• No results found

De opslagcapaciteit van het warehouse

Het warehouse (Bijlage 5: layout warehouse) haar functie is het opslaan van componenten. Hiervoor is ruimte nodig. Hoe deze ruimte is ingericht is afhankelijk van de eisen en restricties ten aanzien van de opslag van componenten. Bij eisen aan de inrichting valt te denken aan; de te hanteren werkwijze (FIFO,LIFO), het waarborgen van de kwaliteit, veiligheid van de medewerkers en het snel kunnen vinden en plaatsen van componenten (efficiëntie). Daarnaast is rekening te houden met restricties als; de verpakkingsvolumes i.v.m. omvang en gewicht, benodigde hulpmaterialen, etc.

Zowel de eisen als restricties bepalen uiteindelijk de opslagcapaciteit van het warehouse. In dit hoofdstuk zal uiteengezet worden wat de opslagcapaciteit van het warehouse is. Hiermee wordt de derde deelvraag beantwoord: “Wat is de

opslagcapaciteit van het warehouse in de huidige situatie?”

5.1 Werkwijze

Het warehouse wordt beheerst met het WMS van SAP. WMS staat voor warehouse management systeem. Een WMS is een softwarepakket dat dient als hulpmiddel voor de goederenadministratie in een magazijn. Simpel gezegd onthoudt een WMS op

welke plek in het magazijn de componenten zijn neergelegd15. Een WMS biedt in de

eerste plaats ondersteuning voor inslag, opslag en uitslag:

Inslag: als een nieuwe partij componenten binnenkomt, geeft het systeem aan welke

locaties in het magazijn vrij zijn. Het systeem geeft daarbij suggesties voor de beste opslaglocatie. De meest gevraagde componenten worden zo dicht als mogelijk bij de productielijn gelegd, zodat de heftruckchauffeurs minimale afstanden hoeft te rijden.

Opslag: het systeem onthoudt exact op welke locatie de componenten zijn neergezet.

Ook verplaatsingen kunnen eenvoudig worden geregistreerd. Eventueel kunnen in het WMS bepaalde componenten worden geblokkeerd, zodat ze niet worden verstuurd naar productie.

Uitslag: als de productieafdeling een order aan het magazijn doorgeeft, vertelt het

systeem op welke locaties de gevraagde componenten liggen. Met behulp van het WMS kan de orderverzamellijsten, op basis van bill of material (BOM) van de order, worden geprint. Het WMS houdt bij SC Johnson zoveel mogelijk rekening met FIFO. Door de hoge voorraden kan het zijn dat FIFO niet te bewerkstelligen is en wordt er van deze regel afgeweken.

5.2 Eisen aan opslag

Om uitval te voorkomen, voordat het daadwerkelijk in productie gaat, is het van belang dat het component niet beschadigd wordt door de manier van opslaan. De verschillende componenten worden op een pallet aangeleverd. Per component soort verschilt het aantal eenheden per pallet, het gewicht en de stapelhoogte van componenten op een pallet. Deze twee laatst genoemde factoren zijn bepalend voor de stapelhoogte en de manier van opslaan in het warehouse. Zware pallets kunnen niet hoog gestapeld worden, omdat de pallets eronder dan teveel druk krijgen te verwerken en er kans is op beschadiging.

15

25 De stapelhoogte van componenten op een pallet is bepalend voor het aantal pallets dat

op elkaar gestapeld kan worden. Dit heeft te maken met de veiligheid, stabiliteit en bereikbaarheid voor de heftruck.

5.3 Inrichting warehouse

Op basis van de hierboven beschreven eisen is de ruimte in het warehouse ingericht en zijn keuzes gemaakt ten aanzien van opslagmethodes. In het warehouse zijn twee opslagmethodes; stellingen en lanes. De stellingen vullen een klein deel van de ruimte en bieden beperkte opslagcapaciteit. Er zijn drie soorten stellingen, die zich onderscheiden door de stapelhoogte, waarin: drie, vijf of zes pallets hoog gestapeld kan worden. De stellingen worden hoofdzakelijk gebruikt voor de opslag van labels en daarnaast restant partijen van één pallet.

Een lane is een in de lengte met strepen afgebakend deel van het warehouse, waar een heftruck pallets in kan plaatsen voor tijdelijke opslag. Per lane wordt één componentsoort opgeslagen. In de layout wordt onderscheidt gemaakt tussen lanes bestemd voor blik en voor de overige componenten; ventielen, caps, folie, karton en plano’s. Het blik wordt zo dicht mogelijk bij de productielijn opgeslagen aangezien deze het vaakst naar de lijn moet worden gebracht. Een pallet blik bevat namelijk minder eenheden dan een pallet ventielen of caps.

In SAP wordt per locatienummer bijgehouden welke lanes bezet zijn en wat de benutting van de lane is. Op basis hiervan wijst SAP componenten toe aan beschikbare lanes. Aan een locatienummer kan slechts één componentnummer gekoppeld worden. Dit betekent dat per lane slechts één component kan worden opgeslagen. Voor de XXX verschillende componenten zijn XXX lanes beschikbaar. Zoals in de vorige paragraaf werd aangetoond is er groot verschil in de afname van verschillende componenten. Afhankelijk hiervan wordt voorraad aangehouden en is er een hoeveelheid opslagcapaciteit nodig, welke zich vertaalt in één of meerdere lanes. Daarnaast is vraagfrequentie bepalend voor de voorraadomloopsnelheid. Wanneer een lane bezet is door een component met een lage omloopsnelheid, kan het erg lang duren, voordat de lane weer beschikbaar is voor een ander component. Het kan dus zijn dat een lane wordt bezet door slechts enkele pallets. De bezettingsgraad van de lanes is hierdoor hoog, maar de benuttingsgraad van de capaciteit hierdoor juist niet. Dit laatste komt, doordat de capaciteit van de lane minimaal gebruikt wordt.

In totaal zijn er XXX lanes en XXX opslaglocaties in de stellingen. Van de lanes zijn er acht verschillende lengtes, uitgaande van gemiddelde pallet afmetingen, varieert het aantal tussen de 5 en 18 pallets die op de vloer van de lane zijn te plaatsen. De stapelhoogte en stapelmethode zijn voor ventielen, caps, folie, karton en plano’s vrijwel gelijk. Deze componenten zijn maximaal twee hoog te stapelen, omdat deze in dozen zijn verpakt. Tevens moeten deze componenten in een zogenaamde piramide worden gestapeld. Bij een piramide wordt de tweede rij half over de eerste twee pallets van de eerste rij geplaatst. Op deze manier wordt de kracht beter verdeeld, maar heeft de bovenste rij een pallet locatie minder dan de die daar onder. Blik wijkt af van de overige componenten wat betreft de stapelhoogte en stapelmethode. Voor blik geldt

26 een stapelhoogte van maximaal 5 hoog en zijn recht op elkaar te stapelen. In tabel 5.1

is weergegeven hoe het totale aantal palletlocaties zijn opgebouwd.

XXX

XXX

XXX

Tabel 5.1: Palletlocaties

In totaal zijn er XXX palletlocaties, hiervan zijn er XXX gereserveerd voor cans en de overige XXX voor ventielen en caps.

27