• No results found

Interview Naam Leeftijd Onderwijsinstelling Opleiding Studievertraging Oorzaak

1 Caroline 23 UvA ASW Eén jaar Depressie,

dissociatiestoornis

2 Helen 26 Universiteit

Leiden

Geneeskunde Eén jaar Migraineaanvallen, epilepsie

3 Roxanne 25 UvA Nederlandse Taal

en Communicatie

Gestopt met studie ASW, had toen één jaar studievertraging

Faalangst

4 Laura 24 UvA ASW Twee jaar Onstabiele

thuissituatie, overlijden stiefvader, depressie

5 Aline 24 UvA ASW Drie jaar Mantelzorg,

overlijden opa, migraineaanvallen

6 Thierry 24 HvA Maatschappelijk

Werk &

Dienstverlening

Eén jaar Blowverslaving

7 Alexa 28 InHolland

Rotterdam

Media & Entertainment Management

Vier jaar Onstabiele thuissituatie, faalangst

8 Victor 24 UvA ASW Twee jaar Levensfaseproble

matiek,

concentratieprobl emen

9 Tess 27 UvA ASW Twee jaar Overlijden tante,

mantelzorg

51

Bijlage 5: Transcripties

dissociatiestoornis, faalangst

11 Charmaine 22 HvA Media,

Informatie & Communicatie

Eén jaar Ziekte moeder, faalangst

12 Heidi 23 UvA ASW Eén jaar Overlijden

moeder

13 Esther 22 HvA Media,

Informatie & Communicatie

Twee jaar Depressie, operatie aan galblaas, Pfeiffer

52 Interview Caroline

I: Wat is je naam? C: Mijn naam is Caroline I: En je leeftijd?

C: 23

I: En welke studie je doet. C: ASW

I: En in welk studiejaar zit je? C: Vierde.

I: Vierde. Kan je vertellen hoe je studie verlopen is tot aan je studievertraging?

C: Nou tot aan mijn studievertraging ging het best wel goed. Had gewoon nominaal goede cijfers en ik had zin in de studie. Ja.

I: In welk jaar begon je studievertraging? C: m even denken hoor. Tweede jaar. I: Tweede jaar.

C: Beetje midden in het tweede jaar. I: Wat is de reden geweest?

C: Nou ik had last van een hevige depressie, en toen ben ik dus op het gegeven moment niet meer naar mijn studie gegaan. En daarna wel weer teruggekomen maar tegen heel veel dingen aangelopen. Ik heb ook een dissociatiestoornis, dus dat hielp ook niet.

I: Dus je bent zeg maar een tijdje echt gewoon gestopt. C: Ja

I: Hoe lang duurde dat ongeveer? C: Een half jaar… half jaar.

I: Half jaar. Heb je toen geen enkel vak gevolgd?

CI: Nee ik heb daarna wel, heb ik met moeite heb ik één vak afgerond toen. I: Ok. In die periode.

C: Ja

53 C: Ik miste de aansluiting omdat de studiegenoten die ik kende en de mensen waarmee ik omging ja die waren er niet meer. Dus dat was, ja niet zo heel prettig. En was wel naar de studieadviseur geweest maar dat vond ik niet zo heel, ja heel nuttig.

I: Hoezo niet?

C: Mag ik namen noemen of hoe zit dat? I: Ja ik gebruik ze niet.

C: Ok ja nee, ik was naar de studieadviseur geweest en dat was eigenlijk het, zeg maar het eerste moment dat ik tegen iemand zeg maar iets vertelde.

I: Ja, was nadat je tijdelijk gestopt was? C: Ja dat was na.

I: Ja toen je terugging zeg maar.

C: Ja toen ik terugging was dat ja. Omdat ik er toch nog wel last, ja last van had, ik had het minder erg, maar toen m, ja ik denk, er was denk ik sprake van miscommunicatie maar want ze vond het allemaal niet zo heel erg wat er… ze bagatelliseerde het een beetje zeg maar. I: Ja, oh ok.

C: En ja dat eigenlijk dus voelde ik me niet zo begrepen. I: Ja, heb je later dan nog contact gehad?

C: Nou ja ik moest terugkomen dan om wat formuliertjes in te vullen en dat was het eigenlijk. Maar verder niet van wat kan ik voor je doen of heb je hulp gezocht, of iets in die richting.

I: Ja en in die tijd dat je zeg maar bijna niet naar colleges ging en zo of vakken volgde heeft iemand toen iets naar je gestuurd van hoe gaat het er nu mee o.i.d.?

C: Nee nee niemand, ook niet de mensen waar ik mee omging, niemand had een berichtje gestuurd van nou goh je je bent niet bij je werkgroep of bij je colleges of we zien je niet. Dus ja, ik vind eigenlijk toch best wel erg want dan denk ik ja als dat eerder was gebeurd dan was er misschien, was het misschien anders verlopen denk ik.

I: Ja.

C: Dat weet je natuurlijk nooit, maar ik vind wel dat je enige betrokkenheid moet tonen. I: Ok, je hebt een mentor normaal toch?

C: Ja.

I: Heeft die ook niet geïnformeerd?

C: Nee nee, ik heb nu denk ik ja officieel hoor ik nu een mentor te hebben maar… I: Zie je die?

54 I: Ok, dus dat gesprek met de studieadviseur vond je niet nuttig. Wat had je graag van haar gehoord?

C: Nou ten eerste dat blijkt dat ze het een beetje serieus nam, want het was van oh nou het is niet zo heel erg en beetje zo’n soort houding, laconieke houding een beetje. En ja ik denk kijken wat er wel mogelijk was of zo qua misschien deelresultaten meenemen of extra begeleiding of zo van ik weet niet medestudenten dat je dat je een soort van aansluiting weer krijgt. Ja zoiets denk ik. En af en toe gewoon een e-mailtje van hoe gaat het of ik weet niet, of kom ff langs of iets in die richting denk ik.

I: Wilde ze weten of het zeg maar echt zo was dat je een depressie had?

C: Nee, nee dat was wel later dat ik, ben later dan weer teruggegaan, maar dat was wel echt weer een half jaar later of flink veel later. En toen was ik dus bij de andere studieadviseur langsgegaan, en ik ben ook een keer bij nog een anderen langs geweest, maar dat was ook niet zo’n succes, maar de tweede studieadviseur waar ik geweest ben die vroeg wel van, die was wel betrokken en die vroeg ook wel ja bewijzen zeg maar meer voor de administratie dan dat ze me niet geloofde, maar administratie meer en m wat ze kon doen en zo. En laatst ben ik ook naar diezelfde studieadviseur gegaan dus ja.

I: Het ging dus meer om de manier waarop ze met je omgingen? C: Ja ook gewoon van kijken wat voor mogelijkheden er zijn. I: Je wilt het gewoon hulpvaardiger.

C: Ja, want nu heeft die tweede studieadviseur al gezegd van nou misschien kan je wat deelresultaten meenemen of dat soort dingen of een extra herkansing ofzo, maar dat er gewoon wordt gekeken. Die derde studieadviseur bijvoorbeeld die zei van nou misschien moet je maar stoppen met je studie zeg maar ja daar heb ik ook wel, weet je heb ik ook wel over nagedacht, maar dan denk ik ja en dat is een beetje de laatste, het laatste eindpunt, laatste stap die je moet zetten, en niet wat er nu moet gebeuren zeg maar.

I: Nee inderdaad dus je had het gevoel dat sowieso in het begin dat je niet echt geholpen bent en je werd nog eens een beetje gepusht om weg om weg te gaan.

C: Ja, ja.

I: Heb je toen na dat gesprek met de eerste studieadviseur zelf een beetje gekeken naar aanvragen van behouden van deelresultaten of extra herkansing of zoiets?

C: Ja ik dacht eigenlijk dat het allemaal veel te laat was toen ik dat niet had gedaan, ja niet dus, dus toen moest ik alles weer overnieuw doen.

I: Oh lekker, dus het was eigenlijk niet zo heel makkelijk om je studie weer op te pakken? C: Nee.

I: En dan mede ook doordat er niet echt hulp geboden werd vanuit het UvA? C: Ja.

I: Ok, vind je dat jouw mening over studeren of jouw studie veranderd is door je studievertraging?

55 C: Ja, zeker wel. Ja sowieso mis ik zeg maar de sociale aansluiting nu omdat ik niemand echt ken en in de werkgroepen tot nu toe leer ik ook niet echt mensen weer kennen. Nou ja in groepjes zeg maar bestaan al, mensen zijn gewoon bezig met hun telefoon de hele tijd en een laptop dus een beetje lastig om op die manier echt een beetje wat langdurige contacten te maken. En het is voor mij sowieso nu moeilijk om vakken echt leuk interessant te vinden. En dat is ja, ik denk dat ik die waarschijnlijk als ik me goed had gevoeld wel enigszins boeiend had gevonden. Maar ja dat is nu gewoon bij alles heel moeilijk op te nemen.

I: Ja, zei je net dat je geen, niet echt motivatie meer hebt?

C: Nee, zeg maar ik weet wel wat er moet gebeuren maar ik kan het niet voelen zeg maar, maar dat het ja, de urgentie en zo, en zeg maar dat je als je een deadline hebt dat je dan een beetje, paniekerig wordt, dat je de stress voelt van oh ik moet het nu echt af hebben. Dat dat blijft allemaal weg ja.

I: Had je dat voorheen wel? C: Ja.

I: Hoe ging je op school maar natuurlijk gewoon ook thuis om met je studievertraging? C: Nou, daar had ik niks verteld. Ja nee, eigenlijk pas na, ze weten nog steeds niet dat ik studievertraging heb. Alleen dat ik, het enige wat ik heb gezegd is dat ik statistieken nog moest overdoen, dacht dan heb ik ja wel een soort van verklaring maar ze weten niet hoe erg de studievertraging is. En ik had mijn moeder ook pas echt na een jaar of ja volgens mij na een jaar pas verteld wat met me aan de hand was. En laatst dan aan mijn oom en tante, dus intussen zijn we alweer twee jaar verder.

I: Ja. En waarom heb je het zo voor je gehouden?

C: Omdat er eigenlijk niet zoveel ruimte was om dat te vertellen. Omdat er met mijn moeder ook en met mijn oma ook op het moment heel veel aan de hand was. Mijn moeder en ik deden dan de mantelzorg voor mijn oma en vervolgens werd mijn moeder ook ziek, dus dat was niet het moment zeg maar en daarna nog heel lang zeg maar zo’n nasleep geweest. En ook omdat ik denk dat mijn moeder nog steeds niet helemaal begrijpt wat er, ja wat er precies speelt.

I: Met jou? C: Ja.

I: Of denk je dat ze niet begrijpt hoe je studievertraging op kan lopen?

C: Dat sowieso niet denk ik. En ik weet dat ze dan heel heftig en heel boos kan reageren als ik dat vertel. Dus dan denk ik dan vertel ik het liever niet, want dan heb ik dat ook nog zeg maar extra aan mijn hoofd.

I: Waarom dacht je dat ze zo gaat reageren?

C: Nja omdat ze, ja school belangrijk vindt. Dus eigenlijk ja gewoon wil dat het goed gaat. Maar dan, ja gaat ze bijvoorbeeld huilen of heel boos reageren dus, dat is denk ik gewoon haar manier om ermee om te gaan als er iets gebeurt wat zij niet zo prettig vindt. Maar dat is voor mij niet een handige manier. Bij mij komt dat niet zo prettig over.

56 I: Nee dat begrijp ik. Dus het is eigenlijk best wel lastig voor jou om met die studievertraging om te gaan. Nu nog steeds.

C: Ja.

I: Heb je het ook aan vrienden bijvoorbeeld verteld? Of je zei dat niemand echt vroeg hoe het met je ging, maar weet niet of je buiten school misschien zeg maar andere mensen kent. C: Ik ben, ja ik ken wel mensen maar dat , ik heb nog wel gewoon mijn vriendengroep hoor, dat wel. Maar ja ik heb alleen dan verteld over die dissociatiestoornis, dat ik dan wegval zeg maar. Dat heb ik dan wel verteld. Maar ik merk gewoon dat er heel veel onbegrip is, dus als ik dan ook nog vertel van ja goh ik heb ook nog een depressie en alles dan snappen ze het helemaal niet denk ik. En ik was wel laatst met, van de studentenvereniging is er een groep zeg maar die dan ja een beetje bij elkaar komt om elkaar een beetje te helpen met het studeren of gewoon wat dingen te bespreken waar je tegenaan loopt. En daar had ik het wel tegen verteld, maar die reageerden ook niet dat het, zoals ik verwacht had, meer van ik dacht dat het veel erger was, wat je had. Ik dacht van ja, ja je snapt het ook niet.

I: Dus je hebt het geprobeerd te vertellen en de reacties waren niet zoals je verwacht had. C: Nou ik had het een beetje verwacht, maar aan de andere kant dacht ik ook het is dan een groep wat over het algemeen heel, heel open staat voor van alles en nog wat. En ze

bespreken altijd heel veel, ja, verschillende onderwerpen, best wel kritisch. Dus ik had gehoopt dat het, dat ze er wat genuanceerder of zo of wat voorzichtiger, over konden hebben. En niet, in ieder geval dat er iets anders, je kan wel denken van nou het is een beetje onzin, maar dat je er iets anders op reageert zeg maar. Dat je daar wat bedachtzamer over bent.

I: Ja, beïnvloed zo’n reactie of jij het nu nog aan mensen verteld?

C: Ja er is zeker wel een stigma wat erop heerst. Dus het is inderdaad niet echt zoiets wat je heel snel verteld.

I: Ja, ook omdat je net vertelde dat zeg maar mensen waarvan je verwacht had misschien dat ze iets voorzichtiger ermee om zouden gaan. Dat je ook zulke reacties krijgt, denk je dat je daardoor zeg maar nog minder snel verteld wat er aan de hand is of maakt dat niet zoveel uit?

C: Ja ik denk dat het juist door dat soort reacties niet verteld. Kijk bij sommige mensen weet je van tevoren al omdat je ze kent en je weet een beetje hoe ze op bepaalde onderwerpen reageren en hoe ze erover denken dus dan weet je van tevoren al van nou dit is

waarschijnlijk niet de juiste persoon om zoiets aan te gaan vertellen. En bij andere mensen dan denk ik van nou misschien kan het wel maar tot nu toe in mijn geval blijkt van niet. Dus ja.

I: Ja ok.

C: En ik had het wel ook aan een andere vriendin verteld en zij was toen wel, zij kon er wel goed mee omgaan. Maar zij had zelf ook wel veel meegemaakt dus dat helpt wel. Zij had een psychose gehad. Dus dan weet je wel een beetje zeg maar hoe alles een beetje werkt en waar je tegenaan loopt.

57 C: Ja nou ja zij deed ook ASW, zij is nu afgestudeerd. Zij had ook, volgens mij had zij ook studievertraging. Ze vertelde ook dat, dat haar dus ook niet was verteld dat haar

studieresultaten dreigden te vervallen. I: Is dat jou nooit verteld?

C: Ja mij is dat wel verteld, maar die tweede studieadviseur zei dat ze daar iets voor zou regelen dus dat ik me daar geen zorgen om hoef te maken. Maar dat ene meisje was dus bezig met haar scriptie, toen hoorde ze volgens mij een maand of twee van tevoren dat, dat als ze niet op tijd afstudeerde dat haar studieresultaten zouden vervallen. Dat is niet slim geregeld.

I: Nee, totaal niet. Zou je zeggen dat je meer stress hebt ervaren door je studievertraging? C: Ja.

I: En hoe merkte je dat?

C: Nou ja, ik ben al een beetje zeg maar een plan B ofzo aan het uitstippelen voor als het niet goed uitpakt.

I: Ja? Wat zou er kunnen gebeuren zeg maar dat je denkt dat het niet goed uitpakt? C: Nou meer in de zin van als ik dan kijk naar hoe het gaat dat ik toch wel moeite heb om alles op tijd af te krijgen en ook vaak gewoon, ik ben ook heel vaak heel moe dus dat ik dan alles gewoon wat heel veel langzamer doe.

I: Denk je dat daar begrip voor is vanuit de docenten van vakken? Of weten zij dat dan niet? C: Nee ik had het alleen aan twee docenten verteld, maar ze houden zich best wel streng aan de officiële deadlines. Dus dat helpt niet zo. En misschien heb ik ook wel gewoon een te druk rooster omdat ik eigenlijk alles zo snel mogelijk af wil maken. Ja ik hoop dat ik dan volgend, zeg maar semester, tweede semester van volgend jaar mijn scriptie kan inleveren. Dat is in ieder geval het plan nu. Maar ik ben nog steeds wel bang dat als het dan nog niet lukt, dat er dan ja dat ik dan gewoon moet stoppen en dan moet ik kijken wat ik ga doen. En dat is niet een hele motiverende gedachte.

I: Nee, dus eigenlijk probeer je die vakken die je dan in dat half jaar niet gehaald hebt, die probeer je nu erbij te doen en alles alsnog binnen drie jaar te doen?

C: Ja wat langer want ik zit nu in mijn vierde jaar. Dus dan wordt het het vijfde jaar. I: Het vijfde jaar, ok.

C: En ik merk wel, ik ga wel met ja sommige vakken echt met tegenzin naartoe. Maar het is ook wel dat je dan echt zoiets van, dat je dan echt denkt van ooo...

I: Ja, van waarom zit ik hier. C: Heel emotioneel te doen.

I: Ok, dus je wil eigenlijk, in het vijfde jaar wil je je scriptie inleveren, en in het eerste semester of in het tweede semester?

58 C: In het tweede semester. Omdat ik in het eerste semester moet ik nog een paar vakken doen.

I: Ja dus dan heb je uiteindelijk waarschijnlijk twee jaar studievertraging. C: Ja.

I: Ja, en als je aan je studievertraging denkt, wat voel je dan?

C: Niet zo veel, nee maar dat blijft bij mij nu een beetje, beetje achter, dat werkt niet meer zo heel goed. Maar ik besef me wel dat het heel veel is en dat ik bang ben dat het toch wel veel vraagtekens gaat opvolgen bij mensen. Ja dat vooral eigenlijk.

I: Ben je bang om het aan mensen te vertellen?

C: Ja, meer dat mensen zich afvragen van goh ben je nog steeds niet afgestudeerd? Hoe komt dat? En, ja dat vooral. Het is denk ik ook als ik kijk naar zeg maar mogelijkheden die ik dan eventueel zou willen doen, want ik bedacht me laatst misschien wil ik wel een andere map ofzo of iets, dacht ik van ja beter niet want dan moet ik weer nieuwe vakken doen. En dacht, dus ja dan beperkt het me in dat opzicht wel. En ook als ik nadenk over dingen als een uitwisseling of zo of zeg maar iets extra’s erbij kunnen doen dan kan dat niet.

I: Nee, daar is geen ruimte voor. C: Nee daar is geen ruimte meer voor.

GERELATEERDE DOCUMENTEN