerkelijken aan. De vraag is wat de Hervormde Gemeente doet met de spanning die dit oproept ten aanzien van het bezoeken van reguliere kerkdiensten door de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst. Dit vormt een aandachtspunt voor de toekomst.

Conclusies theoriedeel:

1.Toetreders spreken aanvankelijk meer van een besef van geborgenheid bij God; de ervaring van troost en liefde ; verbondenheid met een gemeenschap van christenen. De erkenning van zonde en schuld groeit in de christelijke gemeenschap en onder het Woord.

2. Eén van de belangrijkste ontdekkingen van de missionaire praktijk van de laatste jaren is dat bekering meer een geleidelijk proces is dan een moment van crisis of beslissing. De gemiddelde lengte van een toetredingsproces, vanaf het eerste contact met het christelijk geloof tot aan doop en/ of belijdenis, blijkt voor niet- kerkelijke mensen te liggen tussen de 2 ½ en 5 jaar. Er is tijd nodig voor een goed toetredingsproces

Aanbevelingen:

Deze conclusies zijn uitgangspunten voor de aanbevelingen van onderzoeksvraag 6 en voor de probleemstelling in zijn geheel.

Onderzoeksvraag 5:

In welke mate kan er voor (vervolg)contacten gebruik gemaakt worden van bestaande netwerken, contacten, groepen in de gemeente?

Conclusies praktijkdeel:

Van de niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst:

1) 1.geven allen aan dat ze zich konden voorstellen dat de gemeente iets voor mensen betekenen kan. (Iets wordt verstaan als steun door het geloof en contact met een meelevende gemeenschap) 2) 2.geeft 46% aan geen behoefte te hebben aan een vervolggesprek over kerk of geloof; geeft 41% 3) dat niet nu, maar misschien later wel te willen. Degenen die wel een vervolggesprek wilden zijn

bezocht. 4)

5) 3.geeft 61% aan dat zij een prettige manier om na afloop van een vier- de –zondagdienst benaderd 6) te worden is dat zij door iemand worden uitgenodigd om in Ons Centrum koffie te komen drinken.

Echter op de tweede plaats met 26% geven ondervraagden aan helemaal niet benaderd te willen worden. Op de derde plaats met 21% komt dat belangstelling op prijs wordt gesteld.

4. tasten de meesten de Hervormde Gemeente voorzichtig af. Er is duidelijk belangstelling voor het geloof en de gemeente maar deze (op)nieuwkomers hebben ruimte nodig om te groeien in het geloof en in de gemeenschap.

5. komt het merendeel door persoonlijke contacten met de gemeente in contact. Deze persoonlijke contacten met gemeenteleden vormen de sleutel tot (eventuele) verdere integratie.

Conclusies theoriedeel:

1.De christelijke gemeenschap is onmisbaar voor toetreders omdat het vormen van een hechte groep misschien wel net zo belangrijk is voor de verwelkoming van nieuwe christenen als het onderwijs dat zij ontvangen. Gemeenschap is op zichzelf waardevol; het is een oerchristelijk

gegeven, waarin God zelf kracht heeft gelegd.

2. Omdat bekering meer een geleidelijk proces is dan een moment van crisis of beslissing, is er tijd nodig voor een goed toetredingsproces.

Caroline van Hoek- Moerman

Onderzoeksvraag 6:

Welke nieuwe activiteiten / initiatieven zijn nodig om in te spelen op behoeften van niet- en nauwelijks meelevende bezoekers van de vier - de – zondagdiensten?

Conclusies praktijkdeel:

1 Nu niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondagdienst in de Hervormde Gemeente vier- de- zondagdiensten bezoeken draagt de gemeente ook verantwoordelijkheid voor hen. Mensen dienen de weg gewezen te worden naar activiteiten die passen bij de plaats waar ze op hun geloofsweg staan. Behoeften verschillen duidelijk of blijven onduidelijk. Deze mensen zijn kostbaar in Gods ogen en daarom dienen wij hen ook door Zijn ogen te zien. Vanuit een houding van dienstbaarheid moet worden gezocht naar wegen om hen te begeleiden op deze geloofsweg die, naar wij hopen, zal leiden tot groei als leerling van Jezus Christus.

2.Als we uitgaan van het gegeven dat het tot geloof komen van mensen eerder een proces dan een moment is, dient daar in de benadering van niet- of nauwelijks meelevende bezoekers rekening mee gehouden te worden alsmede in het ontwikkelen van beleid daaromtrent. Conclusies theoriedeel:

1.Vrijwel de enige evangelisatiepraktijk die ‘werkt’ is de praktijk waarbij gemeenteleden worden toegerust, gemotiveerd en gestimuleerd om contacten met niet-kerkelijke mensen te leggen en te benutten en hen, als de tijd daarvoor rijp is, uit te nodigen voor een vervolgactiviteit. Dit wordt bevestigd door ds. René van Loon, die mij vertelde dat wanneer een ongelovige een band heeft met een christen en de ongelovige raakt uit evenwicht, dat hij/ zij door deze christen op het spoor van het geloof kan worden gezet. Relaties hebben met ongelovigen is werkelijk noodzakelijk om hen, als dat moment- of die periode van disbalans daar is, te kunnen wijzen- en betrekken op het evangelie (zout en licht zijn).

2.Onderwijs is belangrijk, want mensen worden doorgaans niet van de ene op de andere dag christen. Zij ervaren dit zelf veel meer als een geleidelijk proces. Een kerk die niet investeert in geduldig onderwijs, zal er moeilijk in slagen nieuwe mensen te integreren. Ook dit werd bevestigd door ds René van Loon toen hij vertelde dat het meest relevante bij nieuwkomers is hen op een cursus te krijgen. Hier kunnen ze zich thuis voelen (belong) en gaandeweg hun vragen stellen en het geloof leren ontdekken.( ds.van Loon)

3. Een missionair team is een effectief middel om vorm te geven aan de missionaire taak van een gemeente. Dit team kan een missionair traject ontwikkelen, wat een hulpmiddel voor gemeenteleden vormt en een mogelijkheid is tot nader kennismaken voor niet- of nauwelijks meelevende bezoekers

van de vier- de- zondag en andere geïnteresseerden met de gemeente. Zo kan aansluiting gevonden worden bij de verschillende fasen waarin mensen zich op geloofsgebied bevinden. Er ontstaat dan een natuurlijke manier van (eventuele) integratie.

4.Een netwerkfocus, waarbij je als gemeente inzet bij het sociale netwerk van gemeenteleden in het missionaire werk, past bij de Hervormde Gemeente in ‘s- Gravendeel omdat

- het gebruik maakt van natuurlijke contacten die er al zijn en die kunnen worden uitgebouwd. - een geografische focus qua prioriteit niet aansluit op de probleemstelling vorm te geven aan

(vervolg) contacten met niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondag.

Aanbevelingen:

1.Om daadwerkelijk vorm te geven aan (vervolg) contacten met niet- of nauwelijks meelevende bezoekers van de vier- de- zondag beslist de kerkenraad tot het oprichten van een missionair team met het doel gestalte te geven aan de missionaire roeping van de Hervormde Gemeente

‘s- Gravendeel. Dit missionair team heeft een tweeledige taak. Enerzijds werkt het missionair team aan het stimuleren van het missionair bewustzijn van de Hervormde Gemeente. Anderzijds kan dit team een traject uitzetten dat activiteiten coördineert en realiseert die aansluiten bij de positie waar mensen in hun geloofsleven staan. (Nadere uitwerking in onderzoeksvraag 7)

2.De Hervormde Gemeente kiest voor een netwerkfocus, waarbij je als gemeente inzet bij het sociale netwerk van gemeenteleden in het missionaire werk. Er wordt dan geïnvesteerd in

GERELATEERDE DOCUMENTEN