• No results found

Omschrijving long- en luchtwegaandoeningen

6 Long- en luchtwegaandoeningen

6.1 Omschrijving long- en luchtwegaandoeningen

Tot de beroeps(gebonden) long- en luchtwegaandoeningen behoren: • Aandoeningen van de bovenste luchtwegen, zoals (allergische)

neusklach-ten (rhinitis), voorhoofdsholteontsteking (sinusitis) en stemproblemen (heesheid);

• Aandoeningen van de lagere luchtwegen, zoals astma en chronische lucht-wegobstructie (COPD);

• Aandoeningen van de longen, zoals toxische inhalatiekoorts (een griep-achtig beeld door het inademen van bepaalde stoffen), extrinsieke allergi-sche alveolitis (een longontsteking op allergiallergi-sche basis) en stoflongen. Infectieziekten en kwaadaardige tumoren van de longen en luchtwegen worden in de hoofdstukken 9 en 10 behandeld.

6.2 Omvang van de problematiek

Meldingen door bedrijfsartsen

In 2004 kreeg het NCvB 112 meldingen van long- en luchtwegaandoenin-gen teluchtwegaandoenin-genover 153 in 2003. Dit was 1,9% van het totale aantal meldinluchtwegaandoenin-gen. Tabel 6.1 geeft de verdeling weer naar aandoening. De meeste meldingen kwamen uit de sector industrie (33%), gevolgd door de bouwnijverheid (17,9%) en de sector vervoer, opslag en communicatie (17%). In vergelijking met 2003 was het aantal meldingen uit de gezondheidszorg beduidend lager (5 in 2004 tegenover 16 in 2003). Wordt rekening gehouden met het aantal werknemers in de betreffende sector dan komt het grootste aantal meldingen uit de bouwnijverheid.

Het signaleren van de aandoening geschiedde bij 43% van de meldingen via het verzuimspreekuur, bij 30% op het arbeidsomstandigheden spreekuur en bij 13% via het PAGO. Bij 43% van de meldingen was sprake van een

preëxistente aandoening en/of persoonlijke eigenschap die naar de mening van de meldende bedrijfsarts een belangrijke bijdrage had geleverd aan het ontstaan van de beroepsziekte. Dit kan enerzijds wijzen op de

aanwezig-Tabel 6.1 Diagnose overzicht aantal meldingen door bedrijfsartsen van long- en luchtwegaandoeningen van 2000 t/m 2003

Aandoening 2000 2001 2002 2003 2004

(Beroeps)astma 40 29 31 44 34

Extrinsieke allergische alveolitis 7 4 3 2 1

Toxische inhalatiekoorts 4 6 2 0 0 Chronische luchtwegobstructie 0 9 8 17 7 Aandoeningen van de 5 25 15 49 32 bovenste luchtwegen Stoflongen 3 3 7 1 3 Tuberculose 7 1 11 4 5

Overige long- en luchtweginfecties 4 6 7 10 1

Mesothelioom 19 7 2 12 12

Longkanker/keelkanker/neuskanker 1 4 0 1 4

Overige aandoeningen van 14 14 16 13 13

de luchtwegen

heid van bijvoorbeeld atopie als risicofactor voor het ontwikkelen van aller-gisch beroepsastma, maar kan anderzijds ook wijzen op al aanwezige astma die verergert door blootstelling aan luchtwegprikkelende stoffen.

(Beroeps)astma

Met de meldingsgegevens kan geen onderscheid gemaakt worden tussen beroepsastma en door het beroep verergerend astma. De meest genoemde oorzaken zijn: luchtwegprikkelende stoffen 13 (38%), allergenen van biologische oorsprong (meel, latex, planten, dieren) 7 (21%) en allergenen van chemische oorsprong 5 (15%) . Er waren drie meldingen van bakkers-astma en één melding van isocyanaatbakkers-astma.

Chronische luchtwegobstructie (COPD)

Het onderscheid tussen astma en COPD is in de praktijk niet altijd een-voudig te maken, zeker niet wanneer men over onvoldoende informatie over de longfunctie beschikt. Van de 7 meldingen van COPD werd bij 3 blootstelling aan luchtwegprikkelende stoffen als oorzaak aangegeven, tweemaal organisch stof en tweemaal anorganisch stof.

Aandoeningen van de bovenste luchtwegen

Nadere opsplitsing laat zien dat het hier gaat om 8 meldingen van (allergi-sche) rhinitis, 16 meldingen van de gevolgen van luchtdrukverschillen op neusbijholten en oren (barotrauma) en 3 meldingen van stemproblemen door overbelasting van de stembanden. De barotrauma’s hadden zich alle-maal voorgedaan bij luchtvaartpersoneel. Er waren verder drie meldingen van voorhoofdsholteproblematiek (sinusitis). Bij zeven van de acht meldin-gen van rhinitis vormde blootstelling aan allermeldin-genen van biologische oor-sprong de oorzaak.

Bouwnijverheid

Van de 17 meldingen van luchtwegklachten uit de bouwnijverheid hadden er 8 betrekking op astma, 2 op COPD, 3 op mesothelioom, 2 op pneumo-coniose en één op extrinsieke allergische alveolitis. Er was één melding van een aspergillose. Het spectrum van aangegeven oorzaken was divers, maar verschillende vormen van stofbelasting (zowel anorganisch als organisch) lijken overheersend te zijn.

Monitoring met actieve opsporing

De gegevens over de periode 2000-2005 laten zien dat het aantal mel-dingen door bedrijfsartsen van beroepsluchtweg- en longaandoeningen (afgezien van 2003) een vrij constant beeld laat zien. In 2003 zijn er vooral meer meldingen van (beroeps) astma en aandoeningen van de bovenste luchtwegen verricht. In 2004 is het aantal meldingen van beroepsastma weer terug op het niveau van 2001 en 2002. De daling van het aantal meldingen van aandoeningen van de bovenste luchtwegen berust vooral op minder meldingen van rhinitis en stemproblemen.

Niet alle gevallen van werkgerelateerde luchtwegklachten leiden tot een gang naar de bedrijfsarts en/of longarts. Actieve opsporing van (nieuwe) gevallen zoals nu plaatsvindt in het kader van het Arboconvenant Grond-stofallergie in de bakkerij en toeleveranciers (maalindustrie en bakkerij-grondstoffenindustrie) is de beste manier om een goed beeld te krijgen van de aard en omvang van de werkgerelateerde luchtwegklachten. Ervaringen die met deze wijze van gezondheidsbewaking worden opgedaan, kunnen van belang zijn voor andere risicosectoren.

Acute blootstelling: een chemische longontsteking door oliemist

Een werknemer van een productiebedrijf staat kortdurend in een oliewolk, die ontstond bij het onder hoge druk ontsnappen van olie uit een veiligheids-systeem. Enkele dagen later krijgt hij last van kortademigheid, hoesten en koorts en moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Hier komt men na uitgebreid onderzoek tot de conclusie dat er sprake is van een chemische longontsteking door de inademing van oliemist. Hij moet een aantal dagen beademd worden en krijgt corticosteroïden. Er treedt geleidelijk herstel op maar bij ontslag zijn er nog steeds klachten van kortademigheid.

Bij enkele weken later uitgevoerd longfunctieonderzoek zijn er nog forse afwijkingen. In de productinformatie van de olie was door de leverancier aangegeven dat een chemische longontsteking tot de mogelijkheden behoort wanneer de olie als nevel ingeademd wordt. Het is echter opmerkelijk dat het ziektebeeld zich pas enkele dagen na de gebeurtenis ontwikkelde. Beschrijvingen uit de literatuur hebben overigens meestal betrekking op de gevolgen van herhaalde blootstelling aan hogere concen-traties oliemist. Die kan leiden tot blijvende longfunctiebeperking. Of dit ook het geval zal zijn na dit acute incident zal de follow-up moeten uitwijzen.

Minder meldingen uit gezondheidszorg en van zwembadpersoneel

Opvallend is de afname van het aantal meldingen uit de gezondheidszorg in 2004. Zij wordt veroorzaakt door daling van het aantal meldingen van tuberculose, latexallergie en (proef)dierallergie. Het signaleren van beroepsastma bij zwembadpersoneel leidde in 2003 tot een toename van het aantal meldingen van werkgerelateerde luchtwegklachten uit deze sector. In 2004 was het aantal meldingen weer lager en nu ging het niet alleen om astma maar ook om stemproblemen. Inmiddels is een onderzoek gestart dat inzicht moet bieden in de aard, omvang en oorzaken van lucht-wegklachten bij zwembadpersoneel en dat vervolgens indien nodig preventieve maatregelen kan aanreiken.

Minder meldingen meelstofallergie

In de periode 2000-2004 zijn bedrijfsartsen binnen de categorie bekende allergenen minder vaak meelstofallergie gaan rapporteren. In 2001 lag dit voor astma en rhinitis samen nog boven de 10 en in 2004 waren er slechts 3 meldingen. Meldingen van meelstofallergie kunnen het gevolg zijn van een allergie voor het in meel toegepast enzym-amylase. Er zijn meer secto-ren (wasmiddelindustrie, diervoeder-sector, vleesverwerkende industrie, zuivelindustrie) waar blootstelling aan enzymen mogelijk is (Heederik et al., 2004). Meldingen van enzymallergie uit die sectoren zijn in 2004, evenals in voorgaande jaren, niet of nauwelijks verricht.

Luchtwegprikkelende stoffen

Luchtwegprikkelende stoffen werden door bedrijfsartsen ook in 2004 het meest frequent genoemd als oorzaak van (beroeps)astma. Het gaat hier om een heterogene groep stoffen waarvan een aantal mogelijk als allergeen gewerkt kan hebben. Uit de meldingsgegevens valt dit niet af te leiden en daarbij ontstaat regelmatig de indruk dat de diagnostiek niet volledig is geweest.

Bij meldingen van astma en rhinitis geeft de bedrijfsarts vaker dan bij andere meldingen van beroepslongaandoeningen aan dat persoonlijke eigenschappen en/of preëxistente aandoeningen in belangrijke mate heb-ben bijgedragen aan de beroepsziekte. In tegenstelling tot astma wordt bij

de meldingen van rhinitis zelden blootstelling aan luchtwegprikkelende stoffen als oorzaak aangegeven. In individuele gevallen is het verband wel-licht ook moeilijker vast te stellen dan bij astma. Ook brengt het karakter van de aandoening met zich mee dat men zich er minder snel mee tot de bedrijfsarts wendt. Toch kunnen met name piekbelastingen aan luchtweg-prikkelende stoffen wel degelijk (chronische) rhinitis veroorzaken (Hoffman et al., 2004).

Isocyanaten

Door de jaren heen is het aantal meldingen van isocyanaatastma erg klein, terwijl het in de meeste andere landen één van de belangrijkste oorzaken van beroepsastma is. De eerste resultaten van een in Nederland uitgevoerd epidemiologisch onderzoek bij autospuiters wijzen er echter op dat lucht-wegklachten samenhangend met isocyanaatblootstelling veel vaker voorko-men dan uit de beroepsziektemeldingen blijkt (Heederik et al., 2005).