• No results found

Het is van belang dat er een uitgebreide handleiding is voor werkgevers, zodat de waarborgen ter bescherming van de werknemer voldoende kenbaar en duidelijk zijn voor hen en zij voor werknemers zo veel mogelijk kunnen worden nageleefd. Wanneer er een uitgebreide

handleiding is, wordt werkgevers ook makkelijker gemaakt om efficiënt te werk te gaan. Zij hoeven zich dan niet eerst uitgebreid te verdiepen in wat de nieuwe wet met zich mee brengt. Het is daarom dan ook aan te raden om de uitgebreide voorwaarden op nemen in een nieuwe handleiding.

5.8 Tussenconclusie

In het huidige raamwerk van wettelijke bepalingen en jurisprudentie ter bescherming van de werknemer in het kader van het afnemen van alcohol- en drugstests, is ruimte voor

verbetering. Deze verbeteringen kunnen zowel de belangen van de werknemer als de belangen van de werkgever dienen.

Ten eerste is aan te bevelen dat er een wetswijziging komt. Deze wetswijziging houdt in dat er twee wetten worden ingevoerd, waarin een uitzonderingsmogelijkheid wordt gecreëerd ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van anderen en een deugdelijk alcohol- en drugsbeleid door de werkgever wettelijk verankerd wordt.

Ten tweede is het aan te bevelen een beoordelingskader voor de rechterlijke macht te creëren. Als basis hiervoor moeten artikel 8 EVRM en artikel 9 AVG gebruikt worden, maar ook de in dit hoofdstuk uitgewerkte wettelijke criteria. Door dit beoordelingskader kan meer

eenduidigheid ontstaan in de rechtspraak en kunnen werknemers en werkgevers beter inschatten waar zij aan toe zijn.

Tenslotte is het aan te raden een nieuwe handleiding voor werkgevers te creëren. Hier kan uitgebreid in worden opgenomen wat precies de rechten en plichten voor de werkgever zijn die voortvloeien uit de wetsbepalingen die worden ingevoerd.

Deze aanbevelingen komen de rechtszekerheid ten goede en werken zowel in het voordeel van de werkgever als werknemer.

42 Hoofdstuk 6: Conclusie

6.1 Inleiding

De probleemstelling luidde als volgt;

‘In hoeverre wordt de werknemer beschermd tegen inbreuken op zijn recht op privacy op de werkvloer door alcohol- en drugstests door de werkgever’

In de volgende paragrafen zal ik tot de conclusie van deze scriptie komen. 6.2 Vormgeving en toepassing rechtsregels

Het juridische kader die de rechten van de werknemer beschermen, wordt voornamelijk ingevuld door artikel 8 EVRM en artikel 9 AVG. Dit laatste artikel is sinds kort van kracht, en heeft ervoor gezorgd dat het vrijwel onmogelijk is gebleven voor werkgevers om rechtmatig alcohol- en drugstesten te kunnen afnemen. Er moet sprake zijn van een wettelijke

uitzonderingsgrond, waarbij de wet specifiek moet zijn en een beoogd doel moet omschrijven. Artikel 88 AVG maakt het mogelijk voor lidstaten om dergelijke uitzonderingsgronden te creëren.

Uit Nederlandse lagere rechtspraak blijkt dat tests desondanks de huidige wet- en regelgeving, wel degelijk worden afgenomen, en de uitslagen van deze tests ook meegewogen worden in de beoordeling door de rechter van de sanctie die gevolgd is. Kanttekening moet wel worden gemaakt dat deze rechtspraak heeft plaatsgevonden voor de invoering van de AVG. Tenslotte is er geen eenduidigheid in de uitspraken op te merken als het gaat om de rechtmatigheid zelf van de afgenomen alcohol- en drugstesten.

6.3 Belangenafweging

Wanneer het gaat om de beoordeling of een alcohol- of drugstest moet kunnen worden afgenomen, vindt er een belangenafweging plaats.

Aan de ene kant zijn er de belangen van de werknemer, die in zijn recht op privacy

geschonden wordt. Er kan een inmenging in zijn privéleven plaats vinden, nu uit een alcohol- of drugstest kan blijken dat werknemer alcohol of drugs in zijn privétijd gebruikt heeft. Deze inmenging vindt plaats door de werkgever. De verhouding tussen de werknemer en werkgever vormt zich door een ongelijke machtsverhouding. De werknemer heeft er dus nog meer

43

belang bij dat er iemand voor hem opkomt ter bescherming van zijn rechten. Verder is het voor de werknemer van belang dat hij in een veilige omgeving werkt. Dit geldt dus zowel voor de werknemer als werkgever.

Aan de andere kant zijn er de belangen van de werkgever. De werkgever heeft een plicht om zorg te dragen voor een veilige werkvloer, deze plicht vloeit voort uit de zorgplicht ex artikel 7:611 BW, artikel 7:660 BW en Arbowetgeving. Deze veiligheid dient een algemeen belang. De werkgever heeft bij de keuze om een alcohol- of drugstest af te nemen bij een werknemer, een belangenconflict. Aan de ene kant moet hij zich houden aan de privacywetgeving, aan de andere kant moet hij zich houden aan de zorgplicht. Deze belangenafweging brengt met zich mee dat sommige werkgevers ervoor zullen kiezen de veiligheid voorop te stellen en toch onrechtmatig tests af te nemen.

6.4 Wetswijzigingen

Artikel 88 AVG geeft de mogelijkheid voor lidstaten om een wettelijke uitzonderingsgrond te creëren. Uit deze scriptie blijkt dat het zowel voor werkgevers als voor werknemers van belang is dat er een wettelijke uitzonderingsgrond komt, nu duidelijk kan worden gesteld wanneer wel en vooral ook wanneer geen gebruik worden gemaakt van alcohol- en drugstests. Het is aan te bevelen om twee wetten door te voeren. Ten eerste gaat het om een

uitzonderingsgrond ter bescherming van de veiligheid/gezondheid van anderen. Dit houdt in dat de wet het mogelijk gaat maken om alcohol- en drugstesten af te nemen, indien de gezondheid van anderen in het geding is. In paragraaf 6.5.1 is uitgewerkt hoe dit wetsartikel er uit zou kunnen zien. De tweede wet die kan worden doorgevoerd, gaat om het deugdelijke beleid van een werkgever. De werkgever moet een deugdelijk alcohol- en drugsbeleid invoeren in de onderneming, ter bescherming van de rechten van de werknemer. Dit mogelijke wetsartikel is in paragraaf 6.6.1 uitgewerkt.

GERELATEERDE DOCUMENTEN