• No results found

40 persoon, die niet gericht is op het partijpolitieke spel, kan zich transformeren tot hoeder van de

lokale democratie. Dat gebeurt ook al, alleen al doordat de inwoners dat van de burgemeester verwachten” (Albeda, 2010: 7). Als hoeder van de democratie ziet Albeda drie rollen voor burgemeesters: innovator (zorgen voor experimenten), borger (het totaal bewaken) en

burgervader (optreden als dingen misgaan). De zorg van Albeda is dat het optreden tegen dingen die misgaan en het lopen voor leuke nieuwe dingen beter gaat dan het organiseren van de structurele aandacht voor de algemene kwaliteit van de gewone burgerparticipatie (2010: 26). Of de burgemeester in dat laatste slaagt, is dus geen onderwerp van onderzoek geweest. We

permitteren ons de opmerking dat het een omvangrijke opdracht lijkt.

4.5.3 Wat burgemeesters er zelf over zeggen

Bestuurlijke integriteit

In de gesprekken met de burgemeesters is het bewaken van de bestuurlijke integriteit een veelbesproken onderwerp. Allereerst omdat het een taak is waar ze allemaal mee te maken hebben. De meesten van hen beleven er niet veel plezier aan, maar dat wil niet zeggen dat ze er geen werk van maken. Integendeel, het is voor alle gesprekspartners een erkend onderdeel van hun takenpakket. Diverse ervaren burgemeesters wijzen erop dat dit altijd al de rol van de

burgemeesters was, en dat dit met de wetswijziging niet wezenlijk is veranderd. Wat nu integriteit heet, was vroeger gewoon fatsoen, zegt een burgemeester, en daar sprak je mensen gewoon op aan. Duidelijk is wel dat er recentelijk meer aandacht voor integriteit en integriteitsproblemen is. Afbreukrisico

Uit de gesprekken zijn geen voorbeelden gebleken van het soort ‘terugtrekkende bewegingen’ waar in de literatuur van wordt gerept: burgemeesters die besluiten een mogelijke

integriteitsschending te negeren. Sommigen benoemen wel het grote afbreukrisico in politiek- bestuurlijk opzicht, maar de ondervraagde burgemeesters zeggen dat zij doen wat ze moeten doen. Dat wil niet zeggen dat alle burgemeesters dat doen, en in de gesprekken wordt wel gerefereerd aan verhalen van andere burgemeesters, die eieren voor hun geld kozen. Interessant is dat diverse burgemeesters benoemen dat het aan de kaak stellen van integriteitskwesties hen door anderen binnen de gemeente wordt kwalijk genomen vanwege de reputatieschade voor de gemeente.

De aard van de thematiek betekent dat het in de praktijk vaak gaat om incidenten en de afhandeling daarvan. Burgemeesters worden geconfronteerd met een integriteitskwestie betreffende een raadslid of wethouder, of spreken zelf een raadslid of wethouder aan, over vermeende belangenverstrengeling of niet-integer handelen. In het proces dat dan volgt, kan er veel misgaan. Het is een grote verantwoordelijkheid om in je eentje zo’n situatie te besluiten tot een onderzoek naar een raadslid of wethouder, dat ook te organiseren en begeleiden, en in de tussentijd de oplopende spanningen en de hongerige media te managen. Diverse vroegtijdig vertrokken burgemeesters hebben in de aanloop naar hun vertrek te maken gehad met een dergelijke kwestie in hun omgeving. Een causaal verband tussen die integriteitskwestie en hun vertrek kan niet altijd worden gelegd, en alle verhalen zijn bovendien weer anders, maar een integriteitskwestie is zonder meer een groot potentieel struikelblok. Het feit dat de burgemeester door eerder geschetste ontwikkelingen veel meer een lokale speler is geworden dan vroeger, zit hem daarbij flink in de weg, zo blijkt uit diverse van de verhalen.

Een enkele burgemeester wijst erop dat je wettelijke verantwoordelijkheid niet hoeft te betekenen dat je als burgemeester alles zelf moet doen in een dergelijke situatie, maar in de praktijk komt het daar wel vaak op neer. De enige mogelijke sparringpartner is de Commissaris van de Koning, maar niet elke gesprekspartner ervaart het als een gedeelde verantwoordelijkheid. Het zou sommige burgemeesters wel een lief ding waard zijn als ze de verantwoordelijkheid voor het afhandelingsproces bij de commissaris zouden kunnen neerleggen, om zodoende in de

41

4.6 Ambassadeur

4.6.1 Korte rolbeschrijving

De vijfde rol van de burgemeester betreft het representeren van de gemeente. Artikel 171 lid 1 van de Gemeentewet vormt daarvoor een belangrijke grondslag: “De burgemeester

vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte.” Het rapport Majesteitelijk en Magistratelijk bevat verschillende omschrijvingen van deze rol, zoals de burgemeester als ambassadeur, stadshoofd, vaandeldrager, eerste woordvoerder, gezicht of handelsreiziger van de gemeente (Karsten et al., 2014: 98, 191). Die omschrijvingen laten zien dat deze representatieve rol verschillende kanten kent.

• Het ambassadeurschap van de burgemeester betreft het behartigen van belangen van gemeente bijvoorbeeld bij het leiden of ontvangen van handelsmissies, maar ook het vertolken van de standpunten van de gemeente in bestuurlijk Nederland door problemen te signaleren, en het onderhouden van de public relations van de gemeente.

• Het boegbeeld van de gemeente behoort tot een van de majesteitelijke, quasi-monarchale rollen van een burgemeester. Als een soort staatshoofd representeert hij/zij de gemeente in haar geheel, waarbij gemeente zowel gemeentebestuur als bevolking kan betekenen. In de rol van burgervader/burgermoeder (zie hierboven) is al aandacht besteed hoe

burgemeesters boegbeeld zijn binnen hun gemeente. Hier is daarom de focus op de rol van boegbeeld buiten de gemeente.

4.6.2 Kennis over de vervulling van deze rol

In 2013 hechten burgemeesters relatief sterk aan de rol van boegbeeld van de gemeente. Ze beschouwden het als een van hun belangrijkste rollen (Karsten et al., 2014: 57, 72). Gemiddeld genomen besteedden ze er toen 12,1% van hun tijd aan (idem, p.53). Waarnemend

burgemeesters deden dat overigens beduidend minder (idem, p.55). Vooral in kleine gemeenten bekleedden burgemeesters ook de verwante portefeuille communicatie/PR (idem, p.113-114). Uit internationaal onderzoek blijkt dat burgemeesters vaak een belangrijke voortrekkersrol

vervullen om hun gemeente ook Europees en internationaal te laten opereren (Martins & Rodrígues Álvarez, 2007; Beal & Pinson, 2014). Burgemeesters van de grote steden ontvangen in ieder geval regelmatig bezoek in het kader van stedenbanden en handelsmissies. Ook leiden ze regelmatig dergelijke bezoeken en missies van de gemeente in het buitenland. Verder laten sommige burgemeesters zich in de (internationale) media horen, al dan niet met collega’s uit binnen- en buitenland, over internationale beleidskwesties als luchtkwaliteit (o.m. Rotterdam), opvang van kindervluchtelingen (o.m. Leiden) en solidariteit met Zuid-Europa ten tijde van de coronacrisis (o.m. Amsterdam). Het pleidooi van Benjamin Barber in zijn boek If Mayors ruled the world (2013) dat burgemeesters wereldwijd pragmatisch wereldproblemen als migratie en klimaatverandering aan moeten pakken, bood sommige burgemeesters ook de gelegenheid om de internationale rol van hun gemeente te benadrukken.

Internationalisering

Burgemeesters vervullen ook veel posities in organisaties als de CEMR en het Congres van Lokale en Regionale Overheden. De toedeling en invulling van de internationale portefeuille binnen een gemeente zijn evenwel een zaak van het hele college van B&W, waarbij ook wethouders van economische zaken, cultuur of klimaat van belang kunnen zijn (Holla, 2017). Dat beperkt de ruimte voor burgemeesters om zelf als visionair op te treden. Omdat actief internationaal en Europees beleid zich bovendien vaak beperkt tot grotere gemeenten (100.000+), hebben Europeanisering en internationalisering al met al maar een bescheiden invloed op de positie van burgemeester.

Contacten met andere overheden

Een andere ontwikkeling die in het rapport Majesteitelijk en Magistratelijk (Karsten et al., 2014: 192) wordt genoemd, is dat de rol van ambassadeur ook een verbindende aanpak vereist buiten

42