• No results found

Ontwikkelingsproces

In document milieubewuste kunststoffen: (pagina 34-0)

6. Technologie 27

6.4 Ontwikkelingsproces

Er zijn diverse websites met een schat aan informatie over duurzaam design:

„ Toolbox for sustainable design education. Presentaties en ander documentatiemateriaal over duurzaam ontwerpen:

methodes, tools en cases.

www.lboro.ac.uk/research/susdesign/LTSN/introduction/

Introduction.htm

„ Sustainable Design Network. Interessante links, tools en publicaties op het gebied van duurzaamheid. Deze website omvat een breed gebied: algemeen ecodesign, consumptie, constructie, design, elektronica, verpakkin-gen en marketing.

www.sustainabledesignnet.org.uk

„ Information / Inspiration Ecodesign resource. Een bron voor ontwerpers die meer milieuvriendelijke en maat-schappelijk verantwoorde producten willen ontwerpen.

Deze website geeft bruikbare informatie en inspirerende voorbeelden over ecodesign.

www.informationinspiration.org.uk 6.5 Verwijderingproces

Voor bio-kunststoffen en petrochemische kunststoffen zijn er verschillende mogelijkheden voor het verwijderingsproces, de één milieuvriendelijker dan de ander. Zie het schema hierna (vergroot weergegeven op pagina 82).

Op pagina 13 werd de Ladder van Lansink genoemd als belangrijke factor bij de keuze voor de manier van verwijde-ring. Preventie is uiteraard het beste, daarna gevolgd door hergebruik, recycleren en composteren. Storten is inmiddels door Europese wetgeving verboden.

fig. 6.8 Bron: HGCA (2009). Indus-trial uses for crops: Bioplastics. [16]

biopolymeren - bronvermelding 33

H oof dstuk 1

7. Bronvermelding

1. Tielbeek, B. (2008). Milieubewust Verpakken. Enschede:

Saxion Kenniscentrum Design & Technologie.

Dit boekje is te downloaden via:

saxion.nl/designentechnologie/downloads

2. Hoppenbrouwers, M. (2008). De beleving van biopolyme-ren. Product, januari (2008), pp. 4-5.

3. Biopolymeer Applicatie Centrum BAC:

www.biopolymeer.nl

4. Carus, M., Gahle, C., Gerlach, F. (2008). Biowerkstoff-Report juni/juli 2008. Hürth (DL): Nova Institut.

5. Lörcks, J. (2005). Biokunststoffe, Pflanzen, rohstoffe, produkte. Gülzow (DL): Fachagentur Nachwachsende Rohstoffe e. V. (FNR)

6. Biowerktstoff-Report juni/juli 2008. Verkregen op 17 de-cember 2008 via www.nachwachsende-rohstoffe.info 7. Bioplastic. Verkregen op 5 januari 2009 via

en.wikipedia.org/wiki/bioplastic

8. Bioplastics Christiaan Bolck (redactie) 2006 © Agrotech-nology & Food Sciences Group, Wageningen LUW. ISBN 90-8585-014-2 Druk: Propress, Wageningen. Internet:

www.afsg.wur.nl en www.groenegrondstoffen.nl 9. Tim! Green Gifts. www.timgreengifts.nl/

Voor promotieartikelen van bioplastics.

10. de.wikipedia.org/wiki/Biokunststoff.

11. Productie van biopolymeren in Europa. (april 2006).

Kunststof en Rubber, nr. 4 pp. 28-31.

12. Chemistry Innovation (2008). Renewable chemicals. Ver-kregen via www.chemistryinnovation.co.uk

13. The Alchemx Ethanol Production Platform. Verkregen via www.therenewablecorp.com

14. Schut, J.H. (2008). What’s ahead for ‘Green’ plastics. Plastics Technology, feb 2008, pp. 65-71, 88-89

15. Apelt, S. (2007). Presentatie Biokunststoffe – Eine echte Alternative. Fraunhofer Institut Chemische Technologie.

Verkregen via www.nemat-sh.de/biokunstoffeApelt.pdf 16. HGCA (2009). Industrial uses for crops: Bioplastics.

Verkre-gen via www.appg-agscience.org.uk/linkedfiles/HGCABio-plastics_web28409.pdf

34 biopolymeren - bronvermelding

17. Weber, C,J. (2000). Biobased Packaging Materials for the food industry. Status and perspectives. Verkregen via www.biomatnet.org/publications/f4046fin.pdf

18. Bijleveld, M.N., Sevenster, M.N. (2010). De milieu-impact van de Belgische tapijtketen. CE Delft.

19. Schut, J.H. Extruding Biopolymers: Packaging reaps cost benefit of going ‘green’. Verkregen via www.ptonline.com/

articles/200702fa1.html

20. Biowerktstoff-Report, april 2010. Verkregen op 23 april 2010 via www.nachwachsende-rohstoffe.info

21. Shen, L., Haufe, J., Patel, M.K. (2009). Product Overview and market projection of emerging bio-based plastics.

Utrecht: Universiteit Utrecht.Te verkrijgen via

www.chem.uu.nl/nws/www/publica/Publicaties%202009/

PROBIP2009%20Final%20June%202009.pdf

H oof dstuk

biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen 35

8

8. Implementeren van biogebaseerde

kunststoffen in huishoudelijke apparatuur

case: Philips Drachten, Consumer Lifestyle auteur: Thijs Mellema

8.1 Duurzaamheid en verantwoordelijkheden In December 2009 zijn de onderhandelingen begonnen over het meest omvangrijke verdrag dat de wereld ooit heeft gekend: de klimaattop in Kopenhagen 2009. De globale op-warming die enkele jaren geleden door velen als een nieuwe hype werd gezien wordt nu als een serieus wereldprobleem beschouwd. Er is een wereldwijd besef ontstaan dat het ge-bruik van niet hernieuwbare (fossiele) bronnen verregaande consequenties met zich mee brengt. 192 landen zijn verte-genwoordigd om te onderhandelen over o.a. vermindering van broeikasgassen, ontbossing en financiële steun voor landen die nu al te kampen hebben met de gevolgen van klimaatverandering.

Ook het bewustzijn van consumenten heeft een omslag doorgemaakt(1). Wat begon met energielabels voor energie-zuinige wasmachines wordt nu gemeengoed in ons dagelijks leven. Veel consumenten nemen geen genoegen meer met energieverslindende apparatuur, hout zonder FSC keurmerk, vlees uit de bio-industrie of een brandstofslurpende auto.

Veel wensen van deze consumenten hebben een financieel belang, zoals besparen op brandstof. Toch zijn consumenten zich ook bewust van een misschien wel veel belangrijker en onbetaalbaar gevolg: een veranderend klimaat. Bedrij-ven in binnen- en buitenland zijn zich ook bewust van deze verschuiving in consumentenbehoefte. Maar ook de macht van milieuorganisaties, subsidies op groenere alternatieven, belastingvoordelen en een algemeen verantwoordelijk-heidsgevoel binnen het bedrijf spelen een belangrijke rol in besluitvorming(2). Vrijwel elke fabrikant die zichzelf serieus neemt in deze samenleving en zich op de toekomst richt, zal op zijn minst groene alternatieven overwegen. Naast (ener-gie)verbruik, minimaliseren van verpakkingsmateriaal en eventuele andere maatregelen kan er ook gekeken worden naar materiaalgebruik.

In het hiernavolgende zal de introductie van een nieuw mate-riaal, bioplastics, binnen Philips beschreven worden.

36 biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen

8.2 Trends

Aan het besluit van Philips om een onderzoek te doen naar een mogelijke implementatie van potentieel duurzamere materialen zoals bioplastics, liggen een aantal redenen ten grondslag. Zoals eerder genoemd, zijn er een aantal trends die van invloed kunnen zijn op besluitvoering.

Consumentenbewustzijn

De directe invloed van consumeergedrag wordt op vele ma-nieren aan ons duidelijke gemaakt. Mede dankzij films als ‘An inconvenient truth’, ‘the age of stupid’, andere documentaires, seminars, internet en andere media, is er een groeiend consu-mentenbewustzijn.

CO² neutraliteit/Compensatie

Aangezien de gevolgen van een te hoge CO² uitstoot duide-lijker worden, worden er manieren onderzocht deze terug te dringen. Na de bekende kilometerheffing zijn er tal van an-dere voorstellen gedaan in binnen- en buitenland: CO² heffing op transportsector, landbouwsector en energiesector. Eventu-ele toekomstige CO² heffingen voor welke sector dan ook, zijn niet ondenkbaar.

Peak Oil

Peak Oil, ook wel Hubberts peak(3), is het moment waarop een piek wordt bereikt in de wereldwijde olieproductie. Het is niet meer de vraag of dit moment bereikt wordt maar wan-neer. Dit zal waarschijnlijk tussen 2004 en 2015 plaatsvinden.

Wanneer de olieproductie daadwerkelijk zal gaan dalen, fig. 8.1 Hubberts Peak

biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen 37

kan dit een flinke prijsstijging met zich meebrengen. In een dergelijk geval is het verstandig om alternatieve materialen te hebben geïnventariseerd.

Geopolitieke ontwikkelingen

Naast een feitelijke hoeveelheid grondstoffen en reserves die prijsstijgingen met zich meebrengen, hebben andere ontwikkelingen(bijvoorbeeld in het Midden-Oosten) wellicht een nog groter effect. Voor een groot deel zijn onze westerse grondstofprijzen afhankelijk van ontwikkelingen in instabiele regio’s(Irak, Iran, Oekraïne). Elk bedrijf wil risico’s met betrek-king tot grondstofvoorzieningen en grondstofprijzen zoveel mogelijk verkleinen.

Regelgeving en belasting

Het opzetten van een goed afvalverwerkingsysteem kost veel geld. Naast de verwijderingsbijdrage die de consument betaalt, moet Philips enkele miljoenen aan heffingen/belas-tingen betalen om de inzameling en verwerking van oude apparaten te bekostigen. Afhankelijk van de gebruikte mate-rialen is er een verschillende heffing.

Enkele supermarkten die zijn overgegaan op biodegradeer-bare kunststoffen voor groente en fruit verpakkingen, onder-vinden al kostenbesparingen. Dit omdat biodegradeerbare kunststoffen niet gescheiden hoeven te worden wanneer het product over datum is en weg gegooid moet worden. Naast belastingen zijn er subsidies beschikbaar voor groene initia-tieven binnen het MKB.(4)

Energiebesparende productie

Productie energie is voor een groot deel afhankelijk van de gebruikte materialen. Mochten bij bioplastics bijvoorbeeld de spuitgiettemperaturen flink naar beneden kunnen, zal dit een aanzienlijke kostenbesparing opleveren.

Functionaliteit

Elk materiaal heeft zo zijn eigen eigenschappen. In enkele gevallen kan dit voordelig uitwerken. Afgezien van eventuele milieubelastende voordelen zijn er nog een aantal zoals:

Degradeerbaarheid: sommige bioplastics hebben onder be-paalde omstandigheden de mogelijkheid om te degraderen.

Sommige bioplastics hebben dan ook een compostcertifice-ring, wat betekend dat deze in de groene container gegooid mogen worden.

Barrière eigenschappen(5): Over het algemeen geldt voor vershoud producten (kaas, groente, fruit) dat deze veel langer

38 biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen houdbaar zijn in bepaalde bioplastics vanwege gunstige barrière eigenschappen van het materiaal. Ook kunnen deze barrière eigenschappen gunstig uitwerken op ademende sportkleding.

8.3 Philips aanpak: Ecovision

Philips kent sinds vele jaren een eigen actieprogramma waar-mee het probeert bewuster om te gaan met het milieu(6).

Naast algemene progamma’s die zich ondermeer richten op gezondheidszorg (Philips Medical), efficiënter energiegebruik (Philips Lighting) en sociale projecten, worden voor Philips CL (Consumer Lifestyle) belangrijke richtlijnen vastgesteld in Ecovision. Inmiddels (de periode van 2007 t/m 2012) wordt gewerkt met Ecovision 4. In elke periode, die vervolgens weer wordt ingedeeld in jaren, worden de voorwaarden en richt-lijnen op diverse terreinen flink aangescherpt. De aandachts-punten worden in vijf categorieën onderverdeeld: energie efficiëntie, verpakkingen, giftige stoffen, gewicht en recycling en wegwerpen. De richtlijnen worden in controleerbare, meetbare waarden vastgesteld.

Ecovision 4 vormt een belangrijk onderdeel bij iedere opzet en besluitvorming van een nieuw project. Wat betreft materi-aalgebruik word gekeken naar de categorie ‘Recycling and Disposal’ waarbij wordt vermeld dat aan het einde van 2010 sowieso 1 pilot project per business unit actief moet zijn waarbij gekeken wordt naar het toepassen van recyclede materialen of materialen van hernieuwbare bron(bioplastics).

fig. 8.2 Ecovision 4

biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen 39

8.3.1 Levenscyclus analyse

Om te bepalen of een product, dienst of proces milieube-lastend of milieuvriendelijk (lees: minder milieubemilieube-lastend) is, is het misleidend om uit te gaan van een gevoel of idee bij een product, dienst of proces. Er zijn tal van voorbeelden te noemen waarbij het woord ‘groen’ absoluut onterecht is gebruikt, en dus een verkeerde indruk wekt. Woorden als bio en groen zijn niet per definitie minder milieubelastend. Zo wordt er groene energie verkocht, terwijl het opwekken ervan milieubelastende is dan bijvoorbeeld olie of kolen gestookte energie (7), bijvoorbeeld wanneer de biomassa die nodig is voor de opwekking ervan van de andere kant van de wereld moet komen. Ook zijn er bioplastics op de markt waarvan het oogsten en de processing ervan vele malen meer energie heeft gekost dan zijn fossiele olie gebaseerde tegenhanger.

Lifecycle assesment of Levenscyclus analyse (LCA) is een methode waarmee de milieubelasting van een product kan worden berekend gedurende de hele levenscyclus. Dat wil zeggen vanaf de grondstofwinning, de productie, het gebruik tot aan de afvalverwerking van het product en alle bijko-mende processen/stappen. Om de meest gunstige keuze te maken is een analyse zoals deze onvermijdelijk. Een milieu-vriendelijke of groene claim wordt volgens velen niet alleen legitiem ervaren als er een degelijke LCA is uitgevoerd.

Een LCA opstellen voor een product is een erg lastige en tijdrovende klus. Vele facetten moeten hierin worden meege-nomen. Bij nieuwe materialen kan dit voor grote problemen zorgen omdat veel gegevens vaak nog ontbreken. Vaak is het lastig om een voorspelling te doen over milieubelasting bij oogsten, verwerken en transporten.

fig. 8.3 LCA van huishoudelijk apparaat. Groen is terugwin energie

40 biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen Wanneer men gaat kijken naar hoe een (versimpelde) LCA op gebied van energie eruit kan komen te zien voor een huishoudelijk apparaat, zou fig. 8.3 een mogelijke uitkomst kunnen zijn.

8.3.2 Materiaalgebruik

Elk commercieel product zoals bij Philips, zal een onvermijde-lijke milieubelasting met zich meebrengen. Wanneer we ons op materiaalgebruik gaan richten zien we dat het erg lastig om alternatieven te vinden om de totale LCA score van het product te doen dalen. Immers, voor veel materialen die ge-bruikt worden in de producten zijn weinig alternatieven voor handen, zoals wanneer bijvoorbeeld materialen worden toe-gepast in elektronica of metalen voor warmte elementen. We zullen dus slechts een gedeelte van deze categorie kunnen verbeteren. Het is goed om het gebruik van bijvoorbeeld bio-plastics in apparaten in perspectief te zien. We kijken immers naar een categorie waar sowieso al weinig winst valt te be-halen (vergeleken met energiegebruik) en vervolgens slechts een gedeelte van het materiaal gaan vervangen dat potenti-eel minder belastend is. Zoals we in voorgaande fig. 8.3 kun-nen zien vormt energiegebruik de grootste belasting voor het milieu. Hoewel hier dan waarschijnlijk ook de meeste winst in valt te behalen, is het verstandig om het maximaal haalbare te halen uit iedere categorie, ook wel suboptimalisatie.

fig. 8.4 CO² (+solar energy) 

Bioplastic (+processing energy)

CO² (+Bio-Energy)

biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen 41

Zoals we in de laatste categorie kunnen zien valt er ook een

‘winst’ te halen uit de verwerking. Bijvoorbeeld door energie opwekking bij verbranding. Het mooie van energieopwek-king door verbranding van biogebaseerde kunststoffen, is de groene energie die het oplevert. De totale uitstoot van deze energieopwekking is net zoveel als de biomassa(het materi-aal) heeft opgenomen. Simpel gezegd zou de netto belasting dan zijn: grondstofbelasting (biomassa) + processingbelasting (verwerking tot materiaal) - terugwinenergie.

En dan zou in een ideaal geval alleen de processingbelasting overblijven, wanneer we naar materiaalgebruik kijken.

8.4 Bioplastics

Sinds tientallen jaren is de mens in staat om aardolie om te zetten in polymeren die aan onze wensen voldoen. De poly-meren die we in de natuur kunnen vinden worden vaak als inferieur gezien omdat ze moeilijk zijn om te zetten in poly-meren die aan onze wensen voldoen. Maar als we kijken naar de functies van deze polymeren, zouden we ze ook perfect kunnen noemen. Wanneer we bijvoorbeeld de zeer complexe structuur bij spinnenwebben, insectenskeletten of celwanden bestuderen worden de resultaten van miljarden jaren evolutie duidelijk zichtbaar(8).

Eeuwen lang zijn de polymeren die we in de natuur kunnen vinden direct toegepast voor menselijke doelen. Wol, leer, cel-lulose voor papier, maar ook rubber om banden van te maken zijn enkele voorbeelden.

In de jaren 80 en 90 werden de afvalproblemen veroorzaakt door excessief gebruik van fossiele kunststoffen zichtbaar en probeert men op (kleine) schaal het gebruik van bioplas-tics weer op te voeren om dit probleem tegen te gaan. Maar mede door de beter georganiseerde afvalverwerking viel deze ontwikkeling later grotendeels stil. Pas sinds enkele jaren kwam er naast het afvalprobleem nog een reden bij, namelijk de eerdergenoemde klimaatverandering. Opnieuw werd er geprobeerd om het gebruik van bioplastics te verbre-den. Soms met een goed resultaat zoals bijvoorbeeld de op zetmeelgebaseerde wegwerpzak of conserverende verpak-kingen. Voor veel andere producten bleek het echter nog lastig omdat de eigenschappen van de op (verder ontwik-kelde) aardolie gebaseerde tegenhanger maar moeilijk zijn te evenaren.

42 biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen

In plaats van het oorspronkelijke biopolymeer in tact te laten om het vervolgens in matrijzen te spuitgieten, is het theore-tisch ook mogelijk het biopolymeer af te breken in bouwblok-ken waarmee we onder andere onze traditionele aardoliepo-lymeren kunnen maken. Door biomassa te vergassen is het mogelijk syngas te creëren, waaruit men vervolgens traditio-nele kunststoffen zou kunnen maken. Omdat we hiermee de (mooie) complexe biopolymeren eerst afbreken en vervol-gens de traditionele kunststoffen weer opbouwen heeft dit een energetisch laag rendement.

In plaats hiervan zouden we ons beter kunnen richten op de specifieke voordelen van het oorspronkelijke biopolymeer wanneer we deze gebruiken.

8.5 Algemene Informatie

Er zijn vele definities van bioplastics. Deze verschillen van bedrijf tot bedrijf maar ook per land. Als definitie van bioplas-tic wordt in dit document aangenomen: ‘minimaal 30% van het materiaal is biogebaseerd’. Andere definities nemen ook het biodegradeerbare aspect mee. Hoewel biodegradeerbare kunststoffen bijna altijd voor een groot deel biogebaseerd zijn, kunnen deze ook op aardolie zijn gebaseerd. Omdat deze zogenaamde oxo-degradeerbare (degradeerbare aardoliege-baseerde) polymeren op geen enkel punt milieu vriendelijker zijn (9), beschouwt de Europese brancheorganisatie -

- European-Bioplastics - deze niet als bioplastics.

8.6 Degradeerbaar versus duurzaam Biodegradeerbare kunststoffen.

Biodegradeerbare kunststoffen vinden hun oorsprong in de verpakkingssector. Ongeveer twintig jaar geleden werd het afvalprobleem als een van de meest belangrijkste milieu problemen gezien. Degradeerbare kunststoffen zouden een uitkomst kunnen bieden voor dit probleem.

In een aantal gevallen is dit inderdaad het geval. In de tuin-bouwsector hoeven plantenresten en folie en klemmen niet gescheiden te worden wanneer deze biogebaseerd en bio-degradeerbaar zijn. Ook plastic zakjes die soms in de natuur belanden kunnen na verloop van tijd degraderen.

Ook in de medische sector worden biodegradeerbare kunst-stoffen gebruikt (bijvoorbeeld hechtdraad).

Er zijn echter ook keerzijden.

biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen 43

Wanneer we naar de ladder van Lansink kijken(10), fig. 8.5, een standaard op het gebied van afval beheer, kunnen we zien dat er voorkeuren zijn te stellen aan de manier van afval verwerken.

Een aantal van deze aspecten zijn moeilijk uit te voeren met kunststoffen die na verloop van tijd degraderen, zoals her-gebruik, recycling. Een ander nadelig aspect van storten of composteren zonder energiewinning, is het vrijkomen van broeikasgassen bij het degraderen. Theoretisch komen er bij degradatie (rotting) net zoveel broeikasgassen vrij als bij ver-branding. Bij storten of composteren komt ook nog methaan vrij: een gas dat het broeikaseffect twintig keer meer stimu-leert dan CO².

Duurzame biogebaseerde kunststoffen.

Meer recente redenen om biogebaseerde kunststoffen te ge-bruiken zijn onder andere de klimaatcrisis, oliecrisis, de olie-prijs en het Cradle to Cradle principe. Biogebaseerde kunst-stoffen kunnen een oplossing bieden voor deze problemen.

Bij deze kunststoffen zijn hergebruik maar ook recycling en verbranding met energieterugwinning meer voor de hand lig-gend. Automotive en elektronica producenten zijn op dit mo-ment de grootste gebruikers van biogebaseerde kunststoffen.

Zo zijn er deurpanelen, vloermatten, laptops en mobieltjes gemaakt van biogebaseerde kunststoffen. In bijna alle geval-len kunnen thermoplastische polymeren gerecycled worden.

Zo zullen biogebaseerde polymeren dus net als traditionele polymeren gerecycled kunnen worden. Net als bij traditionele polymeren is echter een goede scheiding van belang.

fig. 8.5 Ladder van Lansink

44 biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen

8.7 Typen

Er zijn vele typen biopolymeren. Zoals eerder genoemd bestaan een heleboel producten om ons heen (gedeeltelijk) uit biopolymeren zoals wol, leer, eiwitten, zetmeel etc. Omdat Philips veel van zijn producten spuitgiet, zullen in dit rapport alleen de spuitgietbare typen behandeld worden. Ook wor-den er aan de producten van Philips CL, die een levensduur hebben van ongeveer 7 jaar, strenge duurzaamheids eisen gesteld. De focus zal dus liggen op duurzame biogebaseerde polymeren in plaats van een biodegradeerbare kunststof. In fig. 8.6 is een tabel te zien die een globaal inzicht geeft in de verschillende typen bioplastics en hun waarde voor Philips.

Zetmeel gebaseerde kunststoffen

Ongeveer 50% van de bioplastic markt is zetmeel gebaseerd.

Een belangrijk kenmerk is dat het vocht opneemt. Hoewel de degradeerbaarheid voor een groot deel afhankelijk is van het copolymeer, kan de biodegradatie van zetmeelgebaseerde bioplastics snel verlopen. Veel composteerbare bioplastics zijn dan ook zetmeel gebaseerd. Toepassingsgebieden zijn onder andere: geneesmiddel capsules, verpakking- en agrarische/

tuinbouwsector.

Ongemodificeerd PLA

Natureworks is verantwoordelijk voor 99% van de polylactic acid (polymelkzuur) die op de markt verkrijgbaar is. Zonder toevoegingen heeft dit materiaal nogal slechte mechanische eigenschappen. Ook is het niet bestendig tegen temperatu-ren boven de 60°C. Het is redelijk makkelijk degradeerbaar.

fig. 8.6 Biogebaseerde spuitgiet-bare kunststoffen en hun waarde.

biopolymeren - implementeren van bio-kunststoffen 45

PLA + toevoegingen

Er zijn veel bedrijfjes die PLA compounderen met tal van toevoegingen om bepaalde eigenschappen te verkrijgen.

De brosheid en temperatuurbestendigheid zijn echter las-tig op te lossen. Ook zal een grade die bestaat uit een groot

De brosheid en temperatuurbestendigheid zijn echter las-tig op te lossen. Ook zal een grade die bestaat uit een groot

In document milieubewuste kunststoffen: (pagina 34-0)