• No results found

4 Bodemgesteldheid; beschrijving van de bodemkaart

4.4 Oude rivierkleigronden

Oude rivierkleigronden zijn gronden, waarvan het moedermateriaal zogenaamde oude rivierklei is. De oppervlakte van deze gronden is 29,6 ha (= 0,8%). De oude rivierkleigronden die we aangetroffen hebben, bestaan uit meer dan 40 cm oude

rivierklei (materiaal met meer dan 8% lutum) tussen 0 en 80 cm - mv. Bij de oude rivierkleigronden komt altijd in de ondergond de toevoegingen .../g of .../G voor. De oude rivierklei wordt beschouwd als afsluiting van een vlechtend rivierensysteem aan het eind van het Weichselien. Het onderscheid tussen oude en jonge rivierklei is gerechtvaardigd door verschillen in kenmerken en eigenschappen tussen beide sedimenten. Deze hebben betrekking op de stugheid (bewerkbaarheid), de kleur, het humusgehalte en enkele fysische en chemische eigenschappen. Oude rivierklei heeft een kleiner zwel- en krimpvermogen, een geringer specifiek oppervlak en een lagere adsorptiecapaciteit. De roestvlekken en ijzerconcreties hebben in de jonge rivierkleigronden een bruine tot roodbruine kleur; in de oude rivierkleigronden zijn ze meer geelbruin en oranje. Ook komen er meer mangaanconcreties in voor. De oude rivierkleigronden hebben meestal een lager organisch stofgehalte dan de jonge rivierkleigronden. De oude rivierkleigronden hebben ook een nauwere bewerkings- marge, een geringere structuurstabiliteit en zijn bij gelijke zwaarte moeilijker te bewerken dan jonge rivierkleigronden.

Bij de oude rivierkleigronden komen in dit gebied alleen maar gronden voor met een dunne (dunner dan 15 cm) en/of een onduidelijke (vage) bovengrond, waardoor alleen maar vaaggronden zijn onderscheiden.

4.4.1 Vaaggronden

De vaaggronden in de oude rivierklei zijn rivierkleigronden zonder duidelijk bodemvorming. De bodemhorizonten zijn zo vaag ontwikkeld dat ze niet voldoen aan de eisen die aan de horizonten, voornamelijk minerale eerdlaag, gesteld worden. Naar de aard van de bovengrond en de begindiepte van de roest- en reductieverschijnselen (hydromorfe kenmerken) zijn bij de oude rivierkleigronden alleen maar poldervaaggronden onderscheiden.

4.4.1.1 Poldervaaggronden

De poldervaaggronden in oude rivierklei hebben een dunne (dunner dan 15 cm) en/of een onduidelijk bovengrond. De poldervaaggronden zijn oude rivierklei- gronden waarbij de hydromorfe kenmerken (roest- en reductieverschijnselen) binnen 50 cm - mv. beginnen. Ze hebben steeds een pleistocene zandondergrond, die meestal dieper dan 80 cm - mv. begint. Naar de textuur (lutumgehalte), het profielverloop en de kalkklasse hebben we 13 legenda-eenheden onderscheiden, met een oppervlakte van 29,6 ha (= 0,8%).

KRn02A: Poldervaaggronden; zeer lichte zavel, zand beginnend binnen 80 cm - mv., kalkrijk

KRn12A: Poldervaaggronden; matig lichte zavel, zand beginnend binnen 80 cm - mv., kalkrijk

KRn52A: Poldervaaggronden; lichte klei, zand beginnend binnen 80 cm - mv., kalkrijk

KRn15A: Poldervaaggronden; matig lichte zavel, homogeen, kalkrijk KRn35A: Poldervaaggronden; zware zavel, homogeen, kalkrijk KRn55A: Poldervaaggronden; lichte klei, homogeen, kalkrijk KRn75A: Poldervaaggronden; zware klei, homogeen, kalkrijk

KRn12C: Poldervaaggronden; matig lichte zavel, zand beginnend binnen 80 cm - mv., kalkloos

KRn32C: Poldervaaggronden; zware zavel, zand beginnend binnen 80 cm - mv., kalkloos

KRn33C: Poldervaaggronden; zware zavel, met een tussenlaag van niet-kalkrijke zware klei, kalkloos

KRn15C: Poldervaaggronden; matig lichte zavel, homogeen, kalkloos KRn55C: Poldervaaggronden; lichte klei, homogeen, kalkloos

4.5 Toevoegingen

De toevoegingen op de bodemkaart geven informatie over bodemkundige kenmerken die we niet konden of wilden gebruiken als criterium bij het indelen van de gronden. Een toevoeging wordt gebruikt om een bepaald profielkenmerk aan te geven dat over het hele of een deel van de oppervlakte van één of meer legenda- eenheden voorkomt.

De toevoegingen staan op de bodemkaart met een raster of signatuur aangegeven. De meeste toevoegingen geven informatie over de aard, textuur en begindiepte van een onderscheiden laag in de ondergrond. Toevoegingen op de bodemkaart zijn meestal beperkt tot kenmerken die binnen 120 cm - mv. voorkomen. Twee toevoegingen geven informatie over de ondergrond dieper dan 120 cm - mv. We hebben in totaal 11 toevoegingen, waarvan 3 vergravingen, onderscheiden. De volgende toevoegingen komen in het gebied voor:

g/...: Grind, beginnend ondieper dan 40 cm - mv.;

Toelichting: Bij één legenda-eenheid hebben we deze toevoeging aangetroffen; ten

zuidoosten van Spijk tegen de Spijkse dijk.

k/...: Zavel- of kleidek, beginnend ondieper dan 40 cm - mv. en 15-40 cm dik;

Toelichting: De zavel- of kleidekken die we aangetroffen hebben, komen voor bij de

zandgronden en kalkhoudende zandgronden. De meeste zandgronden hebben deze toevoeging. Het zavel- of kleidek bestaat uit jonge rivierklei.

z/...: Zanddek, beginnend ondieper dan 40 cm - mv. en 15-40 cm dik;

Toelichting: Met de toevoeging zanddek is bij één legenda-eenheid aangegeven waar

.../g: Grind en/of grof zand, beginnend tussen 40 en 120 cm - mv. en tenminste 40 cm dik of doorlopend tot dieper dan 180 cm - mv.

Toelichting: Het materiaal bestaat overwegend uit matig grof tot zeer grof zand (M50 =

210-1000 µm). Plaatselijk komt grind voor. Dit materiaal behoort meestal tot Formatie van Kreftenheye.

.../G: Grind en/of grof zand, beginnend dieper dan 120 cm - mv. en tenminste 40 cm dik of doorlopend tot dieper dan 180 cm - mv.

Toelichting: Deze toevoeging komt overeen met toevoeging .../g, alleen de begindiepte

is anders.

.../v: Moerig materiaal, beginnend dieper dan 80 cm - mv. en doorgaand tot dieper dan 120 cm - mv.

.../z Holoceen zand, beginnend tussen 40 en 120 cm - mv. en tenminste 40 cm dik en/of doorlopend tot dieper dan 180 cm - mv.

Toelichting: Met deze toevoeging hebben we aangegeven waar in de ondergrond zeer

en matig fijn zand is aangetroffen. Meestal is dit door de rivier in het Holoceen afgezet. Soms is dit verplaatst zand van de Formatie van Kreftenheye.

.../Z Holoceen zand, beginnend dieper dan 120 cm - mv. en tenminste 40 cm dik of doorlopend tot dieper dan 180 cm - mv.

Toelichting: Deze toevoeging komt overeen met toevoeging .../z, alleen de

begindiepte is anders. .../F: Vergraven

Toelichting: De gronden met deze toevoeging zijn veelal dieper dan 40 cm verwerkt.

De horizonten in het profiel zijn met elkaar vermengd, doch meestal zijn nog voldoende profielkenmerken aanwezig om de gronden bij de onderscheiden legenda- eenheden in te delen. Het verwerken van de gronden heeft meestal tot doel om de gronden te verbeteren. Die verbetering kan inhouden een betere beworteling, een betere draagkracht of een vlakkere ligging.

.../G: Afgegraven

Toelichting: Het betreft percelen waarvan de bovengrond eerst opzij gezet is waarna

een deel van de kleiondergrond is afgegraven en afgevoerd naar de grof keramische industrie. Daarna is de bovengrond weer terug gezet. Langs de randen zijn vaak steilranden aanwezig en de percelen zijn vrij vlak. Deze toevoeging moet niet verward worden met de toeging .../G van grind en/of grof zand; beginnend dieper dan 120 cm - mv. en tenminste 40 cm dik of doorlopend tot dieper dan 180 cm - mv.

.../H: Opgehoogd

Toelichting: Deze gronden hebben meestal een opgebracht dek bestaande uit een

mengsel van zavel, klei en zand.