• No results found

De beginsituatie van de student OBV is heel divers. Het is zowel voor de student, praktijk als de OBV een uitdaging aan te sluiten bij de leerbehoeften van de individuele student. Het vraagt een zorgvuldige intake en afstemming.

6.1 Wie is de student?

De generiek opgeleide verpleegkundige

De generiek opgeleide verpleegkundige is in het bezit van een diploma MBO-V, HBO-V of A-verpleegkunde diploma (in-service opleiding). Bij voorkeur heeft de verpleegkundige werkervaring op een chirurgische en/of interne afdeling van een ziekenhuis opgedaan.

De gespecialiseerde verpleegkundige

Een aantal verpleegkundigen is in het bezit van een diploma van een gespecialiseerde opleiding zoals de IC-opleiding of kinderaantekening, voordat er met de OBV wordt begonnen. De

opleidingscoördinatoren en praktijkopleiders bespreken met de student het instap- en het verwachte eindniveau van EPA 8.

6.2 Studiebegeleiding en studentenoverleg

Om de student tot OBV verpleegkundige te laten ontwikkelen, wordt de ondersteuning aangeboden in de vorm van begeleiding bij het studeren en de professionele ontwikkeling.

De hoofddoelstelling is dat de beroepsbeoefenaar in staat is de studie en indirect de loopbaan te sturen. Iemand die loopbaancompetent is, kan zijn eigen loopbaan plannen en sturen.

De opleiding stelt zich ten doel om op maat te begeleiden. Bij individuele problemen kunnen de betrokken studiebegeleiders (zie onder) in overleg met elkaar gaan, zo nodig wordt advies bij de leidinggevende ingewonnen.

Formele ondersteuning studiebegeleiding

– Door opleidingscoördinatoren tijdens de lesdagen. Opleidingscoördinatoren hebben een adviserende rol in studievoortgangsgesprekken, die op aanvraag worden gepland. Het leerproces wordt ontwikkelingsgericht beoordeeld via de bekwaamverklaringen voor een EPA;

– Door praktijkopleiders op de werkplek. Zij ondersteunen de student met het leerproces in het werkveld. Het leerproces wordt ontwikkelingsgericht via de bekwaamverklaring instrumenten beoordeeld. De praktijkopleider heeft een formele rol in het mede

beoordelen van de bekwaamverklaring van niveau 3 naar niveau 4. De praktijkopleiders hebben een grote rol in het ondersteunen van de werkbegeleiders;

– Door werkbegeleiders op de werkplek. De werkbegeleider heeft een formele rol in het begeleiden en beoordelen van de bekwaamverklaringsinstrumenten op alle niveaus. Het leerproces is onderdeel van een bekwaamverklaringsinstrument.

Informele ondersteuning studiebegeleiding

– Door werkbegeleiders op de werkplek. De werkbegeleiders hebben dagelijks te maken met de student en zijn de aangewezen personen om het leerproces van de student te

observeren, te bespreken en te begeleiden;

30

– Door praktijkopleider op de werkplek. De praktijkopleiders ondersteunen het leerproces van de student. Ook zij werken in de patiëntenzorg met werkbegeleiders en studenten op de afdeling. De student kan altijd zelf één van de praktijkbegeleiders consulteren op de werkplek;

– Met de opleidingscoördinator kan de student via mail of telefoon een afspraak plannen.

6.3 Studentendossier en digitaal portfolio

Het portfolio is een verzameling van bewijsmateriaal waarmee de student:

– Kan laten zien over welke toetsinstrumenten en informatiebronnen de student beschikt;

– De eigen werkprocessen in beeld brengt – De voortgang van het leerproces vastlegt – Expertise en producten beschikbaar stelt.

Met als doel:

– Het vastleggen van de eigen bekwaamheidsontwikkeling;

– Het ondersteunen bij het maken van keuzes en het stellen van doelen, het persoonlijk ontwikkelplan (POP);

– Het sturen van het eigen leerproces aan de hand van feedback- en beoordelings-formulieren, uitgewerkte opdrachten, behorend bij de EPA’s en andere materialen;

– Een middel om te communiceren over de eigen ontwikkeling met werkbegeleiders;

– Het veiligstellen van bewijsstukken behorend bij het bekwaam verklaren van de bekwaamheidsniveaus per EPA;

– Het bieden van inzage voor opleidingscoördinator en/praktijkopleider/werkbegeleiders in de voortgang van het leerproces, om de kwaliteit van de OBV te borgen.

Kernprincipes voor het beoordelen van bekwaamheid zijn:

 Meerdere observaties door

 Meerdere observatoren en met gebruik van

 Verschillende informatiebronnen/toetsinstrumenten

De OBV heeft via een afgeschermd gedeelte van het online portfolio de beschikking over een studentendossier. De student levert hier digitaal de onderwijsdocumenten aan.

Overzicht documenten portfolio:

Formatieve en summatieve bewijsstukken

Diverse bekwaamverklaringen per EPA Reflectieverslagen

Kennistoetsen Start- en voortgangsgesprekken

Korte praktijk evaluaties (KPE) per EPA - Vaardigheidstoets Werkplan

Productevaluaties - verslagen, CAT etc. Case-based discussions

Vertrouwenscriteria 360 graden feedback

Andere documenten Persoonlijke gegevens Vrijstellingen

Verlenging POP

De besluiten inzake verzoeken en bezwaren

31 Incidentmelding niet professioneel gedrag

Contract leermiddelen ontvangst

Overige relevante documenten zoals bijvoorbeeld dyslexieverklaringen met leer- en toets adviezen

Het functionele beheer van het dossier ligt bij de begeleidingscommissie OBV en wordt door het secretariaat OBV van de Nederlandse Brandwondenstichting uitgevoerd. Het dossier wordt zolang de student de opleiding volgt beheerd. Het dossier wordt bij beëindiging van de opleiding voor een periode van vijf jaar (of conform het termijn die door het CZO is bepaald) in het studenten-archief van het secretariaat OBV gearchiveerd. De student heeft na het beëindigen van de OBV de mogelijkheid het portfolio voor archivering te downloaden.

Inzage in studentendossier/portfolio

Bij de digitale aanmelding geeft de student op basis van toestemming inzage in het dossier aan.

Wie Inzage dossier Afbakening

Student JA Alleen eigen dossier

De student geeft aan bij het opleidingsinstituut welke werkbegeleiders toegang krijgen tot het digitale portfolio

Praktijkopleider JA Alleen in dossier studenten eigen afdeling - voor studievoortgang en kwaliteitsbewaking

opleidingscoördinator JA Alle studenten van het curriculum - voor studievoortgang en kwaliteitsbewaking

Werkbegeleider JA alleen de gekoppelde student - voor studievoortgang en kwaliteitsbewaking

Secretariaat OBV JA Alle dossiers – i.v.m. functioneel beheer en communicatie en voortgang van leerproces met studenten

De voortgang van het totale leerproces wordt voor aanvang van elke lesblok door de

praktijkopleider en/of opleidingscoördinator nagekeken en daar waar wenselijk geaccordeerd als het voldoet aan de norm.

Onder deze norm wordt volstaan:

– Op voldoende niveau uitgevoerde uitwerking toetsinstrumenten en informatiebronnen;

– Beschreven steekhoudende feedback en/of tips en tops door werkbegeleiders;

– Volledig ingevulde instrumenten voorzien van:

 Naam student

 Naam werkbegeleiders

 Datum

 Welke EPA en eventueel welke opdracht

 Indien relevant aantal behaalde punten of cijfer

 Zo nodig, handtekeningen van (gekoppelde) werkbegeleiders en student

De (voortgangs)controle van het digitale portfolio kan aanleiding zijn voor een voortgangsgesprek met de student en/of de werkbegeleiders over het stroomlijnen van het totale leerproces.

32

6.4 Studiemateriaal

Verplichte literatuur

De verplichte literatuur wordt voorafgaand aan de start van de opleiding uitgereikt en hoeft niet zelf te worden aangeschaft. De literatuurlijst is in de studiegids opgenomen.

Aanbevolen literatuur

In de opleiding wordt ook gebruik gemaakt van de boeken, readers en vakbladen die verplicht op de afdeling aanwezig zijn. Het intranet van het eigen ziekenhuis, het internet en de ziekenhuis- en universiteitsbibliotheek kunnen aanvullend als kennisbronnen worden geraadpleegd.

Studenten worden uitgedaagd om zelf op zoek te gaan naar relevante artikelen. Deze kunnen in overleg aan de OBV website worden toegevoegd, zodat ze ook voor medestudenten beschikbaar zijn. Een verzoek hiertoe kan bij het secretariaat OBV worden ingediend.

6.5 Aanpassingen voor student in specifieke omstandigheden

Er zijn een aantal omstandigheden waarin een aangepast onderwijs- of toetsrooster met de student kan worden afgesproken. Een schriftelijk verzoek wordt door de student bij het secretariaat OBV ingediend, waarna de opleidingscoördinatoren het verzoek in behandeling nemen.

Onder specifieke omstandigheden wordt verstaan:

– Ziekte van de student;

– Lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student;

– Officieel vastgestelde dyslexie;

– Zwangerschap van de student;

– Bijzondere familieomstandigheden, zoals plotselinge extra zorg voor eigen kinderen dan wel het verlenen van mantelzorg en zorgverlof.

Aanvullende informatie dyslexie/ADHD:

Een dyslexie/ADHD verklaring dient afgegeven te zijn door een daartoe bekwaam en bevoegde specialist of instantie en dient bij de start van de opleiding te zijn ingediend. In deze verklaring worden zowel de aard van het leerprobleem beschreven, als gespecificeerde adviezen ten aanzien van het leren en de toetsing. De gespecificeerde adviezen betreffen vaak aanpassingen in de afname van de theorietoetsen. De wijze waarop de toetsing zal worden aangepast komt tot stand na overleg tussen de student, de praktijkopleider, de leidinggevende van de werkplek en de opleidingscoördinatoren. De afspraak wordt schriftelijk vastgelegd en opgenomen in het digitale portfolio. De cesuur blijft onverminderd van kracht.

Het verzoek tot een aangepast onderwijs- of toetsrooster wordt binnen drie weken door de opleidingscoördinator en behandeld. Het schriftelijke besluit wordt via het secretariaat OBV aan de student, de praktijkopleider en de leidinggevende van de student meegedeeld.

33