• No results found

1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen.

2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:

a. Het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het SE of het CE,

b. Het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het SE of het CE,

c. Het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of het CE, d. Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd

examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen.

Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het CE legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het CE.

3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.

4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van een school voor voortgezet onderwijs in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep.

Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken.

5. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep.

De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het

beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken.

De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid.

De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie.

24.01 Er is sprake van een onregelmatigheid:

Als de kandidaat zich onttrekt aan (een onderdeel van) het CE en/of SE en/of de in dit reglement en/of PTA vastgestelde regels/bepalingen die ermee samenhangen, en/of hiermee in strijd handelt.

Met "het zich onttrekken aan" worden bijvoorbeeld bedoeld:

- Het zonder geldige redenen niet aanwezig zijn bij een toets, het niet op tijd inleveren van de voorgeschreven werkstukken en leesverslagen, het zich onttrekken aan de

werkstukbegeleiding.

- Als de kandidaat in strijd handelt (of heeft gehandeld) met het examenreglement.

- Als de kandidaat zich schuldig maakt (of schuldig heeft gemaakt) aan bedrog en of fraude.

Onder fraude wordt verstaan:

Het handelen of nalaten van een kandidaat waardoor het vormen van een juist oordeel over de kennis, inzicht en vaardigheden van hem of een andere kandidaat geheel of gedeeltelijk

onmogelijk is.

Onder bedrog wordt verstaan: Het opzettelijk wekken van onjuiste voorstellingen.

Voorbeelden van fraude en/of bedrog (niet gelimiteerd):

a. Afkijken en gelegenheid geven tot afkijken (spieken);

b. Praten met en/of tegen anderen;

c. Verbaal en/of non-verbaal informatie over dragen en/of overgedragen krijgen;

d. Toetsopgaven/examenopgaven achterhouden (verduisteren) en/of laten achterhouden.

e. Gebruik maken en/of laten maken van eerder verduisterde toetsopgaven/examenopgaven.

f. Het gebruiken en/of laten gebruiken van hulpmiddelen die niet zijn toegestaan;

g. Het gebruiken van informatie en/of laten gebruiken van informatie op een niet toegestane informatiedrager;

h. Examenwerk niet inleveren en al dan niet beweren het wel ingeleverd te hebben;

i. Instructies van de examinator/toezichthouder niet opvolgen;

j. Het bewust of onbewust (dwaling) presenteren van andermans werk;

k. Plagiaat.

l. Het presenteren van niet toegestaan werk.

m. Het uitvoeren van een opdracht die niet aan de gestelde eisen voldoet.

n. Zonder toestemming lenen/uitlenen van materialen tijdens een SE.

o. Het bij zich hebben van een mobiele telefoon.

p. Het gebruiken/inleveren van werk dat al eerder ( eventueel door een andere kandidaat ) ingeleverd is geweest en/of beoordeeld.

q. Het bij zich hebben van een smartwatch.

24.02 De directeur kan in het geval van een onregelmatigheid maatregelen treffen.

24.03 De maatregelen, die ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn:

a. de kandidaat krijgt het cijfer 1 voor een toets; deze toets komt niet meer voor herkansing in aanmerking.

b. de kandidaat mag niet meer deelnemen aan een of meerdere onderdelen van het examen;

reeds afgenomen toetsen van het examen worden ongeldig verklaard;

c. de kandidaat krijgt alleen het diploma en de cijferlijst na een nieuw examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Als het nieuwe examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het CE dan leg de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het CE (tweede tijdvak: herkansingen), of in het derde tijdvak (staatsexamen).

24.04 Als de onregelmatigheid pas na afloop van het SE wordt ontdekt kan de directeur:

a. het SE ongeldig verklaren, wat ook ontzegging van deelname aan het CE in houdt;

b. bepalen, dat het SE alleen geldig is na een nieuw SE in de door de rector aan te wijzen onderdelen en op de door hem te bepalen wijze.

24.05 Voordat een beslissing volgens artikel 24.03 of artikel 24.04 wordt genomen, wordt door de afdelingsleider contact opgenomen met de ouder/verzorger van de kandidaat en doet verslag van

het voorval dat beschouwd wordt als een onregelmatigheid en maakt duidelijk welke maatregel de directeur voornemens is te nemen. Als de kandidaat en ouder met de maatregel van de directeur akkoord gaan en geen behoefte hebben om door de directeur en de overige leden van de examencommissie gehoord te worden, wordt van de beslissing die de directeur genomen heeft via e-mail een bevestiging naar de ouder/verzorger gestuurd. Als de kandidaat en/of ouder niet met de voorgenomen maatregel akkoord gaan en/of gehoord wil worden wordt de kandidaat schriftelijk uitgenodigd bij de examencommissie om door de directeur en de overige leden van de examencommissie gehoord te worden over het gebeurde. De kandidaat kan zich bij dat gesprek laten bijstaan door een hem vertrouwde volwassene, bijvoorbeeld een van de ouders/verzorgers.

24.06 Nadat, in voorkomend geval, de kandidaat gehoord is deelt de directeur zijn beslissing zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk aan de kandidaat mee en wijst hem daarbij op de

mogelijkheid in beroep te gaan.

Als de kandidaat nog geen 18 jaar is, wordt een afschrift van de beslissing aan de ouders of verzorgers gestuurd. Ook de inspecteur ontvangt een afschrift van de beslissing.

24.07 De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de Centrale Commissie van Beroep Eindexamens regio Nijmegen.

24.08 Ter voorkoming van onregelmatigheden bij schoolexamens kunnen de volgende regels gelden:

Tassen mogen niet bij de tafel van de kandidaat staan, maar worden voor in het lokaal of, indien daar toezicht is, daar buiten geplaatst.

Etuis worden naast de tafel gelegd.

De tafeltjes worden uit elkaar geplaatst. Een leerling mag zijn mobiele telefoon en smartwatch of andere informatiedragers niet mee nemen in het lokaal.

Het is niet toegestaan programmeerbare en/of grafische rekenmachines te gebruiken.

Er mag bij centrale examens alleen gebruik gemaakt worden van door de school verstrekt papier.

Zie ook artikel 11.

24.09 De directeur maakt van alle onregelmatigheden en de op grond daarvan genomen maatregelen melding bij de inspectie.

SPREIDING VOLTOOIING EINDEXAMEN