• No results found

8 Erwinia chrysanthemi (ploffers) in Dahlia

8.4 Overdracht van Erwinia chrysanthemi op het veld

8.4.1

Materiaal en methode overdracht E. chrysanthemi op het veld

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van stekken van de cultivar ‘Stolze von Berlin’ afkomstig uit een partij met veel ploffers. De helft van de stekken (2 herhalingen) waren afkomstig van knollen die gingen ploffen, de andere helft van de stekken van knollen die niet ploften. Daarnaast zijn stekken gebruikt van de cultivar ‘Karma Serena’ afkomstig van knollen die één jaar op het veld zijn geteeld nadat het materiaal afkomstig was uit weefselkweek. Daardoor was de kans erg groot dat dit materiaal nog niet besmet was met bacteriën.

Op het veld zijn op dwarsregels om en om een regel van de verschillende cultivars geplant.

In droge periodes hebben de planten geen extra water gehad of zijn ze extra beregend (per veldje met een gieter) om daarmee de bacterie-overdracht te stimuleren.

De stekken zijn 24 mei 2005 op het veld geplant en eind oktober gerooid. Bij het maaien zijn de veldjes in een keer van voor naar achter gemaaid, zoals in de praktijk gebruikelijk is.

De knollen zijn 25 januari 2006 in de kas opgelegd. Na het opleggen was de kastemperatuur 12 °C tot 13 maar. Vanaf 13 maart is een temperatuur van 23 °C aangehouden.

Per behandeling zijn 4 herhalingen met elk 25 stekken/knollen gebruikt. In Tabel 8.5 is het proefschema weergegeven.

Tabel 8.5 Proefschema

Behandeling cultivar Extra water gift 1 ‘Stolze von Berlin’ Nee

2 ‘Serena’ Nee

3 ‘Stolze von Berlin’ Ja

4 ‘Serena’ Ja

Voor herhaling A en B van ‘Stolze von Berlin’ zijn stekken gebruikt afkomstig van ploffers, voor herhaling C en D stekken van visueel gezonde knollen uit de plofferpartij.

Elke herhaling is apart op een bak opgelegd om infectie tijdens de stekperiode zoveel mogelijk te voorkomen.

Van ‘Serena’ zijn in een andere proef stekken van dezelfde partij geplant zonder besmetting als een controle op de gezondheidstoestand van de partij stekken.

8.4.2

Resultaten overdracht E. chrysanthemi op het veld

Tijdens de teelt is viermaal extra water gegeven aan behandeling 3 en 4.

De stekken groeiden na het planten goed weg. Vrij kort na het planten werd in een warme periode een enkele slappe (verwelkings-) plant gezien bij ‘Stolze von Berlin’. Eind juni zijn het aantal verwelkte planten genoteerd. In Tabel 8.6 is te zien dat er alleen bij ‘Stolze von Berlin’ verwelkte planten zijn waargenomen.

Tabel 8.6 Aantal verwelkte planten (maximaal 24) gemiddeld per behandeling op 30 juni, percentage uitval bij rooien, totaal oogstgewicht (g) en gewicht (g) per knol gemiddeld per behandeling

Behandeling cultivar Extra water Aantal verwelkt % uitval Totaal gewicht Gewicht/kn ol 1 ‘Stolze von Berlin’ Nee 2.5 24.0 2377 129.3 2 ‘Serena’ Nee 0.0 11.5 3306 159.7 3 ‘Stolze von Berlin’ Ja 3.5 21.9 2769 144.7 4 ‘Serena’ Ja 0.0 11.5 3516 167.2 LSD 1.66 10.68 715.9 ns

Bij de oogst van de knollen bleken er meer knollen van ‘Stolze von Berlin’ weggevallen te zijn dan van ‘Serena’. De uitval is toe te schrijven aan verwelkingsziekte. Door de uitval was het totaal oogstgewicht van ‘Serena’ groter dan van ‘Stolze von Berlin’. Er was geen verschil in gemiddeld knolgewicht tussen de beide cultivars.

Er was geen effect van het watergeven op de verwelking.

Zoals in de proefopzet al is aangegeven zijn bij Stolze von Berlin voor twee herhalingen stekken van ploffers gebruikt en voor twee herhalingen stekken van visueel gezonde knollen. Wanneer die worden gemiddeld per herkomst van de stekken (over de behandeling watergeven heen) ontstaat het beeld zoals is weergegeven in Tabel 8.7.

Hoewel bij de stekken afkomstig van ploffers veel meer planten lijken te zijn verwelkt en weggevallen is het verschil niet betrouwbaar. Het oogstgewicht van de knollen afkomstig van stekken van ploffers was kleiner dan van stekken van visueel gezonde knollen.

Tabel 8.7 Aantal verwelkte planten (maximaal 24) op 30 juni, percentage uitval, totaal oogstgewicht (g) en gewicht per knol (g) gemiddeld per herkomst van de stekken van ‘Stolze von Berlin’

cultivar Herkomst Aantal verwelkt % uitval Totaal gewicht

Gewicht/kn ol

Stolze von Berlin ploffer 4.75 34.4 1908 121.3

Stolze von Berlin Nee 1.25 11.5 3238 152.7

LSD ns ns 853.8 ns

Opleg

In Tabel 8.8 is te zien dat er geen betrouwbare verschillen in percentages ploffers waren tussen de behandelingen. Toch bestaat de indruk, evenals op het veld, dat het percentage ploffers bij Stolze von Berlin geplukt van plofferknollen hoger was dan van visueel gezonde knollen.

Extra water geven op het veld had geen extra ploffers tot gevolg.

Opvallend is dat het percentage ploffers bij ‘Serena’ net zo hoog is als bij ‘Stolze von Berlin’. Blijkbaar heeft er zeer gemakkelijk overdracht plaatsgevonden van de bacterie op het land.

De controlestekken ‘Serena’ in een andere proef (zie Tabel 8.2) bevatte geen ploffers. Daarmee is uitgesloten dat de partij ‘Serena’ al besmet was.

Tabel 8.8 Percentage ploffers gemiddeld per behandeling

Cultivar Herkomst Extra water % ploffers ‘Stolze von

Berlin’

Ploffer Nee 51.0 ‘Stolze von

Berlin’

Visueel gezond Nee 17.9 ‘Stolze von Berlin’ Ploffer Ja 33.9 ‘Stolze von Berlin’ Visueel gezond Ja 18.8

‘Serena’ Visueel gezond Nee 36.5

‘Serena’ Visueel gezond Nee 31.4

‘Serena’ Visueel gezond Ja 23.2

‘Serena’ Visueel gezond Ja 34.0

LSD 46.27

In Figuur 8.1 is te zien dat twee weken na het opstoken van de kastemperatuur (28 maart) er al direct knollen gingen ploffen. In de loop van het seizoen kwamen daar nog veel knollen bij. In het begin zijn de meeste ploffers gevonden bij ‘Stolze von Berlin’ geplukt van plofferknollen. Bij alle behandelingen nam het

percentage ploffers tijdens de stekperiode sterk toe. Dit kan erop duiden dat er besmetting tijdens de stekperiode heeft plaatsgevonden.