• No results found

Het systeem van Dijstelberge is niet geschikt voor onderzoek van één werk, omdat er geen brede conclusies aan verbonden kunnen worden aangezien de resultaten niet in relatie kunnen worden gebracht met gegevens buiten de uitgave. Dergelijk onderzoek kan wel worden uitgevoerd, maar daarna slechts op zichzelf staan. Om daar verandering in te brengen, moet de context, de zogeheten peritekst, worden meegenomen. Genette betrekt daarentegen wel de omringende factoren van een uitgave in zijn theorie. Zoals al vermeld in de introductie, wordt de paratekst gevormd door de epitekst en de peritekst (Genette, 1997: 5). De epitekst bestaat uit alle aspecten die gerelateerd zijn aan het proces van de uitgave van een boek. Hierbij kan worden gedacht aan elementen als uitgever, mediaberichten, reclame en communicatie van critici.

Peritekst wordt gevormd door alle elementen die het boek zelf vormgeven, zoals: de titel, de omslag, de illustraties en het voorwoord (Genette, 1997: 16). Het is evident dat het systeem van Dijstelberge beperkt blijft tot de peritekst, maar zowel het systeem van Dijstelberge als van Genette, leveren zonder de peritekst niets op. Je kunt de vorm van het boek namelijk niet los zien van de receptiegeschiedenis. Wat je ziet is dat het uiterlijk van een uitgave en de organisatie er omheen, gewoon gelijk opgaan tot ongeveer 1800 wanneer de katholieke emancipatie een rol gaat spelen. Afgaand op de gegevens bestaat een relatie tussen uitgave en context.

Tabel. 3 uitgaven

Tussen 1700 en 1800: 8 werken Tussen 1800 en 1900: 108 werken Tussen 1900 en 2000: 172 werken

Tussen 1945-2000: 66 werken, klein aantal terwijl de academische wereld toen was ontploft. Van 1901 tot 1940 (WO II), nog een keer 122 titels

In de periode van 1750 tot 2000 werden verschillende werken in het Nederlands uitgegeven over Vondel, dit overzicht is te zien in de grafiek. In totaal 266 uitgaven (zie tabel 4). Dit overzicht betreft uitgaven óver Vondel, uitgaven ván Vondel blijven buiten beschouwing. Zo werd

bijvoorbeeld in de periode 1901-1910 slechts één werk over Vondel uitgegeven, dit betrof het Vondel jaarboek uit 1908. Andere uitgaven sluiten op elkaar aan, zoals één uit de periode 1851- 1860, Herleving van Vondel: eene bijdrage tot Vondels charakteristiek, ter gelegenheid van J. van Lenneps uitgave zijn er werken (1851) door J.A. Alberdingk Thijm. Daarnaast is Alberdingk Thijm verantwoordelijk voor het boek Joost van den Vondels dichtwerken en oorspronklijke

prozaschriften in verband met eenige levensbijzonderheden (1896), waarin Vondel wederom in relatie wordt gebracht met de katholieke emancipatie, aangezien Thijm zelf hiervoor ook van belang was. Zo verschenen er in de 19e eeuw verschillende nieuwe dagbladen en tijdschrift in een nieuwe katholieke uitgave. Hierover schrijft Alkemade met betrekking tot de katholieke emancipatie: ‘’ In 1855 verscheen het eerste nummer van De Dietsche Warande, waarvan Joseph Albertus Alberdingk Thijm de stuwende kracht werd. Thijm was een van de meest ruimdenkende katholieken van die tijd. Hij distantieerde zich van elk bekrompen ultramontanisme. In De Dietsche Warande nam hij artikelen op van priesters én niet-priesters, van katholieken en niet- katholieken, zodat we van een interconfessioneel tijdschrift kunnen spreken. Zo gaf hij leiding aan de culturele emancipatie van zijn geloofsgenoten, die de laatste eeuwen in dit opzicht

achtergebleven waren’’ (1969: 9). Thijm wordt dus evenals Vondel beschouwd als een belangrijk figuur in de Katholieke Emancipatie.

Tabel. 4 overzicht uitgaven

Periode Aantal uitgaven over Vondel Percentage van totaal 266 uitgaven 1750-1800 8 3,007 % 1801-1810 5 1,879 % 1811-1820 1 0,375 % 1821-1830 5 1,879 % 1831-1840 8 3,007 % 1841-1850 4 1,503 % 1851-1860 3 1,127 % 1861-1870 26 9,774 % 1871-1880 20 7,518 % 1881-1890 18 6,766 % 1891-1900 7 2,631 % 1901-1910 1 0,375 % 1911-1920 15 5,639 % 1921-1930 22 8,270 % 1931-1940 37 13,909 % 1941-1950 21 7,894 % 1951-1960 14 5,263 %

1961-1970 10 3,759 %

1971-1980 7 2,631 %

1981-1990 32 12,030 %

Het is duidelijk dat er destijds rond elke uitgave van alles gebeurde, met name in de 19e eeuw. In

de periode 1851 tot en met 1880 werden 49 werken over Vondel uitgegeven, dit is een hoger aantal dan de periode daarvoor. In grote lijnen, per eeuw gezien is het aantal uitgaven

toegenomen (zie tabel 3). De verschijning van verschillende werken, hing wellicht samen met de verwijdering tussen katholieken en liberalen die omstreeks 1870 optrad. De populariteit van werken over Vondel kan verklaard worden doordat tijdens de verwijdering behoefte was aan literatuur en Vondel werd destijds tot boegbeeld van de katholieke emancipatie gemaakt. Zoals A.J.M Alkemade verklaart : ‘’De protestantse agitatie viel in de maand april van het jaar 1853: vandaar de naam Aprilbeweging. Het protestanse verzet was nagenoeg algemeen. Toch mag het Herderlijk Schrijven van de Algemene Synodale Commissie der Hervormde Kerk niet onvermeld blijven. In dit schrijven werd met nadruk op het goed recht van de katholieken gewezen’’ (1969: 7). In de periode 1881 tot en met 1900, werden 25 werken over Vondel uitgegeven, in die periode was er op politiek gebied veel gaande met betrekking tot de katholieke emancipatie. Zo kwam Herman Scheapman in 1880 met het eerste katholieke partijprogramma, maar pas in 1891 kwam er een op zichzelf staande katholieke fractie in de tweede kamer. Dit was een intense periode voor de politieke positie van de katholieke bevolkingsgroep in ons land, waarin Vondel natuurlijk niet mocht ontbreken. In deze tijd was er behoefte aan literatuur voor de katholieken, aangezien Vondel beschouwd kan worden als zwaardere leesstof, kwam er ook lectuur voor de minder-ontwikkelden lezer materiaal op de markt. Een voorbeeld hiervan is De Katholieke Illustratie (Alkemade, 1969: 9).In de onderstaande grafiek is een overzicht te zien van de uitgaven over Vondel van 1750-1800 tot aan 2000.

Ten slotte, sluiten de resultaten van dit onderzoek aan op andere gegevens, die reeds bekend waren over de ontwikkeling van de paratekst. Een algemene geschiedenis van de paratekst is nooit geschreven en dus niet voorhanden, maar wel zijn er gegevens bekend over veranderingen in het boek die betrekking hebben gehad op de paratekst. Voorbeelden hiervan zijn: de

toevoeging van pagina nummers, de industriële band, toevoeging van inhoudsopgave en illustraties. Deze veranderingen zijn geleidelijk aan de norm geworden. Wat betreft die ontwikkelingen, is de paratekst van het werk van Vondel dus geen uitzondering. Het is evident dat de paratekst onderhevig is geweest aan verandering en dat dat met name door de komst van het e-book nog steeds het geval is. Een aantal aspecten van de paratekst zijn met de komst van

digitale media sterk veranderd, weggevallen of juist ontstaan. Elementen van de paratekst die meer op de tekst gericht zijn, blijven gehandhaafd in het e-book (Mathijssen, 2010: 91). Ondanks dat het geen deel uitmaakt van het corpus, is er op internet een e-book van Palamedes te vinden en daarnaast zijn er nog verschillende andere e-books over Vondel beschikbaar. Ook de

paratekst van Vondels werken zal niet ontkomen aan de veranderingen die ontstaan door de digitalisering.

Ondanks dat in dit onderzoek slechts gekeken is naar de epitekst van de verschillende uitgaven van Palamedes, en daarbij de peritekst buiten beschouwing is gebleven, is in dit onderzoek de hypothese getoetst, die aantoont dat de combinatie van de theorieën van Dijstelberge en Genette werkt. De beschouwing van de peritekst als toonaangevend onderdeel van de paratekst, vraagt om nader onderzoek, aangezien dat hier geen prominente rol heeft gespeeld.

GERELATEERDE DOCUMENTEN