• No results found

4.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk beschrijf ik de opzet van mijn onderzoek. De doelstelling van mijn onderzoek is een duidelijk beeld schetsen van risicomanagement op het gebied van cliëntacceptatie en -continuatie bij accountantsorganisaties als gevolg van de recente ontwikkelingen in de wet- en regelgeving. Daarnaast wil ik onderzoeken op welke wijze de verhoogde risico‟s beheerst kunnen worden. Middels de deelvragen zal ik in dit hoofdstuk aangeven wat de methode van onderzoek is. Aan de hand van de onderzoeksopzet probeer ik uiteindelijk het antwoord op mijn centrale vraagstelling te formuleren.

4.2 ONDERZOEKVORM EN ONDERZOEKSOBJECT

Aan de hand van openvragen zullen de accountantsorganisaties worden geïnterviewd om daarmee antwoord te krijgen op de genoemde deelvragen. De belangrijkste reden waarom voor openvragen is gekozen, is om diepgang in de interviews te brengen door te kunnen doorvragen. Een doelstelling van dit onderzoek is de verschillen tussen accountantsorganisaties te onderzoeken. Om deze doelstelling te kunnen voltooien dient de huidige situatie, de risicohoudingen en oordelen van de geselecteerde accountantsorganisaties in kaart gebracht te worden. Hierdoor zijn overige type (kwantitatief) onderzoeken niet toepasbaar om tot de gewenste informatie te komen.

Ter toetsing van de verkregen antwoorden, of wanneer een interview geen toereikende informatie oplevert, zullen een tweetal casusposities worden voorgelegd. Deze casussen hebben mede tot doel ethische vragen te stellen rondom relaties met risicovolle cliënten. Voorbeelden van onderwerpen met betrekking tot cliëntacceptatie en continuatie worden in deze casussen verwerkt. De reden waarom ik ook voor deze methode heb gekozen, is om argumenten te verzamelen en te analyseren die relevant zijn voor het beantwoorden van de vraagstelling.

34 De belangrijkste argumenten zullen zich ontleden aan ethische normen van een accountantsorganisatie, aangezien wetsbepalingen en beroepsrichtlijnen hier duidelijk over zijn.

4.3 SELECTIE ACCOUNTANTSORGANISATIES

Om inzicht te krijgen in de verschillen tussen accountantsorganisaties rondom het beleid ten aanzien van risicovolle cliënten en wetenschappelijk onderbouwde uitspraken voor mijn onderzoek te kunnen doen, heb ik een vijftal accountantsorganisaties geïnterviewd. De accountantsorganisaties die zijn geselecteerd voor mijn onderzoek zijn allen actief in Nederland. Vanwege privacyreden zijn de namen van de accountantsorganisaties niet in dit onderzoek opgenomen.

Bigfour accountantsorganisatie:

Accountantsorganisatie A is een internationale accountantsorganisatie. Wereldwijd telt dit accountantskantoor 100.000 medewerkers verdeeld over 140 landen. In Nederland werken 4.500 medewerkers verspreid over 30 vestigingen. Accountancy, fiscaal advies, transaction advisory services en juridisch advies zijn de kerndiensten van accountantsorganisatie A. De accountantsorganisatie bezit een Wta/OOB vergunning voor het kunnen verrichten van alle soorten wettelijke controles. Het interview is afgenomen met een vennoot, zie bijlage 3.1 voor het interviewverslag.

Middelgroot accountantsorganisaties met een WTA/ OOB vergunning:

Accountantsorganisatie B is een zelfstandig opererende, middelgroot, Nederlandse accountantsorganisatie die lid is van een internationaal accountantsnetwerk. Accountantsorganisatie B heeft vijf vestigingen in Nederland, en behoort tot de tien grootste accountantsorganisaties van Nederland. De accountantsorganisatie bezit een Wta/OOB vergunning. Het interview is afgenomen met een vestigingdirecteur en een controleleider, zie bijlage 3.2 voor het interviewverslag.

Accountantsorganisatie C is een middelgroot accountantskantoor voor kleine en middelgrote ondernemingen, de agrarische sector, overheid en non-profit instellingen.

35 De accountantsorganisatie heeft zevenenveertig vestigingen, en bezit een Wta/OOB vergunning voor het verrichten van wettelijke controles. De vragenlijst is door een relatiemanager ingevuld, zie bijlage 3.3 voor de ingevulde vragenlijst.

Middelgroot accountantsorganisaties met een WTA vergunning (geen OOB):

Accountantsorganisatie D is een middelgroot kantoor. Door heel Nederland werken 115 medewerkers, verspreid over 4 vestigingen. Accountancy, fiscaal- en juridische advies zijn de kerndiensten van accountantsorganisatie D. De accountantsorganisatie bezit een Wta vergunning voor het verrichten van wettelijke controles. Het interview is afgenomen met een vennoot, zie bijlage 3.4 voor het interviewverslag.

Accountantsorganisatie E is een middelgroot kantoor van registeraccountants, belastingadviseurs en consultants. De accountantsorganisatie bedient relaties in het MKB, overheid en non profit. De accountantsorganisatie heeft 4 vestigingen in het noorden van het land. De accountantsorganisatie heeft nog geen Wta vergunning, maar voert wel wettelijke controles uit vanuit een samenwerkingsverband in de vorm van een vereniging. Het interview is afgenomen met een relatiemanager, zie bijlage 3.5 voor het interviewverslag.

4.4 SPREIDING SELECTIE ACCOUNTANTSORGANISATIES

In deze subparagraaf wordt de spreiding met betrekking tot de geselecteerde accountantsorganisaties voor dit onderzoek onderbouwd.

Er is bewust gekozen voor één bigfour accountantsorganisatie, omdat bij de overige drie bigfour accountantsorganisatie het proces hetzelfde is georganiseerd als bij accountantsorganisatie A. De overige bigfour accountantsorganisaties hebben wellicht andere softwareprogramma‟s, maar het acceptatie- en continuatietraject is net als accountantsorganisatie A met dezelfde stappen geautomatiseerd dichtgemetseld. Hierdoor acht ik het niet nodig om nog een bigfour organisatie te interviewen

36 Daarnaast is bewust gekozen voor twee middelgrote accountantsorganisaties die een Wta/ OOB vergunning hebben. Een beursgenoteerde bedrijf, een bank en/of een verzekeraar zijn een voorbeeld van een organisatie van openbaar belang (OOB). Deze organisaties mogen alleen door accountantsorganisaties gecontroleerd worden die een Wta/OOB vergunning hebben. Er vindt grondig en frequent toezicht plaats door de AFM op de accountantsorganisaties die een Wta/OOB vergunning hebben. De accountantsorganisaties mogen OOB‟s en overige ondernemers controleren.

Tot slot zijn twee middelgrote accountantsorganisaties geselecteerd die geen Wta/OOB vergunning hebben, maar alleen een Wta vergunning. Zij mogen geen OOB‟s controleren, maar wel overige ondernemers controleren.

4.5 TOTSTANDKOMING SELECTIE ACCOUNTANTSORGANISATIES

De initiële insteek was een interview bij zeven accountantsorganisaties, te weten een bigfour accountantsorganisatie, twee middelgrote accountantsorganisaties met meerdere vestigingen, twee middelgrote accountantsorganisaties met één vestiging en twee kleine accountantsorganisaties. Voor dit onderzoek is het belangrijk om een relatiemanager, externe accountant of vennoot te interviewen om relevante en bruikbare data te verzamelen. Bij het benaderen van accountantsorganisaties was het lastig om in contact te komen met één van de functionarissen. Zo is het voorgekomen dat drie accountantsorganisaties geen tijd voor een interview hadden, maar wel de vragenlijst wilden invullen. Uiteindelijk heeft toch één accountantsorganisatie (accountantsorganisatie C) een vragenlijst ingevuld en hebben twee accountantsorganisaties zich zonder duidelijke reden teruggetrokken.

Gedurende het onderzoek is gebleken dat accountantsorganisaties niet snel mee wilden werken aan het onderzoek, omdat de functionarissen weinig of geen tijd hadden voor een interview.

Tijdens het onderzoek bleek dat het merendeel van de middelgrote accountantsorganisaties (met of zonder Wta vergunning) zich hebben aangesloten bij Samenwerkende Registeraccountants en Accountants- Administratieconsulenten (SRA). Het SRA is een vereniging die een netwerk is voor middelgrote accountantsorganisaties

37 in Nederland. Het SRA biedt op dit moment aan 370 aangesloten accountantsorganisaties alle mogelijkheden van een bigfour kantoor (www.sra.nl).

Wegens de invoering van de Wta maken veel leden gebruik van producten en diensten van het SRA. Een aantal leden bezit inmiddels een wettelijke vergunning voor het uitvoeren van (wettelijke) controles of bevinden zich in het proces om de vergunning te bemachtigen. Om een vergunning te bemachtigen, of juist te behouden, moeten accountantsorganisaties continu aan de kwaliteitsnormen van de AFM voldoen. Zo biedt het SRA digitale controledossiers inclusief een kader aan om een juiste en volledige analyse rondom risicomanagement cliëntacceptatie en –continuatie uit te voeren. Tevens verricht het SRA periodiek kwaliteitsreviews uit waar de AFM op steunt. Accountantsorganisatie B, D en E zijn aangesloten bij het SRA.

Met deze relevante informatie is besloten om, naast een bigfour organisatie en twee middelgrote accountantsorganisaties met Wta/OOB vergunning, uiteindelijk ook twee middelgrote accountantsorganisaties te selecteren die aangesloten zijn bij een netwerk voor accountantsorganisaties.

De interviews zijn afgenomen aan de hand van een vragenlijst. Op basis van de acht componenten van het stappenplan van COSO-ERM zijn de vragen in de vragenlijst geformuleerd. Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven, kan het systeem worden toegepast op de gehele accountantsorganisatie, met als doel de focus op het behalen van de organisatiedoelstellingen te leggen. In de volgende paragraaf behandel ik de door mij gehanteerde vragenlijst.

4.6 DE VRAGENLIJST

In bijlage 2 zijn een vragenlijst en een tweetal casusposities toegevoegd die gebruikt zijn bij het interviewen van de accountantsorganisaties. De vragen hebben betrekking op het risicobeheersingsysteem. In de bijlage heb ik per vraag een korte toelichting beschreven, om aan te geven wat de vraag precies inhoudt.

38 Omdat het niet zeker was dat een accountantsorganisatie tijd heeft voor een interview, zijn de vragen vervolgens voorzien van korte toelichtingen zodat accountantsorganisaties zelf de vragenlijst kunnen invullen. Met behulp van de vragenlijst (en korte toelichting per vraag) wordt gewaarborgd dat een interview gestructureerd verloopt en dat de verkregen data op dezelfde manier verzameld en geanalyseerd kunnen worden.

Ter toelichting wordt hier een korte schets gegeven waarom bepaalde vragen zijn gesteld voor bij de interviews. De kernpunten voor dit onderzoek worden hier onderbouwd, dit gebeurt voornamelijk met behulp van de toelichtingen die per vraag in de bijlage zijn vermeld. De vragen zijn er voornamelijk op gericht om een helder beeld te krijgen van de accountantsorganisatie rondom risicomanagement ten aanzien van (risicovolle) cliëntrelaties.

Definitie risicovolle cliënten

Ten eerste is het belangrijk om te weten wie accountantsorganisaties als “risicovolle cliënten” zien. Daarnaast is het van belang te weten op grond van welke factoren risicoprofielen van cliënten worden vastgesteld.

Bewustzijn, verantwoording en betrokkenheid

Het is belangrijk dat een accountantsorganisatie een dergelijk proces ontwikkelt en dat de directie voorbeeldgedrag vertoont bij het uitvoeren van het proces. Dit bepaalt tevens het bewustzijn van verschillende soorten functionarissen omtrent de omgang met (risicovolle) cliënten.

Organisatiedoelstellingen van accountantsorganisaties

De organisatiedoelstellingen moeten allereerst bekend zijn voordat de accountantsorganisatie potentiële risico‟s voor het behalen van deze organisatiedoelstellingen kan identificeren. Accountantsorganisaties kunnen verschillende organisatiedoelstellingen hebben. Aangezien een accountantsorganisatie verschillende soorten ondernemingsdoelstellingen wil behalen, zal een weloverwogen

39 afweging gemaakt moeten worden op basis van risico‟s en rendement op een cliënt. Wordt een risicovolle cliënt gezien als opportuniteit (hoog risico = hoog rendement) of wordt dit als risico gezien dat een organisatiedoelstelling niet wordt behaald (voorbeeld: reputatieschade).

Risicoacceptatiegraad

Hoeveel risico wil een accountantsorganisatie nemen bij het aangaan van een cliëntrelatie met een verhoogd risico. De risicoacceptatiegraad wordt in dit onderzoek gebruikt als de link tussen organisatiedoelstellingen en risk management bij het nemen van de beslissing bij het bereiken van organisatiedoelstellingen.

Risicobeheersing

Welke risicobeperkende maatregelen zijn door de accountantsorganisaties genomen om het risico te beperken. Een opsomming van de risicobeperkende maatregelen bepalen de mate van risicobeheersing in een accountantsorganisatie.

Monitoring

Er zijn verschillende methoden van monitoring van het risicobeheersingsysteem. Belangrijk is dat periodiek door een accountantsorganisatie gecontroleerd wordt of het proces nog goed functioneert. Indien blijkt dat het proces niet meer actueel is, wordt onderzocht hoe er wijzigingen door de accountantsorganisatie wordt doorgevoerd.

4.7 SLOT

In dit hoofdstuk heb ik de opzet van dit onderzoek beschreven, waarbij ik aandacht heb geschonken aan de accountantsorganisaties die ik heb benaderd voor een interview en mijn vragen. De vragenlijst voor mijn interview is opgenomen in bijlage 2. De vragenlijst bevat diverse vragen die uiteindelijk dienen te leiden tot beantwoording van mijn deelvragen. In het volgende hoofdstuk behandel ik de uitkomsten van mijn onderzoek.

40