• No results found

ongeschiktheid, subsidiair wegens redenen van gewichtige aard; BVE Aan het einde van het schooljaar is een aantal klachten van leerlingen en collega's over

grensoverschrijdend gedrag van werknemer gekomen. Eerst in december van dat jaar is de werknemer formeel door de opleidingsmanager in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op de klachten te geven. Nu de werkgever het dienstverband daadwerkelijk heeft opgezegd, heeft hij de werknemer in redelijkheid kunnen schorsen voor de duur van de procedure tot beëindiging van het dienstverband. Wat betreft het ontslag is de inhoud van het overgelegde dossier niet van dien aard dat daaruit geconcludeerd kan worden dat de werknemer onverbeterlijk gedrag vertoont en dat hij niet bereid is om mee te werken aan een verbetertraject. De werkgever heeft zich

onvoldoende ingespannen om tot een verbetering van het gedrag van werknemer te komen. Dat de werknemer bepaalde essentiële eigenschappen zou ontberen die nodig zijn voor het

functioneren als docent in het MBO, is evenmin voldoende onderbouwd. Aan de subsidiaire ontslaggrond komt onvoldoende zelfstandige betekenis toe zodat het ontslag evenmin door deze reden gedragen wordt. Bovendien is niet gebleken dat de verhoudingen tussen partijen zodanig geschaad zijn dat de werknemer niet binnen het ROC werkzaam kan blijven. Beroep tegen schorsing ongegrond, beroep tegen ontslag gegrond.

105331 - Beroep tegen (tijdelijke) overplaatsing als disciplinaire maatregel; BVE

Op de dag dat de werkgever werknemer het voornemen meedeelde om tot het opleggen van de disciplinaire maatregel van overplaatsing over te gaan, is de werkgever overgegaan tot het feitelijk ten uitvoer leggen van deze maatregel. Werknemer diende met directe ingang

vervangende opdrachten uit te voeren. Bij het opleggen van een disciplinaire maatregel is een aanmerkelijk rechtspositioneel belang van de werknemer betrokken. Dat belang wordt door middel van de verweermogelijkheid in de cao beschermd. Door de werknemer wel de gelegenheid voor het voeren van verweer te bieden, maar tegelijkertijd over te gaan tot het feitelijk ten uitvoer leggen van de disciplinaire maatregel, is er geen sprake geweest van een voornemen. Aldus heeft de werkgever in strijd met de in de cao voorgeschreven

voornemenprocedure gehandeld. Hierdoor heeft de werkgever bij het opleggen van de maatregel geen rekening kunnen houden met de zienswijze van de werknemer en is de werknemer in zijn door de cao beschermd belang geschaad. Beroep gegrond.

Jaarverslag 2012 23

105322 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

Het dienstverband met werkneemster is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van een reorganisatie van de ondersteunende diensten. Werkneemster stelt dat voor haar niet is vast te stellen of zij op rechtmatige wijze boventallig is verklaard. Voorts stelt zij dat de werkgever het herplaatsingsproces al dan niet bewust heeft geblokkeerd, gefrustreerd en/of geweigerd. Uit het - door de vakcentrales geaccordeerde - reorganisatieplan blijkt dat de door werkneemster uitgeoefende functie als gevolg van de reorganisatie is opgeheven. De

boventalligheid staat daarmee genoegzaam vast. Niet is gebleken dat de werkgever onvoldoende invulling aan zijn inspanningsverplichting heeft gegeven dan wel dat hij heeft gehandeld in strijd met het Sociaal Plan en/of het Sociaal Statuut. Beroep ongegrond.

105251 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing;

BVE

Werknemer is een docent tegen wie enkele deelnemers klachten hebben ingediend. Na verloop van tijd heeft de werkgever de werknemer geschorst in het belang van de instelling voor de duur van maximaal vier weken. De werkgever heeft een onderzoek aangekondigd. Enkele weken later heeft de werkgever besloten de schorsing met maximaal vier weken te verlengen.

De werkgever heeft in strijd met artikel H-39 van de CAO de werknemer vooraf niet geïnformeerd over zijn voornemen hem bij wijze van ordemaatregel te schorsen. Evenmin heeft de werkgever de werknemer de mogelijkheid geboden zijn opvatting te geven over de voorgenomen beslissing tot verlenging van de schorsing. Door de werknemer niet in de gelegenheid te stellen de

belangen die aan zijn kant spelen naar voren te brengen, heeft de werkgever deze belangen niet kunnen betrekken bij de afweging van belangen die vooraf dient te gaan aan het nemen van een beslissing over de schorsing en de verlenging daarvan. De werknemer is geschaad in zijn door de CAO BVE beschermde belang om voorafgaande aan het opleggen of verlengen van een schorsing zijn opvattingen kenbaar te kunnen maken. Beroep gegrond.

105238 - Beroep tegen wegens reorganisatie; BVE

De unit waar werkneemster haar werkzaamheden verrichtte wordt opgeheven. Werkneemster begint op een andere, niet bij de reorganisatie betrokken unit, waar zij na twee weken uitvalt wegens ziekte. Werkgever zegt op in het kader van de reorganisatie en stelt dat aan

werkneemster geen beroep op het opzegverbod tijdens ziekte toekomt omdat het nieuwe werk bij wijze van stage werd verricht. Werkneemster stelt dat het om definitieve herplaatsing ging en dat het opzegverbod tijdens ziekte wel gold en er geen sprake was van de uitzondering daarop ex artikel 7:670b lid 2 BW. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat beide partijen de

verwachting hadden dat werkneemster de werkzaamheden structureel zou gaan verrichten. Ten aanzien van deze werkzaamheden geldt daarom niet de uitzondering op het opzegverbod tijdens ziekte wegens opheffing van het deel van de onderneming waar de werknemer uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is. Maar ook in het andere geval, indien aangenomen wordt dat

werkneemster op basis van een stage werkzaam was, geldt dat een beroep op haar ziekte gerechtvaardigd is. Het past bij een billijke toepassing van het Sociaal Plan en bij goed werkgeverschap om werkneemster haar ziekte niet tegen te werpen. Het beroep op het opzegverbod tijdens ziekte slaagt. Beroep gegrond.

105175 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

De bestreden ontslagbeslissing vermeldt dat de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd vanwege de boventallig verklaring als gevolg van de organisatiewijziging bij de unit Educatie waar

werknemer werkzaam is. Hiermee is voldoende concreet gemaakt wat voor de werkgever de reden vormt om tot beëindiging van het dienstverband over te gaan, te weten een opzegging op

Jaarverslag 2012 24

grond van opheffing van de betrekking. De werknemer betwist de noodzaak tot ontslag niet, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. Van een onbillijke situatie voor de werknemer, zoals hij heeft gesteld, is geen sprake noch kan staande worden gehouden dat hij door het ontslag onevenredig hard is getroffen. Ook andere werknemers die als gevolg van de

organisatiewijziging zijn ontslagen en een uitkering wensen te ontvangen, zijn gehouden aan de hen opgelegde verplichting om te solliciteren. De werkgever heeft in redelijkheid het ontslag met toepassing van het Sociaal Plan kunnen verlenen. Beroep ongegrond.

105297/105298 - Voorlopige voorziening (2) om opheffing van schorsing; BVE

De werkgever heeft de werknemer vrijgesteld van werkzaamheden bij wijze van ordemaatregel, en hij heeft deze schorsing verlengd in verband met het voornemen over te gaan tot onvrijwillige beëindiging van het dienstverband. De vrijstelling van werkzaamheden is inmiddels geëindigd, zodat de werknemer geen belang meer heeft bij een voorziening ten aanzien van deze

beslissing. Voor de verlengde schorsing geldt dat het naar het voorlopig oordeel van de

Voorzitter in hoge mate onwaarschijnlijk is dat de kantonrechter zal overgaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst of dat de Commissie van Beroep het beroep van de werknemer tegen een hem gegeven ontslag ongegrond zal verklaren; dit mede gelet op de leeftijd en positie van de werknemer en gelet op de korte duur van de problemen. De Voorzitter is van oordeel, dat het er alle schijn van heeft dat wordt toegewerkt naar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door het snel opbouwen van een dossier en het eenzijdig laten escaleren van een conflict dat feitelijk niet lijkt te bestaan. Bovendien zijn minder vergaande maatregelen dan beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet beproefd. Daarenboven kunnen aan de hoofdverwijten die de werkgever de werknemer over zijn functioneren heeft gemaakt niet de waarde worden toegekend die de werkgever er aan hecht. De verzochte voorziening wordt toegewezen.

104851 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

Werknemer, medewerker Contractbureau, betwist de noodzaak tot ontslag niet, maar is het op morele gronden niet eens met het ontslag en hij voert aan dat het ontslag hem financieel en emotioneel hard treft. Het door de werkgever gehanteerde Sociaal Plan Educatie alsmede de afvloeiingsregeling zijn overeengekomen met de vakcentrales en geaccordeerd door de MR, en zijn ook in overeenstemming met het bepaalde in artikel G-4 CAO-BVE. Aangezien de

werknemer op grond van zijn plaats op de afvloeiingslijst voor ontslag in aanmerking kwam, mocht de werkgever hem op grond van het bepaalde in artikel H-57 onder c CAO-BVE ontslaan.

Het is niet onjuist dat de werkgever geen reden heeft gezien om de in het Sociaal Plan opgenomen hardheidsclausule toe te passen, omdat de werknemer door het ontslag niet onevenredig hard is getroffen. Dat werknemer naar aanleiding van een verzoek daartoe vanuit het ROC vrijwillig zijn eerdere dienstverband bij de gemeente heeft beëindigd, kan de werkgever evenmin worden aangerekend nu destijds niet te voorzien was dat het ROC als gevolg van de vermindering van de WEB-gelden en de invoering van de verplichte aanbesteding voor

inburgeringscursussen, diende te reorganiseren. Beroep ongegrond.

105044 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; BVE

De arbeidsongeschiktheid van werkneemster heeft langer dan twee jaar geduurd en herstel binnen zes maanden is niet te verwachten. Werkneemster is voor minder dan 35%

arbeidsongeschikt maar wel volledig ongeschikt voor het verrichten van haar functie van docent.

Nadat de re-integratie aanvankelijk langzaam op gang kwam, heeft de werkgever werkneemster passende werkzaamheden aangeboden. Het UWV heeft tweemaal een deskundigenoordeel verstrekt waaruit blijkt dat de aangeboden werkzaamheden passend zijn. Werkneemster vindt echter van niet en stelt teveel beperkingen te hebben om deze werkzaamheden te kunnen verrichten. Uit het rapport van de arbeidsdeskundige volgt dat er voor de werkneemster geen

Jaarverslag 2012 25

herplaatsings-mogelijkheden zijn en dat zij onvoldoende meewerkt aan de re-integratie. De werkgever heeft in redelijkheid tot opzegging van het dienstverband wegens blijvende arbeidsongeschiktheid kunnen beslissen. Beroep ongegrond.

105036 - Beroep tegen einde verlengd tijdelijk dienstverband; BVE

Werknemer werkt op basis van elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd vanwege onbevoegdheid (art. H-11 CAO). Doordat hij niet tot het realiseren van zijn bevoegdheid komt, heeft de werkgever hem geen nieuw tijdelijk dienstverband aangeboden. De werknemer stelt dat er door de inmiddels meer dan zes tijdelijke dienstverbanden een vast dienstverband is ontstaan zodat opzegging is vereist. Artikel H-17 lid 2 CAO BVE is niet van toepassing op het tijdelijk dienstverband van artikel H-11 CAO BVE. Het verlengd tijdelijk dienstverband is daarom niet overgegaan in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Het beroep van de werknemer op een vonnis van de kantonrechter kan niet slagen, omdat de werkgever de werknemer in dit geval er wel op heeft gewezen dat hij binnen een redelijk tijdsbestek zijn onderwijsbevoegdheid dient te halen alsook op de consequentie van het eindigen van de arbeidsovereenkomst bij het niet tijdig voldoen hieraan. Het verlengd tijdelijk dienstverband van de werknemer is conform het bepaalde in artikel 7:667 lid 1 BW en artikel H-50 aanhef en onder f CAO BVE van rechtswege geëindigd door het verstrijken van de termijn waarvoor het is aangegaan. De brief waartegen het beroep is gericht dient te worden aangemerkt als een mededeling dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt en niet zal worden verlengd. Tegen een dergelijke mededeling staat ingevolge het bepaalde in artikel 4.1.5 WEB en artikel N-1 CAO BVE geen beroep open. Het beroep is niet-ontvankelijk.

105102 - Beroep tegen schriftelijke berisping; BVE

De werknemer zou door onzorgvuldige omgang met leerling gegevens grote onrust hebben veroorzaakt onder de studenten van zijn opleiding. Hierdoor en omdat hij zich - na hierop te zijn aangesproken - onheus zou hebben gedragen tegen zijn leidinggevende, is hij berispt door de onderwijsleider. Uit het door de werkgever overlegde Reglement Mandatering bevoegdheden is gebleken dat het opleggen van een disciplinaire maatregel niet behoort tot de bevoegdheid van de onderwijsleider. Aldus is sprake van een onbevoegd genomen disciplinaire maatregel. Voor zover de werkgever achteraf deze maatregel voor zijn rekening wenst te nemen, maakt dit het niet anders en herstelt het gebrek niet; een werknemer mag erop vertrouwen dat belangrijke beslissingen van de werkgever die zijn rechtspositie raken door de juiste instantie met de daarbij behorende oordeelsvorming worden genomen. Beroep gegrond.

105085 - Beroep tegen einde verlengd tijdelijk dienstverband; BVE

Werknemer heeft een aantal opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd vanwege onbevoegdheid gehad. De werkgever heeft de werknemer medegedeeld dat zijn tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werknemer stelt dat verwachtingen zijn gewekt over voortzetting van het dienstverband.

Tussen partijen is expliciet overeengekomen dat de werknemer een test met goed gevolg diende af te leggen alvorens er een geschiktheidsverklaring kon worden afgegeven. De uitslag van de door de werknemer afgelegde test geeft aan dat hij niet over een HBO werk- en denkniveau beschikt.

Vanwege de onbevoegdheid kon ingevolge art. H-11 aanhef en onder b CAO BVE alleen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden aangaan. Dit dienstverband is conform het bepaalde in artikel H-50 aanhef en onder f CAO BVE van rechtswege geëindigd door het verstrijken van de termijn waarvoor het is aangegaan. De mededeling van de werkgever dat het dienstverband van rechtswege eindigt kan derhalve niet gelden als een beëindigingsbeslissing.

Aldus is geen voor beroep vatbare beslissing voorhanden. Beroep niet-ontvankelijk.

Jaarverslag 2012 26

105145 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, omvang

herbenoeming; BVE

Het verschil van mening betreft de omvang van de herbenoeming als genoemd in artikel H-59 CAO BVE. Werknemer wordt na twee jaar ziekte door UWV minder dan 35% arbeidsongeschikt geacht, derhalve geen WIA-uitkering. Wel urenbeperking aanwezig: maximaal 30 uur per week.

Werkgever herbenoemt in eerste instantie voor vastgesteld arbeidsgeschiktheidspercentage, maar corrigeert dat door aan te sluiten bij urenbeperking. Werknemer stelt dat BAPO-verlof dient te worden opgeteld bij de 30 uur herbenoeming; werkgever stelt dat BAPO-verlof deel uitmaakt van de benoeming voor 30 uur. De Commissie overweegt dat BAPO-verlof een vorm is van aanwending van de uren die voor de werknemer beschikbaar zijn voor het verrichten van

werkzaamheden voor de werkgever. De werknemer stelt zich beschikbaar voor 30 uur per week, vermeerderd met het te genieten BAPO-verlof. Deze beschikbaarstelling overschrijdt echter de vastgestelde belastbaarheid, zodat de werkgever daar bij de herbenoeming op goede gronden aan voorbij is gegaan. Beroep ongegrond.

105005 - Verzet tegen kennelijk niet-ontvankelijkverklaring; BVE

De Voorzitter van de Commissie van Beroep BVE heeft een door de werknemer ingesteld beroep tegen een beslissing van haar werkgever kennelijk niet ontvankelijk verklaard wegens

overschrijding van de beroepstermijn. In verzet oordeelt de Commissie dat het beroepschrift niet tijdig is verzonden. De overschrijding van de termijn is voorts niet verschoonbaar te achten:

werknemer werd bijgestaan door een professionele rechtsbijstandverlener. Verzet ongegrond.

105076 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; BVE De werknemer heeft 25 jaar als docent gefunctioneerd. Dan maakt hij bij de werkgever de overstap naar medewerker communicatie. Vanwege boventalligheid volgt na 5 jaar weer

terugplaatsing als docent. In deze functie wordt hij ontslagen. De werknemer beroept zich op het opzegverbod. Hij heeft zich ziek gemeld nadat de werkgever had meegedeeld voornemens te zijn over te gaan tot ontslag. Deze situatie is op één lijn te stellen met de in art. 7:670 lid 1 aanhef en onder b BW geregelde situatie, zodat als er sprake is van een ziekmelding nadat het voornemen tot ontslag aan de werknemer is kenbaar gemaakt, het opzegverbod niet geldt. Voldoende is vast komen te staan dat er vanaf 2009 diverse keren met de werknemer is gesproken over zijn

functioneren. De verbeterpunten waren concreet geformuleerd en de werknemer is door de werkgever in de gelegenheid gesteld zich te verbeteren, waarbij hulp en begeleiding is geboden.

De werkgever heeft een eindbeoordeling gemaakt en daarbij voldoende aannemelijk gemaakt dat verbetering van het functioneren uitbleef. Dat een verstoorde verhouding met de directeur aan het disfunctioneren ten grondslag lag is niet gebleken. De werkgever heeft aan het

disfunctioneren in redelijkheid de conclusie kunnen verbinden dat werknemer niet meer geschikt was voor het uitoefenen van zijn functie. Beroep ongegrond.

105006 - Beroep tegen ontslag wegens reorganisatie; BVE

Werknemer is arbeidsongeschikt als zijn arbeidsovereenkomst wegens opheffing van de

betrekking met toepassing van het sociaal plan wordt opgezegd. Hij beroept zich onder meer op het opzegverbod tijdens ziekte. Werkgever stelt dat geen beroep op opzegverbod kan worden gedaan omdat het ontslag geen verband houdt met arbeidsongeschiktheid. De werknemer heeft zich tijdig, want binnen de in artikel 7:677 lid 5 BW genoemde termijn van twee maanden, beroepen op het opzegverbod. Dat de opzegging geen verband hield met de

arbeidsongeschiktheid doet daarbij niet ter zake, aangezien deze omstandigheid geen uitzondering vormt op het opzegverbod tijdens ziekte. Het beroep van de werkgever op de

Jaarverslag 2012 27

uitspraak van de kantonrechter Maastricht, LJN BO7660, gaat niet op omdat daar geen sprake was van opzegging maar van ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Beroep gegrond.

Jaarverslag 2012 28

B Be B e er r ro o oe e e p p p H H HB B B O O O A Aa A a a n n n g ge g e es s sl l l o o o t t t e en e n n H H Ho o og g ge e es s sc c ch h h o ol o l le e en n n

In het verslagjaar waren 33 Hogescholen bij de Commissie aangesloten.

B Be B e eh h h a an a n nd d de e el l l e en e n nd d de e e b be b e er r ro o oe e e p pe p e en n n C C C o o o m mm m m mi i is s ss s s i ie i e e v v va a an n n b b b e er e r r o oe o e ep p p H H H B BO B O O: : :

In het verslagjaar heeft de Commissie van beroep HBO 10 beroepen mondeling ter zitting behandeld. Van deze beroepen zijn er 2 beroepen gevoegd en is er 1 schriftelijk behandeld. HBO beroepen resterend uit 2011 4

aanhangig gemaakt 19

ingetrokken 9

uitspraken 10

behandeling nog niet afgerond op 31-12-2012 4 V

V

Ve

e

er

r

rg

g

ge

e

el

l

li

i

ij

j

jk

k

ki

i

in

n

ng

g

gv

v

ve

e

er

r

rs

s

sl

l

la

a

ag

g

gj

j

ja

a

aa

a

ar

r

rm

m

me

e

et

t

tv

v

vo

o

oo

o

or

r

rg

g

ga

a

aa

a

an

n

nd

d

de

e

ej

j

ja

a

ar

r

re

e

en

n

n:

:

:

222000111111

totaal in behandeling 29

ingetrokken 15

uitspraken 10

voortgezet in 2012 4

222000111000

totaal in behandeling 23

ingetrokken 13

uitspraken 8

voortgezet in 2011 2

222000000999

totaal in behandeling 32

ingetrokken 12

uitspraken 12

voortgezet in 2010 8

220200000888

totaal in behandeling 46

ingetrokken 21

uitspraken 23

voortgezet in 2009 2

Jaarverslag 2012 29 U U U i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p H H H B B B O O O : : :

Van de 10 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn er 9 beroepen mondeling ter zitting behandeld en 1 beroep is schriftelijk behandeld.

gegrond verklaard de beroepen tegen:

Schorsing als disciplinaire maatregel 1 ontslag wegens opheffing betrekking 1 ontslag wegens arbeidsongeschiktheid 1 ongegrond verklaard de beroepen tegen:

ontslag wegens onbekwaamheid/

ongeschiktheid/gewichtige redenen

1

schorsing als ordemaatregel 1

berisping 1

opheffing betrekking en gewichtige redenen

1

verzoek voorlopige voorziening om opheffing schorsing

1

niet ontvankelijk verklaard de beroepen tegen:

overplaatsing 1

verlenging schorsing als ordemaatregel 1

Jaarverslag 2012 30

S S S a a a m m m e e e n n n v v v a a a t t t t t t i i i n n n g g g e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e u u u i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n H H H B B B O O O

105493 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid/