• No results found

Discussie

In document Edelhert van wald tot waard (pagina 85-90)

In dit laatste hoofdstuk wordt ruimte gemaakt voor een aantal kritische kanttekeningen bij het onderzoek. Een sterk complicerende factor was het niet beschikbaar zijn van vlakdekkende data voor het hele Nederrijkswald. Dit betrof met name vegetatiegegevens, waardoor op onderdelen als voedselbeschikbaarheid, dekkingsgraad of natuurlijke verjonging, inschattingen gemaakt moesten worden door steekproefsgewijze veldbezoeken. De data, die wel voorhanden was, bevatte soms verouderde en/of incomplete gegevens. Het niet beschikbaar zijn van data hangt hierbij in grote mate samen met het versnipperde eigendom in het Nederrijkswald. Een ander aspect wat betreft gegevens is het feit dat het vaak om momentopnamen gaat. Landbouwgewassen op perceelsniveau zijn ontleend uit jaarlijks gepubliceerde gegevens en zijn geen garantie voor de lange termijn. Jaarlijks zijn er percelen waar van gewas gewisseld wordt, waardoor langs bosranden in een kort tijdsbestek een totaal ander beeld wat betreft landbouwschade kan ontstaan. Ten tijde van dit onderzoek zijn alweer nieuwe gewasgegevens verschenen.132

Nu is het zo dat, ook al zijn er zeer gedetailleerde en up-to-date gegevens beschikbaar, het exacte gebruik hiervan geen garanties geeft voor de uitwerking in de praktijk. In veel onderzoeken worden (soms ingewikkelde) berekeningen en computermodellen gebruikt, die als harde argumenten worden aangedragen. Edelherten blijven echter wilde dieren en kunnen te allen tijde, onverwacht gedrag vertonen. Dit blijkt bijvoorbeeld bij het Koningsven, waar het nodigde aan maatregelen uitgevoerd is, maar edelherten nauwelijks gebruik maken van de mogelijkheid om het bos uit te treden. Een onderzoek naar geschiktheid en het daarop volgende advies is niet meer dan een zo goed mogelijke inschatting van de realiteit. Door te werken met zoveel mogelijk relevante gegevens en het betrekken van ervaringen uit andere ‘gebieden’ komt men tot het meest aannemelijke beeld en verwachtingen omtrent het edelhert. Maar de uitkomsten bieden nooit een harde garantie op het feit dat een edelhert dat ene rustgebied zal benutten of de weg naar de Gelderse Poort wil afleggen.

De versnippering qua eigendom, zoals eerder aangehaald, belemmert niet alleen het verkrijgen van de juiste en/of bruikbare gegevens. Het speelt tevens een belangrijke rol bij de wenselijkheid naar de terugkeer van het edelhert. Veel verschillende eigenaren hebben ongetwijfeld veel verschillende meningen en belangen. Waar de één het ziet als een aanvulling qua natuurwaarden en biodiversiteit, kan de ander hier juist conflicten en een gevaar in zien. Hetzelfde geldt voor bosbouw. Hierin ziet natuurmonumenten zeer waarschijnlijk geen problemen, terwijl een ‘echte’ bosbouwer zich zorgen maakt over schade en inkomstenderving. Dat dit alles te maken heeft met bepaalde (af te spreken) dichtheden neemt deze verschillen niet zomaar weg.

In het onderzoek worden er een aantal noodzakelijke maatregelen geadviseerd, waarvoor draagvlak nodig is onder zowel de grondeigenaren, als de lokale bevolking. De vraag rijst of alle eigenaren bereid zijn om te investeren in het edelhert. Hierbij wordt natuurlijk snel gedacht aan financiële uitgaven, zeker in economisch mindere tijden, voor bijvoorbeeld een raster of een waterpoel. Belangrijker is wellicht de opoffering van een stuk bos, de bereidheid om paden af te sluiten of te verleggen (zie kaart 13) of het verbieden van loslopende honden (en niet te vergeten de controle hierop). Het draagvlak onder de bevolking, het publiek, hangt hier in grote mate mee samen. Zoals in een interview door een terreinbeheerder werd opgemerkt, stuit het afsluiten van paden of het plotseling opheffen van een hondenlosloopbeleid in de regel op veel verzet. Dit is ook voor te stellen bij bijvoorbeeld het invoeren van een snelheidsbeperking. Het publiek moet hier achter staan en hier rekening mee willen houden, wil de terugkeer van het edelhert slagen.

132 Deze gegevens, afkomstig van www.pdok.nl, konden niet meer in dit rapport verwerkt worden. Een eerste blik hierop heeft echter

85

Kaart 13: De ligging van het huidige Pieterpad, die door een geschikte locatie van een rustgebied loopt en verlegd moet worden.

Het draagvlak onder de agrariërs is wellicht nog het meest lastige en een terugkerend thema met betrekking tot groot wild en ook hier worden de nodige ‘offers’ van verwacht, ook al worden die ondervangen door een goed georganiseerde schadeafhandeling.

Dit alles in ogenschouw genomen, maakt dat men zich nog steeds kan afvragen of je in een gebied als deze een terugkeer moet willen. De voorgestelde maatregelen variëren van een bord plaatsen tot het aanleggen van een ecoduct en kent een financieel kostenplaatje, zonder garantie op succes. Voor het edelhert is het een bevrijding zo denken wij mensen, van 20 jaar opsluiting en wellicht een eerste stap richting een connectie met soortgenoten op de Veluwe of in de Oostvaardersplassen. Gelukkig mag redelijkerwijs worden gehoopt dat als het dier het hier niet goed genoeg bevalt, aangenomen mag worden dat deze gewoon op zijn hoefsporen terugtreedt en weer veilig ‘thuiskomt’. En misschien houdt het dier zich gewoon wijselijk koest tijdens de drukte van de dag en komt pas uit zijn rustgebied als iedereen alweer voor de TV zit of in bed ligt.

86

Literatuur

 Alterra (2001) Handboek Robuuste Verbindingen; ecologische randvoorwaarden. Wageningen, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte.

 Berendsen, H.J.A (2008) Landschappelijk Nederland. Perspectief Uitgevers.  Bergh, N. van den, H. Brinkhof, & D. Cerff (2007). Toekomstvisie Ketelwald.

 Boosten, M., Burggraaff, P., Groot, C. de, Jansen, P., Neefjes, J. & Selter, B. (2012) Bosgeschiedenis Euregio Rijn-Waal. Wageningen.

 Bouwer, K. (2003) Een Notabel Domein: een geschiedenis van het Nederrijkswald. Uitgeverij Matrijs.  Bureau Landschap (2009) Ontgonnen verleden. Regiobeschrijvingen provincie Gelderland. Ministerie

van LNV, directie IFZ/Bedrijfsuitgeverij.  Centraal Bureau voor de statistiek

 Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2007). Meetnet

Functievervulling Bos 2001-2005. Vijfde Nederlandse Bosstatistiek. Ede, Ministerie van LNV, directie IFZ/Bedrijfsuitgeverij.

 Faunapassages in de Weg van de Toekomst. Ecologische onderbouwing faunapassages N329 Grontmij 2009

 Förster, A. (1998) ‘Wild und Vegetation im Reichswald Kleve’ in Zeitschrift für Jagdwissenschaft 44  Gedeputeerde Staten van Gelderland (2012) Kadernota faunabeleid. Opmaat naar een nieuw flora en

faunabeleid in 2014.

 Gemeente Groesbeek (2012) Strategische visie Groesbeek 2025

 Grift, E. van der, & Bouwma, I. (2013, januari) ‘Robuuste verbindingen weer op de kaart’ in: Vakblad Natuur Bos Landschap.

 Groot Bruinderink, G.W.T.A., et al. (2004) De relatie tussen bosontwikkeling op de Zuidoost Veluwe en de aantallen edelherten, damherten, reeën, wilde zwijnen, runderen en paarden. Onderzoek naar de realisatiemogelijkheid van beheerdoelstellingen. Alterra-rapport 0.112. Wageningen.

 Groot Bruinderink, G.W.T.A., A.J. Griffioen, H. Kuipers, A.T. Kuiters & D.R. Lammertsma (2005) Edelherten in de Gelderse poort. Haalbaarheidsstudie. Alterra-rapport 1153. Wageningen.

 Groot Bruinderink, G., G. Kurstjens, M. Petrak, & L. Reyrink (2008) Edelhert. Kansrijk van Reichswald tot Meinweg. Roermond.

 Groot Bruinderink, G.W.T.A., D.R. Lammertsma & D. Pouwels (2000) De geschiktheid van natuurgebieden in Noord-Brabant en Limburg als leefgebied voor edelhert en wild zwijn. Alterra- rapport 086. Wageningen.

 Groot Bruinderink, G.W.T.A., D.R. Lammertsma, R. Pouwels, A.J. Griffioen, T.J.A. Gies, H. Kuipers & M. Petrak, …(2003) Horsterwold – Veluwe – Maaswoud: een quick scan van robuuste ecologische verbindingen van het ambitieniveau ‘edelhert’. Alterra-rapport 859. Wageningen.

 Groot Bruinderink, G., D. Lammertsma & G.J. Spek (2012) ‘Aanrijdingen met wilde hoefdieren in een boslandschap: de Veluwe’ in: De Levende Natuur, 113(1).

 Groot Bruinderink, G.W.T.A. & G.J. Spek (2003) Edelherten in het Nationaal Park de Utrechtse Heuvelrug. Overzicht van maatregelen. Alterra-rapport 836. Wageningen.

 Groot Bruinderink, G.W.T.A., C.J. de Vos, D.R. Lammertsma, G.J. Spek, R. Pouwels, A.J. Griffioen& T.J.A. Gies (2007) Robuuste verbindingen en wilde hoefdieren. Verwachte aantallen hoefdieren en mogelijke overlast voor de landbouw, het verkeer en de diergezondheid. Alterra rapport 1506. Wageningen.

 Jarnemo, A. (2008) ‘Seasonal migration of male red deer in southern Sweden and consequences for management.’ European Journal of Wildlife Research 54(2),327-333.

 Kerkstra, K. & Vrijlandt, P. (1988). Landschapsplan voor de Achterhoek.  Kurstjens, G. (2004) Pilotproject Edelherten Weerterbos.

 Kurstjens, G., A. van Braeckel & B. Peters (2003) Kansen voor grote hoefdieren in het Kempen~Broek en omgeving. Brussel.

87

 Lier, van P.C.T. & G.T. Siebenga (2006) Actualisatie verkeersstudie Groesbeek-Mook-Malden. Stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN). Grontmij Nederland bv.

 Luttik, J., T. Boer, M. Goossen G. & Groot Bruinderink (z.j.) Natuurontwikkeling en de regionale economie in de Gelderse Poort; wat voegt het edelhert nog toe? Alterra rapport 1399. Wageningen.  Ministerie van Economische zaken

 Ministerie van Landbouw Natuur en Visserij (2000). Natuur voor mensen - mensen voor natuur. Nota natuur, bos en landschap in de 21e eeuw.

 Ooms, J.W. (2010) Wildongevallen: Preventieve maatregelen en hun toepassingsgebied.  Provincie Gelderland. Omgevingsvisie.

 Provincie Gelderland (2013)Natuurbeheerplan Gelderland.  Provincie Gelderland (2014) Ontwikkeling intensiteiten 1993-2013.

 Provincie Gelderland (2013) Uitvoeringsprogramma Faunavoorzieningen Gelderland 2013 – 2016  Provincie Overijssel

 Provinciale Staten van Gelderland (2011) Review over de vervolgnotitie hertenschaderegeling.

Rekenkamer Oost-Nederland (2014). Impuls voor implementatie. Onderzoek naar de Kadernota Faunabeleid.

 Schetsboek Ecoducten Veluwe, Uitgave Begeleidingscommissie Ecoducten Veluwe (2006)  Spek, G.J. (2014) Faunabeheerplan Grofwild FBE Gelderland 2014-2019.

 Vereniging het edelhert (2010) Standpunt van de Vereniging Het Edelhert ten aanzien van het beheer van edel- en damherten in Nederland.

 Wiersema, G.J. (z.j.) Wildweiden.

 Worm, B. (2010) ‘Spontane kolonisatie edelherten in Oost-Nederland’ in: Zoogdier, 21 (3).

 Worm, B., (2008) Zijn er grenzen bereikt? Het succes van wilde hoefdieren in Nederland, In: Zoogdier 19(3).

 ZKA Consultants & Planners (2012)Toeristisch-recreatieve monitor Regio Arnhem Nijmegen 2011. Economische betekenis sector anno 2011 en ontwikkeling 2009-2011. Breda.

http://www.hetedelhert.nl http://www.earthsys.com http://en.wikipedia.org www.vvtij.nl http://nl.wikipedia.org http://www.bionieuws.nl http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl http://www.heiderijk.nl https://www.natuurmonumenten.nl http://www.natuurbericht.nl http://e360.yale.edu http://www.vcbio.science.ru.nl http://www.PDOK.nl http://www.Bodemdata.nl http://www.ketelwald.de http//:www.stadsindex.nl www.ark.eu www.kwispelgids.nl http://www.hondenopvakantie.nl http://www.hondenforum.nl http://www.gelderlander.nl http://www.zoogdiervereniging.nl

88

www.bfn.de www.nabu.de http://www.coe.int http://www.euregio.eu http://www.faunabeheereenheid.nl http://www.seton-signalering.nl http://www.denieuwewildernis.nl http://www.tripleee.nl

89

In document Edelhert van wald tot waard (pagina 85-90)