• No results found

Onderzoeksvraag 1: “Is er een verband tussen motivatie, burn-out, jobtevredenheid van de L.O leerkracht en de lesgeefstijlen”

Huidige studie onderzoekt de vier potentiële antecedenten van de lesgeefstijl: type motivatie, burn-out en jobtevredenheid. De lesgeefstijl van de leerkracht wordt op een subjectieve (N = 60) en objectieve (N = 24) manier in kaart gebracht.

Verbanden tussen autonome motivatie, burn-out, jobtevredenheid en behoefte- ondersteunende lesgeefstijl

Drie antecedenten houden verband met de zelf-gerapporteerde behoefte-ondersteunende lesgeefstijl. Geen enkele antecedent staat in verband met de geobserveerde behoefte- ondersteunende lesgeefstijl. Doordat deze studie bestaat uit slechts 24 observaties is er een vermoeden dat verbanden bij een grotere sample zou kunnen worden gerepliceerd. De eerste hypothese is vervolgens voldaan op het vlak van de zelf-gerapporteerde lesgeefstijlen. De onderzoeksresultaten tonen een positief verband aan tussen autonome motivatie en een zelf-gerapporteerde behoefte-ondersteunende lesgeefstijl. Deze vaststelling stemt overeen met de bevindingen vanuit de literatuur (Abós et al., 2019; Cheon et al., 2014; Taylor et al., 2008; Van den Berghe et al., 2014). Dergelijke studies gaven aan dat leerkrachten die energie halen uit het lesgeven (i.e. autonome motivatie), ook meer geneigd zijn om in te spelen op de interesses van leerlingen (i.e. autonomie-ondersteunend), meer concrete verbale of fysieke hulp bieden tijdens moeilijke oefeningen (i.e. structuur) en zich meer inzetten om een goede betrouwbare relatie op te bouwen met de leerlingen (i.e. betrokkenheid). De motivatie van de

36

leerkracht vertaalt zich met andere woorden in zijn/haar omgang met de leerlingen. Het positieve verband tussen autonome motivatie en de geobserveerde behoefte-ondersteunende lesgeefstijl kan deze studie niet bevestigen.

Verder kan er in dit onderzoek een negatief verband worden aangetoond tussen burn-out en een zelf-gerapporteerde behoefte-ondersteunende lesgeefstijl. Dit betekent dat leerkrachten die zich opgebruikt voelen op het einde van hun werkdag (i.e. emotionele uitputting) en zich vervreemd van zijn job en/ of collega’s (i.e. depersonalisatie), minder vaak een behoefte- ondersteunende lesgeefstijl gaan hanteren. Dergelijk verband is tot op heden nog niet vaak onderzocht. Enkel de studie van Shen en collega’s (2015) stelde eerder al vast dat leerlingen de lesgeefstijl als minder behoefte-ondersteunende beoordeelden, indien de leerkracht hoog scoorde op gevoelens van emotionele uitputting. Daarentegen kan het negatief verband niet worden bevestigd betreffende de geobserveerde behoefte-ondersteunende lesgeefstijl.

Jobtevredenheid correleert positief met een zelf-gerapporteerde behoefte-ondersteunende

lesgeefstijl. Dit betekent dat leerkrachten die hun werkomstandigheden als uitstekend ervaren (i.e. jobtevredenheid), meer energie en inspanningen leveren om te voldoen aan de behoeftes van de leerlingen of kortweg een behoefte-ondersteunende lesgeefstijl hanteren. Dergelijke bevinding levert een nieuw inzicht met betrekking tot de L.O-context. De studie van Opdenakker en Van Damme (2006) gaf eerder al aan dat leerkrachten wiskunde, die een hoge mate van tevredenheid over hun job rapporteerden vaker een leerlinggerichte lesgeefstijl hanteerden. Jobtevredenheid draagt bij tot een goed psychologisch functioneren, wat kan leiden tot een positieve impact op de schoolprestaties van leerlingen (Abós et al., 2019). Met betrekking tot de geobserveerde behoefte-ondersteunende lesgeefstijl wordt het verband niet bevestigd.

Verbanden tussen gecontroleerde motivatie, burn-out, jobtevredenheid en behoefte-ondermijnende lesgeefstijl

Met betrekking tot de zelf-gerapporteerde behoefte-ondermijnende lesgeefstijl correleert slechts één antecedent. Geen enkel verband wordt gevonden met de geobserveerde behoefte-ondermijnende lesgeefstijl, mogelijks door de beperkte sample. Als gevolg hiervan wordt louter één deelaspect van de tweede hypothese bevestigd.

Huidig onderzoek kan geen verband aantonen tussen gecontroleerde motivatie met een behoefte-ondermijnende lesgeefstijl. Het is dus niet zo dat leerkrachten die druk ervaren tijdens het lesgeven, dit ook overzetten in hun manier van interageren met de leerlingen. Deze bevindingen zijn inconsistent met een beperkt aantal studies die zich voornamelijk richten op de controlerende lesgeefstijl (Hein et al., 2012; Soenens et al., 2012). Zij brachten de motivatie van de leerkracht in kaart aan de hand van een relatieve autonome motivatie index (Ryan &

37

Connell, 1989). Deze index geeft weer in hoeverre een leerkracht autonoom t.o.v. gecontroleerd gemotiveerd is. Uit de resultaten bleek dat een lage mate van relatieve autonome motivatie geassocieerd is met een gecontroleerde lesgeefstijl (Soenens et al., 2012) en niet-productieve lesgeefstijlen (Hein et al., 2012). Dit kan vervolgens een verklaring zijn voor de afwezigheid van het verband tussen gecontroleerde en behoefte-ondermijnende lesgeefstijl, aangezien dit onderzoek een onderscheid maakt tussen autonome en gecontroleerde motivatie volgens de ZDT. Het negatief verband tussen gecontroleerde motivatie en behoefte-ondermijnende lesgeefstijl wordt niet gevonden op basis van de observaties.

Een positieve associatie wordt gevonden tussen burn-out en een zelf-gerapporteerde behoefte-ondermijnende lesgeefstijl. Dit resultaat stemt overeen met eerder onderzoek in een L.O.-context, waar emotionele uitputting werd geassocieerd met een gecontroleerde lesgeefstijl (Soenens et al., 2012). Huidige studie geeft aan dat L.O.-leerkrachten die zich opgebruikt voelen op het einde van de dag (i.e. burn-out), vaker zullen dreigen met straffen voor onvoldoende prestaties, leerlingen onder druk zetten om bepaalde deadlines te halen of afbrekende kritiek geven (i.e. behoefte-ondermijnende lesgeefstijl) vaker behoefte- ondermijnend lesgeven. Er wordt gesteld dat burn-out de kwaliteitsvolle werkprestaties van een leerkracht ondermijnt, wat vervolgens leidt tot een negatieve impact op de leerlingen (Koustelios & Tsigilis, 2005). Verder wordt deze bevinding niet bevestigd voor de geobserveerde behoefte-ondermijnende lesgeefstijl.

Tot slot staat jobtevredenheid niet in verband met een zelf-gerapporteerde behoefte- ondermijnende lesgeefstijl. Dit in tegenstelling tot de hypothese waarbij een negatief verband werd verwacht. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat jobtevredenheid gemeten werd aan de hand van vijf items (Bijlage 1). Deze peilen voornamelijk naar interne componenten o.a. de affectiviteit ten opzichte van hun werk. Externe componenten zoals schoolklimaat werden in huidige studie in minder mate bevraagd. Alsnog zijn dergelijke componenten belangrijke voorspellers van jobtevredenheid (Skaalvik & Skaalvik, 2017). Zo stelden Deneire en collega’s (2013) vast wanneer een schooldirectie geen belang hecht aan een goed schoolklimaat (o.a. open cultuur, goede relatie met collega’s), leerkrachten een lage jobtevredenheid rapporteren wat uiteindelijk zal leiden tot een negatieve impact op de werkprestaties (Armana, Thalibb, & Mandac, 2016). Bijgevolg kan er geen eenduidig verband worden aangetoond voor jobtevredenheid en behoefte-ondermijnende lesgeefstijl, gezien er een beperkte opname is van externe componenten in de Satisfaction with Life Scale Questionnaire (Diener et al., 1985) in huidige studie. Dit negatief verband wordt ook niet aangetoond met een geobserveerde behoefte-ondermijnende lesgeefstijl.

38

Onderzoeksvraag 2: “Wordt het verband tussen burn-out/jobtevredenheid en

zelf-gerapporteerde lesgeefstijlen gemedieerd door de motivatie van de