• No results found

Overige aspecten

In document Edelhert van wald tot waard (pagina 82-85)

8 Advies

8.7 Overige aspecten

8.7.1 Financiering

Forse maatregelen als ecoducten, ecotunnels en wildwaarschuwingssystemen zijn relatief kostbare maatregelen. Deze onevenredigheid is in één oogopslag duidelijk bij raadpleging van de kostenmatrices [Bijlage XIII]. Dat leidt vaak tot uitstel of afstel van het nemen van zulke maatregelen, met alle gevolgen van dien. Een oplossing is wellicht dit hele project in een groter, dus supraprovinciaal, nationaal of zelfs internationaal verband te plaatsen en daarmee meerdere soorten financiering los te krijgen. Gedacht kan worden aan het internationale natuurbelang van een betere aansluiting tussen de Nederlandse en Duitse natuurgebieden. Mogelijk zou Europese of Euregionale subsidie (i.h.k.v. INTERREG-projecten128) kunnen worden aangeboord. Maatschappelijke of particuliere sponsoring kan daarbij ook een rol van betekenis spelen, in bijvoorbeeld de bekende public-private partnership constructies, met bijvoorbeeld recreatieve en toeristische stakeholders of natuurorganisaties als contributanten. Daarnaast is er uiteraard het provinciale overheidsniveau. Bij het Nederrijkswald als centrale ecologische ‘verdeelschijf’ zijn drie provincies betrokken: Gelderland, Limburg en indirect ook Noord-Brabant. Tezamen zouden deze provincies wellicht middelen beschikbaar kunnen maken, eventueel onder de vlag van het Gelderse ‘natuurnetwerk’, de provinciale variant op de EHS.129 Omdat het Nederrijkswald, in schril contrast tot bijvoorbeeld een Reichswald, een keur aan

127

Rekenkamer Oost-Nederland (2014) Impuls voor implementatie. Onderzoek naar de Kadernota Faunabeleid, p. 45

128 http://www.euregio.eu/nl/subsidies/interreg 129

http://www.gelderland.nl/4/Home/Hier-werkt-de-provincie-Gelderland-aan/Natuur-en-landschap/Natuur-en-landschap-Gelders- Natuurnetwerk.html

82

terreinbeheerders, eigenaren, betrokken overheidsniveaus en overige belanghebbenden of betrokkenen impliceert, wordt er sterk aangeraden om te kijken of er mogelijkheden zijn tot oprichting van een soort van collectief fonds, analoog aan de bestaande ‘streekrekening’ of ‘landschapsfonds’; een soort ‘bosfonds’ dus. Eventueel zou hier een ‘stuurgroep’ of ‘klankbordgroep’ aan vast kunnen worden geknoopt. Het beter coördineren en afstemmen van het beheer van het Nederrijkswald als ruimtelijke en ecologische eenheid en als onderdeel van een FBE (zie hierboven), wordt op deze wijze aannemelijker wijs ook geholpen.

8.7.2 Draagvlak voor en door het Edelhert

Uiteraard kost het edelhert geld. Maatregelen moeten worden genomen en die kosten geld. Eerlijkheid gebiedt natuurlijk wel te zeggen dat het edelhert ‘zelf’ niet zoveel meer behoeft dan de aanleg van de rustgebieden of wat vegetatiebeplanting; niet de meest dure maatregelen. Het leeuwendeel van de kosten komt voort uit maatregelen die maatschappelijke belangen beschermen. Toch valt het in het huidige politieke en culturele klimaat te verwachten dat er ook kritiek komt op dit project, en dan met name op de kosten ervan. Mede daarom is het gebiedsplan een gefaseerd plan, met tussentijdse evaluatiemomenten en alternatieve scenario’s.

Maar het edelhert vertegenwoordigd ook een toegevoegde maatschappelijke waarde. De aanwezigheid ervan in een bepaald gebied schept kansen. Kansen tot kostenbesparing doordat bij gebalanceerde dichtheden minder hoeft te worden uitgegeven aan het openhouden van open plekken in het bos of bijvoorbeeld vergrassing van heide. Op de langere termijn draagt het edelhert bij aan een gezonde bosecologie, zodat natuurlijk bosbeheer minder menselijke ‘input’ vergt. Ook kan worden bezuinigd op exoten- of bospestbestrijding in zover als dit loofsoorten betreft, zoals de Amerikaanse vogelkers.

Directer kan het geld opleveren in de recreatieve en toeristische sector: het kunnen adverteren met een ‘kans op zien van edelhert’ is een echte toevoeging als selling point: voor campings en terreinbeheerders tot ijsverkopers op de parkeerplaatsen. De status en aantrekkingskracht van het edelhert als ‘wildernisicoon’ is intuïtief evident en wordt met harde berekeningen gestaafd in gezaghebbende rapporten van o.a. Triple E130 en Alterra.131 Uiteraard wordt het maatschappelijke draagvlak voor het edelhert, en de kosten die het met zich meebrengt, snel groter (en breder) als duidelijk is dat er ook harde euro’s aan worden verdient. In Groesbeek is het zowel vriend als vijand van natuur ondertussen wel duidelijk dat er goed geld kan worden verdiend aan het Groesbeekse natuur- en landschapskapitaal. Het edelhert zou hier een mooie aanvulling op kunnen zijn en als zodanig door de bevolking worden gewaardeerd.

8.7.3 Communicatie

Hier worden enkele aanzetten tot communicatietrajecten gegeven. Met een gebeurtenis als de komst van een groot, wild dier als het edelhert naar een nieuw gebied, kan worden gerekend op stevig veel reactie vanuit de maatschappij. Het loont om van te voren een verhaal klaar te hebben dat anticipeert op te verwachten vragen en kritiek. De reacties onder het brede publiek zullen uiteenlopen van enthousiast tot afkeurend. Belangrijk is bewust te zijn van het feit dat veel mensen vinden dat in tijden van crisis niet teveel geld aan natuur moet worden uitgeven. Het gebiedsplan kent een aantal maatregelen die relatief veel kosten maar omdat ze gefaseerd worden uitgevoerd en altijd voor goedkoper varianten kan worden gekozen, bestaat ruimte draagvlak te krijgen of te behouden. Een persverklaring zou een en ander een vliegende start kunnen geven, ook tegenover de media.

130 http://www.tripleee.nl/product/de-natuur-verdient-beter/ 131

Luttik, J., T. Boer, M. Goossen & G. Groot Bruinderink (z.j.) Natuurontwikkeling en de regionale economie in de Gelderse Poort; wat voegt het edelhert nog toe? Alterra rapport 1399. Wageningen

83

Bij communicatie bedoeld om breder draagvlak te verkrijgen, is belangrijk de uitgaven in perspectief te zetten en bijvoorbeeld te wijzen op maatschappelijke kosten die ontstaan als niets wordt gedaan, zoals gevolgen voor de verkeersveiligheid. Gewezen kan verder worden op de relatieve duurzaamheid van een wildtunnel of ecoduct. Het is belangrijk goed uit te leggen waarom sommige kosten zo kunnen oplopen en hoe ook wordt geprobeerd juist geld te besparen.

Traditioneel staan boeren bekend als ‘kritisch’ ten aanzien van dit soort projecten, omdat zij de eerste zijn die eventueel economische schade lijden en compensatie vanuit Faunafonds vaak als een lastig traject wordt ervaren. Belangrijk bij een eventueel communicatietraject gericht op deze groep, is hen in een vroeg stadium te benaderen en te betrekken op een respectvolle wijze en met een duidelijk boodschap. Ten aanzien van veterinair risico mag best eens hardop gezegd worden dat nu toch wel in den treure is vastgesteld dat het daarmee wel meevalt. Geen discussies daarover starten, maar ook niet te bang zijn voor negatieve reacties. Beter duidelijk en consistent dan accomoderend en later weer terugkrabbelen. Inconsistentie dient ten alle tijden voorkomen te worden ten overstaan van deze groep.

Tot slot dient in communicatie te worden vermeden precieze informatie te geven omtrent uit te voeren maatregelen in het bos, met name is hier van belang de inrichting van de rustgebieden. Wildkijkers en andere enthousiastelingen zouden deze weleens eerder gevonden kunnen hebben dan de herten zelf en van rust komt dan ter plekke weinig meer terecht.

84

In document Edelhert van wald tot waard (pagina 82-85)