• No results found

Hoofdstuk 4 Het netwerk

4.2 Buitenland

4.2.2 De overige landen

De 14 handelscontacten in de Zuidelijke Nederlanden zijn verdeeld over 8 steden. De omvang van de handel met hen lijkt echter niet omvangrijk of langdurig. In Antwerpen wordt tussen 1777 en 1781 een aantal keer zaken gedaan met P. van der Heij en ook Joseph Ermens uit Brussel komt na 1779 meermaals voor in de boeken. De overige contacten komen slechts eenmaal of incidenteel in de boeken voor, met transacties van relatief kleine omvang.

In Portugal zijn 14 handelscontacten gevestigd, verspreid over drie steden. In universiteitsstad Coimbra is het grootste handelscontact Jean Pierre Aillaud. Vanaf 1777 komt hij elk jaar in de boekhouding voor, steeds met grote bestellingen en leveringen. In Lissabon is Borel, Borel en comp een belangrijk contact. Voor de gehele periode geldt dat zij vrijwel jaarlijks meerdere malen in de boeken voorkomen. Dit geldt ook voor Hoevenaer, Regeman en Bruijnz, al zijn de partijen boeken die over en weer gaan kleiner dan met Borel, Borel en comp. Vanaf 1777 tot het einde van de periode komt ook Paul Martin, zowel alleen als met compagnon, veelvuldig in de boeken voor, vaak met grote transacties. Met de weduwe van Bertrand en zoons vinden om het jaar grote bestellingen en leveringen plaats. Vincent Emery, gevestigd in Porto, levert veel en vaak in de jaren na 1781. In Zwitserland blijken de contacten met de 12 boekhandelaren in het netwerk meer incidenteel te zijn; alleen met de broers De Tournes in Genève worden gedurende de hele periode transacties in de

58 boeken opgeschreven. De zes contacten in Oostenrijk lijken juist langlopende contacten te zijn. Alle zes de zaken zijn gevestigd in universiteitsstad Wenen. De meeste zaken worden gedaan met Rodolph Graeffer, wiens naam de gehele periode in de boeken voorkomt. Met Johann Friedrich Jahn wordt voornamelijk vroeg in de periode, tot 1777, zaken gedaan, vanaf ongeveer 1777 worden er jaarlijks transacties bijgeschreven met (de weduwe van) Johan Paul Krauss en Thomas Noble de Trattner. In respectievelijk 1782 en 1784 worden Christiaan Friedrich Wappler en Joseph Edler von Kurzboch aan het netwerk toegevoegd; beide zullen langlopende contacten blijken.

Voor de zes landen met het kleinste aantal handelscontacten geldt dat deze allen gevestigd zijn in een universiteitsstad. Alle drie de Deense handelscontacten zijn gevestigd in Kopenhagen. Ondanks de aanwezigheid van de universiteit en de daarmee samenhangende vraag naar wetenschappelijke publicaties was het contact met hen slechts incidenteel; contacten Heineck & Faber en C. Niebuhr komen in de boeken voor in de jaren tot 1776, in de jaren erna wordt slechts een enkele keer zaken gedaan met Claude Philibert.

Johann Michel Weingard heeft zijn zaak in de Hongaarse stad Pest. Tussen 1777 en 1783 staat jaarlijks een transactie in de boekhouding vermeld, soms met Johann Georg Kopf als compagnon. De transacties zijn in de regel niet bijzonder omvangrijk. Met J.J. Weitbrecht, die zijn zaak gevestigd had in het Russische Sint-Petersburg heeft Luchtmans tussen 1769 en 1783 vrijwel jaarlijks zaken gedaan. In Ierland, Schotland en Spanje waren de contacten slechts incidenteel of eenmalig: met W. Hallhead uit Dublin alleen in 1776, met Charles Elliot in Edinburgh alleen in 1777 en 1778 en met A. de Sancha uit Madrid in 1784.

Samenvattend kan over het netwerk van Luchtmans worden gezegd dat de collega-boekverkopers waar uitgeverij Luchtmans zaken mee deed voornamelijk in Nederland waren gevestigd. Het

grootste deel van de 500 boekbedrijven die in het netwerk van Luchtmans waren opgenomen waren gevestigd in een van de vijf grote steden in het westen van het land: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leiden en Utrecht. De twee contacten waar de meeste handel mee werd gedreven bevonden zich echter in twee andere plaatsen; het Zeeuwse Goes en het Brabantse Breda.

Niettemin was de handel in het buitenland met 225 handelscontacten gevestigd in 14 verschillende landen wijdverspreid: Duitsland vormt het grootste aandeel in het netwerk, gevolgd door Engeland, Frankrijk en Italië. Veel handelscontacten waren gevestigd in universiteitssteden, of grote

(handels)steden waar veel boekhandelaren waren gevestigd. Gezien de beschrijving van het fonds van de uitgeverij en de bedrijfsvoering, zoals is beschreven in hoofdstuk 2, ligt dit volledig in de lijn der verwachting: de uitgeverij was voornamelijk een grote speler in de internationale handel van het wetenschappelijke boek. Zowel voor het netwerk in het binnen- als in het buitenland geldt dat het

59 onderlinge contact en daarmee de kwaliteit van de handelsrelatie belangrijker was dan de totale omvang van het netwerk.

Zijpad: Luchtmans en STN

In het voorgaande is een globaal beeld geschetst van het handelsnetwerk van Luchtmans, waarbij duidelijk is geworden dat hoewel het overgrote deel van de handelscontacten hun zaak in Nederland had gevestigd, ook het buitenlandse deel van het netwerk omvangrijk was. Omdat het onderzoek in afbakening van de besproken periode naast dat van Darnton naar de Societé Typograhique

Neuçhatel (STN) is geplaatst, is het interessant om te kijken of er overlap bestaat tussen beide netwerken.

Aan de hand van de database die hiervoor besproken is wordt duidelijk dat de firma Luchtmans tussen 1769 en 1784 handel dreef met 25 Franse boekhandelaren in 5 verschillende plaatsen, te weten Avignon, Lyon, Orléans, Parijs en Rouen. Met 19 handelscontacten lag het zwaartepunt duidelijk op de markt in de

hoofdstad Parijs.

Op zijn website180 geeft Darnton een overzicht van de plaatsen waarmee de Societé Typograhique Neuchâtel (STN) zaken deed in de periode 1769-1789. Die plaatsen zijn te zien op het kaartje hiernaast.

Wat direct opvalt is dat de STN in tegenstelling tot Luchtmans geen zaken lijkt te doen met de boekhandelaren in Parijs. Dit kan makkelijk verklaard worden vanuit de bedrijfsvoering van de STN. In samenwerking met het gilde en de staat werd vanaf 1700 de gehele boekenmarkt in Frankrijk in Parijs gecentreerd; privileges werden opgekocht, waardoor boeken alleen nog in Parijs gedrukt

180www.robertdarnton.org.

Kaart met de ‘literary tour de France’, zoals door Robert Darnton beschreven op zijn

60 mochten worden, en regels en wetgeving werden zo opgesteld dat alle provinciale plaatsen buiten spel werden gezet. Boekverkopers gevestigd in plaatsen net over de landsgrens met Frankrijk zagen hier kans om illegale handelswegen op te zetten en via die kanalen goedkope nadrukken van Parijse uitgaven en in Parijs verboden boeken uit te geven en via handelscontacten in de Franse provinciale steden het land in te smokkelen. De Societé Typographique Neuchâtel was één van die uitgeverijen. Ook via Parijs probeerde de STN handelswegen op te zetten, maar het succes en de omvang daarvan vallen in het niet bij het netwerk in Lyon. In de stad waren in 1780 38 boekverkopers en 12 drukkers werkzaam. In de periode voor 1700 was Lyon een van de belangrijkere knooppunten in het

handelsnetwerk van de internationale boekenwereld, en eind achttiende eeuw werd het vanwege de gunstige ligging, met toegangswegen over land en over water, het belangrijkste distributiepunt van de STN.

De STN had, net als andere voornamelijk Zwitserse uitgevershuizen, contacten binnen het gilde van Lyon. Deze contacten zorgden ervoor dat bij controle van een binnenkomende vracht de verboden boeken niet werden gemeld, en via tussenpersonen verder het land in gesmokkeld konden worden. Net als de heren Luchtmans maakten directeur Frédéric-Samuel Ostervald en zijn schoonzoon Jean- Elie Bertrand handelsreizen, of ze huurden lokale tussenpersonen in om in verschillende plaatsen actief te onderzoeken welke handelscontacten mogelijk aan hun netwerk konden worden

toegevoegd.181

Ook Luchtmans dreef handel met boekverkopers in Lyon. Met drie om precies te zijn: Piestre en Cormon, Bernuset en vader en zoons Bruyset. Met Bruyset gaat het om een eenmalige ruiling in 1771, met Bernuset vanaf 1781 vrijwel jaarlijks en ook met Piestre en Cormon wordt vaker gehandeld: in 1782 en 1784. Uit correspondentie uit het archief van de STN blijkt dat Frédéric- Samuel Ostervald en schoonzoon Jean-Elie Bertrand ook contact hebben gehad met de familie Bruyset. Deze vonden zij echter moeilijk te doorgronden, waardoor onduidelijk is of de STN uiteindelijk zaken met hen heeft gedaan.182 Ook de andere twee handelscontacten van Luchtmans lijken niet in het netwerk van de STN terug te komen.

Er zijn nog twee plaatsen waar beide uitgevershuizen handelscontacten hadden, en wel in Avignon en Orléans. In beide plaatsen had Luchtmans slechts één contact; Jean Louis Chambeau in de eerste en George de Loynes in de laatste. Uit de gegevens zoals beschikbaar gemaakt op de website van Darnton is te zien dat STN geen zaken deed met Georle de Loynes uit Orléans, maar wél met de firma Chambeau uit Avignon. Ook Avignon wordt door Darnton omschreven als een groot

handelscentrum met 20 boekverkopers/-handelaren actief in de verspreiding van illegale drukken in

181

www.robertdarnton.org. A literary tour de France. Lyon: Revol.

61 voornamelijk Zuid-Frankrijk;183 de belangrijkste boekhandelaar aldaar de net genoemde Jean Louis Chambeau, die volgens een tussenpersoon van de STN wordt omschreven als een goede, maar moeilijke handelspartner.184

Met bovenstaande is duidelijk gemaakt dat hoewel Luchtmans en Societé Typographique Neuchâtel in dezelfde periode actief waren, zij twee compleet verschillende netwerken hadden. Er zijn in Frankrijk twee plaatsen waar beide uitgeverijen een gezamenlijk handelscontact hadden, maar de handel met deze twee contacten blijkt van de kant van Luchtmans eenmalig te zijn: met beide contacten staat in het changeboek slechts één ruiling beschreven, in 1771. In het archief van STN zijn maar liefst 8 brieven bewaard gebleven met Chambeau, waaruit kan worden afgeleid dat de handel tussen de STN en Chambeau een stuk omvangrijker moet zijn geweest. Dat er tussen de twee netwerken niet tot nauwelijks overlap is kan uiteraard verklaard worden door de verschillende markten waar de twee bedrijven zich op richtten: waar Luchtmans zich richtte op wetenschappelijke publicaties kan een universiteitsstad als Parijs, waar de Sorbonne universiteit gevestigd is, niet ontbreken in het netwerk. De STN richtte zich juist op het omzeilen van de Parijse boekenmarkt.

183

www.robertdarnton.org. A literary tour de France. Avignon.

62

Conclusie

Met dit onderzoek is beoogd om het netwerk van de uitgeverij Luchtmans voor de periode van 1769 tot en met 1784 in kaart te brengen, om zo een antwoord te kunnen geven op de vraag:

Waardoor wordt het handelsnetwerk van boekhandelaren van de firma Luchtmans gekenmerkt?

Het overgrote deel van de boekhandelaren binnen het netwerk bevindt zich voornamelijk in Nederland: bijna 70 procent van de boekbedrijven waar zij handel mee dreven was gevestigd in het thuisland. Uit de grootboeken en een changeboek uit het archief is gebleken dat het ging om 500 Nederlandse bedrijven in 43 steden; deze steden bevonden zich, een enkele uitzondering

daargelaten, in de zeven provincies die samen de Republiek vormden. De meeste contacten hadden hun bedrijf gevestigd in één van de vijf grootste steden van de Republiek; Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leiden en Utrecht. Niet alleen waren deze steden welvarend, ook was er een universiteit of illustere school gevestigd; daarmee wordt nogmaals duidelijk dat de firma Luchtmans zich met hun handel voornamelijk richtte op de wetenschappelijke markt. Toch hadden zij ook veel

handelscontacten in steden waar geen universiteit of illustere school was gevestigd. Of zij met deze collega’s ook wetenschappelijke werken uitwisselden of dat het in deze gevallen ging om uitgaven gericht op de Nederlandse markt zal nader onderzoek naar de inhoud van de transacties duidelijk moeten maken.

Ook in het buitenland had Luchtmans een uitgebreid netwerk opgebouwd: in dezelfde periode handelden zij met 225 buitenlandse collega’s, verspreid over 14 landen. De landen met de meeste contacten waren Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië. In vrijwel alle landen geldt dat de

handelscontacten voornamelijk gevestigd waren in universiteitssteden.

De inleiding begon met een citaat van I.H. van Eeghen (1978), dat hier nogmaals herhaald wordt:

“Uiteraard had de firma Luchtmans niet een eigen omvangrijke handel op het buitenland. Uit de boekverkopersboeken blijkt, dat er telkens min of meer incidentele contacten met de bovengenoemde landen [Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Zuidelijke Nederlanden en Zwitserland] bestonden. Alleen Duitsland maakt daarop een uitzondering.”185

Hoewel Van Eeghen in de context waarin ze dit citaat plaatst duidelijk stelt dat haar opmerking is gebaseerd op het materiaal in het archief Luchtmans tot ongeveer 1755, wordt haar conclusie in de

63 secundaire literatuur overgenomen voor de gehele periode waarin het bedrijf actief was, en het bedrijf an sich. Mijn onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat dit onterecht is.

Er is namelijk een veel breder netwerk in kaart gebracht dan de uitspraak van Van Eeghen doet geloven. Luchtmans is met meer contacten in meer verschillende landen een handelsbetrekking aangegaan. Ook is duidelijk geworden dat in de meeste steden één of een aantal contacten was waarmee de handel hoofdzakelijk verliep. Er werd dus frequent zaken gedaan gedurende een lange(re) periode, en pas Wanneer de markt dat toestond werden er andere contacten aan het netwerk toegevoegd; die zaken die met hen werden gedaan waren van een meer incidenteel karakter. Zowel voor het netwerk in het binnen- als in het buitenland geldt dat het onderlinge contact en daarmee de kwaliteit van de handelsrelatie belangrijker was dan de totale omvang van het netwerk.

Met het beeld dat door Van Eeghen is geschetst en sindsdien de beeldvorming is gaan bepalen wordt de intentie van de broers Luchtmans om mee te handelen op het internationale toneel van de boekenwereld ernstig tekortgedaan; ook het imago van een behoudende bedrijfsvoering dat daaruit is ontstaan – zoals onder andere Rietje van Vliet suggereert - is niet juist. Al in 1988 heeft ook Schulte Nordholt gesuggereerd dat na 1800 het buitenlandse netwerk steeds verder wordt uitgebreid. Gebaseerd op mijn bevindingen volg ik hem in deze hypothese voor het laatste decennium van de achttiende eeuw, en het begin van de negentiende.

Samenvattend kenmerkt het netwerk van Luchtmans zich in de periode 1769 tot en met 1784 als volgt:

 de handelscontacten binnen het netwerk bevinden zich voornamelijk in Nederland (69%), in 43 plaatsen verspreid over de Republiek;

 de buitenlandse handelscontacten bevinden zich verspreid over 14 landen;

 de buitenlandse contacten zijn voornamelijk gevestigd in universiteitssteden;

 dn de meeste steden, zowel in binnen- als buitenland aanwijsbare ‘hoofdcontacten’ per plaats;

 er werd geïnvesteerd in goede, langlopende handelscontacten.

Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat de firma Luchtmans voor het grote deel zaken deed met collega’s uit eigen land, maar dat ook zeker in het derde kwart van de achttiende eeuw de blik over de grens ging; in het buitenland voornamelijk richtten de broers zich op handel met steden

64 waar een universiteit gevestigd was. Zo maakten de heren Luchtmans Nederlandse

wetenschappelijke uitgaven beschikbaar op de internationale boekenmarkt, en brachten zij boeken uit het buitenland beschikbaar op de Nederlandse markt; hiermee waren zij een belangrijke speler in het internationale web van de wetenschappelijke uitgaven.

65

Discussie

Aan het einde van elk onderzoek blijven er losse eindjes over: zaken die anders hadden gekund, en punten die op termijn nader onderzocht kunnen worden.

Om met het eerste te beginnen. Wat inkadering was het beter geweest de periode nog iets verder in te korten. De tijd die het doornemen van alle grootboeken zou kosten bleek al snel veel groter te zijn dan ik van tevoren had ingeschat en daarmee is de gekozen periode eigenlijk te groot geweest voor de tijd die ik had voor dit onderzoek. Daarbij is ook het corpus voor de beginjaren van de

onderzochte periode niet helemaal volledig. Zoals bij de bespreking van de database is ervoor gekozen dit omwille van de tijd die ik nog had, aangezien de implicaties van het ontbreken van die gegevens op het uiteindelijke resultaat minimaal zouden zijn.

Wat voor mij in de nabije toekomst nog ligt te wachten is het maken van een digitale presentatie van het netwerk zoals ik dat hier in beeld heb gebracht. In eerste instantie was het de intentie dat deel uit te laten maken van deze scriptie, maar dit bleek niet binnen het tijdsbestek te passen.

De mogelijkheden binnen dit archief voor vervolgonderzoek zijn legio. In de nabije toekomst gaat onder andere de organisatie achter de FBTEE volop met dit rijke archief aan de slag, waardoor we in de komende jaren zeker meer van over uitgeverij Luchtmans in het bijzonder en de boekhandel in de achttiende eeuw in het algemeen, zullen gaan leren en meekrijgen. Onder invloed van die

onderzoeken zal hopelijk het imago van de uitgeverij Luchtmans niet langer als behoudende firma met ‘saaie’ literatuur worden gezien; een vluchtige blik in de particuliergrootboeken liet

bijvoorbeeld al zien dat Luchtmans verboden werken van Spinoza én verlichtingsliteratuur verkochten in de Republiek.

66

Literatuuropgave

Aa, A.J. van der, et al, 1852-1878. Bibliographisch Woordenboek der Nederlanden. Haarlem: J.J. van Brederode (drukker). Geraadpleegd via http://resources.huygens.knaw.nl/. Laatst geraadpleegd op 5 mei 2016.

Beek, Bert van, Hans Jacobi en Marjan Scharloo, 1985. Klinkende munt: geschiedenis van het

geld in de Lage Landen. Amsterdam/Brussel: Elsevier.

Beek, Bert van, 1987. Geld: de geschiedenis en het verzamelen van munten, penningen en

papiergeld. Alphen aan den Rijn/Brussel: Samsom Uitgeverij

Blaak, Jeroen, 2004.

Geletterde levens. Dagelijks lezen en schrijven in de vroegmoderne tijd in Nederland 1624-1770. Hilversum: Verloren.

Briels, J.G.C.A., 1974. Zuidnederlandse boekdrukkers en boekverkopers in de Republiek der Verenigde

Nederlanden omstreeks 1570-1630. Nieuwkoop: B. de Graaf.

Castenmiller, M., Ophuijsen, J.M. van en Smitskamp, Rijk, 1983. Luchtmans & Brill: driehonderd jaar

uitgevers en drukkers in Leiden, 1683-1983: catalogus van de tentoonstelling gehouden van 1 september tot 1 oktober 1983 in het Gemeente-Archief te Leiden. Leiden: E.J. Brill.

Clercq, Peter de. 1997. At the sign of the oriental lamp. Rotterdam: Erasmus Publishing. Deahl, Julian, 1990. Brill Leiden. Woubrugge: Avalon Pers.

Delft, Marieke van en Clemens de Wolf, 2003. Bibliopolis: geschiedenis van het gedrukte boek in

Nederland. Zwolle: Waanders Uitgevers; Den Haag: Koninklijke Bibliotheek.

Eeghen, I.H. van, 1978. De Amsterdamse boekhandel 1680-1725: Deel V1: De boekhandel van de

Republiek 1572-1795. Amsterdam: N. Israel.

Evers, Gerrit Albert, 1930-5. Gegevens betreffende Utrechtsche staten-, stads- en akademiedrukkers. Utrecht: Vereeniging Museum voor de Grafische Vakken. p.109.

Gnirrep, Kees. Standing type or stereotype in the seventeenth century. In: Quaerendo. Volume 27/1. 1997. pp. 19-45.

Hoftijzer, Paul, [2005]. ‘Tuta sub aegide Pallas. Drukkersmerken door de eeuwen heen’. In:

Jaarverslag 2004 van de Koninklijke Brill NV. p.69-81

Hoftijzer, Paul. ‘Veilig achter Minerva’s schild: het Leidse boek in de zeventiende en achttiende eeuw’. In: Bouwman, André et al, 2008. Stad van boeken: Handschrift en druk in Leiden: 1260-2000. Leiden: Primavera pers & uitgeverij Ginkgo. pp. 155-265.

67 Huisman, Tim, Michiel Thijssen en Pim Rietbroek, 2012. Geletterd en geleerd. Brill: 330 jaar

typografie voor de wetenschap. Leiden: Museum Boerhaave. Tentoonstellingsgids. Geraadpleegd via

http://www.museumboerhaave.nl/media/uploads/medialibrary/2012/11/Geletterdgeleerd_enkelep aginas.pdf. Laatst bezocht op 30 maart 2016.

Leemans, Inger, Gerrit Jan Johannes en Joost Jakobus Kloek, 2013. Worm en donder. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.

Luchtmans, Johannes, Hoftijzer, P.G., Waterschoot, Jos van, 1995. Reis naar Engeland in 1772. In den houttuyn, deel 3. Leiden: Burgersdijk & Niermans.

Lunsing Scheurleer, Th. H, Fock, C. Willemijn, Dissel, A.J. van, 1992. Het Rapenburg: Geschiedenis van

een Leidse gracht. Deel VIa&b: Het Rijk van Pallas. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, afd. Geschiedenis

GERELATEERDE DOCUMENTEN