• No results found

Ogenschijnlijk lijkt de aanpak die we voor de ontwikkeling van bloemrijke graslanden hebben gekozen sterk op de aanpak in het Programma Beheer voor bijvoorbeeld het SAN-pakket (Subsidie Agrarisch Natuurbeheer) Ontwikkeling Kruidenrijk Grasland; toch zijn er belangrijke verschillen in benadering en beheer. Bij multifunctioneel landgebruik gaat het om het combineren van meerder functies op verschillende niveaus. Er wordt daarbij in overleg met de agrarische ondernemers ruimte geboden voor eigen initiatieven, op maat toegesneden voor hun specifieke bedrijfs- situatie. Sommigen gaan daarbij verder, bijvoorbeeld door de keuze voor onbemeste bloemrijke graslanden, anderen kiezen minder vergaande aanpassingen zoals gras/klaver-weiden. Weer anderen experimenteren met nieuwe gewassen, zoals gerst/erwten en zonnebloemen. Bij het Programma Beheer liggen de pakketten al vast, men heeft maar beperkte keuzemogelijkheden. In Tabel 31 zijn de verschillen naast elkaar gezet.

Tabel 31. Verschillen in aanpak en beheer van SAN pakket Ontwikkeling kruidenrijk grasland en MDL Bloemrijk grasland.

SAN-pakket MDL Ontwikkeling Kruidenrijk Grasland Bloemrijk grasland

• spontane ontwikkeling • inzaai van inheemse soorten

• geen bemesting toegestaan • lichte bemesting wenselijk en toegestaan • verzuring wordt in de hand gewerkt • zuurgraad via bemesting op peil houden • geen oog voor voederwaardekwaliteit • agrarisch gebruik en voederwaarde belangrijk • geen ecologische kwaliteit vereist, alleen 15 soorten

in het 6e jaar

• naast het aantal soorten staat vooral het aandeel visueel aantrekkelijke soorten centraal

• na 6 jaar pas overstap naar zwaarder pakket • voldoet direct aan de instapeisen van zwaardere pakketten

• aantrekkelijk voor extensieve bedrijven • ook aantrekkelijk voor intensieve bedrijven • op bestaand grasland wordt de

beheersovereenkomst afgesloten

• er wordt begonnen met een ‘schone’ lei, ongewenste soorten zijn vooraf bestreden en de mengsels zijn samengesteld met het oog op agrarisch gebruik

10.3

Groenbemesters

Het toepassen van een groenbemester na een teelt van het hoofdgewas heeft vele voordelen en past uitstekend in de gedachte van duurzaam landgebruik. Op veel van de MDL-bouwlandpercelen wordt dat in de praktijk ook daadwer- kelijk toegepast. Een aantal deelnemers deed dit al, een deel heeft in het kader van dit onderzoek ervaring opgedaan met groenbemesters. Er zijn verschillende goede redenen om groenbemesters toe te passen (Timmer et al., 2003). De belangrijkste zijn:

• Een betere bodemstructuur; dit uit zich in: o een betere doorlatendheid

o een betere vochtverdamping gedurende de herfst o een actiever bodemleven

o een betere mineralenhuishouding

o op peil houden van het organische-stofgehalte

• Een beperking van de stikstofuitspoeling en N-binding (bij vlinderbloemigen) • Bedekking van de bodem (onkruidbestrijding, geen erosie)

• Bestrijding van sommige aaltjes

• Hogere opbrengsten bij een vervolggewas

• Kan bijdragen een gevarieerd landschapsbeeld (bloeiende gele mosterdvelden) • Nectarbron voor bijen, zweefvliegen en vlinders in de nazomer

Gele mosterd, Italiaans raaigras, snijrogge en bladrammenas zijn de belangrijkste groenbemesters die door de deelnemers zijn ingezaaid na de oogst van de gewassen. Een enkele deelnemer heeft stoppelknollen of rode klaver/ raaigras ingezaaid. De teelt van een wintergewas, zoals wintergranen, na een hoofdgewas levert een aantal verge- lijkbare voordelen op. Met name het vastleggen van nog aanwezige stikstof in de bouwvoor en grondbedekking zijn positieve aspecten die ook voor deze gewassen gelden. Het gebruik van groenbemesters wordt het meest toege- past na de teelt van granen. Dit komt vooral door het feit dat granen in vergelijking met andere gewassen vroeg in het seizoen worden geoogst. Veel percelen kennen een rotatie waarbij meerdere jaren achtereen graan geteeld wordt, in het najaar worden dan vaak weer wintergranen ingezaaid. In circa 70% van de percelen waar graan geteeld wordt, zijn groenbemesters of wederom wintergranen ingezaaid. Bij aardappelen en maïs op resp. 50% en 10% van de percelen en na de teelt van suikerbieten in geen van de gevallen. Italiaans raaigras is vooral interessant voor melkveehouders die er nog 1 à 2 sneden gras van kunnen oogsten. Als groenbemester wordt gele mosterd het meest ingezaaid, gevolgd door Italiaans raaigras. Gele mosterd is voor zandgrond een geschikte en goedkope groenbemester. Wanneer na 1 augustus wordt gezaaid zijn er geen problemen te verwachten met opslag uit zaad. Bemesting kan achterwege gelaten worden omdat er meestal nog voldoende stikstof in de bouwvoor aanwezig is. Bij goed najaarsweer komt het gewas in bloei, hetgeen een prachtig geel veld geeft, wat landschappelijk zeer aantrek- kelijk is op een moment dat de meeste akkers al kaal zijn. Gele mosterd (maar ook bladrammenas) is erg vorst- gevoelig waardoor het gewas bij vorst in elkaar zakt, klepelen of maaien als voorbewerking voor het onderwerken na de winter is dan niet nodig. Een nadeel van het afsterven van deze gewassen bij vorst is dat een deel van de vast- gelegde stikstof vrijkomt en alsnog kan uitspoelen.

In Tabel 32 zijn enkele aspecten m.b.t. de kosten van de teelt van groenbemesters op een rij gezet (Timmer et al., 2003). Daarbij is ervan uitgegaan dat de groenbemesters na de winter worden ondergeploegd. Bij Italiaans raaigras en snijrogge is meestal een voorbewerking (doodspuiten en frezen) voor het ploegen nodig. De loonkosten zijn gebaseerd op KWIN Veehouderij-normen (KWIN-V, 2004) en tarieven van loonwerkbedrijven in de regio.

Tabel 32. Kosten van de teelt van groenbemesters (€ per ha).

Gele mosterd Bladrammenas Italiaans raaigras Snijrogge

Zaaizaad 58 100 70 65

Loonkosten (zaaibedbereiding, inzaai, frezen en onderploegen 1))

200 200 300 2) 300

1) Het onderploegen van de groenbemester na de winter kan ook gezien worden als een werkgang voor het

zaaiklaar maken voor het vervolggewas en zou als kostenpost geteld kunnen worden bij de teelt van het vervolggewas.

2) Bij Italiaans raaigras kunnen in het najaar nog 1à 2 sneden gras gewonnen worden; daartegenover staan

wel kosten voor de oogst (die zijn in deze tabel niet opgenomen).

Gele mosterd is als groenbemester belangrijk voor een goed bodembeheer

11.

Integratie op bedrijfsniveau

11.1

Integratie van landbouwkundige, economische,