• No results found

Oproepen beantwoorden

Procedure

Beantwoord een inkomende oproep op een van de volgende manieren:

• Als u niet in gesprek bent, neemt u de hoorn van de haak, of drukt u op Luidspreker, OK of Beantwoorden om via de luidspreker te beantwoorden, of drukt u op de headsettoets om via de headset te antwoorden. U kunt ook op de bijbehorende regeltoets (LED) drukken om de oproep aan te nemen.

• Als u in gesprek bent en het toestel geeft de inkomende oproep weer, schuift u in het scherm Telefoon naar de regel met de inkomende oproep en drukt u op AntwWcht of de bijbehorende regeltoets (LED) om de eerste oproep automatisch in de wacht te zetten wan-neer u de nieuwe oproep beantwoordt. U kunt ook op AntwEind drukken om automatisch de verbinding met de eerste oproep te verbreken als u de nieuwe oproep beantwoordt.

• Als u snel naar boven wilt gaan in de lijst met oproepweergaveregels om een inkomende oproep op uw primaire lijn te beantwoorden, drukt u vanuit het scherm Telefoon op de toets Telefoon. U kunt dan op de regel drukken of naar de regel scrollen om de oproep te beant-woorden.

• Als u automatisch het scherm Telefoon wilt weergeven bij inkomende oproepen, stelt u de optie Tel.venster bij overg. in op Ja.

Verwante Links

Oproep negeren op pagina 21

Oproep negeren

Over deze taak

Als u al in gesprek bent of een oproep niet wilt beantwoorden, kunt u de inkomende oproep negeren. Als u een oproep negeert, wordt alleen de beltoon op uw telefoon gestopt. U kunt in de periode dat de beltoon zou klinken de oproep nog steeds beantwoorden. Gebruik de toet-sen Pijl-omhoog en Pijl-omlaag om de oproep te selecteren en te beantwoorden.

Vereisten

Zorg ervoor dat u zich op het telefoonscherm bevindt.

Procedure

1. (Optioneel) Als u zich niet op het telefoonscherm bevindt, drukt u op de telefoontoets op de telefoon.

Op het telefoonscherm worden de softkeys Beantw. en Negeren weergegeven.

2. Druk op het scherm voor inkomende oproepen op de softkey Negeren.

De audiomelding en visuele indicator van de telefoon worden uitgeschakeld.

Opmerking:

Als u een oproep negeert via de Bluetooth-headset, kunt u de oproep beantwoor-den terwijl de beltoon klinkt door op Beantw. te drukken of door op de toets Head-set te drukken op de telefoon.

Verwante Links

Oproepen beantwoorden op pagina 21

Oproepen plaatsen

Oproep plaatsen

Procedure

1. Neem de hoorn van de haak, of druk op de luidspreker- of de headsettoets (indien van toepassing) of op een regeltoets van een beschikbare regel.

2. Kies het nummer dat u wilt bellen.

Als een gedempte oproep actief is, kunt u een beschikbare oproepweergave selecteren met de pijlen Omhoog of Omlaag.

Een noodoproep plaatsen

Over deze taak

Als de beheerder het plaatsen van noodoproepen heeft ingesteld, bevat het telefoonscherm de softkey Nood die u onmiddellijk verbindt met een vooraf ingesteld nummer voor noodoproe-pen.

Opmerking:

U kunt alleen noodoproepen plaatsen vanaf een uitgeschakelde telefoon als de beheerder deze functie voor u heeft geconfigureerd. U kunt ook een noodoproep plaatsen als uw tele-foon is vergrendeld.

Procedure

Oproepfuncties

Iemand bellen uit de lijst met contactpersonen

Procedure

1. Druk op Contactpersonen.

2. Selecteer de persoon of het primaire nummer dat u wilt bellen.

3. (Optioneel) Als u een nummer wilt bellen dat niet het primaire nummer is, selecteert u de persoon en drukt u op Details en vervolgens selecteert u het gewenste nummer.

4. Zoek de contactpersoon die u wilt bellen door de naam van de persoon in te voeren op de wijze waarop deze in de lijst is opgenomen.

Als u bijvoorbeeld Jan Smit aan uw lijst Contactpersonen hebt toegevoegd als „Smit, Jan”, begint u de achternaam te typen en niet de voornaam. Bij elke letter die u met de cijfertoetsen invoert, verschuift de lijst zodat deze overeenkomt met wat u opgeeft. U kunt ook met de pijltoetsen omhoog en omlaag in de lijst gaan om de contactpersoon te vinden.

5. Druk op Bellen.

Iemand bellen uit het oproeplog

Procedure

1. Druk op Recent.

2. Scrol naar rechts of links om de lijst met alle oproepen of aparte lijsten met gemiste, beantwoorde of uitgaande oproepen te zien.

3. Scrol omhoog of omlaag om de persoon of het nummer te selecteren.

4. Selecteer de persoon of het nummer dat u wilt bellen.

5. Druk op de softkey Bellen of OK, of druk op de bijbehorende regeltoets.

Een oproep plaatsen met Nummer bewerken

Vereisten

De functie Nummer bewerken moet zijn ingeschakeld op uw telefoon.

Procedure

1. Voer op het telefoonscherm het nummer in dat u wilt bellen.

2. Als u het nummer wilt bewerken, drukt u op Bksp om telkens één teken tegelijk te wis-sen.

3. Druk op Wissen als u het hele nummer wilt verwijderen.

4. Druk op Bellen.

Oproepen plaatsen

Iemand bellen uit het telefoonboek

Procedure

1. Schuif op het telefoonscherm naar rechts om het functiemenu te openen, selecteer ver-volgens Telefoonboek en druk op Kiezen of OK.

2. Begin de achternaam van de persoon die u wilt bellen te spellen met de cijfertoetsen.

Druk eenmaal op een cijfertoets voor elke letter. Druk bijvoorbeeld voor „Hill” op 4, 4, 5, 5.

3. Kies Volgende om alfabetisch de namen in het telefoonboek te zien.

4. Druk op OK of voer de volgende letter in.

5. Selecteer Oproep plaatsen als u de naam ziet van de persoon die u wilt bellen.

6. Druk op OK om het nummer te kiezen.

Een nummer opnieuw kiezen

Procedure

1. Druk op het telefoonscherm op Herhalen.

Het als laatste gekozen nummer of een lijst met de meest recente nummers die u hebt gekozen wordt weergegeven waarin u een nummer voor opnieuw kiezen kunt selecte-ren.

2. Als u werkt met een lijst met nummers voor opnieuw kiezen, drukt u op de pijltoetsen om naar het gewenste nummer te gaan en drukt u op Roep op of OK, of u drukt op de bijbehorende regeltoets (LED).

De systeembeheerder kan de functie Opnieuw kiezen uitschakelen.

Een nummer wissen

Procedure

Druk op Wissen om alle gekozen cijfers te wissen en een nieuw nummer in te voeren.

Opmerking:

U kunt een nummer alleen wissen met Bksp als u de functie Nummer bewerken hebt inge-Oproepfuncties

Een oproep plaatsen met behulp van een koppeling waarop u klikt om te kiezen

Over deze taak

U kunt de functie Klik om te kiezen gebruiken om een oproep te plaatsen vanuit een WML-browser of vanaf een ander scherm met een koppeling voor kiezen. Gewoonlijk geeft een hoornpictogram een lijn aan met dit type koppeling.

Procedure

1. Selecteer de regel met de koppeling voor de persoon die of het nummer dat u wilt bel-len.

2. Druk op de regeltoets die bij de regel hoort met de koppeling of druk op OK.

Resultaat

De telefoon plaatst een oproep naar de persoon die of het nummer dat is gekoppeld aan de koppeling Klik om te kiezen.

Oproepen doorverbinden

Procedure

1. Indien de oproep die moet worden doorverbonden niet reeds gemarkeerd is, selecteert u de regel op het telefoonscherm waarvoor de door te verbinden oproep wordt weerge-geven.

2. Druk op Doorv.

3. Kies het nummer of bel de persoon vanuit de lijst met contactpersonen of vanuit de bel-geschiedenis.

4. Als uw beheerder doorverbonden gesprekken zonder toezicht heeft geconfigureerd voor uw bureautelefoon, hangt u op zonder het gesprek aan te kondigen.

Geluid van een gesprek onderdrukken

Over deze taak

U kunt terwijl u belt de microfoon van uw telefoon dempen, zodat de andere partij u niet kan horen.

Procedure

1. Druk tijdens een gesprek op Dempen zodat de andere partij die u aan de lijn hebt u niet meer kan horen.

2. Druk nogmaals op Dempen om het dempen op te heffen.

Opmerking:

Als het geluid van een gesprek is gedempt, wordt het weer ingeschakeld als u tus-sen de hoorn, de headset of de luidspreker wisselt.

Oproepen plaatsen

Als u het geluid van een gesprek hebt gedempt, brandt de uitschakeltoets en wordt bij de bovenste lijn het pictogram Dempen weergegeven.

Een oproep in de wacht zetten

Procedure

1. Druk indien nodig op Telefoon om het hoofdtelefoonscherm weer te geven.

2. Selecteer de actieve lijn die u in de wachtstand wilt zetten . 3. Druk op In wacht.

Opmerking:

Mogelijk wordt een wachtstandtimer weergegeven als u een oproep in de wacht zet.

4. Druk op Herv., OK of op de regeltoets van een oproep die in de wachtstand staat om de oproep weer te activeren.

Contactpersonen

De functie voor contactpersonen gebruiken

U kunt maximaal 250 namen opslaan met maximaal 3 telefoonnummers per naam.

Opmerking:

Als u op de toets Contactpersonen drukt, ziet u misschien niet alle functies die in dit hoofdstuk worden beschreven. De functies zijn niet beschikbaar omdat de beheerder wijzi-gingen in contactpersonen heeft uitgeschakeld.

Een nieuwe contactpersoon toevoegen

Over deze taak

U kunt maximaal drie nummers aan een contactpersoon toevoegen.

Oproepfuncties

2. Voer in het veld Naam de naam in via het toetsenblok.

• Druk herhaaldelijk op de cijfertoets met de letter die of het cijfer dat u wilt invoeren tot u de gewenste letter of het gewenste cijfer op uw scherm ziet.

• Als de tekens op dezelfde toets zitten, moet u een korte pauze inlassen voordat u het volgende teken invoert.

• Voor een spatie drukt u op 0.

• Voer de rest van de letters en cijfers in.

• U kunt het laatste teken wissen door op de softkey Bksp te drukken.

3. Voer in het veld Nummer het toestelnummer in.

Het nummer van de contactpersoon kan de letters a-z en A-Z, de cijfers 0-9 en de vol-gende speciale tekens bevatten: komma (,), spatie, koppelteken (-), punt (.), + , * , #, $,

&, !, ~, ?, +, =, |. Met een komma (,) wordt een pauze ingevoegd tijdens het kiezen.

4. Druk indien van toepassing op Meer > Primair.

Het primaire nummer is het nummer dat wordt weergegeven, zonder dat u in de details van de contactpersoon hoeft te kijken.

Opmerking:

Wanneer u een nummer voor een contactpersoon toevoegt, moet u uw bedrijfstele-foonnummer gebruiken als het primaire nummer, aangezien dit nummer wordt ge-bruikt voor het aangeven van aanwezigheid.

5. Kies in het veld Type het type nummer dat is ingevoerd (Algemeen, Werk, Mobiel, Thuis).

6. Als u een ander nummer hebt voor deze contactpersoon, scrolt u omlaag en herhaalt u stap 3 en 4.

7. Als u een ander nummer hebt voor deze contactpersoon, scrolt u omlaag en herhaalt u stap 5 en 6. U kunt maximaal twee nummers invoeren voor een contactpersoon, maar u kunt slechts één nummer als primair aanwijzen.

8. Druk op Opslaan.

Een contactpersoon verwijderen

Vereisten

De lijst Contactpersonen moet minimaal één contactpersoon bevatten.

Procedure

1. Druk op Contactpersonen.

2. Selecteer de contactpersoon die u wilt verwijderen.

3. Druk op Details > Meer > Verwijderen.

4. Druk op een van de volgende toetsen:

• Verwijderen: de contactpersoon verwijderen.

Contactpersonen

• Annul.: de actie annuleren.

Een contactpersoon bewerken

Procedure

1. Druk op Contact.

2. Zoek naar de contactpersoon die u wilt wijzigen en selecteer die.

3. Druk op Meer > Bewerken of Details > Bewerken.

4. Selecteer het veld dat u wilt bewerken.

5. Gebruik het toetsenblok en de softkeys om contactinformatie te wijzigen.

6. Druk op Opslaan.

De details van een contactpersoon weergeven

Over deze taak

Gebruik deze procedure om de details van een contactpersoon weer te geven. U kunt een op-roep plaatsen en een contactpersoon bewerken of verwijderen vanuit het venster Details.

Vereisten

De lijst met contactpersonen moet minimaal één contactpersoon bevatten.

Procedure

1. Druk op Contact.

2. Selecteer de contactpersoon die u wilt weergeven.

3. Druk op Details om de beschikbare informatie voor die contactpersoon weer te geven.

U kunt een tweede of derde nummer van een contactpersoon uitsluitend kiezen door Details te selecteren.

4. Druk op de juiste softkey om deze contactpersoon te bellen, de contactinformatie te be-werken, de contactpersoon te verwijderen of naar het contactenscherm terug te keren.

Een contactpersoon zoeken

Procedure

Oproepfuncties

Oproepgeschiedenis

De belgeschiedenis bekijken

Procedure

1. Druk op Recent.

U kunt naar het begin van de lijst gaan door de toets Recente oproepenopnieuw in te drukken.

2. Druk op de pijl naar rechts of links om aparte lijsten met beantwoorde, uitgaande of ge-miste oproepen te bekijken.

Opmerking:

Afhankelijk van de configuratie van uw systeem kan er een teller Gemiste oproe-pen worden weergegeven naast een gemiste oproep, waarin wordt aangegeven hoeveel oproepen van die persoon u gemist hebt.

3. Ga met de pijltoetsen omhoog en omlaag om alle vermeldingen in de lijst te zien.

Details in de oproepgeschiedenis bekijken

Procedure

1. Druk op Recent.

2. Selecteer het nummer dat u wilt bekijken.

3. Druk op Details.

Indien u zowel gekoppelde oproepen als uw eigen oproepen registreert, worden gekop-pelde oproepen gemarkeerd met OPROEP VOOR: (inkomende oproepen voor de ge-koppelde lijn) of OPROEP VAN: (uitgaande oproepen voor de gege-koppelde lijn) vooraf-gaand aan het relevante nummer.

4. Druk op Terug om naar de lijstweergave terug te keren.

Een vermelding uit de belgeschiedenis aan uw contactenlijst toevoegen

Procedure

1. Druk op Recent.

2. Selecteer het nummer dat u aan uw lijst met contactpersonen wilt toevoegen.

3. Druk op +Contact.

4. Bewerk zo nodig de naam en het telefoonnummer.

5. Druk op Opslaan.

Oproepgeschiedenis

Een vermelding uit de belgeschiedenis verwijderen

Procedure

1. Druk op Recent.

2. Selecteer het nummer dat u wilt verwijderen.

3. Druk op Meer en vervolgens op Wissen.

4. Druk op Wissen om het wissen te bevestigen.

Alle vermeldingen uit de belgeschiedenis wissen

Over deze taak

Als u alle vermeldingen uit de belgeschiedenis wist, verwijdert u alle vermeldingen in de speci-fieke weergegeven lijst. Als u bijvoorbeeld de lijst met uitgaande oproepen bekijkt, worden al-leen de vermeldingen voor uitgaande oproepen verwijderd van de telefoon. Als u echter de lijst Alle oproepen aan het bekijken bent, worden alle oproepen verwijderd als u op Alles wis.

drukt.

Procedure

1. Druk op Recente oproepen.

2. Druk op Alles wis..

3. Druk op Alles wis. of OK ter bevestiging.

Oproepgeschiedenis uitschakelen

Gebruik deze optie om de belgeschiedenis in of uit te schakelen. Als u gekoppelde oproep-weergaven op uw toestel hebt, kunt u kiezen of u ook de oproepen naar uw gekoppelde lijns in uw belgeschiedenislog wilt vermelden.

Procedure

1. Druk op Startpagina.

2. Druk op Hoofdmenu.

3. Selecteer Opties en Instellingen > Applicatie-instellingen.

4. U kunt het type belgeschiedenis/logboekregistratie dat u wilt uitschakelen selecteren Oproepfuncties

Conferenties

De vergaderfunctie gebruiken

Met een vergadering kunt u in dezelfde oproep met mensen spreken die zich op verschillende plaatsen bevinden. Mogelijk zijn er meer opties voor vergaderingen beschikbaar via de functie Expanded Meet-Me Conferencing. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over deze functie.

Een persoon toevoegen aan een actieve oproep

Over deze taak

Gebruik deze procedure om deelnemers toe te voegen aan een actieve oproep om een verga-dering te starten.

Vereisten

Start een oproep.

Procedure

1. Druk tijdens een actieve oproep op het scherm Telefoon op Meer > Conf.

De bestaande oproep wordt in de wachtstand geplaatst door de telefoon.

2. Bel een nieuwe deelnemer op een van de volgende manieren:

• Kies het telefoonnummer met behulp van het toetsenbord.

• Bel de persoon vanuit de lijst Contactpersonen of vanuit de lijst Recente oproepen.

• Kies het als laatste gekozen nummer opnieuw door op de Opnieuw kiezen softkey te drukken.

3. Als de derde deelnemer de oproep beantwoordt, drukt u op de Deelnemen softkey.

4. U kunt nog meer personen toevoegen door op Toevoegen te drukken en de stappen 2 en 3 te herhalen.

Iemand uit de wachtstand aan een vergadering toevoegen

Procedure

1. Druk tijdens een actieve oproep op In wacht.

2. Als de tweede persoon de oproep beantwoordt, drukt u op de softkey Conf en selec-teert u de regeltoets van de persoon in de wachtstand.

De persoon in de wachtstand wordt aan de vergadering toegevoegd.

Conferenties

De verbinding van een deelnemer aan een conferentie verbre-ken

Procedure

1. Selecteer uw actieve vergadering op het telefoonscherm.

2. Druk op Details.

De softkey Details moet door uw beheerder geconfigureerd zijn.

3. Selecteer de persoon waarvan u de verbinding wilt verbreken.

4. Druk op de knop Verbr.

De verbinding verbreken van de laatste deelnemer aan een ver-gadering of deze verwijderen

Over deze taak

U kunt deze procedure gebruiken om de verbinding te verbreken met de laatste deelnemer die is toegevoegd aan de vergadering. U kunt niet de verbinding met andere deelnemers verbre-ken nadat u de verbinding met de laatste deelnemer hebt verbroverbre-ken. U kunt deze methode om een deelnemer te verwijderen weer gebruiken nadat u een andere deelnemer hebt toege-voegd.

Procedure

1. Selecteer uw actieve vergadering op het telefoonscherm.

De softkey Meer wordt weergegeven.

2. Druk op Oproep beëindigen als de vergadering gaande is.

Resultaat

De verbinding van de deelnemer die als laatste is toegevoegd aan de vergadering wordt ver-broken.

Een vergadering in de wacht plaatsen en een oproep hervatten

Over deze taak

Gebruik deze procedure om een deelnemer aan een vergadering in de wacht te plaatsen ter-Oproepfuncties

Het geluid van een deelnemer aan een conferentie dempen

U kunt het geluid van een deelnemer aan een conferentie dempen met de softkey Stilte. Deze functie voor individueel dempen is niet op alle systemen beschikbaar. Als de softkey Stilte niet wordt weergegeven wanneer u iemand selecteert, kunt u het geluid van de desbetreffende per-soon niet dempen.

Procedure

1. Selecteer in het scherm voor de actieve vergadering de regel met de persoon waarvoor u het geluid wilt dempen tijdens een vergadering.

2. Druk op Details.

De softkey Details moet door uw beheerder geconfigureerd zijn.

3. Selecteer de regel van de persoon voor wie u het geluid wilt uitschakelen en druk op de softkey Stilte.

4. Druk opnieuw op Stilte om het dempen met betrekking tot de desbetreffende persoon uit te schakelen.

Voicemail gebruiken

Berichten ontvangen

Over deze taak

De toets Bericht en de indicator Bericht wacht in de rechterbovenhoek licht rood op om aan te geven dat u een bericht hebt.

Procedure

Druk op de toets Bericht om toegang tot uw voicemailberichten te krijgen.

Voicemailbericht ophalen

Over deze taak

Gebruik deze procedure om uw voicemailberichten te beluisteren.. Maar weinig voicemailconfi-guraties bieden toegang via de webinterface. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie.

Voor nadere details over het gebruik van uw voicemailservices raadpleegt u de gebruikers-handleiding voor de Avaya OneCloud-ReadyNow-berichtenservice.

Vereisten

• Controleer of de systeembeheerder voicemail heeft geconfigureerd voor uw toestel.

• Vraag de gebruiker-id en het wachtwoord voor uw voicemail op bij de systeembeheerder.

Voicemail gebruiken

Procedure

1. Druk op de toets Bericht om zich aan te melden bij uw voicemail.

2. Volg de spraakaanwijzingen op en speel uw voicemailberichten af.

Oproepfuncties