• No results found

4 OVERZICHT BELEID OMLIGGENDE LANDEN

In document Tweede Kamer der Staten-Generaal (pagina 180-184)

Land Maatregel

Frankrijk In Frankrijk veronderstelt de, in 1905 met de katholieke kerk overeenge-komen «laïcité,» een op godsdienstig gebied neutrale staat. Op grond van die wet is het op papier onmogelijk voor de staat om mee te betalen aan de bouw van moskeeën of aan de opleiding van imams.

Om de financiering transparanter te maken, moeten Franse moskeeën hun jaarrekeningen publiek maken.1

In Frankrijk zijn, naast het openbaar maken van de jaarrekeningen, geen specifieke maatregelen. Maatregelen gaan al snel tegen republikeinse principes in en houden juridisch geen stand. Wel is er veel debat. Financiering uit het buitenland is in Frankrijk noodzakelijk om de infrastructuur en bouw van moskeeën mogelijk te maken. Deze buitenlandse financiering vertegenwoordigt ongeveer 10% van het totale op nationaal niveau gemobiliseerde budget. De financiering in kwestie komt voornamelijk uit Algerije, Marokko, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië.2

Verenigd Koninkrijk In Engeland is er een Commissie voor extremismebestrijding.

De regering heeft in 2015 een «Counter-extremisme strategie»

gepubliceerd. Gebaseerd op 4 pilaren: extremistische ideologie als overheid bestrijden; actief gehoor geven aan stemmen uit gemeen-schap; actief extremisten verstoren; het bouwen aan samenhangende gemeenschappen, het aanpakken van de segregatie en gevoelens van vervreemding.3

In het Verenigd Koninkrijk kunnen charitatieve instellingen worden geregistreerd bij de Charity Commission. Er is een apart register voor Engeland en Wales, voor Schotland en voor Noord-Ierland. De Charity Commission is een onafhankelijke, non-gouvernementele organisatie, die rechtstreeks verantwoording aflegt aan het parlement. De commissie besluit of een organisatie charitatief is en wordt opgeno-men in het Central Charity register. De commissie heeft hier de rol overgenomen die in het VK voorheen door de rechter werd uitgeoe-fend.

Aan opname in het register zijn rechten en verplichtingen verbonden.

Zo biedt opname in het register bijvoorbeeld belastingvoordelen, kan je van de commissie ondersteuning krijgen bij het managen van een charitatieve instelling, maar moet je ook cijfers publiceren en gegevens delen met de commissie. De commissie houdt toezicht en kan onderzoek doen in gevallen waarin blijkt dat er sprake is van bijvoor-beeld slecht bestuur of wangedrag. De Charity Commission for England and Wales heeft in oktober 2018 een aantal bestuurders die betrokken waren bij een moskee waar jonge kinderen werden geradicaliseerd geschrapt uit het register; zij mogen voor een periode van 10 jaar geen bestuurder meer zijn van een charitatieve instelling.4 De commissie wijst charitatieve instellingen ook concreet op de gevaren van terrorisme financiering en witwassen en biedt ondersteu-ning bij het identificeren van risico’s daarop en het inzetten van contro-lemechanismen.5

Net als in Nederland het geval is bij het aanvragen van de Anbistatus, kun je ook in het VK besluiten geen registratie aan te vragen. In vergelijking met Nederland is er in het VK wel veel intensiever toezicht op charitatieve instellingen.6

Land Maatregel

België In België kunnen op basis van de Grondwet erediensten erkend worden waardoor ze ondersteuning genieten vanuit de staat. De islam is in 1974 erkend. Er is een «Hoofd van Eredienst» die verantwoorde-lijkheid is voor de erkenningsaanvraag van lokale gemeenschappen en van imams bij de Minister. Het Vlaamse, Waalse of Brusselse gewest bepaalt of er erkenning komt. Deze erkenning is nodig om concreet aanspraak te kunnen maken op voorzieningen, zoals de betaling van imams en belastingvoordelen.6 Erkenning is niet verplicht; er zijn ook veel moskeeën zonder erkenning. Op erkende moskeeën is meer financieel toezicht, maar er is geen verbod op buitenlandse financie-ring.

De Grote Moskee van Brussel (GMB) had geen erkenning aangevraagd.

De GMB had wel een erfpachtovereenkomst uit 1969 die n.a.v. de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie naar de terroristische aanslagen in Brussel is ingetrokken op 29 maart 2018. De moskee valt nu tijdelijk onder het beheer van het Hoofd van Eredienst en zij mag niet gecontroleerd en gefinancierd meer worden vanuit het buitenland, maar alleen vanuit België.7

De Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur (2014–2019) Liesbeth Homans (N-VA) was voorstander van een verbod op buitenlandse financiering van moskeeën in Vlaanderen en wilde daarin regelgevend optreden.8 In 2017 besliste zij tijdelijk geen moskeeën meer te erkennen omdat ze te weinig informatie over de werking van de gebedshuizen kreeg en de erkenningsregels te soepel vond. De KU Leuven kreeg de opdracht een studie uit te voeren om de erkennings-criteria voor gebedshuizen bij te stellen. Het rapport verscheen februari. 2019. Naar aanleiding van het rapport liet de Minister weten een proefperiode van vijf jaar te willen invoeren voordat gebedshuizen in Vlaanderen een erkenning kunnen krijgen. Volgens de opsteller van het rapport professor Torfs (Kerkelijk recht KU Leuven)moeten de nieuwe criteria «ervoor zorgen dat de erkenning in de toekomst vlot kan verlopen». «En eens die erkenning er is, moet je gerust kunnen zijn dat die moskeeën of andere religieuze groepen in staat zijn om bijvoorbeeld financieel transparant te functioneren, zonder steun uit het buitenland, en de democratische rechtsstaat aanvaarden».9

Land Maatregel

Oostenrijk Oostenrijk heeft een systeem waarbij door de overheid een lijst van erkende religies wordt vastgesteld. Voor verschillende religies zijn er aparte wetten. Oostenrijk heeft in 2015 de uit 1912 daterende Islamwet aangepast met een bepaling dat islamitische instellingen en hun personeel niet vanuit het buitenland gefinancierd mogen worden (zowel in valuta als in natura). Het verbod betreft financiering voor voortdurende activiteiten; een geloofsgemeenschap moet financieel zelfvoorzienend zijn. Eenmalige donaties zijn wel toegestaan.

Islamitische geestelijken mogen daarnaast alleen hun ambt uitoefenen wanneer ze een in Oostenrijk geaccrediteerde en gevolgde opleiding hebben afgesloten. Ze dienen over kennis van de Duitse taal op vwo-niveau te beschikken. Deze wetgeving leverde vooraf een negatief oordeel op van de UN Special Rapporteur on freedom of religion or belief en de UN Special Rapporteur on minority issues. In maart 2019 heeft het Oostenrijkse grondwettelijke Hof bezwaren tegen deze wetgeving afgewezen. Oostenrijk verplicht met de «Islamgesetz»

islamitische gemeenschappen de Oostenrijkse rechtsorde na te leven.

Dit om beïnvloeding uit Turkije of uit Saudi-Arabië te verhinderen. De Oostenrijkse regering garandeert met een nieuwe islamwet de gelijkstelling van moslims met andere geloofsgenootschappen.10 Het wetsvoorstel is tot stand gekomen in onderhandelingen tussen de Office of Religious Affairs (onderdeel van de Bondskanselarij) en vertegenwoordigers van de religieuze gemeenschap.

De Islamwet in Oostenrijk kent twee pijlers met betrekking tot het verbod op financiering:

1. De financiering van voortdurende activiteiten moet vanuit de religieuze gemeenschap, de lokale gemeenschappen en de leden worden opgebracht. De geloofsgemeenschap moet zelfvoorzienend zijn.

2. De wet schrijft een structuur voor van een geloofsgemeenschap met daaronder lokale gemeenschappen voor. In Oostenrijk was er echter sprake van veel private organisaties. Deze moesten volgens de wet worden ontbonden en opgaan in de lokale gemeenschappen.

In de praktijk hebben deze verbodsbepalingen maar een beperkt effect:

1. In maart 2019 oordeelde het Constitutioneel Hof dat de eerste pijler in overeenstemming met de Grondwet is. Eenmalige donaties zijn echter wel toegestaan en hier zitten geen wettelijke beperkingen aan (bijvoorbeeld in hoogte van het bedrag). Daarnaast heeft het Grond-wettelijk Hof niet uitgesloten dat er mogelijk andere manieren zijn om religieuze gemeenschappen te financieren, bijvoorbeeld door het opzetten van een trust in Oostenrijk.

2. De rechter oordeelde al in 2016 dat het ontbinden van een private organisatie onrechtmatig was. Dit betekent dat private organisaties hun activiteiten gewoon kunnen voortzetten en ook gebruik kunnen maken van buitenlandse financiering. Vertegenwoordiger van de Islamitische gemeenschap laten weten dat veel imams via private organisaties in dienst worden genomen en er wordt aangenomen dat Turkije de financiering van imams aanzienlijk heeft verhoogd.

De Office of Religious Affairs houdt toezicht op de naleving van de wet.

Dit bureau kan informatie opvragen bij de lokale gemeenschappen. Er is een politieke discussie gaande om het bureau meer bevoegdheden te geven, maar er ligt nog geen concreet wetsvoorstel.11

Land Maatregel

Duitsland Verenigingen kunnen in Duitsland door de Minister van Binnenlandse Zaken worden verboden overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de Grondwet als hun doel of activiteiten in strijd zijn met het strafrecht, het constitutionele recht of internationaal recht.12

Er is in Duitsland is veel debat over de ongewenste invloed en financiering. Er bestaat geen wettelijk financieringsverbod. Ook is er landelijk geen overzicht van de geldstromen.

In Duitsland bestaat er geen wet die expliciet de rechten en plichten van een religieuze gemeenschap regelt. Onder verwijzing naar de positie en bevoegdheden van de deelstaten heeft de Bondsregering een wet naar voorbeeld van de Islamwet in Oostenrijk afgewezen.13 Omdat er geen juridische verplichting is om financiële bijdragen uit het buitenland aan religieuze gemeenschappen of verenigingen openbaar te maken worden de geldstromen ook niet centraal geregistreerd.14 In Duitsland neemt de politieke steun toe voor de invoering van een moskeebelasting voor moslims. Praktiserende Duitse christelijke en joodse geloofsgemeenschappen betalen kerkbelasting (Kirchensteuer).

Per deelstaat zijn hun gelovigen geregistreerd en wordt op basis van hun belastingaangifte becijferd hoeveel geld zij moeten afdragen als kerktaks. De hoogte van de kerkbelasting verschilt per deelstaat. Met het geld kunnen de geloofsgemeenschappen onder meer hun gebouwen onderhouden. De moslimgemeenschap kent de kerkbelas-ting niet en dat maakt hen afhankelijk van giften. Blijven de giften uit de eigen gemeenschap achter bij de behoefte, dan vallen de moskeeën vaak terug op buitenlandse donaties. Behalve in Duitsland wordt ook in andere landen, zoals Italië, Oostenrijk en Zweden, kerkbelasting geheven om religieuze instellingen te financieren. De deelstaten moeten volgens de Bondsregering het initiatief voor een dergelijke belasting nemen. Verschillende deelstaten waaronder Mecklenburg-Voorpommeren, Baden-Württemberg hebben laten weten voorstander te zijn.15

Om de buitenlandse invloed op de moskeeën te beperken dringt de Duitse regering erop aan dat imams lokaal in Duitsland worden opgeleid. Er start een pilot in de deelstaat Niedersachsen in Osnabrück.

Rauf Ceylan (professor islamitische theologie Universiteit Osnabrück) heeft een rapport «Imamausbildung in Deutschland» (juni 2019) opgesteld. De imams die in Duitsland werken zijn meestal opgeleid in Turkije en worden ook betaald door de Turkse staat via DITIB, de Duitse tak van de Diyanet.16

DITIB heeft in januari 2020 aangegeven een eigen Duitse imamoplei-ding te starten in Duitsland.361

Land Maatregel

Denemarken In Denemarken wordt in 2020 een wetsvoorstel ingediend om het strafbaar te maken om donaties te ontvangen van individuen, organisaties, verenigingen, enz. die de democratische waarden en fundamentele vrijheden en mensenrechten tegenwerken of ondermij-nen. Dit geldt ongeacht wat er wordt vermeld over het doel van de donatie. De doorslaggevende factor zal zijn of een donatie van dergelijke antidemocratische organisaties wordt ontvangen.17 Een undercover documentaire over moslims zorgde in 2016 voor veel ophef in Denemarken. Als gevolg van de uitzendingen heeft de Deense regering besloten een lijst met haatpredikers op te stellen en openbaar te maken. Buitenlandse haatpredikers krijgen voortaan een inreisver-bod, Europese komen op een «watch list» te staan. Vreemdelingen die houder zijn van een Deense verblijfsvergunning of die onder EU-regelgeving vallen kunnen niet op de nationale sanctielijst worden geplaatst. De Deense immigratiedienst beslist of een buitenlandse religieuze prediker op de sanctielijst moet worden geplaatst. Het inreisverbod geldt voor twee jaar.18

1 Vermaas (31 mei 2018).

2 Service des Affaires Européennes Assemblée nationale (6 augustus 2019)

3 Secretary of State for the Home Department (2015).

4 Charity Commission for England and Wales (22 augustus 2019).

5 The Charity Commission for Northern Ireland (2014).

6 Dohmen (8 mei 2017)

6 EMB (2020).

7 Legal Affairs and Parliamentary Documentation Department (19 juli 2019).

8 Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid (21 februari 2017).

9 VRT NWS (22 februari 2019).

10 Blom (30 april 2015); Möchel & Schreiber (19 maart 2019); Overbeeke (2018).

11 Nationalrat (22 september 2019).

12 Bundesministerium des Innern, für Bau und Heimat (1 april 2020); Deutscher Bundestag (2 september 2010).

13 Frankfurter Allgemeiner Zeitung (3 april 2017).

14 Deutscher Bundestag (4 oktober 2019).

15 Naber (13 mei 2019)

16 NDR (19 juni 2019); Deutsche Welle (18 juni 2019).

17 Vidino (1 februari 2020).

18 The Danish Immigration Service (23 november 2017).

In document Tweede Kamer der Staten-Generaal (pagina 180-184)