• No results found

Naar partnerschap in vertrouwen

In document Partnerschap door regelruimte (pagina 74-77)

Petra Oden en Dennis Schuldink

4.1.8 Naar partnerschap in vertrouwen

Uit ons onderzoek blijkt dat ondernemers behoefte hebben aan ambtenaren die creatief meedenken, aan flexibiliteit en ruimte om zelf invulling te geven aan de werving, selectie, matching, plaatsing en begeleiding van kandidaten. Bij de invoering van de Participatiewet en de Wet banenafspraak in 2015 kregen gemeenten beleidsvrijheid en konden ze de publiek-private samenwerking op dit terrein invulling geven. Ze hadden daarbij niet alleen te maken met de Participatiewet, maar ook met de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). De regeldruk voor gemeenten was door deze drie decentralisaties groot. Na een aantal kritische rapporten van de Inspectie SZW (2013, 2014, 2016) over de moeizame concrete regionale samenwerking op dit terrein concludeert de Inspectie in 2018 dat gemeenten en hun samenwerkingspartners stappen zetten in hun uitvoeringsprocessen. In haar brief aan de Tweede Kamer geeft staatssecretaris SZW Van Ark aan dat de kern van de Participatiewet is het bieden van ondersteuning waar dit nodig is en het bieden van maatwerk en ruimte voor de afwegingen van de professional, waarbij de mogelijkheden van mensen maximaal worden benut en versterkt. Naar aanleiding van de rapporten van de inspectie constateert zij dat er mogelijk bij gemeenten misverstanden bestaan over de interpretatie van wet- en regelgeving en er een tekort aan beleidsvrijheid wordt ervaren, terwijl die beleidsvrijheid er wel is. Zij geeft aan dat het mogelijk ook kan liggen aan onvoldoende kennis of ervaring om nieuwe dingen te durven proberen. Uit ons onderzoek blijkt dat ambtenaren bereid zijn om te zoeken naar

mogelijkheden. Toch blijkt ook dat er verschillen zijn tussen ambtenaren. Ondernemers ervaren dat de ene ambtenaar creatiever is en meer ruimte biedt dan de andere. Dit heeft soms te maken met verschillen tussen gemeenten, maar soms ook met verschillen in de persoon van de desbetreffende ambtenaar. Voor alle ambtenaren op dit terrein geldt dat er een spanningsveld is dat voortkomt uit de noodzaak om tegelijkertijd te moeten werken in drie verschillende modellen van overheidssturing die tegenstrijdig zijn: klassieke overheidssturing (procedures volgen, politiek primaat), de eisen van new public management (bedrijfsmatig werken, klantgericht, vraag gestuurd, afrekenbaar, opdrachtgever) en in horizontale netwerken samenwerken (co-creatie met burgers, bedrijven en organisaties) (Binnema en Geuijen, 2013, p. 96). De ambtenaar moet balanceren tussen

verschillende rollen: slim opereren op de inhoud, relatie en context, en transparant, toegankelijk en verbindend zijn (Binnema & Geuijen, 2013; ’t Hart, 2014). Polstra

(2011) geeft aan dat er sprake is van een paradox: hoe meer procedures en regels hoe groter de kans is om er van af te moeten wijken om aan de behoefte van de individuele klant tegemoet te komen. In de driehoek rijksoverheid, gemeente en ondernemer is het van belang dat de rijksoverheid haar klassieke hiërarchisch sturende rol loslaat om gemeenten en ondernemers de ruimte te geven.

Een andere oorzaak dat beleidsvrijheid nog steeds niet voor iedereen het uitgangspunt is heeft te maken met het feit dat de overheid de sector is waar de bereidheid tot veranderen het laagst is (Net Change Factory BV, 2018). De grote cultuurverschillen tussen de ondernemers aan de ene en gemeenten aan de andere kant spelen eveneens een belangrijke rol. Erkenning voor en transparantie over de verschillende belangen van ondernemers en gemeenten is belangrijk voor het partnerschap tussen deze partijen.

Ondernemers willen als partner benaderd worden en willen erkenning voor de expertise die zij hebben bij de inzet en de begeleiding van hun personeel. Ondernemers willen een betrouwbare partner waarmee ze samen werken aan hun gemeenschappelijke doel, namelijk meer werknemers op door hen gecreëerde werk(ervarings-)plekken.

Vormen van samenwerking waarbij de overheid eenzijdig verplichtingen oplegt, zoals contract-PPS passen niet bij de wensen van ondernemers. Ondernemers willen een vorm van partnerschap-PPS. Ze willen verbinding vanuit een gezamenlijke ambitie. Samenwerking vanuit een eigen opdracht met een eigen rol richting het gezamenlijke doel. Daarbij willen ze dat de interactie goed georganiseerd is, dat er commitment is en dat de samenwerking lonend is. Ze willen dat de gemeente een faciliterende rol heeft en concrete verbindingen tot stand brengt tussen ondernemers.

4.2 Werkgeversdienstverlening

Monique Beukeveld

4.2.1 Inleiding

In de vorige paragraaf hebben we geconstateerd dat partnerschap-PPS een geschikte samenwerkingsvorm is om te komen tot een structurele en gestructureerde samenwerking tussen ondernemers en gemeenten. Gebleken is dat ondernemers behoefte hebben aan een faciliterende rol van gemeenten en UWV bij de werving, selectie, plaatsing, matching en begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De werkgeversdienstverlening die gemeenten en UWV bieden in de arbeidsmarktregio’s sluit nog onvoldoende aan op de wensen en behoeften van ondernemers. Terwijl zonder een optimale werkgeversdienstverlening aan ondernemers een goede match tussen vraag een aanbod niet tot stand komt, zoals ook door de Programmaraad wordt aangegeven. Werkgeversdienstverlening wordt door de Programmaraad omgeschreven als:

“dienstverlening aan werkgevers georganiseerd per arbeidsmarktregio en uitgevoerd door gemeenten en UWV, bestaande uit een (digitaal) aanspreekpunt waar werkgevers terechtkunnen voor informatie, advies en specialistische kennis (werkgeversservicepunt); gemeenten en UWV zijn daarnaast gezamenlijk verantwoordelijk voor registratie van werkzoekenden en vacatures en zij ondersteunen werkgevers bij de matching, met name voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt”45

In deze paragraaf geven we aan hoe de optimale ondersteuning van ondernemers binnen de werkgeversdienstverlening eruit ziet. Uit de interviews en de

focusgroepen blijkt dat ondernemers behoefte hebben aan een vraaggerichte werkgeversdienstverlening, waarbij de focus ligt op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de kandidaat én de ondernemer. Daarbij is het van belang dat in de werkgeversdienstverlening een goede afstemming plaatsvindt met ondernemers in het proces van werving, selectie, plaatsing en begeleiding. Omdat ondernemers over het algemeen gewend zijn personeel aan te nemen willen ze daarbij vertrouwen krijgen, ruimte bij het invullen van die werkplekken en erkenning van hun expertise ten aanzien van de inzet en begeleiding van personeel in het algemeen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het bijzonder.

In document Partnerschap door regelruimte (pagina 74-77)