• No results found

ONDERZOEKSDESIGN & METHODEN

Binnen dit hoofdstuk worden de onderzoeksmethoden beschreven en verantwoord. In paragraaf 3.1. wordt allereerst ingegaan op de onderzoeksbenadering, gevolgd door de onderzoeksopzet in paragraaf 3.2, de steekproefselectie en afnameprocedure in paragraaf 3.3, de data-verwerking en analyse in paragraaf 3.4. Er wordt afgesloten met de validiteit en betrouwbaarheid in paragraaf 3.5.

3.1 Onderzoeksbenadering

Er is gekozen voor een toetsende onderzoeksbenadering. Er is immers al het nodige bekend over persoonlijkheid en integriteit in bestaande literatuur. Dit maakt het begrip goed te operationaliseren en toetsbaar. Bestuurders van MKB-ondernemingen uit de sectoren groothandel en dienstverlening in en rond de regio Amsterdam is gevraagd een vragenlijst in te vullen. Het werken met een vragenlijst past bij beschrijvend onderzoek waarbij kwantitatieve data worden verzameld. Dit wordt gedaan door een steekproef te trekken uit een geselecteerde populatie waardoor een relatie vastgesteld kan worden tussen verschillende variabelen (Saunders et al., 2009). Kwantitatief onderzoek is een geschikte methode om een theorie uit te werken aan de hand van een conceptueel model (Jonker & Pennink, 2004).

3.2 Onderzoeksopzet

Er wordt gewerkt met de Nederlandse, gevalideerde versie van de HEXACO-vragenlijst. Er is voor gekozen de methode zoals ontwikkeld door Vries et al. (2009) te hanteren waarin gebruik wordt gemaakt van een 5-punts likertschaal. Kritische opmerking is wel dat dit bestuurders minder ruimte geeft voor het kiezen van een gewenste antwoord. De auteur heeft alleen de inleiding aangepast en vragen over demografische gegevens toegevoegd aan het einde van de vragenlijst. Hier is voor gekozen omdat het een bijdrage kan leveren aan de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Er zijn vragen opgenomen over geslacht, leeftijd, sector en actieve jaren als bestuurder van de onderneming. De definitieve versie van de vragenlijst is terug te vinden in bijlage A. Alle respondenten die mee hebben gewerkt aan het onderzoek zijn aan het eind van de vragenlijst direct bedankt voor hun bijdrage.

De enquête is opgemaakt in het programma Microsoft Word aan de hand van de reeds bestaande vragenlijst van Vries et al. (2009). De vragenlijst bestond uit 100 stellingen, aangevuld met de eerder genoemde vragen naar demografische gegevens. De enquête werd afgesloten met een ruimte voor opmerkingen. Ook is duidelijk in de enquête opgenomen dat de informatie van de respondenten vertrouwelijk werd behandeld.

De vragenlijst is door Vries et al. (2009) zo opgesteld dat alle concepten worden gemeten. De sleutel hiervan is zichtbaar in de scoretabel onder figuur 5. De nummers in deze figuur komen overeen met de vragen uit de enquête. Deze sleutel is bedoeld om aan te geven welke persoonlijkheidskenmerken horen bij welke vragen. De R achter de nummers zijn bedoeld om de schalen te construeren en negatief gestelde items om te poolen. De subdimensie oprechtheid bestaat uit een viertal vragen, uitgewerkt staan deze binnen het onderzoek als oprechtheid1, oprechtheid2, en verder. Deze opbouw geldt ook voor de andere subdimensies.

Figuur 5. Scoretabel HEXACO 100-item vragenlijst (Vries et al., 2009)

3.3 Steekproefselectie en afnameprocedure

De onderzoekspopulatie bestond uit bestuurders van MKB-ondernemingen in Nederland. Er is besloten het onderzoek af te bakenen naar de sectoren groothandel en dienstverlening. Dit biedt de mogelijkheid te onderzoeken of verschillen bestaan in integriteit tussen beide sectoren, wat een meerwaarde vormt ten opzichte van bestaand onderzoek. Ook vormt het mogelijk een aanzet tot vervolgonderzoek.

De theoretische onderzoekspopulatie omvat alle bedrijven in Amsterdam die actief zijn binnen de sectoren groothandel en dienstverlening. Rabobank heeft een marktaandeel van 33% in de zakelijke markt in Amsterdam (Rabobank 2014). Dit is vrijwel gelijk binnen beide sectoren. De Rabobank Amsterdam heeft in totaal met 1.480 bedrijven een financiële relatie waarvan 259 klanten binnen de sector Groothandel actief zijn en 1.221 klanten binnen de sector Dienstverlening (Rabobank, 2014). De theoretische onderzoekspopulatie van de steekproef is daarmee 4.485. Om een 90% betrouwbaarheid te realiseren moesten 67 vragenlijsten ingevuld worden. Dit is de minimaal aanbevolen omvang voor een representatieve steekproef van deze onderzoekspopulatie. Dit aantal is berekend op basis van de volgende formule N = (z2 x p (1-p))/((z2 x (p(1-p)/N))+b2) (Kaap, 2006). Het aanhouden van een betrouwbaarheid van 90% is acceptabel omdat aan de uitkomsten van dit onderzoek geen consequenties worden verbonden die directe weerslag hebben op bestuurders uit de beschreven sectoren. Grote onderzoeksbureaus werken veelal met betrouwbaarheden van 95%. Lagere betrouwbaarheden van bijvoorbeeld 90% worden gebruikt als het moeilijk of duur is respondenten te vinden voor het desbetreffende onderzoek (Rustenburg et al., 2000).

De foutmarge is ingesteld op 10%, wat aangeeft dat de resultaten 10% hoger of lager kunnen uitvallen dan de gevonden waarden. De foutmarge wordt gebruikelijk lager ingesteld, maar binnen deze thesis is 10% acceptabel gezien de beperkte omvang van de steekproef. Tenslotte is de variatie vastgesteld op 50. Dit is de variabele die aangeeft welk antwoord wordt verwacht bij iedere vraag. Als dat vooraf niet in te schatten is, wordt 50 als meest conservatieve standaard gebruikt (Israel, 1992).

De vragenlijsten zijn verspreid onder de klantportefeuille en in het eigen netwerk van de onderzoeker. Dit lijkt op een aselecte, niet-toevalsgestuurde steekproef maar is in feite een aselecte, toevalsgestuurde steekproef waarbij sprake is van clustering. Een geclusterde steekproef is een simpele, effectieve methode (Blumberg et al., 2008).

De vragenlijsten zijn in eerste instantie persoonlijk afgegeven bij de respondenten. Daarnaast zijn ze verspreid door een rechtstreekse e-mail naar respondenten te sturen. Er is gekozen voor deze combinatie omwille van efficiency en doeltreffendheid. Het persoonlijke kanaal vergrootte de responskans terwijl e-mail een eenvoudige mogelijkheid bood voor het versturen van een herinnering. De eerste vragenlijsten zijn verspreid in juli 2014. De respondenten werd verzocht de vragenlijsten zo spoedig mogelijk te retourneren. Na de eerste twee weken waren echter niet meer dan tien reacties binnengekomen waardoor niet gestart kon worden met de analyse. Uiteindelijk is in de eerste week van november 2014 de minimale steekproefomvang van 67 stuks bereikt. Bij het

versturen van de vragenlijsten is geen onderscheid gemaakt tussen sectoren. Er zijn voor dit onderzoek 80 vragenlijsten verspreid, hiervan zijn 69 vragenlijsten retour gekomen. Dit komt neer op een responspercentage van 86%. Omdat de enquête persoonlijk is afgegeven bij respondenten en deze geregeld zijn herinnerd via e-mail, is de non-respons aanzienlijk verlaagd.

Samenstelling van de steekproef is ingestoken om een zo’n hoog mogelijke representativiteit te waarborgen. De bestuurders die de vragenlijsten hebben geretourneerd vertonen een evenwichtige spreiding in geslacht, leeftijd en ervaring. Zie bijlage B.

3.4 Dataverwerking en analyse

Om de resultaten van de vragenlijst op een goede manier te analyseren, zijn de afhankelijke en onafhankelijke variabelen geïdentificeerd. Een onafhankelijke variabele is een voorspellende variabele die de afhankelijke variabele verandert (Saunders et al., 2009). Binnen deze thesis is de afhankelijke variabele integriteit, de voorspellende onafhankelijke variabelen zijn de persoonlijkheidskenmerken. De sector kan gezien worden als modererende variabele.

De ruwe data uit de enquêtes zijn eerst verwerkt in een Exceldocument waarna ze zijn overgezet en geanalyseerd met SPSS®. Dit statistische programma wordt gebruikt voor het meten van betrouwbaarheden, correlaties, regressies, verbanden en significanties. Om de verbanden tussen de

variabelen uit het conceptueel model te onderzoeken, is een exploratieve factoranalyse uitgevoerd.

Zo zijn eerst de schalen geconstrueerd waarbij rekening is gehouden met het ompoolen van negatief

gestelde items. Omdat er gekozen is gebruik te maken van een bestaande gevalideerde vragenlijst

was het samenstellen van variabelen, zie scoretabel onder figuur 5, eenvoudig. Het proces van ompoolen en herleiden was wel noodzakelijk om tot significante data te komen, dit om het bewijs van de in deze thesis bepaalde stelling van geldigheid te voorzien. Vervolgens is gekeken naar de validiteit van de resultaten, waarna werd ingezoomd op de invloed van persoonlijkheidskenmerken op integriteit. Tot slot is ook de relatie van beide met de sector erbij betrokken. Deze analyses zijn uitgevoerd aan de hand van de Pearson correlatiecoëfficiënt en een regressie-analyse voor deze correlaties.

3.5 Betrouwbaarheid en validiteit

Betrouwbaarheid beschrijft de kwaliteit van de vragenlijst en in hoeverre deze foutloos is. Door te werken met een gestandaardiseerd meetinstrument dat gebruikmaakt van gesloten stellingen is getracht de betrouwbaarheid te optimaliseren. Er zijn verschillende methoden om betrouwbaarheid te meten. Binnen dit onderzoek wordt hiervoor Cronbach’s Alpha gehanteerd. Deze methode geeft aan hoe homogeen de vragen uit de steekproef zijn om een specifiek construct te meten. Dit is bepaald door de correlatiecoëfficient te berekenen. Deze moet idealiter liggen tussen de -1 en +1 maar omdat varianties alleen positieve waarden hebben, is de coëfficient vastgesteld tussen de 0 en 1. Hoe dichter de score bij 1 ligt, hoe betrouwbaarder het meetinstrument. In hoofdstuk 4 wordt de betrouwbaarheid van dit onderzoek verder toegelicht.

Validiteit heeft betrekking op de geldigheid van de vragenlijst en gaat over de vraag of gemeten wordt wat gemeten moest worden. Binnen deze thesis is validiteit geborgd door gebruik te maken van een reeds gevalideerd meetinstrument dat gestandaardiseerd is voor de Nederlandse markt. Een pretest van de vragenlijst heeft hierdoor al plaatsgevonden. Hanteren van een gevalideerd meetinstrument zorgt zowel voor inhoudsvaliditeit als interne validiteit. De vragenlijst meet dus de relevante constructen zodat daadwerkelijk conclusies getrokken kunnen worden over de onderzoekspopulatie.

Er bestond binnen dit onderzoek het risico dat respondenten de enquête met sociaal gewenste antwoorden invulden. De HEXACO-vragenlijsten zijn echter zo opgesteld dat dit tot een minimum wordt beperkt (Vries et al., 2009). Integriteit kan een gevoelig onderwerp zijn voor een enquête waardoor het risico bestond dat dit de zakelijke vertrouwensband tussen onderzoeker en respondent zou verslechteren. De nadruk van de vragenlijst lag echter op de persoonlijkheidskenmerken waarvan integriteit onderdeel is. De verborgen vraagstelling rondom de variabele integriteit verkleinde het risico op sociaal wenselijke antwoorden.