• No results found

Het Operationeel Programma Zuid-Nederland (OP-Zuid) is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland, samen met de steden Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht. Het is een economisch stimuleringsprogramma dat met bijna 186 miljoen mede wordt gefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. OP-Zuid heeft als doelstellingen de bevordering van het concurrerend vermogen, een duurzame economische groei en een versterking van werkgelegenheid in Zuid- Nederland.

Bevordering van innovatie en ondernemerschap staan in het OP-Zuid programma voorop. Dit wordt onder meer gerealiseerd door het stimuleren van onderzoek & ontwikkeling (met name in de private sector). Daarnaast is er in het programma veel aandacht voor de ontwikkeling van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefomgeving.

De belangrijkste subdoelstellingen van het programma zijn:

- Het verhogen van het economisch rendement van de kenniseconomie

- Het bevorderen van het aantal bedrijven dat innoveert, in het bijzonder in het MKB

- Het vergroten van ondernemerschap en het faciliteren van starters, spin-offs en doorgroeiers - Het creëren van uitstekende randvoorwaarden voor ondernemingen en kenniswerkers in en

buiten de steden

- Het bevorderen van meer mensen aan het werk, in het bijzonder in de steden50

Het OP-Zuid programma onderscheidt drie zogenaamde prioriteiten om haar doelstellingen te realiseren:

1. Kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie (inclusief MKB-subsidies) 2. Attractieve regio's

3. Stedelijke dimensie

Het succes van het programma heeft ervoor gezorgd dat het beschikbare budget op een aantal plaatsen ruim overvraagd is daarom is in september 2009 besloten het programma tijdelijk te sluiten. In december 2009 kwam men met een oplossing het programma te openen als een aantal budgetten verplaatst zouden worden binnen het programma. Een voorwaarde was dat de Europese Commissie deze verplaatsing goedkeurde.51

Per 17 mei 2010 is het Operationeel Programma Zuid-Nederland heropend en kunnen er weer subsidie aanvragen worden ingediend.52

49 http://www.senternovem.nl/pid/ , 27 April 2010 50 http://www.stimulus.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=27&Itemid=5 , 27 mei 2010 51 http://www.stimulus.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=1:welkom-op-de-homepage-van- op-zuid&catid=1&Itemid=1 , 19 April 2010 52 http://www.stimulus.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=1:welkom-op-de-homepage-van- op-zuid&catid=1&Itemid=1 , 27 mei 2010

34

7.4

ILG

Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is een subsidieregeling waarbinnen de provincies de rijksdoelen voor de inrichting van het landelijk gebied realiseren. De plaats waar de subsidie wordt aangevraagd is de provincie. Vooralsnog richt het ILG zich op de fysieke inrichting van het landelijk gebied, maar verbreding is zeker mogelijk. Het ILG is opgezet als groeimodel en kan dus in de loop van de tijd worden uitgebreid met gelden voor onder andere cultuurhistorie en economische ontwikkeling.53

Onder het Investeringsbudget Landelijk Gebied valt het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) waaronder de Leader-aanpak valt. Dit was voorheen de LEADER+ subsidie die vanaf 2007 is opgegaan in het Plattelandsontwikkelingsprogramma.54

7.4.1 POP

Het Plattelandsontwikkelingsprogramma is een Europees subsidieprogramma dat gericht is op de ontwikkeling van het platteland in brede zin. Het programma wordt in samenwerking met de provincies opgesteld door het Rijk. In het Plattelandsontwikkelingsprogramma staat beschreven met welke nationale maatregelen de Europese doelen worden gerealiseerd. Deze doelen zijn uitgewerkt in 4 zogeheten assen:

1. Landbouw

Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector 2. natuur & landschap

Verhogen van de kwaliteit van natuur en landschap 3. plattelandsontwikkeling

De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie 4. invoeren van de Leader-aanpak

Projecten kunnen tot 50% vergoed worden door de EU. Nederland heeft ervoor gekozen het budget als volgt over de assen te verdelen: 30% voor elke van de assen 1,2 en 3 en 10% voor as 4. 55

7.4.2 Leader-aanpak

De Leader-aanpak valt tegenwoordig onder as 4 van het POP. Deze as is het meest van toepassing op de Keldermanspoort. De Leader-aanpak draagt bij aan de inhoudelijke doelstellingen van de assen 1, 2 en 3 van het POP en dient tevens bij te dragen aan de horizontale doelstellingen “verbeteren bestuurlijk draagvlak / bestuurlijke vernieuwing” en “het mobiliseren van het ontwikkelings- potentieel in het gebied”.56

Karakteristieken van de Leader-aanpak zijn:

- Gebiedsgebonden aanpak (gebied als uitgangspunt) - Bottom-up aanpak (de bevolking actief betrekken)

- Partnerschap aanpak (samenwerking tussen publieke en private partijen ) 53 http://www.vitaalplatteland.nu/beleidsdossiers/investeringsbudget-landelijk-gebied.html , 26 mei 2010 54 http://www.natuurbeheer.nu/Subsidies/Europa/Leader+/ , 23 April 2010 55 http://www.natuurbeheer.nu/Subsidies/Europa/POP/ , 23 April 2010 56 http://www.natuurbeheer.nu/Subsidies/Europa/Leader+/ , 23 April 2010

35 - Focus op innovatie

- Oplossingen zoeken in integraal denken

- Het leren bevorderen door het stimuleren van samenwerking, ook internationaal - Fondsen stellen vooraf ter beschikking aan een gebied en onder eigen beheer

Het doel van de Leader-aanpak is het ontwikkelen en vernieuwen van plattelandsgebieden in sociale en economische zin. Hierbij wordt veel waarde gehecht aan samenwerking en het versterken van het organisatievermogen van lokale gemeenschappen.57

7.5

Brim

Brim (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten) is een instandhoudingssubsidie over een periode van zes jaar. Onder instandhouding wordt verstaan de onderhoudswerkzaamheden aan een beschermd monument en de werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van het monument noodzakelijk zijn.58

Het subsidie bedrag is bedoeld om een monument in goede staat te houden. Om voor Brimsubsidie in aanmerking te komen moet er een instandhoudingspan worden opgesteld. Deze beschrijft de onderhoudswerkzaamheden over een bepaalde periode, in dit geval zes jaar. Het bestaat uit tekeningen, bestek en een begroting.

De hoogte van de subsidie wordt door een aantal factoren bepaald:

- De subsidiabele kosten: dit zijn de kosten in het restauratieplan waarover subsidie verleend wordt.

- Per categorie is er een maximum gesteld aan de subsidiabele kosten.

- Het subsidiepercentage: dit is afhankelijk of men wel of geen recht heeft op fiscale aftrek van onderhoudskosten en van het soort monument.

Het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten (Brom) is een oude subsidieregeling die is ingetrokken, maar blijft bestaan voor monumenten die nog niet in het Brim zijn ingestroomd. Het gaat dan om monumenten die wel voor het Brim in aanmerking komen.

Bijvoorbeeld: een eigenaar van een monument dat in 2010 instroomt, kan (als het monument daarvoor op grond van het Brom in aanmerking komt) voor onderhoudskosten gemaakt in 2010 bij de Rijksdienst een Brom-aanvraag indienen tot 1 april 2011. Tussen 1 april en 1 september 2010 kan hij dan een Brim-aanvraag indienen voor de jaren 2011-2016. Voor al verleende onderhoudssubsidie op basis van de 10-jaren kerkenregeling geldt dat gevestigde aanspraken, rechten en verplichtingen ongewijzigd van kracht blijven.59

7.6

Overige subsidiemogelijkheden

Behalve de subsidievormen die eerder genoemd zijn in dit hoofdstuk zijn er ook andere mogelijkheden om subsidie te verkrijgen. Zo zijn er in Nederland verscheidende fondsen die subsidies verstrekken. Daarnaast kan er ook een beroep worden gedaan bij de gemeente Hulst.

57 http://www.natuurbeheer.nu/Subsidies/Europa/Leader+/ , 26 mei 2010 58 http://www.cultureelerfgoed.nl/wonen/subsidie/instandhouding/-regeling-kort , 4 mei 2010 59 http://www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/u4/brom-juli2005.pdf , 4 mei 2010

36

7.6.1 Fondsen

In Nederland bestaan er vermogensfondsen die subsidies bieden aan verschillende soorten organisaties. Vermogensfondsen zijn fondsen die geld uit eigen vermogen geven uit de opbrengst uit eigen vermogen, bijvoorbeeld voor studie, culturele activiteiten, mensen in financiële nood of gehandicapten. Eens per jaar verschijnt het FondsenBoek. Dit is een naslagwerk met informatie over de doelstellingen, activiteiten, aanvraagprocedures en dergelijke van meer dan 650 Nederlandse vermogensfondsen. Afgezien van dit fondsenboek bestaat er het Centraal Bureau Fondsverwerving. Het CBF houdt al sinds 1925 alle mogelijke gegevens bij over fondsenwerving en goede doelen in Nederland. Op de website van het CBF staan alle instellingen in Nederland die het CBF-keurmerk hebben toegediend gekregen.60

Een voorbeeld van een vermogenfonds is het Oranjefonds. Dit is het grootste nationale fonds op sociaal gebied. Jaarlijks wordt er ongeveer 24 miljoen besteed aan organisaties in Nederland, op de Nederlandse Antillen en op Aruba. Het Oranjefonds wil betrokkenheid in de samenleving bevorderen. Het Oranjefonds steunt verscheidende die een positieve sociale dynamiek op gang brengen, zoals ontmoeting tussen jong en oud, of gezamenlijke activiteiten van buurtbewoners in hun wijk of dorp.61

Een ander voorbeeld is het Prins Bernhard Cultuurfonds. Dit fonds stimuleert cultuur en natuurbehoud in Nederland en subsidieert jaarlijks bijna vierduizend projecten en instellingen op dit gebied. Het Cultuurfonds geeft aan het begrip cultuur een ruime interpretatie. Muziek, toneel, dans en film, beeldende kunst en monumentenzorg, letteren, geesteswetenschappen en kunst- en cultuureducatie en ook natuurbehoud rekent het fonds tot zijn werkterrein. 62

Behalve deze twee fondsen zijn er nog talrijke andere fondsen die projecten steunen op cultureel gebied. Deze fondsen zijn te vinden in het FondsenBoek 2010 of op de website van het Centraal Bureau Fondsverwerving.

7.6.2 Gemeentelijke subsidies

De gemeente Hulst subsidieert instellingen en organisaties die activiteiten ontplooien die onder andere het toerisme in de gemeente bevorderen. Hiertoe is jaarlijks een budget beschikbaar dat wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

De toekenning van subsidies is verdeeld over een aantal beleidsvelden. De volgende beleidsvelden kunnen van toepassing zijn op het toekomstig project:

 Culturele evenementen

Beleidsdoel: Het bevorderen van culturele evenementen in de gemeente.

Product: Het organiseren van niet-commerciële jaarlijks terugkerende culturele evenementen. Subsidievorm: Waarderingssubsidie  Volkscultuur 60 http://www.cbf.nl/ , 26 mei 2010 61 http://www.oranjefonds.nl/oranjefonds/missie/ , 21 april 2010 62 http://www.cultuurfonds.nl/t1.asp?path=dgurnwbc , 26 mei 2010

37 Beleidsdoel: Zorg dragen voor activiteiten en voorzieningen die gericht zijn op

actieve belangstelling voor traditie, folklore en cultuuruitingen. Product: Optochten, parades, aubades, voorstellingen, cultuur, folklore-

activiteiten e.a. Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Het beleidsveld Toerisme kan eventueel ook van toepassing zijn op het toekomstig programma. De subsidievorm is een budgetsubsidie en om hiervoor in aanmerking te komen moet de toekomstige entiteit zich direct op de bezoekers van de gemeente Hulst richten.63

In document De Keldermanspoort in Hulst (pagina 33-37)