• No results found

Onderzoeksmethode 17

Het anticipatie-effect is onderzocht met de volgende onderzoeksmethoden:

• Literatuuronderzoek;

• Enkele diepte-interviews met adviseurs en ondernemers;

• Gestructureerde online enquêtes met 512 ondernemingen;

• Gestructureerde online enquêtes met 97 adviseurs op het gebied van mededinging (voorna- melijk juristen).

Beide online enquêtes hebben betrekking op zowel concentratietoezicht als karteltoezicht en bevatten een combinatie van gesloten vragen, open vragen, stellingen en een conjunct opdracht. Hieronder wordt voor beide doelgroepen het veldwerk toegelicht. Vervolgens wordt de conjunct meetmethode besproken. Dit hoofdstuk sluit af met de operationalisatie van het anticipatie- effect: hoe is het anticipatie-effect in dit onderzoek gemeten?

3.1 Online enquêtes ondernemingen

De steekproef is samengesteld op basis van een bestand van de Kamer van Koophandel (KvK) met ondernemingen van een omvang van 100 werknemers of groter.13 Het ontwerp van de onli- ne enquête is door middel van diepte-interviews met een vijftal ondernemingen getest en afge- stemd met de NMa.14 De hosting van de vragenlijst is verzorgd door Bureau Veldkamp. Om een zo hoog mogelijke respons te bereiken, zijn ondernemingen zowel telefonisch, schriftelijk als per e-mail benaderd.15 De telefonische benadering is uitgevoerd door Quorum Preliminary Sales (QPS).16

De werving was gericht op de algemeen directeur of bedrijfsjurist en vond plaats in de periode april tot augustus 2010. In totaal hebben 512 ondernemingen de online enquête (geheel of gedeel- telijk) ingevuld, waarvan 342 geheel ingevulde enquêtes. Gedurende het veldwerk zijn de perso- nen die de enquête nog niet hadden ingevuld per telefoon, e-mail of brief herinnerd aan ons ver- zoek om medewerking. Tabel 3.1 geeft een overzicht van respons naar het communicatiekanaal waarlangs ze benaderd zijn. De totale respons bedraagt 7% bij een strikte definitie (alleen com-

13 Nederlandse ondernemingen met minder dan 100 werkzame personen vallen doorgaans niet onder het

concentratietoezicht. Ongeveer 80% van deze bedrijven blijft onder de omzetdrempel van 30 miljoen eu- ro (berekeningen op basis van data CBS Statline). Door deze ondernemingen buiten de steekproef te laten, wordt (aanzienlijke) non-respons bij vragen over het fusietoezicht voorkomen. Tegelijkertijd valt hierdoor de anticipatie op het karteltoezicht door kleinere bedrijven buiten de reikwijdte van het onderzoek. Daar staat tegenover dat de antwoorden van mededingingsadvocaten en andere adviseurs alle bedrijfsgrootten bestrijken en dus ook inzicht verschaffen in anticipatie door kleinere ondernemingen.

14 Tevens is lering getrokken uit (vragenlijsten van) eerdere anticipatieonderzoeken door Deloitte (2007) en

Twynstra Gudde (2005).

15 De steekproef voor telefonische benadering is op aselecte wijze getrokken uit het totale bedrijvenbestand.

Dit bedrijvenbestand is voordien ontdubbeld.

16 In de telefonische benadering zijn twee filtervragen gesteld over de bekendheid met de NMa en haar

toezicht, en de omvang van de onderneming in werkzame personen. Twee bedrijven kenden de NMa niet.

18 HOOFDSTUK 3

SEO ECONOMISCH ONDERZOEK

pleet ingevulde vragenlijsten, aangeduid met nettorespons) en 11% bij een ruime definitie (inclusief gedeeltelijk ingevulde vragenlijsten, aangeduid met brutorespons).

Tabel 3.1 Respons(percentages) ondernemingen

Telefoon/e-mail Brief Totaal

Aantal benaderde ondernemingen 61417 4.217 4.831

Gedeeltelijk afgerond (brutorespons) 188 (31 %) 324 (8 %) 512 (11 %)

Volledig afgerond (nettorespons) 98 (16 %) 244 (6 %) 342 (7 %)

Bron: SEO Economisch Onderzoek

Bijlage A rapporteert de representativiteit van de steekproef en de vragenlijst is opgenomen in Bijlage B.

3.2 Online enquêtes adviseurs

Het ontwerp van de enquête voor adviseurs is afgestemd met de NMa. De database met advi- seurs is door SEO Economisch Onderzoek specifiek voor dit onderzoek samengesteld. Daarbij hebben we ook gebruik kunnen maken van diverse bestaande datasets om zoveel mogelijk advi- seurs op het gebied van mededinging te kunnen bereiken. De database bestond uit 343 adviseurs, die door middel van e-mail zijn benaderd. Twintig e-mails bleken onbezorgbaar. Van de 323 bereikte adviseurs hebben 97 de enquête ingevuld (een brutorespons van 30 procent), waarvan 40 personen die de enquête compleet invulden (een nettorespons van 12 procent). Per e-mail en telefoon zijn de adviseurs (die nog niet hadden deelgenomen) herinnerd aan het onderzoek. De hosting van de enquête is verzorgd door Bureau Veldkamp en het veldwerk vond plaats in de periode april tot augustus 2010. Om er zeker van te zijn dat de benaderde personen voldoende ervaring bezitten op het gebied van mededinging, is eerst een filtervraag gesteld. Bijlage B bevat de vragenlijst.

3.3 Maatstaf voor het anticipatie-effect

Dit onderzoek analyseert anticipatie op twee typen mededingingstoezicht. Voor concentratie- toezicht bestaat anticipatie uit de mate waarin ondernemingen of adviseurs rekening houden met de uitkomst van de meldingsplicht voor concentraties en op basis daarvan plannen aanpassen of afblazen voordat ze overgaan tot een melding. Wanneer de ondernemer een inschatting maakt van de uitkomst van de melding en op basis daarvan besluit een fusievoornemen wel of niet door te zetten of te veranderen, is er sprake van anticipatie, zie het schema in Figuur 2.1. Wanneer de kosten en benodigde tijd van de meldingsprocedure een rol spelen in de besluitvorming, is ook sprake van anticipatie. Merk op dat de naleving van de meldingsplicht buiten dit onderzoek valt: de strategie om een fusie zonder melding tot stand te brengen is niet geanalyseerd. Wanneer een fusievoornemen niet wordt doorgezet tot een melding, wordt verondersteld dat het voornemen geheel is afgeblazen.

17 Waarvan 267 ondernemingen hun medewerking aan het onderzoek telefonisch hebben toegezegd en een

Voor karteltoezicht speelt een ander type anticipatie. We onderscheiden gedragingen die voor de ondernemer duidelijk verboden zijn, en gedragingen waarover op voorhand geen duidelijkheid bestaat, zie Figuur 2.2. Wanneer er duidelijkheid is, weet de onderneming of het plan mededin- gingsbeperkend is of niet. Anticipatie bestaat uit de mate waarin men mededingingsbeperkend gedrag niet uitvoert, beëindigd of aanpast om detectie en veroordeling te voorkomen.

De online enquête bestaat uit twee onderdelen: een reguliere enquête en een conjunctopdracht. Beide onderdelen meten het anticipatie-effect op een specifieke manier.

Gerealiseerde anticipatie via het inventariseren van initiatieven

Via de gesloten en open vragen worden initiatieven geïnventariseerd, die volgens de schema’s in Figuur 2.1 en Figuur 2.2 anticipatie zijn. Het gaat om initiatieven in de laatste 5 jaar. Hoe groter het aantal initiatieven, hoe groter het anticipatie-effect.

Hypothetische anticipatie via de conjunctanalyse

Via de conjunct meetmethode is aan respondenten een aantal hypothetische situaties voorgelegd. De concrete opdracht was om een kans op te geven. Voor elke situatie is gevraagd op een schaal van 1 tot en met 10 aan te geven met welke kans men een bepaalde actie zou nemen. Voor con- centratietoezicht is gevraagd met welke kans de respondent een hypothetische, aantrekkelijke, fusie niet zou doorzetten tot een melding. Oftewel, met welke kans de respondent de fusie zou afbreken. Hierbij is ervan uitgegaan dat wanneer de fusie niet wordt gemeld, dat deze dan geheel wordt afgeblazen. Het anticipatie-effect kan voor dit onderwerp als volgt gemeten worden: hoe

hoger de opgegeven kans, hoe hoger het anticipatie-effect. Anticipatie door middel van aanpassing

van een plan blijft in dit onderdeel buiten beschouwing.

Bij het onderwerp karteltoezicht bestond de hypothetische situatie steeds uit de ontdekking door het management van een verboden prijsafspraak in de eigen onderneming. Uit de situatiebe- schrijving blijkt dat de prijsafspraak voor een toename in het bedrijfsresultaat zorgt. Aan respon- denten is gevraagd met welke kans met intern de opdracht zou geven de prijsafspraak te beëin- digen. Het anticipatie-effect is weer als volgt gemeten: hoe hoger de opgegeven kans, hoe hoger het anticipatie-effect.