De meeste onregelmatigheden en storingen worden door de verbrandingsautomaat herkend en op het flikkerende display weergegeven :
• flikkerende melding noteren
• indrukken
LED flikkert, rood.
Tijd en geld gespaard !
Bij aanvraag voor een tussenkomst aan de klantenservice de foutmelding opgeven, zodat de service-technieker de exacte onderdelen kan meebrengen.
Bepaling foutgroepen : 0 = Verbrandingsautomaat 1 = Spanningstoevoer 2 = Vlamvoeler 4 = Processor 5 = Ventilatormotor
9 = Temperatuurbegrenzing
reset
Beschermings- en beveiligingsinrichtingen :
De geïntegreerde waterdrukvoeler laat de werking alleen toe, wanneer minstens 1 bar waterdruk beschikbaar is. Om de 10 minuten wordt de ventilator aangestuurd en de waterdruk gecontroleerd. Melding [ E ] [ 26 ]
De geïntegreerde rookgastemperatuurbegrenzer schakelt het toestel af als de rookgastemperatuur hoger is als 120°
C.
Informaties voor het localiseren van de fouten : Onregelmatige toestanden in het systeem worden op het display gesignaliseerd, vooraleer het tot storingen komt.
Melding op het display :
E 18 Vertrektemperatuur > 95° C E 19 Teruglooptemperatuur > 95° C E 24 Verwisseling vertrek/terugloopvoeler E 25 Stijgsnelheid te groot
E 26 Gasdruk te laag/Waterdruk < 1 bar
E 30 Temperatuurverschil vertrek/terugloop > 35 K E 52 Rookgastemperatuur 5K onder de toegelaten max.
rookgastemperatuur
E 65 Starttoerental ventilator niet bereikt
Verwisseling van de voelers - testtijd:
Melding op het display :
E 24 na 31 sec. TR> TV+ 40K E 24 na 60 sec. TR> TV+ 20K E 24 na 75 sec. TR> TV+ 10K Beschermingsfuncties voor de MCBA :
T > 130°C Kortsluiting vertrektemperatuurvoeler
Foutnummer bij storing
Groep Nr. Fout * = interne fout
0 00 Foutief signaal ionisatiestroom 1 01 Kortsluiting 24 V~
2 02 Geen vlamsignaal
4 03* Aansturing gasventiel 04 Na een ketelstoring werd de
netspanning onderbroken, derhalve geen storingsopvraag mogelijk .
05*
06* Netaansluiting verwisseld / Fout bij de ingave
07* Aansturing gasventiel 10* Niet toegelaten Tset-waarde 11* Kortsluiting vlakbandleiding 13*
14* Vertrektemperatuurvoeler foutief 15*
16*
17*
24 Onlogische bedrijfstoestand of vertrek-/teruglooptemperatuurvoeler verwisseld 30 Verschil vertrek-/terugloopvoeler te groot 31 Kortsluiting vertrektemperatuurvoeler 32 Kortsluiting teruglooptemperatuurvoeler 35 Kortsluiting rookgastemperatuurvoeler 36 Vertrektemperatuurvoeler onderbroken of
niet aangesloten
37 Teruglooptemperatuurvoeler onderbroken of niet aangesloten
40 Rookgastemperatuurvoeler onderbroken 41*
42*
44 Gasventiel LPG (extern) / Relais geo-pend
60*
5 28 Ventilator loopt niet / geen toerentalsig-naal evtl. defecte ventilatorzekering 29 Ventilator gaat niet uit / onterecht
toeren-talsignaal
6.1 Toestand- en storingssignalisatie op het display
reset
mode step store + –
29
6.2 Checklijst voor storingen in het verwarmingssysteem
Geen melding op het bedieningspaneel
• Geen netspanning
- Verwarmingsschakelaar in positie AAN - Zekering F1 op het bedieningspaneel
controleren
Voorventilatie wordt meermaals herhaald - display [ E ] [ 26 ]
• Gasdrukvoeler/Waterdrukvoeler
- Gastoevoer, gasdrukvoeler controleren - Waterdruk in het stooksysteem verhogen WTC verwarmt niet
• Buitenvoeler in kortsluiting - Defect verhelpen Geen vlamsignaal - Display [ 2 ] [ 02 ]
• Slechte verbinding tussen ontstekings- en ionisa-tieëlektrode op het branderbed
• Vlam is reeds aanwezig tijdens de veiligheidstijd - Correcte verbinding maken
Vlam gaat uit
• Ionisatiestroom te laag
- Branderinstelling controleren
- Ontstekings- en ionisatieëlektrode controleren Geen warmwateroplading
• Temperatuurvoeler warmwater onderbroken - Defect verhelpen
- NTC-voelerkenwaarden (zie bijvoegsel) Nominale last wordt niet meer bereikt
• Weerstand in rookgassysteem of vuurhaard - Rookgassysteem en vuurhaard controleren - Evtl. WTC reinigen
• Waterweerstand in de stookkring te hoog - Weerstand in het stooksysteem verminderen
• Stookkringpomp/WW-laadpomp te klein - Pomp op groter vermogen instellen Vertrektemperatuur te hoog - Display [ 9 ] [ 18 ]
• Lucht in het stooksysteem
- Systeem ontluchten, snelontluchter inbouwen
Verschil vertrek-/terugloop te groot - Display [ E ] [ 30 ]
• Onvoldoende waterdoorstroming in de WTC - Oorzaak in het hydraulisch systeem opzoeken - Inzetten van een hydraulische
evenwichts-fles of een instelbare bypass
- Letten op de voldoende dimensionering van de pompen
- Parameter “A” in het niveau verwarmings-vakman van 14 naar 30 verhogen De brander start met sterk lawaai of valt stil bij modulatie op nominale last
• Rookgassysteem ondicht
- Dichtheid van het rookgassysteem (revisie-openingen, ketelaansluiting)
• Veel stikstof in de LPG-tank - LPG-tank ontluchten
Harde branderstart
• Ontstekingselektrode is defect
- Afmetingen en toestand van de kingselektrode controleren, evtl. ontste-kingselektrode vervangen
• Starttoerental verkeerd ingesteld
- Toerental-parameters controleren/instellen
• Branderbovenstuk vervangen, CO2controleren Ventilator loopt niet - Display [ 5 ] [ 28 ]
• Ventilator of aansluitstekker defect - Componenten vervangen
• Bij WTC 60 onderbreking 230 V - stekker - Stekker (rugzijde) correct insteken
• Evtl. rookgas- / Condensaatterugstroom
- Bij concentrische rookgassystemen dicht-heidscontrole doorvoeren
Foutmeldingen 5/11/13
• Storingsimpulsen op de laagspanningsleidingen - Afzonderlijke kabels aanleggen, let op de
conformiteit met de EMV-richtlijnen voor de interne en externe kabels
• Extern LPG-ventiel zonder filterschakeling
- Filterschakeling door RC-combinatie 0,047 µF/47 Ohm resp. 0,1 µF/100 Ohm
Foutmelding 29
• Ventilator blijft na afschakeling van de brander in bedrijf
- Ventilator vervangen Waarneming/Melding
• Oorzaak/Controle - Oplossing
7 Onderhoud
7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het onderhoud
7.2 Service-functie
Onderhoud alleen door deskundige vaklui
Onvakkundig uitgevoerde onderhouds- en herstellingswerkzaamheden kunnen zware ongevallen tot gevolg hebben. Personen kun-nen daarbij zwaar gewond of gedood wor-den. Onderstaande veiligheidsrichtlijnen die-nen absoluut in acht genomen te worden.
Personeelskwalificatie
Onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen
uitgevoerd worden door gekwalificeerde vaklui, die over de nodige kennis beschikken.
Voor alle onderhouds- en herstellingswerken : 1. Hoofd- en gevaarschakelaar en netschakelaar van de
installatie afzetten.
2. Gaskogelkraan sluiten.
3. Montage- en bedieningsrichtlijnen in acht nemen.
Na alle onderhouds- en herstellingswerken : 1. Functiecontrole.
2. Controle van de rookgasverliezen, alsook van de CO2 -/O2-/CO-waarde.
3. Meetprotocol opstellen.
4. Verschildrukmeting tussen meetpunt voor de brander en rookgasmeetpunt, om na te gaan in hoeverre de warmtewisselaars vervuild zijn.
Datum Meetpunt voor de brander Rookgasmeetpunt : ... ... mbar ...mbar ... ... mbar ...mbar ... ... mbar ...mbar
Stilstandstijden
Als het toestel langere tijd niet benut wordt, zijn volgende maatregelen noodzakelijk :
1. Gasventiel sluiten.
2. Hoofd- en gevaarschakelaar uitschakelen.
3. Verwarmingsinstallatie ledigen of tegen vorst afscher-men.
4. Waterverwarmer ledigen, water afsluiten.
5. Afsluit- en regelventielen openen.
6. Pompen en regelkringen uitschakelen.
Omschakeling minimale- / nominale last
Door gelijktijdig indrukken van de beide toetsen wordt de testfase ingeschakeld. De toestand wordt op het display weergegeven.
☞ + 2 sec. ingedrukt = nom. last
op het display verschijnt [ H ]
☞ + 2 sec. ingedrukt = min. last
+ mode
Display
reset GEVAAR
Onderhoudswerken
31
7.3 Reiniging van de warmtewisselaar
Reiniging
De warmtewisselaar van de WTC moet jaarlijks getest (verschildrukmeting) en desgevallend gereinigd worden.
Reinigingsverloop :
Demontage voor de reiniging
1. Bekleding aan de voorzijde afnemen.
2. Gasschroefkoppeling losmaken. Aan de inge-kleefde nippel, zoals hiernaast aangegeven, met een schroefsleutel (SW 36) de gas-schroefkoppeling tegenhouden.
3. Branderafdekkap met ventilator met gas-combi-ventiel demonteren (aansluitstekker uittrekken).
4. Bovenkant van de brander demonteren.
Reiniging
1. De warmtewisselaar nat reinigen (geen stalen borstels gebruiken).
2. Door de reinigingsopening van de conden-saatopvangbak de verbrandingsresten verwij-deren.
3. Condensaatafloop reinigen (controleren of de afloopbuis niet verstopt is).
4. Sifon leeg maken en reinigen.
Montage na de reiniging
1. Sifon met water vullen en monteren.
2. Reinigingsopening condensaatopvangbak opnieuw afdichten.
3. Bovenstuk van de brander monteren en dichting van de branderafdekkap controleren.
4. Branderafdekkap met ventilator met gas-combi-regelventiel monteren (aansluitstekker insteken).
4a. Bij de WTC 60 de bijkomende 230 V-stekker aan de achterzijde insteken.
5. Lange borgmoeren achteraan monteren -Borgmoeren (met schijven) gelijkmatig aantrekken.
6. Gasschroefkoppeling gasdicht monteren.
7. Gas-dichtheidscontrole volgens hfst. 5.2 en 5.3 b.v. met lektestspray.
8. CO2/O2-afregelingen volgens hfst. 5.4.
Verwarmingsinstallatie bedrijfsklaar maken 1. Aansluitingen op dichtheid controleren
(aantrekken).
2. Installatiedruk controleren (evtl. water bijvullen, condenserende
ketel/verwarmingsinstallatie ontluchten).
3. Testprotocol/inspectiekaart invullen.
Reiniging warmtewisselaar
Reiniging condensaatopvangbak Gasschroefkoppeling losmaken