• No results found

4. Wetsvoorstel en aanpassing daarvan

4.4 Overige wetsvoorstellen

Flinterman

Flinterman heeft in zijn masterscriptie een alternatief geboden met naar zijn mening de ‘meest optimale vormgeving’ van de Nederlandse kansspelbelasting, namelijk: kansspelbelasting waarbij van de aanbieder over het bruto spelresultaat geheven wordt en een afdracht/aftrekmogelijkheid bestaat. Volgens Flinterman worden namelijk op deze wijze onder andere de Europeesrechtelijke complicaties het best opgelost, de economische doelstellingen het best gewaarborgd en is dit alternatief doelmatig is met betrekking tot de uitvoerings- en invoeringsaspecten. Bovendien verwacht hij dat de maatschappelijke weerstand tegen dit alternatief gering is.85

Eigen voorstel

Een mogelijkheid is om bij het wetsvoorstel KOA de Wet KSB en de Wok van elkaar los te koppelen en dan enkel door te gaan met de hervorming van de Wet KSB. Nu namelijk vooral de aanpassing van de Wok op weerstand lijkt te stuiten. Het aanpassen van het vergunningsstelsel is misschien nog een beetje te ‘eng’. Het is vergelijkbaar met de legalisering van wiet zoals dit nu in bijvoorbeeld Canada en bepaalde staten van de VS het geval is. Bij een dergelijke legalisatie komt ook de vraag omtrent de belastingheffing kijken. De strijd tegen drugs en de strijd tegen gokverslaving kennen hun gelijkenissen. Beter nog is om de Wet KSB als zodanig af te schaffen.

Wetsvoorstel

Nu er vanuit de politiek een duidelijk signaal wordt gegeven dat het vanwege het schadelijke karakter toch wel wenselijk wordt geacht om belasting te heffen over kansspelen, kunnen aangepaste bepalingen worden opgenomen in een nieuwe afdeling in box 2 van de Wet IB 2001. Met deze aanpassingen worden de eerder in dit onderzoek besproken ongelijkheden verholpen. Bij deze aanpassingen is de Wet KSB als uitgangspunt genomen, maar ontdaan van alle verschillen die deze wet zo ingewikkeld maakten. Een ander punt van discussie is of poker een behendigheidsspel dan wel een kansspel is. Behendigheidsspellen zouden kunnen

39 worden belast in box 1 van de inkomstenbelasting en kansspelen in de Wet KSB en uiteindelijk in box 3, voor zover deze nog niet zijn uitgegeven en boven het vrijgesteld vermogen uitkomen. Zo is het denkbaar dat bij pokeraars die het met een dusdanige regelmaat en expertise doen, eigenlijk gesproken kan worden van redelijkerwijs te verwachten winst en derhalve voldaan is aan de vereisten van een bron van inkomen als bedoeld in box 1 van de Wet IB 2001. Op deze wijze kunnen dergelijke pokerspelers vergeleken worden met huisjesmelkers of beurshandelaren; beide activiteiten zijn in beginsel enkel belast in box 3, maar verschuiven naar box 1 indien de werkzaamheden meer inhouden dan normaal vermogensbeheer. Maar zit poker eigenlijk niet een beetje tussen box 1 en box 3 in? Het afschaffen van de Wet KSB en het voortaan bij fictie in box 2 belasten van poker en andere kansspelen, is mijns inziens een bijzonder praktische oplossing. Qua tarief komt het huidige tarief van 30,1%, zoals dat geldt in de Wet KSB, het dichtst bij het tarief van box 2, namelijk 25% en vanaf 2021 26,90%. Ook wordt op deze manier een einde gemaakt aan de discussie over of poker een kansspel en belast is in box 3 dan wel een behendigheidsspel is en belast in box 1. Een voorheffing voor het Holland Casino (als momenteel enige vergunninghouder) zou tevens bij kunnen dragen aan de bestrijding van witwassen in Casino’s. Gedacht kan worden aan een bronbelasting bij Nederlandse aanbieder van het kansspel. Dit zou vrijwel alle in dit onderzoek besproken problematiek oplossen. De vrijstelling uit artikel 4 Wet KSB, waar prijzen van minder dan €450,- van belasting zijn vrijgesteld, komt te vervallen. Deze vrijstelling was selectief. Zo was deze niet van toepassing op winsten behaald met buitenlandse online kansspelen. Tevens zag deze vrijstelling op afzonderlijke winsten en zal onder het nieuwe wetsvoorstel geheven worden over het totaal aan prijzen behaald in een kalenderjaar. Bovendien werd de vrijstelling in de praktijk regelmatig omzeild doordat spelers bijvoorbeeld meerdere kleine loten kochten in plaats van grotere. Met het vervallen van de vrijstelling wordt dan ook een van de verschillen van de Wet KSB geëlimineerd.

In de Memorie van toelichting kan worden toegelicht dat nu geheven wordt over het positieve verschil, geen saldering of verliesverrekening mogelijk is.

40

5. Conclusie

Ter herinnering luidde de centrale onderzoeksvraag als volgt: ‘Op welke wijze wordt

(online)poker in Nederland belast en is deze wijze van belastingheffing adequaat?’, met de

volgende drie deelvragen:

- Hoe werd belasting geheven over onlinepoker voor en na HR 16 maart 2018? - Hoe wordt livepoker belast?

- Wat is een adequaat systeem van belastingheffing van (online)poker?

Hierna zal ik allereerst ingaan op de eerst twee deelvragen:

Online poker

Als sprake is van een binnenlands kansspel is de organisator belastingplichtig en is het voorwerp van de belasting het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen. Bij een buitenlands kansspel is de speler belastingplichtig en is de grondslag het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen en de in die kalendermaand gedane inzetten. Indien de houder van het kansspel binnen de EU gevestigd is, kan echter geen kansspelbelasting worden geheven, nu door de ongelijkheid – namelijk de verschillen in de heffing van binnenlandse en buitenlandse kansspelen – in een dergelijk geval sprake is van strijd met het vrij verkeer van diensten. Een belangrijk aspect bij de belastingheffing van onlinepoker is derhalve de vestigingsplaats van de houder van het kansspel. In de praktijk is de vraag wat de vestigingsplaats van de houder van het kansspel is, vaak onderwerp van discussie. Voor HR 16 maart 2018 was bij heffing van kansspelbelasting over onlinepoker, sprake van strijd met het vrij verkeer van diensten als niet de houder maar de aanbieder van het kansspel binnen de EU gevestigd was. In de literatuur werd naar aanleiding van dit arrest eens te meer opgemerkt dat het huidige systeem niet geheel adequaat is. Het wetsvoorstel KOA beoogt dit punt op te lossen door de belastingplicht te verschuiven van de speler/prijswinnaar naar de vergunninghouder. Het aanhangige wetsvoorstel stuit echter op veel weerstand. Met de introductie van de term ‘initiatiefnemer’ door het Hof Den Bosch lijkt de discussie omtrent de vaststelling van vestigingsplaats van de houder van het kansspel, nog zeker niet ten einde.

41 Livepoker

Als sprake is van een binnenlands kansspel is, net als bij onlinepoker, de organisator (het Holland Casino, als momenteel enige vergunninghouder) belastingplichtig en is het voorwerp van de belasting het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen. Bij een buitenlands kansspel is de speler belastingplichtig en is het voorwerp van de belasting de door de speler gewonnen prijs. Indien het kansspel echter in een andere lidstaat van de EU gespeeld wordt, kan geen kansspelbelasting worden geheven, nu door de ongelijkheid – namelijk de verschillen in de heffing van binnenlandse en buitenlandse kansspelen – in een dergelijk geval sprake is van strijd met het vrij verkeer van diensten. Bij livepoker is de plaats waar het kansspel gespeeld wordt eenvoudiger vast te stellen dan bij onlinepoker.

Inkomstenbelasting

Ook zouden pokerwinsten in beginsel onderworpen kunnen zijn aan de inkomstenbelasting. Dit zal in de praktijk echter niet snel voorkomen, nu een van de bronvereisten op gespannen voet staat met het kansspelkarakter van poker. Voorts heeft de Hoge Raad richtlijnen gegeven onder verwijzing naar de fossiele parlementaire geschiedenis, afstammend uit de tijd dat Koningin Juliana staatshoofd der Nederlanden was. Gezien de ontwikkelingen in de loop der jaren kan hier mijns inziens ook niet te veel waarde aan worden ontleend.

Deelvraag 3: wat is een adequaat systeem van belastingheffing van (online)poker?’.

In kwestie is of het verschil tussen heffing bij binnenlandse of buitenlandse kansspelen en zelfs of de Wet KSB als zodanig wel adequaat is. Zo is de verhouding van de praktische uitvoerbaarheid en de gegenereerde inkomsten van de wet aan de ene kant en het aantal procedures dat hierover gevoerd wordt aan de andere kant, een indicatie dat toch gekeken moet worden naar een praktischer alternatief. Thans dient een inwoner van Nederland met online pokerwinsten te achterhalen wie de houder van dat kansspel is en dient hij vervolgens vast te stellen of dat bedrijf binnen dan wel buiten de EU is gevestigd om te weten of hij kansspelbelasting verschuldigd is over deze winsten. Dit is tamelijk omslachtig en kan bij onlinepoker, gezien de in dit onderzoek behandelde procedures, complex en tijdrovend zijn. De Wet KSB is bovendien een hele specifieke wet, namelijk enkel gericht op één soort transacties: kansspelen. Dit is ook af te lezen uit de totale jaarlijkse belastinginkomsten op grond van de Wet KSB.

42 Aldus luidt het antwoord op het derde deel van mijn onderzoeksvraag als volgt: de

belastingheffing van (online)poker is niet adequaat. Zo is de Wet KSB een verouderde en niet naar behoren functionerende wet en dient gedacht te worden aan de vormgeving van een adequaat stelsel voor de belastingheffing van kansspelen. Mijns inziens kan de Wet KSB het beste in zijn geheel opgeheven worden. Om vervolgens de belastingheffing van kansspelen onderdeel te maken van de inkomstenbelasting. Door in box 2 een aparte afdeling toe te voegen zullen kansspelen bij fictie belast worden in Box 2. Box 2 zou dan voortaan zien op inkomen uit aanmerkelijk belang en kansspelen. In een memorie van toelichting zou

uitgebreider kunnen worden toegelicht dat:

- het huidige tarief van 25 procent in box 2 en het toekomstige tarief van 26,90 procent weinig verschillen van het tarief van 30,1 procent zoals dat in de huidige Wet KSB gehanteerd wordt.

- Onder het nieuwe wetsvoorstel slechts wordt geheven over het in een kalenderjaar

behaalde positieve resultaat. Er bestaat dus geen recht op verliesverrekening met inkomen uit aanmerkelijk belang in hetzelfde of andere jaren, dan wel met inkomen uit kansspelen uit andere jaren. Enerzijds bestaat dat recht nu ook niet en anderzijds geldt dat indien een speler een negatief resultaat zou behalen, een speler mijns inziens zou moeten overwegen om deelname aan kansspelen in het vervolg maar te laten en er niet een fiscale stimulans zou moeten zijn om door te spelen om verliezen (fiscaal te kunnen compenseren); - Een bronbelasting als voorheffing geïntroduceerd zou kunnen worden (bij het Holland

Casino).

43

6. Geraadpleegde literatuur en jurisprudentie

Tijdschriftartikelen

• Beschikking Casinospelen 1996.

• Bachelorscriptie, D. Simons, Pokerwinsten belasten als arbeidsinkomsten? Een

onderzoek naar belastingverschillen tussen poker als kansspel en poker als behendigheidsspel.

• Masterscriptie, O. Flinterman, Kansspelbelasting: is herziening een gok

waard?.

C. Doolaard, ‘Nederlandse pokerprof maakt megaklapper van 1,5 miljoen’, Het

Algemeen Dagblad 28 september 2017, ad.nl.

• Centraal Bureau voor de Statistiek, ‘Overheid; ontvangen belastingen 1995- 2017’, 26 maart 2018, statline.cbs.nl. • https://www.hollandcasino.nl/library/pdf/spelreglement.pdf.

Jurisprudentie

Europa • HvJ EU 22 oktober 2014 C-344/13 en C-367/13, ECLI:EU:C:2014:2311. Nederland • HR 21 december 1966, NJ 1966/364. • HR 8 juli 1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2029. • HR 3 maart 1998, NJ 1999/59. • HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1624, 12/05519.

• HR 25 september 2014, ECLI:NL:PHR:2014:1870, Conclusie Advocaat-Generaal. • HR 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:471.

• HR 27 februari 2015, nr. 14/03069, ECLI:NL:HR:2015:472. • HR 16 maart 2018, 17/02691, ECLI:NL:HR:2018:356.

• HR 16 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:356, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws. • HR 16 maart 2018 17/02691, 356 (NDFR), Commentaar Wiezer.

• HR 3 september 2018, ECLI:NL:PHR:2018:925 conclusie A-G Wattel.

GERELATEERDE DOCUMENTEN