• No results found

ONTWERP ALTERNATIEF

In document AVV Adviesdienst Verkeer en Vervoer (pagina 7-11)

Het ontwerp van de vrachtwagen voor het plaatsen van mobiele wegafzettingen op autosnelwegen wordt toegelicht door de afzonderlijke onderdelen toe lichten.

Tekening-

nummer Titel Paragraaf

278/100_D Overzichtstekening vrachtwagen voor plaatsen mobiele afzetting -

278/200_B Andreasmat 3.1

278/300_A Manipulator andreasmat 3.2

278/400_C Kraan voorzijde 3.3

278/250_A Bak andreasmatten (4 matten) 3.4

278/600_B Actieskid overzicht 3.5

278/500_B Afzetarm actieskid 3.6

Tabel 1. Tekeningen ontwerp vrachtwagen.

3.1. Andreasmat

Het mechanisch plaatsen en verwijderen van de huidige andreasstrips is lastig vanwege het geringe oppervlak en het verschuiven en verdraaien van de andreasstrips als er overheen gereden wordt.

Daarom wordt gebruik gemaakt van een andreasmat.

De andreasmat bestaat uit een twee centimeter dikke rubber mat van één bij twee meter met daarop twee stroken met nokken. De nokken worden met schroeven bevestigd op de rubber mat en zijn voorzien van reflectoren. Voor de waterafvoer zijn gaten aangebracht in de rubbermat.

Door twee inlagen is de andreasmat buigstijf in lengterichting en buigslap in dwarsrichting. De andreasmat zal de contour van het wegdek kunnen volgen, maar niet opkrullen bij windbelasting of zuigbelasting.

In het rapport is aangenomen dat twee andreasmatten even hoorbaar, zichtbaar en voelbaar zijn als de huidige drie andreasstrips.

Het huidige ontwerp is een basisontwerp, waarvan proefondervindelijk moet worden vastgesteld of het voldoet. Aandachtspunten bij het testen zijn:

– De zichtbaarheid, voelbaarheid en hoorbaarheid bij verschillende weersomstandigheden;

– De mate waarin andreasmatten verschuiven of verdraaien als er overheen wordt gereden;

– De stroefheid van het materiaal (contact tussen wegdek en banden).

– Bestendigheid van de andreasmat tegen weersinvloeden en vervuiling;

– Flexibiliteit van de mat bij bijvoorbeeld spoorvorming;

– Aantal andreasmatten per afzetting.

3.2. Manipulator andreasmat

De andreasmatten worden met een vacuümmanipulator geplaatst en verwijderd. De vacuümmanipulator bestaat uit een draagbalk met daaronder twee vacuümnappen.

De vacuümnappen zijn met enige bewegingsvrijheid bevestigd aan de balk om bij oneffenheden in het wegdek de andreasmat goed op te kunnen pakken. De vacuümnappen zijn tevens aan de buitenzijde van de balk / andreasmat geplaatst om te voorkomen dat de andreasmat erg excentrisch wordt opgepakt en daardoor buiten de contouren van de bak voor andreasmatten op de vrachtwagen komt.

De vacuümmanipulator wordt aan het uiteinde aan de kraanarm bevestigd. Het bevestigingspunt is gelijk aan het bevestigingspunt van de kraanhaak. De vacuümgenerator is geplaatst achter de cabine van de vrachtwagen en kan bediend worden vanuit de vrachtwagen.

3.3. Kraan voorzijde

Voor het plaatsen van de andreasmatten is de vrachtwagen voorzien van een standaard telescopische kraan. In rust is de kraan opgeborgen achter de cabine. Voor een mobiele wegafzetting moet de kraan bedrijfsgereed worden gemaakt door de kraanarm over de cabine te draaien en te koppelen aan de vacuümmanipulator die in de bak voor de andreasmatten staat.

Voor de andreasmatten is een kraan met een kleine hefcapaciteit geschikt. Een kleine standaard telescopische kraan heeft al ruim voldoende hefcapaciteit. Voor het ontwerp is uitgegaan van een HIAB 045-2 kraan met een hefcapaciteit van 42 kNm. De kraan kan ook voor andere doeleinden worden ingezet. Eventueel kan een zwaardere kraan worden geplaatst.

Bij het plaatsen of verwijderen van andreasmatten wordt de kraan vanuit de cabine van de vrachtwagen bediend.

3.4. Bak andreasmatten

De andreasmatten worden meegenomen in een bak die aan de voorzijde van de vrachtwagen is opgehangen en vergrendeld aan een DIN plaat. De bak is aan de voorzijde geplaatst omdat:

– De cyclustijd voor het plaatsen van de andreasmatten klein is, ongeveer één minuut per andreasmat;

– De handeling met de andreasmatten buiten het zicht van het verkeer plaats vindt, zodat het verkeer niet wordt afgeleid;

– De vrachtwagen met kraan tijdens het plaatsen van de andreasmat onder de vier meter blijft;

– Er geen ruimte wordt ingenomen op de laadruimte van de vrachtwagen.

De bak wordt met de kraan (zie 3.3) aan de DIN plaat gehangen en er vanaf gehaald.

In de bak kunnen vier andreasmatten worden geplaatst, voldoende voor twee wegafzettingen. Bij vier andreasmatten blijft de bak laag en de koplampen van de vrachtwagen vrij. Uiteraard is dit afhankelijk van de dimensionering van de bak voor andreasmatten en het type vrachtwagen.

3.5. Actieskid

De actieskid bestaat uit twee compartimenten die door een as met elkaar zijn verbonden. In elk compartiment bevindt zich een deel van de componenten om de actieskid zelfstandig te laten functioneren.

Op de compartimenten is het lichtraam geplaatst dat bestaat uit twee delen:

– Een vast deel met het D02 bord met verdrijvingspijl;

– Een beweegbaar deel met de lichtpijl.

Tijdens rijden staat het beweegbare deel altijd in de lage stand, zodat de hoogte van de vrachtwagen en actieskid onder de toegestane vier meter blijft. Het beweegbare deel is voor het vaste deel geplaatst en dus altijd zichtbaar. Bij het plaatsen van de actieskid op de snelweg wordt het beweegbare deel in de hoge stand geplaatst en het D02 bord zichtbaar. De afmetingen van het lichtraam in opgerichte stand zijn conform de richtlijn 96a.

De actieskid is voorzien van een dieselmotor met dynamo die via een omvormer gekoppeld is aan twee accu’s. De accu’s voeden de ledlampen op het lichtraam, de elektronica, de verwarming, de PLC

en de hydrounit, waarmee het beweegbare deel van het lichtraam wordt bewogen en het D02 bord in de juiste stand wordt geplaatst.

Zodra het spanningsniveau van de accu’s de ondergrens bereikt start automatisch de dieselmotor, waardoor de actieskid minimaal 63 uur zelfstandig in bedrijf kan zijn (van vrijdagmiddag 17:00 uur tot maandagochtend 08:00). De actieskid wordt bediend met een afstandsbediening vanuit de cabine.

Optioneel kan de actieskid worden voorzien van alleen accu’s voor de energievoorziening. Emissie -en geluidsniveau zijn dan gunstiger en het aantal technische componenten neemt verder af.

Bij het ontwerp van de vrachtwagen is er vanuit gegaan dat met de vrachtwagen minimaal twee mobiele wegafzettingen moeten worden kunnen geplaatst. Er is gekozen voor twee korte actieskids achter elkaar.

Meerdere actieskids kunnen op elkaar of achter elkaar op de laadruimte geplaatst worden. Indien twee actieskids op elkaar worden geplaatst is het niet mogelijk om met een zichtbare lichtpijl rijdend onder de toegestane vier meter te blijven. Daarnaast verminderd het zicht op het lichtraam voor

achteropkomend verkeer. Met actieskids achter elkaar blijft de vrachtwagen met zichtbare lichtpijl onder de toegestane 4 meter en is de lichtpijl goed zichtbaar voor achteropkomend verkeer.

4 meter

Figuur 4. Twee actieskids op elkaar vs. twee actieskids achter elkaar.

De massa van de actieskid is ongeveer 1.500 kg, waardoor de stabiliteit van de actieskid tot windkracht 8 is gegarandeerd.

3.6. Afzetarm actieskid

Om de actieskids te plaatsen of te verwijderen wordt gebruik gemaakt van een afzetarm. De

constructie van de afzetarm is op het chassis van de vrachtwagen gemonteerd. De afzetarm bestaat uit een geleiding waarin een uitschuifbare arm loopt met aan het uiteinde een draaibare arm met bek.

De uitschuifbare arm loopt over stalen loopwielen en wordt met een meervoudig telescopische cilinder uitgeschoven. In maximaal uitgeschoven stand reikt de draaibare arm tot over de botsabsorber.

Met de draaibare arm wordt de actieskid in horizontale en verticale richting verplaatst. De bek aan het uiteinde van de uitschuifbaren arm kan worden geopend en gesloten. De bek grijpt rondom de as tussen beide compartimenten van de actieskid. De actieskid wordt in het midden aangegrepen en niet met twee armen langszij omdat een arm die ver achter de achteras van de vrachtwagen uitsteekt bij een kleine stuurbeweging in een naastgelegen rijstrook kan komen.

Tijdens het plaatsen en verwijderen van een actieskid worden de hydraulische steunpoten neergelaten om de aslast van de vrachtwagen binnen toelaatbare waarden te houden en meer stabiliteit te geven. In de bek is een camera geplaatst, waardoor de chauffeur goed de as van de actieskid kan zien.

Het ontwerp laat een vast op de vrachtwagen gemonteerde afzetarm zien. Het is echter ook mogelijk om de afzetarm uit te voeren als wissellaadbak om de inzetbaarheid voor aannemers te vergroten.

Schematisch is dit in de onderstaande figuur weergegeven.

Figuur 5. Vrachtwagen met wissellaadbaksysteem.

3.7. Overige componenten

Aan de achterzijde van de vrachtwagen is een botsabsorber geplaatst. De botsabsorber bestaat uit een stoel met daarop het mechanisme om het botskussen op te klappen of neer te laten. De stoel is aan een DIN plaat aan de vrachtwagen opgehangen en vergrendeld. Het botskussen is opgehangen en

vergrendeld aan een DIN plaat op de stoel. De botsabsorber is voorzien van een hefinrichting.

In het ontwerp is uitgegaan van een 70 km/h botskussen. De grotere afmetingen van een 100 km/h botskussen leveren onevenredig dure complicaties op.

Tussen de kraan en de actieskids is laadruimte over. Deze ruimte kan worden benut voor het plaatsen van een gereedschapskist en kegels op de vloer en daarboven een rek voor verkeersborden. Andere toepassingen zijn echter ook mogelijk, zoals een automatische kegelzetter of een hulpmiddel om ergonomisch bakens te plaatsen.

In document AVV Adviesdienst Verkeer en Vervoer (pagina 7-11)

GERELATEERDE DOCUMENTEN