• No results found

PAYING GUESTS

In document SIG ATUUR (pagina 22-67)

D

e majoor belt."

"Ja."

"Zou je niet? ... . "

"Of jij ... ,"

Voor Ina Boudier-Bakker.

Zij keken elkaar aan, zooals ze twintig jaar elkaar hadden aan-gekeken wanneer zij hetzelfde wenschten en dat niet wilden toe-geven.

"Toe, Francis .... "

"Je weet dat ik niet graag naar de gasten ga als ik mij niet verkleed heb."

"Alsof jij óóit .... "

Connie stond op, na een laatsten blik op haar zuster. Zoo was Francis. ~ij zou zelden of nooit openlijk weigeren, maar zij negeerde eenv~udlg wat een ~nde~ vroeg. Zij wist wel dat Connie altijd de mInste was. Conme WI t het ook en zij haatte cr zichzelf om

~onderd, duizend keer bi ld zij zich voor: Houd nu vol. Geef met t~e. Je ~ebt t0

7

h een eigen wil. Eerst je vader, nu je zuster.

Kom je noolt aan jezelf toe? Als h t te laat is en je een oude ongetrou~.de fr~ul.e be~t, .zu.l je spijt hebben. Je b nt al op weg.

Je bent blJ~a VIjftig. DIt IS je laatste kans. Het ligt aan jou. ie-mand. zal Je er dankbaar voor zijn, Francis allerminst. Francis zal tnomfeeren ....

~angzaam liep Connie de trap op, haar mollige handjes tot vuIsten gebald. lederen keer dat zij naar boven moest in antwoord op een bel .. va~ éé~ der gasten, leek de trap dubbel zoo hoog dan wanneer ZIJ Ult eIgen beweging de treden beklom. En altijd bij het stroef omhoog-glijden van haar hand op de leuning was daar d~ gedachte aan haar vader, die zijn dochters tot dit leven van dlenstbaar~eid genoodzaakt had. Twee verarmde, ouder wordende freules, die dankbaar moesten zijn dat in haar huis vreemde m~nschen rondli~pen en daar het beste niet goed genoeg vonden.

r:.

le.

va~

het.

h~ls

. spraken als van "ons pension". Wat hadden ZIJ In d.le tWlOtlg Jaar. niet moeten verdragen ....

Conme beet zoo fel 10 haar onderlip dat zij bloed proefde. Dat 37

was de erfenis waarvoor zij haar vader moest danken: een be-zwaard huis, schulden en een naam dien zij hadden oP. te houden.

Had zij eigenlijk ooit van hem gehouden.? H~d FrancIs ~an hem gehouden? Zij geloofde van niet. Wat. Wist ZIJ v~n FrancIs - na haar twintigste had zij zich als een slak In haar hUlS teruggetrokken en iedere poging tot vertrouwelijkheid geweerd. En er was toch een tijd geweest waarin zij met de armen om elkaars hals gezworen had-den dat ze "altijd, wat er ook zou gebeuren, als ze groot ~?ude~

zijn en zouden trouwen elkaars beste vriendinnen zouden blijven.

En nu.... . .

Connie wachtte een oogenblik voor de deur waarop een VIsIte-kaartje met C. Hofstra, 1ajoor K.N.I..L. b.d.

Waarom hijgde zij - zij had toch met te .vlug ge~o.open. Was het alleen omdat ze hèm - zij leek wel een jong meiSje dat naa.~

haar eerste rendez-vous ging. En toen zij jong meisje was, had ZIJ nooit e n rendez-vous gehad. Nergens kon zij over meepraten.

Onbillijk was het. .

Zij klemde haar lippen vastberaden op~én en t1kt~. ~et bonzend hart wachtte zij op het vertrouwde: "Bmnen - ja! en opende toen de deur. De kamer van haar vader. Zij kon niet helpen dat iederen keer dat zij er binnenging, één seconde de oud~ vr~~s zich van haar meester maakte, haar tyrannieken vader 10 zIJn invalide-stoel bij het raam te zien zitten. Dat zij zijn bulderende commandostem zou hooren: "Waarom, voor den d .. nder, heb je dan twee dochters thuis als je . ~ot d:ie keer toe moet bellen vóór er iemand komt? Dat had mijn adjudant eens moeten pro-beren. . . . Daar ben je dan generaal voor .. .. "

En steeds volgde dan de opluchting dat zij inplaats van.zijn norsc~­

verbeten gezicht het opgewekte, blozende van den majoor zag, dIe bij haar binnenkomst onmiddellijk opstond en haar een stoel aan-bood of zij engast was, en hij zich vereerd voelde met haar .bezoek.

.. Freule Connie," - het gaf haar altijd een rilling van ple7.ler haar naam uit zijn mond te hooren - "het spijt me dat ik u m~~t storen.

Maar ik werd zoojuist opgebeld, ik krijg nog bezoek van mijnheer ~n mevrouw De Wilde. En ik geloof dat ik geen thee meer heb. WI.~t u eens kijken? Ik kan niets vinden. Het spijt me," her~aa~de hij.

"Welnee, welnee," haastte Connie zich te zeggen. ZIJ hep be-drijvig door de kamer, opende de kast, keek in busjes, doo~ na~r trommels en schaaltjes. Wat een gezegend toeval dat Toma Uit was I Nu kon zij voor hem zorgen.

Dat Francis zich dit liet ontgaan .... Francis beweerde dat zij alleen voor zakelijke doeleinden naar hem toeging. Als het wáár was - zij bloosde bij de gedachte dat zij Francis van een leugen verdacht - als het wáár was beging zij hiermee een groote fout. Een man als de majoor Hofstra hield beslist niet van zakelijke vrouwen. Wanneer Connie bij hem was en zijn donkere oogen op zich gericht zag, de warmte in zijn stem hoorde, had zij wer-kelijk soms moeite niet naar hem toe te gaan en hem over zijn dik wit haar te strijken, iets liefs te zeggen. Zij was ervan overtuigd dat hij er behoefte aan had, dat hij eenzaam was en dankbaar voor de nabijheid van een vrouw. Een vroûwelijke vrouw .... Maar zij zorgde wel dat zij niets liet merken. Hij zou haar niet respecteeren en denken dat zij "fa ile" was. Dàt nooit. Zoo'n vrouw waarvan je in boeken las. Vrouwen die zich opdrongen zonder eenig eerge-voel. Hoe durfden zij. . .. Kwam daar ooit iets goeds van? En toch, - zij zou het geen sterveling durven bekennen - heimelijk waren er oogenblikken dat zij die vrouwen benijdde. Al zou zij natuurlijk nooit zelf zoo ver durven gaan dat zij - freule van Rosande .... ondenkbaar.

"Ik heb bij Mol nog één en ander besteld," stoorde de majoor haar gedachten. "U hoeft nergens anders voor te zorgen. Alleen graag een paar fle!:'chjes sodawater in de ijskast. Whisky heb ik nog.

En gaat u en uw zuster rustig naar bed. Wij zullen het wel niet zoo heel laat maken, maar met bridgen weet je nooit."

"Nee, met bridgen weet je nooit," herhaalde Connie. Zij wist niets van bridgen, b halve dat je met vier speelde. Wie was de vierde? Dat Francis en zij het ook niet kenden I Die domme patiences. Dat was ook de schuld van haar vader. Met een "esprit de l'escalier" hoefde je het niet eens te probeeren, beweerde hij.

Zou Bentfelt de vierde zijn? Niet waarschijnlijk. Hij leefde teruggetrokken en bemoeide zich weinig met de overige gasten . Voor hem bestond alleen zijn schilderen. En wat betreft mevrouw De Ruyter - onmogelijk. Hoewel, het zou juist iets voor háar zijn zich in te dringen. Geen tact, geen beschaving. En de majoor was te beleefd om haar af te wijzen.

Ongewoon heftig plaatste Connie de kopjes op een blad, vulde den electris hen ketel, verschikte wat aan de bloemen, verzette de schemerlamp.

"Dank u wel. Zoo ziet het er veel meer .. cosy" uit. Een

man-alléén is maar een stakker. En dat sodawater haal ik dan straks zelf wel als ik het noodig heb."

Zoo was hij - altijd even attent. Wilde haar het binnenkomen besparen terwijl hij bezoek had. Toch wel lastig soms dat zij maar één meisje hadden. Maar het kon er niet af. En zij had het zooeven immers een gezegend toeval genoemd dat Tonia er niet was!

"Morgen weer eens een partijtje schaak, freule ?"

"Ik - heel graag. Ik hoop altijd nog op een revanche."

"Die gun ik u van harte. Het is ons veteranen niet dikwijls gegund door het vrouwelij k geslacht te worden verslagen. Zoo, is alles klaar? Dank u wel."

Hij hield de deur voor haar open, boog hoffelijk met een glimlach die Connie warm deed worden van schrik en blijdschap. Wat had hij vanavond? Wat beteekende die zinspeling dat een man all één een stakker was? Als gaf hij antwoord op wat zij dikwijls gedacht, maar nooit uitgesproken had. Wie was de vierde? Een gast van die De Wildes ? Zij zou het wel zien als zij opendeed. Tot zoolang moest zij haar ongeduld bedwingen.

Langzaam liep zij de trap weer af. Hoe zou het zijn wanneer Francis en zij zijn gasten waren? Wanneer al die toebereidselen voor háár bezoek werden gemaakt? Wat haalde zij zich in haar hoofd. Zelfs als hij zou willen zou hij het niet durven vragen zonder duidelijke aanmoediging van haar kant. En hoe konden zij dat doen? Het was al iets heel bijzonders dat de majoor nu en dan een partijtje schaak met haar speelde in de zitkamer. Dat wa~ het eenige waarvoor zij haar vader dankbaar was: het gedwongen leeren van het schaakspel, dat haar eindelooze avonden had genoopt thuis te blijven. Nó had zij er plezier van. Zij vond het zitten met den majoor - samen aan een klein tafeltje - e\:n feestelijk gebeu-ren. Alsof zij in een r ~taurant zaten en hij slechts oog en oor voor háár had. Haar verbeelding sloeg dan op hol en zij zag niet langer de vertrouwde, sombere kamer met de vers hoten pluche meubelen, de saaie cactussen in de vensterbank n de kanarie tjukkend in zijn kooi, maar een zaal vol menschen in avondtoilet, palmen en bakken met rozen en mimosa. E n strijkje en een ltaliaanschen keIlner die "signora" zei en de spaghetti à la milanese als een bouquet op haar bord liet neerdalen. En hij, de majoor, met zijn hand op de hare, fluisterend: "Toe Connie, neem nog wat, om mij plezier te doen .. .. " Tot door een onverwachten zet van haar partner, een triomfantelijk: "alà!" het rozig visioen verdween en zij terugplofte 40

in de kamer die zij zag als een kooi, waarin Francis en zij als tjuk-kende kanaries waren opgesloten achter tralies, die niet open-konden ....

Connie geloofde dat Francis die schaaku urtjes afkeurde. Zij kon zoo demonstratief verdiept zitten in haar boek, maar Connie voelde de afkeuring in de atmosfeer. Francis zat zoo vol vooroordeelen _ De drie pretendenten die haar ten huwelijk hadden gevraagd waren zonder scrupules afgewezen. Connie herinnerde zich haar vaders woede na iedere weigering. En zij herinnerde zich hoe Francis dan kéék .... of zij haar vader had kunnen slaan - of hij haar ergste vijand was. u waren zij vrij in haar keuze. 1aa r er waren geen pretendenten meer. Wanneer zij, Connie, had mogen kiezen - zij had een zwak voor uniformen. Een man in uniform was een held, bereid te sterven voor het vaderland. Zij geloofde niet dat de man die een uniform droeg slecht kon zijn, hoogstens zwak.

Haar vader vergaf zij zijn egoïsme, zijn slecht humeur en hinder-lijke gewoonten dan ook alleen omdat hij eenmaal de uniform had gedragen die hem voorgoed tot Held stempelde. Dat zij niet van hem had kunnen houden zag zij als een tekort in zichzelf. Haar angst voor hem vond zij een rechtmatige straf door Onze lieve Heer haar opgelegd om haar gebrek aan liefde. Dat na haar vaders dood de angst nooit geheel verdwenen was en zij soms het gevoel had van een boos oog dat haar daden en gedachten volgde door een kijkgat in den Hemel. was iets dat haar verontrustte maar dat zij gelaten droeg, al zou zij dolgraag met Francis erover gesproken hebben - ~ are Francis nog de Francis van vroeger geweest. u waren zij in hetzelfde huis elk alleen of kilometers ha, r scheidden.

Het eenigc contact waren de gasten. De majoor was nu al vier jaar bij haar, de schilder BentfeIt twee jaar, mevrouw De Ruyter drie maanden. Mevrouw De Ruyter, van wie zij niets wisten dan dat zij gescheiden was, vroeger veel ger isd had en nu "door omstandig-heden" gedwongen en pension te leven. Zij paste niet in deze omgeving. Zij vulde het huis met haar harde stem, haar schellen lach en luide stappen. Bovendien was iedere kamer waar zij zat binnen twee minuten doortrokken van haar sterk, Oostersch par-fum. En dan - de eischen die zij had f Zooiets hadden zij in de vele jaren dat zij gasten hadden nog niet meegemaakt. Zij moesten haar zien kwijt te raken, dacht eonnie, terwijl zij de fleschjes van den majoor in de ijska!:t zette en vóór zij bij Francis binnenging, 41

keek of de achterdeur gesloten was. - Het hee1e huis zou opade-men. Had Bentfeit niet tactvol geklaagd over het slaan van deuren en het langdurig en luid telefoneeren in de gang? Het onnoodig lang bezet houden van de badkamer? De majoor had niet geklaagd, maar Connie was ervan overtuigd dat hij het niet deed om Francis en haar te sparen, want hij moèst zich ergeren Zij zou er met Francis over spreken. Nu dadelijk ....

In Connie's afwezigheid had Francis het boek waarin zij had zitten lezen weggelegd. Het was zoo weldadig een paar minuten alleen te zijn. Stil te zitten en te denken, zonder Connie's oogen verwonderd op zich gericht te zien en haar vraag te hooren: "Doe je niets?"

Voor Connie was het onmogelijk, stil te zitten en niet bezig te zijn. Connie's handen schenen gemaakt om te redderen, te ruimen, te plooien: terwijl háár handen. . . . zij bekeek de smalle, bleeke vingers, de fijn gepunte nagels. Handen van een aristocrate. Hoe had Theo het eens gezegd? "Jouw handen zijn als bloemen, je moet ze sparen, liefste." Sparen - wie spaarde haar? Wie stelde er belang in dat zij ooit iets anders was geweest dan één der freules van Rosande die paying guests in huis namen? Wie had na Theo nog "liefste" tegen haar gezegd? "Wanneer een mensch zich genoeg verdiepte in het Heden, ging het Verleden dood" had zij eens ergens gelezen. Het was niet waar. Zij kon het bewijzen.

Waar zou Theo zijn - nog in Indië ? ~1isschien reeds lang dood?

Verlangde zij nog hem terug te zien? Zij was zoo veranderd en hij zeker ook. Hij zou in haar niet de Francis van bijna dertig jaar gele-den herkennen. de Francis die niet gaf om naam of milieu. om geld of toekomst. Die slechts wist dat zij jong was en liefhad en een eigen leven wilde leiden, een leven dat rijk zou zijn aan wonder-baarlijke ervaringen. Een gróót leven ... , Voor wie maar één mensch bestond: Theo. Wat deed het er toe of hij een arm luitt:-nantje was en een naam droeg die volgen haar vader géén naam was? Theo zei: "Het éénige waar het op aankomt is dat een mensch zich zijn eigen naam waardig maakt. Als jij mijn naam zult dragen wordt het een koninklij ke naam .... "

Zóó romantisch was je op je twirttigste. Zoo zeker had zij geloofd dat eerzucht en een warm hart voldoende waarborgen waren voor een toekomst haar waardig.

Haar vader had haar niet lang in dien waan gelaten. Tegen zijn nuchter en koppig weigeren had zij machteloos gestaan.

42

"Zet dien jongen ééns en vooral uit je hoofd. Hij kent zijn plaats niet, anders zou hij het niet gewaagd hebben jou ten huwelijk te vragen. Met welk recht verstout hij zieh .... ? Het is eenvoudig ongehoord I"

"Met het recht van de liefde." Dat had zij geantwoord. Nooit zou zij hun gesprek vergeten. Nog wist zij wat zij toen had gedacht:

net een melodrama op het tooneel. Misschien jaagt vader mij het huis uit. ...

Zoover was het niet gekomen. Het hoefde niet. zij had toegegeven.

Met niemand had zij over haar verdriet kunnen spreken, zelfs niet met Connie, deelgenoote van al haar geheimen. Connie besefte ternauwernood wat Theo voor haar had beteekend. En Francis was trotseh. Zij zou het alléén dragen, zij had niemand noodig. 1aar nog hoorde zij soms zijn stem die zoo heftig kon zijn: God, Francis.

waarom trotseeren we de moeilijkheden niet? Je zult zien dat ik carrière zal maken - en hoé! Ik zal zorgen dat ik met roem overdekt terugkom. En vóór het te laat is gaan we dan reizen de heele wereld zien. Alle schatten opdiepen die er te vinden

zij~

voor wie

oog~~ en o?ren heeft .... Als wij durven is àI1es mogelijk I"

ZIJ had met gedurfd en Theo was zonder haar naar Indië gegaan.

Zij volgde hem in gedachte en droomden boven den opengeslagen atla,> ~ver de mogelijkheden die hadden kunnen zijn .... En zij wist

~~t ZIJ geen ander zou trouwen. Zij zag zich ouder worden. scherpe hj~en .kom~n i~ haar gezicht - het liet haar onverschillig. De welgenng die ZIJ gaf aan verschillende huwelijkscandidaten was een

s~lIe wraak ~.p haar vaders ingrijpen. En zij genoot het als een tnomf. op zIJn woedend informeeren naar de reden geen ander antwoord te geven dan: "Ik geef mij niet aan den eersten den besten Wat verbeelden zij zich .... "

Het eenige ~aar zij zich aan gaf was muziek en literatuur. Zij speelde ~ren plano, fantaseerde over ééns gehoorde melodieën en vergat tlJ~ en pl~~~. En verder las zij onverzadigbaar. Romans, essays, relsbeschnjvmgen, geschiedenis. Zij overdacht het gelezene,

maakt~ aanteeken.ingen. Zij dacht wel eens: Theo zou waarschijnlijk medelIjdend geglimlacht hebben over een zoo zinlooze trouw. Die hoorde niet bij dezen tijd. Zij was een anachronisme.

Tegenover Connie had zij niet meer denzelfden vertrouwelijken toon van vroeger. Het was of er na het laatste stor:machtige onder-houd met Theo, na zijn overhaast vertrek naar de tropen kort daarop, een pantser was geslagen om haar hart.

De dood van haar vader had daarin geen verandering gebracht.

Zij had ge n seconde om hem getreurd. Wat zij miste waren haar schermutselingen met hem. de scherpe woordenwisselingen waarbij hij meestal degene was die het aflegde. Zij had nooit angst voor hem gekend zooals Connie. hoogstens een zeker hooghartig medelijden Voor zooveel bekrompenheid en egoïsme. Voor zijn hulpbehoevend-heid was er geen zachtheid. Alle zachtheid in haar leek bevroren na dat ééne, nooit overwonnen verdriet.

Zij had ook geen behoefte aan menschen, of aan wat Connie noemde "nu en dan een gepaste afleiding". Haar muziek en haar boeken gaven haar alles wat zij noodig had.

Dat zij paying guests in huis hadden moeten nemen had haar niet zoo opstandig gemaakt als het Connie had gedaan. Zij moesten toch léven. al scheen haar vader zich daar niet al te zeer om be-kommerd te hebben. gezien den staat van zijn financiën waarin hij zijn dochters had achtergelaten.

Het was niet erger dan zij zich had voorgesteld. Zij hadden het op een enkele uitzondering na vrij goed getroffen. En in den majoor Hofstra hadden zij zelfs een heel prettigen gast. Meer dan een gast:

Het was niet erger dan zij zich had voorgesteld. Zij hadden het op een enkele uitzondering na vrij goed getroffen. En in den majoor Hofstra hadden zij zelfs een heel prettigen gast. Meer dan een gast:

In document SIG ATUUR (pagina 22-67)

GERELATEERDE DOCUMENTEN