• No results found

Naast de ondernemingen zijn ook de leerlingen en de opleidingsverstrekkers betrokken bij de overeenkomst. Er wordt gekozen voor semigestructureerde interviews om de leerlingen, trajectbegeleiders en technisch adviseur-coördinators (TAC) face-to-face te bevragen.

Semigestructureerde interviews zijn gebaseerd op een interviewleidraad (zie appendix). De interviewleidraad zal de onderzoeksvragen betreffende de leerling en de opleidingsverstrekker dekken (zie Sectie 2.4). Voor de steekproeftrekking staat de school of opleidingsverstrekker centraal waarbinnen ook leerlingen, trajectbegeleiders en TAC’s worden geselecteerd voor interviews.

Het voordeel van kwalitatief onderzoek op basis van interviews is het diepgaand kunnen nagaan welke processen tot stand komen. Met in totaal 12 casussen (of scholen) die kwalitatief representatief zijn voor de populatie van scholen die alternerend leren aanbieden, proberen we een inzicht te krijgen in hoe de onderzochte casussen de aspecten met betrekking tot de overeenkomsten en het opleidingsplan ervaren. In wat volgt gaan we nader in op de selectie van de opleidingsverstrekkers.

8.1 Selectie van opleidingsverstrekkers

172 onderwijsinstellingen bieden overeenkomsten binnen het van systeem alternerend leren aan. Hieruit schrapten we alle instellingen binnen het Buitengewoon Onderwijs (want niet behorend tot de scope van dit onderzoek) en alle instellingen die minder dan vijf overeenkomsten aanbieden in het schooljaar voorafgaand aan dit onderzoek (2018-2019). We gingen er daarbij van uit dat scholen met minder dan vijf overeenkomsten te weinig informatie over hun ervaringen met het systeem zouden kunnen geven. Na de exclusie van de scholen met de net vermelde karakteristieken, bleef nog een sample van 83 scholen over. Uit die selectie is de steekproef getrokken. We zochten daarbij naar zowel scholen met al enige ervaring met het systeem, scholen die het systeem vrij recent opstartten, CDO’s en instellingen met Leertijd (SYNTRA). De voorkeur ging daarbij uit naar het verhoudingsgewijs meer scholen selecteren die het systeem recent opstartten, omdat dit de mogelijkheid biedt om hun ervaringen met die opstart mee te nemen. Ook CDO’s zijn verhoudingsgewijs sterker vertegenwoordigd, dit vanwege het feit dat CDO’s frequenter van dit systeem gebruik maken en een groter aantal overeenkomsten afsluiten. Tot slot probeerden we bij de selectie ook zoveel als mogelijk reke-ning te houden met volgende criteria:

- percentage aan overeenkomsten in duaal leren blijft even hoog of groeit met de jaren;

- diversiteit in het opleidingsaanbod. Belangrijk is dat er opleidingen betrokken zijn in alle sectoren (i.c. primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sectoren);

- diversiteit naar onderwijsnet;

- diversiteit naar provincie;

- mate waarin de opleiding duaal wordt georganiseerd (indien school zich in de laagste categorie bevond, was het cruciaal dat de aanbieder een groot aantal overeenkomsten had om toch geselecteerd te worden).

98 HOOFDSTUK FOUT! GEBRUIK HET TABBLAD START OM HEADING 1 TOE TE PASSEN OP DE TEKST DIE U HIER WILT WEERGEVEN.FOUT!

GEBRUIK HET TABBLAD START OM HEADING 1 TOE TE PASSEN OP DE TEKST DIE U HIER WILT WEERGEVEN.

Op basis van deze criteria werden 12 opleidingsverstrekkers geselecteerd die werden gecontacteerd voor deelname (zie Tabel Fout! Gebruik het tabblad Start om Heading 1 toe te passen op de tekst die u hier wilt weergeven..1)

Tabel Fout! Gebruik het tabblad Start om Heading 1 toe te passen op de tekst die u hier wilt weergeven..1 Overzicht kenmerken geselecteerde opleidingsverstrekkers

OV5 SYNTRA campus Nvt Diversiteit alle

types sectoren

OV7 SYNTRA campus Nvt Diversiteit alle

types sectoren *** ***

OV8 Ervaren school Officieel

gesubsidieerd

OV9 SYNTRA campus Nvt Diversiteit alle

types sectoren *** ***

OV10 Ervaren school én CDO Gemeenschaps-onderwijs

Diversiteit alle types sectoren

Antwerpen 110-120

OV11 Ervaren school Vrij

gesubsidieerd

* Zowel de ervaren als nieuwe scholen zijn voltijdse scholen die duaal leren aanbieden. Nieuwe school biedt de duale opleiding nog maar sinds kort aan. Ervaren scholen namen al deel aan de proeftuinen;

CDO: Centrum voor Deeltijdse Onderwijs; SYNTRA campus.

**In welke sectoren situeren de aangeboden opleidingen zich (primair, secundair, tertiair of quartair) en welke sector weegt in verhouding het hardste door? (“Overwegend” indien >60% van

overeenkomsten in bepaalde sector)

***Omwille van anonimiteit geven we niet aan in welke provincie de SYNTRA campussen gelegen zijn of hoeveel overeenkomsten zij exact afgesloten hebben. Dit zijn er vaak (enkele) honderden.

Bron Gegevens opleidingsverstrekkers, AGODI

8.2 Respondenten

De geselecteerde opleidingsverstrekkers werden telefonisch en per mail gecontacteerd, waarna een afspraak werd gemaakt. In totaal spraken we 41 personen, waarvan 23 leerlingen, 14 trajectbegeleiders en 4 TAC’s. Deze groep bevat zowel personen uit een voltijdse school (24), CDO (9) of SYNTRA campus (8). 22 onder hen zagen we tijdens een bezoek aan de school/SYNTRA campus, terwijl de rest omwille van de COVID-19-maatregelen sinds maart 2020 via Skype geïnterviewd werd. Het betroffen hier steeds individuele gesprekken,29 wat het mogelijk maakte voor de respondenten om vrijuit te spreken. Bijlage 3 geeft een overzicht van de achtergrondinformatie bij de gepseudonimiseerde respondenten.30

De gecontacteerde opleidingsverstrekkers brachten zelf de leerlingen aan waarmee wij konden spreken. Er werd echter bij contactname aangegeven dat we ook geïnteresseerd waren in trajecten die minder succesvol zijn verlopen of stopgezet werden. Vele opleidingsverstrekkers maakten dan ook een combinatie van een succesvolle leerling en een leerling waarbij het traject – om uiteenlopende redenen (zie Sectie 15.2.1) – moeizamer verliep.

Dit gegeven dient in het achterhoofd gehouden te worden bij de interpretatie van de bevindingen uit de interviews. Daarenboven hebben we in het kwalitatieve luik niet de intentie om representatief te zijn, maar willen we de verschillende ervaringen en standpunten van onze respondenten samenbrengen.

Oorspronkelijk werden enkel interviews met leerlingen en trajectbegeleiders ingepland. Het werd echter snel duidelijk dat een aantal taken die in het decreet vastgelegd worden niet altijd door de trajectbegeleider worden opgenomen. Ook de vakleerkracht of de (technisch adviseur) coördinator (TAC31) neemt vaak taken voor zijn/haar rekening. Globaal genomen zien we drie grote blokken van taken: (1) administratie, (2) opleiding en (3) opvolging op de werkplek.

Iedere opleidingsverstrekker wijst deze taken aan andere actoren toe en maakt andere combinaties van taken. Het is dan ook moeilijk om in algemene termen te spreken over dé trajectbegeleider aangezien hier bij iedere opleidingsverstrekker iets anders onder verstaan wordt. In wat volgt spreken we dan ook over “de begeleiders” als overkoepelende term voor de trajectbegeleiders en coördinatoren. Bijlage 4 geeft daarnaast een overzicht van de taken die iedere specifieke begeleider voor zijn/haar rekening nam.

In de volgende hoofdstukken presenteren we de bevindingen uit de gesprekken met de respondenten. We houden hierbij een chronologische volgorde in de ervaringen aan, van de eerste kennismaking met het systeem van alternerend leren tot het beëindigen van de overeenkomst. In deze volgorde kwamen de thema’s ook aan bod tijdens het interview (zie ook interviewleidraden in Bijlage 5). Ieder onderdeel start met een korte bespreking van de relevante artikels uit het decreet (indien van toepassing) en de bijhorende onderzoeksvragen.

Nadien volgt een bespreking van de vaststellingen uit de interviews.

29 Enkel Jef & Marc en Loïc & Valerie werden samen gesproken. Naast het individuele gesprek over haar ervaringen als trajectbegeleider sloot Valerie ook aan bij het gesprek met Loïc omwille van een mogelijke taalbarrière.

30 Omwille van de privacy werden de namen van de respondenten aangepast.

31 Het gemeenschapsonderwijs omschrijft de functie van TAC als volgt (GO!, 2020): “De technisch adviseur(-coördinator) coördineert en volgt alle materiële en pedagogische activiteiten op inzake technische, beroepsgerichte en praktische vakken ineen secundaire school. Hij beheert de lokalen en materialen en heeft ook aandacht voor het onderhoud en/of vernieuwing van de schoolinfrastructuur. Leerlingen worden door hem begeleid bij hun geïntegreerde proef en tijdens hun stages. Belangrijk element zijn ook de contacten met de bedrijfswereld om op de hoogte te blijven van de nieuwste evoluties.”

9 | Kennismaking met het systeem van