• No results found

Dhr. A. Bruinstroop, medewerker logistiek LTD d.d. 24 februari, 2 maart, 12 maart, 26 maart, 7 april, 14 april, 21 april 2010

De gesprekken met Dhr. Bruinstroop zijn gericht geweest op het stellen van een kader voor het advies. Er zijn namelijk nog geen duidelijke visies op de inrichting van logistiek na de regionalisering. Het adviesrapport dient echter wel een basis te hebben. Deze basis is vooral tot stand gekomen in de gesprekken met Dhr. Bruinstroop.

Onderstaande onderwerpen zijn aan bod gekomen in de gesprekken: - Huidige situatie;

Om een goed advies te kunnen geven, is het van belang om de huidige situatie goed in kaart te brengen. Uit het gesprek bleek, dat de logistiek in de huidige situatie erg versnipperd is. Iedere kazerne regelt de eigen logistiek. Daarnaast zijn er geen daadwerkelijke voertuigen die gerelateerd kunnen worden aan de logistiek. In de huidige situatie bestaat er dus eigenlijk vrijwel niets. Er is dus niets vastgelegd.

- Basis logistiek;

Dit adviesrapport richt zich op de strategische invulling van de logistiek. De organisatie had echter al een globale basis ingericht voor de logistiek. Het is verstandig om deze basis als leidraad te nemen voor dit adviesrapport, omdat het rapport dan de meest toegevoegde waarde heeft voor de organisatie. De basis voor de logistiek richt zich vanuit drie clusterkazernes en een hoofdkazerne. De hoofdkazerne wordt Leiden-Zuid en de clusterkazernes worden Leiden- Noord, Alphen en Gouda.

- Randvoorwaarden ademlucht;

De ademlucht is ook op een aantal basisvoorwaarden gegrondvest. Er is immers niets bekend over de toekomstige situatie, dus dient men uit te gaan van aannames. De verschillende frequenties voor behoefte aan ademlucht zijn in overleg met Dhr. Bruinstroop opgesteld.

- Aannames voorraden;

Het indelen van de verschillende voorraden is grotendeels gebaseerd op de theorie. Om de theorie echter toepasbaar te maken op de organisatie; zijn er in overleg met Dhr. Bruinstroop een aantal aannames gerealiseerd.

- Beheer voorraden en middelen;

Evenals bij de theorie over voorraden, is er ook theorie toegepast bij het beheer. Deze theorie is ook in overleg met Dhr. Bruinstroop getoetst op de organisatie.

- FMIS;

Een FMIS dient goed aan te sluiten bij de organisatie. Dan heeft het FMIS pas toegevoegde waarde. Gezamenlijk met Dhr. Bruinstroop zijn de voorwaarden voor een FMIS opgesteld. Deze zijn terug te vinden in bijlage 17.

Dhr. M. Lamers, coördinator ademlucht te Gouda, d.d. 19 februari 2010

Dhr. Lamers houdt zich dagelijks bezig met het beheer van de ademlucht op de locatie Gouda. Tijdens het gesprek heeft hij informatie gegeven over de werkwijze rondom ademlucht. Aan bod kwamen onderwerpen als: Hoe en wanneer worden ademluchtapparaten gereinigd? Hoe zit een ademluchtapparaat in elkaar? De uitkomsten zijn verwerkt in bijlage 10 en het gedeelte ademlucht in de koude logistiek.

Mevr. N. van Doesburg, postcoördinator, d.d. 22 maart 2010

Zoals vermeld, is er weinig bekend over de toekomstige situatie. Om een indicatie te geven voor de invulling van post en logistiek, is het dus van belang om een aantal randvoorwaarden op te stellen. Deze randvoorwaarden zijn opgesteld in overleg met Mevr. Van Doesburg. Tijdens het gesprek was ook Dhr. Bruinstroop aanwezig, om een logistieke invulling te geven. De post zal ook gecoördineerd worden vanuit het hoofdkantoor en de clusterkazernes. De uitkomsten zijn weergegeven in de behoeftebepaling, zie bijlage 12.

De handelingswijze voor DIV, is gebaseerd op de werkwijze van HomeAtTheOffice. Tijdens een vorige stage, is er inzicht gekregen in de werkwijze van HATO bij Adidas. Deze werkwijze is zeer algemeen en biedt dus een redelijke verwachting.

Dhr. P. Kessels, Medewerker project regionalisering, d.d. 6 april 2010

Dhr. Kessels heeft een toelichting gegeven op de regionalisering en organisatieomschrijving. In het gesprek zijn de motivatie om te regionaliseren aan bod gekomen, maar ook de organisatiestructuur en het 7S’en model van McKinsey. De resultaten zijn verwerkt in de organisatieomschrijving.

Dhr. J. Fioole, Hoofd Facilitair Politie Hollands Midden, d.d. 7 april 2010

Dhr. Fioole heeft het project regionalisering getrokken bij de Politie Hollands Midden. Tijdens het gesprek heeft hij dan ook een toelichting gegeven op bepaalde valkuilen en succesfactoren. Daarnaast is er gezamenlijk gekeken naar mogelijkheden tot het combineren van logistieke stromen van de Brandweer en de Politie Hollands Midden. De uitkomsten zijn verwerkt in het hoofdstuk Politie en RAD.

Mevr. Y. de Bruin, Secretaresse en Mevr. E. Staats, Receptioniste, d.d. 9 april 2010

De kantoor- en schoonmaakbenodigdheden worden in de huidige situatie besteld door secretaresses en receptionistes. Tijdens het gesprek is er dan ook gekeken naar de huidige bestelwijze en is er gesproken over het kostenbewustzijn van de interne medewerkers. Bovendien is er overleg geweest over een mogelijke behoeftebepaling.

Dhr. A. Roos, Coördinator opleiden en oefenen, d.d. 13 april 2010

Opleiden en oefenen wordt nu nog redelijk per kazerne geregeld, maar in Gouda is al een centrale afdeling gevestigd. Dhr. Roos is werkzaam bij deze afdeling. Tijdens het gesprek is de huidige situatie voor opleiden en oefenen besproken, maar ook de inhoud van oefeningen en de behoeftebepaling in de regio. De uitkomsten zijn verwerkt in de behoeftebepaling voor opleiden en oefenen in bijlage 12.

Dhr. H. Leijdesdorff, Financieel docent Haagse Hogeschool, d.d. 19 april 2010

Op basis van het gesprek met Dhr. Leijdesdorff, zijn er een aantal basisvoorwaarden opgesteld voor de financiële paragraaf. Op basis van dit gesprek, konden er gerichte vragen gesteld worden aan Dhr. Van Dusseldorp.

Dhr. M. van Dusseldorp, Financieel adviseur, d.d. 23 april 2010

Om het advies financieel te kunnen onderbouwen, heeft er overleg plaatsgevonden met Dhr. Van Dusseldorp. Dit overleg heeft pas doorgang gevonden, na het opstellen van het advies. Op deze wijze was er meer inzicht in welke cijfers benodigd zijn. De basis voor de financiële gegevens was dus al gelegd; Dhr. Van Dusseldorp heeft slechts de daadwerkelijke cijfers gegeven. De uitkomsten zijn verwerkt bij de financiële consequenties en in bijlage 20 is er een overzicht gegeven van de financiële onderbouwing.