• No results found

Overzicht van overige gebruikte bestanden en koppelingen

4 Beschikbare data

4.3 Overzicht van overige gebruikte bestanden en koppelingen

Omdat de ligging van de verhandelde percelen bekend is in GIS, konden andere databronnen gekoppeld worden op basis van de locatie. Het Bestand Bodemgebruik (BBG, voorheen Bodemstatistiek) van het CBS is hier een voorbeeld van. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het BBG van 2000. Dit is een ruimtelijk bestand van de statistiek van het Nederlandse bodemgebruik, waarin ruimtelijke ontwikkelingen in het bodemgebruik worden vastgelegd. Aan de hand van onder andere luchtfoto’s wordt het grondgebruik eens in de 3 tot 4 jaar vastgesteld. Een recenter bestand dan 2000 was voor ons onderzoek niet beschikbaar. Het BBG-bestand is onder andere gebruikt voor het bepalen van afstanden tussen de verhandelde percelen en andere vormen van grondgebruik. In kaart 4.1 is het Nederlandse grondgebruik in zeer algemene lijnen weergegeven aan de hand van het BBG.

Stedelijk gebied Recreatie Natuur Landbouw Zoet water

Kaart 4.1 Grondgebruik Nederland 2000 (BBG-CBS)

Ook de Landelijke Grondgebruikskartering 4 (LGN4) geeft een overzicht van het bodemgebruik in Nederland. Het BBG en het LGN4 bestand zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Beide bestanden beschrijven het grondgebruik en beide bestanden hebben ongeveer dezelfde schaal (1:50.000). Een verschil tussen de twee databases is dat het LGN4 bestand gebaseerd is op satellietbeelden, terwijl het BBG gebaseerd is op luchtfoto’s. Een ander verschil is dat de informatie in het BBG sterk is gericht op beschrijven van landgebruik in urbane gebieden, terwijl LGN zich met name richt op het landelijk gebied. Het BBG bevat bijvoorbeeld klassen zoals havens, bedrijfsterreinen, sportparken en begraafplaatsen, deze klassen zijn in LGN

gegroepeerd tot 'stedelijk gebied' of 'stedelijk groen'. Het LGN-bestand daarentegen biedt informatie over landbouwgewassen (bieten, granen, maïs enz.) en een meer gedetailleerde beschrijving van natuurgebieden (kwelders, stuifzanden, hoogvenen, moerassen enz.) terwijl deze in het BBG zijn samengevoegd tot 'overig grondgebruik' of 'droog natuurgebied'. Kortweg gezegd, LGN begint waar het BBG ophoudt en vice versa. In dit onderzoek is het LGN4 bestand gebruikt om zoet en zout water in Nederland te kunnen onderscheiden.

Verder is in de analyse het bestand Kerncijfers Wijken en Buurten van het CBS gebruikt. Dit bestand is een onderdeel van de statistische databank StatLine van het CBS. In dit bestand zijn onder andere inkomensgegevens, populatiegegevens, gegevens over percentages allochtonen en autochtonen per wijk, buurt en gemeente te vinden. Dit bestand kent verschillende aggregatieniveaus, waarbij buurten het laagste aggregatieniveau zijn, vervolgens wijken, en gemeenten vormen het hoogste aggregatieniveau. Omdat niet alle benodigde gegevens per wijk of buurt bekend waren, hebben wij gegevens per gemeente gebruikt.

Kaart 4.2 Begrenzing EHS (Nota Ruimte)

Daarnaast zijn gegevens van de Nota Ruimte gebruikt. Dit bestand is afkomstig van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en is gebruikt voor de contouren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is de afgelopen jaren vrijwel geheel begrensd, op de robuuste verbindingen na. In GIS is deze begrenzing als de netto-EHS opgenomen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de netto EHS (kaart 4.2). De begrenzing van Landinrichtingsprojecten is ook gebruikt in de analyse. Dit bestand is afkomstig van de DLG. De reden voor landinrichtingsprojecten is dat er voortdurend gewerkt wordt aan de ordening en herinrichting van Nederland. In oorsprong was landinrichting gericht op herinrichting van agrarische gebieden. Ruimtelijke inrichting gaat op dit moment echter verder. De functie van een gebied kan veranderen, bijvoorbeeld door aanleg van nieuwe wegen en waterlopen, bedrijventerreinen, woonwijken, wandel- en fietspaden of wijzigingen in bestaande tracés. Hierbij kunnen allerlei knelpunten optreden. In landinrichtingsprojecten maakt men dan ook plannen om gebieden opnieuw in te richten. Er kan gebruik gemaakt

worden van verschillende instrumenten om de gestelde doelen te gebruiken. Hierbij kunnen we denken aan rechtstreekse grondverwerving, onteigening, wettelijke herverkaveling of (planmatige) kavelruil.

In dit onderzoek zijn Landinrichtingsprojecten meegenomen die vóór 2003 nog niet waren afgerond en is onderscheid gemaakt tussen projecten waaraan boeren vrijwillig konden meewerken en projecten waar medewerking verplicht was.

Voor het vaststellen van de bodemkwaliteit is gebruik gemaakt van de database van de voormalige Stichting voor Bodemkartering (STIBOKA), die is overgegaan in Alterra. De bodemkaarten geven informatie over de bovenste bodemlagen en daarmee over de bruikbaarheid van de bodem voor verschillende functies, inclusief agrarische activiteiten. de biologische en technische vooruitgang wordt grondkwaliteit voor de agrarische sector relatief minder belangrijk, maar nog steeds bepaalt het bodemtype voor een groot deel nog wel het type land- of tuinbouw dat plaatsvindt (kaart 4.3).

Veen Zand Lichte zavel Zware zavel Lichte klei Zware klei Leem Stedelijk gebied Zoet water Kaart 4.3 Bodemgebruik (Stiboka)

Verder is gebruik gemaakt van het Nationaal Wegenbestand (NWB). Dit is binnen de overheid hét digitale standaardwerk op het gebied van verkeer en vervoer in Nederland. Het NWB is opgebouwd uit de onderdelen Wegen, Vaarwegen en Spoorwegen. Dit bestand is een initiatief van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer waaraan de Topografische Dienst Nederland (TDN) ook een bijdrage levert. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de gegevens over snelwegen in Nederland.

Een overzicht van alle bestanden die in de uiteindelijke analyse zijn gebruikt, is weergegeven in tabel 4.2

Tabel 4.2 Overzicht gebruik data-bestanden

Nr Name database Data source Year data

1 Infogroma Dienst Landelijk Gebied (DLG) 1998-2003

2 Landbouwtelling Dienst Regelingen 2003-2004

3 Basisregistratie Percelen (BRP) Dienst Regelingen 2004 4 Bestand Bodemgebruik (BBG) Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 2000

5 LGN-4 Wageningen UR – Alterra 1999-2000

6 Kerncijfers Wijken en Buurten Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 2003 7 Nota Ruimte (EHS-begrenzing) Ministerie van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

2004

8 Landinrichtingsprojecten Dienst Landelijk Gebied (DLG) 2004 9 Bodemkaart 1:50.000 Wageningen UR – Alterra 1965-1985 10 Nationaal Wegenbestand

(NWB)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W)

2003