• No results found

Artikel 27

Bevoegd Paritair comité:

Centraal Paritair Comité voor gesubsidieerd

vrij onderwijs en de pedagogische begeleidingsdiensten.

Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel

Arbeidsongevallenverzekeraar:

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs

Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel

Kinderbijslag: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor werknemers Trierstraat 70

1040 Brussel Controle op de afwezigheid bij ziekte:

Mensura Absenteïsme Kunstlaan 20

3500 Hasselt Sociale en Technische Inspectie:

Sociale en Technische Inspectie Gouverneur Verwilghensingel 75/5 3500 Hasselt

Adres van de Medische inspectie van Limburg en Antwerpen en een gedeelte van Brabant:

Geneesheer-directeur : Karel Van Damme Italiëlei 124 bus 80

2000 Antwerpen

Tel.: 03/232.27.15 Fax.:03/234.31.33

Arbeidsrechtbanken provincie Limburg:

Gerechtelijk arrondissement Hasselt Griffie Arbeidsrechtbank

Havermarkt 6-8 3500 Hasselt

Gerechtelijk arrondissement Tongeren Griffie Arbeidsrechtbank

Kielenstraat 22 bus 2 3700 Tongeren Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

RVA Hasselt Bampslaan 24 3500 Hasselt

Hoofstuk 14 – Slotbepalingen

Artikel 28

§ 1. Dit reglement, inclusief de bijlagen die er onlosmakelijke onderdeel van uitmaken, werd bij de Regionale Externe directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg ingediend onder het nummer 22/00003953/WE

§ 2. Dit reglement, inclusief de bijlagen die er onlosmakelijke onderdeel van uitmaken, werd goedgekeurd in het lokaal onderhandelingscomité op 19 april 2012 nadat het ontwerp op behoorlijke wijze werd bekendgemaakt.

Het treedt in werking op 1 september 2012.

Bree, 11/06/2012

(handtekening voorzitter schoolbestuur)

Bijlage 1: Bevoegdheden en verantwoordelijkheden

Toezicht en controle op personeelsleden

De personeelsleden die in toepassing van artikel 6, §1 van het Algemeen Reglement bevoegdheid gekregen hebben inzake toezicht en controle op personeelsleden zijn:

Naam Draagwijdte van de bevoegdheid

Schoolbestuur

Creemers Rita Directie

Privacy

De personeelsleden die in toepassing van artikel 7, § 7 van het Algemeen Reglement toegang hebben tot leerlingengegevens en personeelsgegevens zijn:

Naam Aard van de gegevens

Creemers Rita Directie

Venken Nathalie Administratief medewerker

Om in toepassing van artikel 7, §7 van het Algemeen Reglement inzage te krijgen in zijn persoonlijke gegevens dient het personeelslid zich te wenden tot de directie.

Eerste hulp

De aangestelde voor eerste hulp is Valentine Theuwissen. U kan haar vinden in de A-blok, gelijkvloers, in het lokaal aan de linkerkant.

De verbandkist bevindt zich in A blok: kastje onder in de gang

B blok: kastje onder en boven in de gang C blok: kast in leraarslokaal + eetzaal

Er is een leerkrachttoilet voor de dames voorzien in de C-blok naast de hal bij het directielokaal, het leerkrachtentoilet voor heren is voorzien in de B-blok. gelijkvloers.

Bij ongeval kan het personeelslid zich melden tot een geneesheer naar keuze.

Bijlage 2: Welzijn op het werk

 De preventieadviseur is: Geert Vandebroek, preventieadviseur van de Scholengemeenschap De KuBuS.

 De leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk zijn:

namens het schoolbestuur: Bart Reumers namens het personeel:

- A-blok: Martine Schouteden - B-blok:Margot Roosen - C-blok:Lea Lemmens

 De leden van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zijn:

namens het schoolbestuur: Bart Reumers namens het personeel: Geert Vandebroek

De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk is CLB Group (aansluitingsnummer 7392).

 De preventieadviseur psychosociale aspecten is: Ingrid Peeters

 De vertrouwenspersoon psychosociale aspecten is mevr. Anna-Marie Vanhees (a.vanhees@clbgroup.be, 0470/10 22 25) en dr. Elfi Louwet, aangeduid door CLB Group, Industrieterrein Kolmen 1085, 3570 Alken, 011/31 23 41.

 Het register waarin de feiten genoteerd worden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag gepleegd door andere personen op school, wordt bijgehouden door: Ingrid Peeters.

 De dienst aangewezen voor het verstrekken van psychologische ondersteuning aan de werknemers bij feiten van geweld gepleegd door andere personen op school is: CLB Group.

 De inspectiediensten van de Algemene Directie voor Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) zijn te bereiken op volgend adres:

FOD WASO

Directie Limburg – Vlaams Brabant Directiehoofd: Pieter de Munck Koning Albertstraat 16B 3290 Diest

Tel: 013 35 90 50 Fax: 013 35 90 89 tww.limburg.vlaamsbrabant@werk.belgie.be

 Het arbeidsauditoraat bij de arbeidsrechtbank is te bereiken op volgend adres:

Gerechtelijk arrondissement Hasselt

Griffie Arbeidsrechtbank, Havermarkt 6-8, 3500 Hasselt

BIJLAGE 3: DEONTOLOGISCHE ICT-CODE

Gedragscode internet- en e-mailgebruik VZW Vrij Katholiek Basisonderwijs Gerdingen Overwegingen

Deze tekst omschrijft het gebruik van internet en e-mail voor basisschool Don Bosco.

De volgende punten zijn overwogen bij het vaststellen van deze gedragscode:

1. Gebruik van het internet en e-mail is voor velen binnen Don Bosco nodig om het werk goed te doen. Maar onjuist hiermee omgaan kost tijd en capaciteit van mensen en apparatuur, en brengt diverse risico s met zich mee.

2. Internet kent verschillende verschijningsvormen. Dit zijn onder andere e-mail (via internet ), World Wide Web (surfen), File Transfer (bestandsuitwisseling), Usenet (nieuwsgroepen) en chat (babbelbox). Aan het gebruik van het internet zijn, per verschijningsvorm, risico's verbonden die nopen tot het stellen van gedrags- en

gebruiksregels. Bij risico's valt te denken aan beschadiging van het netwerk door virussen, uitlekken van schoolse geheimen en het in diskrediet brengen van de goede naam van de school.

3. Ter vermijding van dergelijke risico's kan Don Bosco voorschriften geven voor het verrichten van de arbeid, en maatregelen nemen ter bevordering van de goede orde in de school. De hierna weergegeven regels vallen onder deze bepaling.

4. Tegen de achtergrond van de risico's van het gebruik van internet en e-mail wordt van de gebruiker professioneel en integer handelen verwacht.

5. Het gebruik van internet en e-mail wordt vastgelegd. Deze registratie geschiedt om de continuïteit van de technische infrastructuur te waarborgen, verstoring van schoolse processen en andere (financiële) schade tegen te gaan en om toezicht te houden op de naleving van de gedrags- en gebruiksregels door de gebruiker.

6. Inhoudelijke controle van het internet- en e-mailgebruik kan plaatsvinden indien sprake is van een vermoeden van strijd met de gedrags- en gebruiksregels door de gebruiker.

Niet naleving van deze regels kan leiden tot disciplinaire en arbeidsrechtelijke maatregelen.

7. Deze gedragscode omtrent internet en e-mail betreft:

 de regels die de werknemer dient na te leven bij het gebruiken van de door Don Bosco voor zakelijk gebruik ter beschikking gestelde internet- en e-mailsystemen;

 de omstandigheden waaronder VZW Vrij Katholiek Basisonderwijs Gerdingen besluit tot het registreren, verzamelen en monitoren van tot personen herleidbare data omtrent internet- en e-mailgebruik.

1. Werkingssfeer

1.1 Deze regeling geldt voor eenieder die voor VZW Vrij Katholiek Basisonderwijs Gerdingen werkzaam is.

2. Algemeen

2.1 Don Bosco behoudt zich het recht voor om de toegang tot bepaalde sites te beperken.

Met name sites met een pornografische, racistische, discriminerende of een op entertainment gerichte inhoud zullen (kunnen) worden geweerd.

2.2 Don Bosco kan het recht tot gebruik van (een deel van) internet toestaan, maar ook altijd weer intrekken. Zonder dat recht is gebruik van (een deel van) internet niet toegestaan.

2.3 De gebruikelijke gedragsregels, zoals de regels die momenteel gelden voor het ondertekenen van schriftelijke correspondentie, het vertegenwoordigen van Don Bosco en voor het verzenden van post (zoals correct taalgebruik) zijn ook van toepassing op e-mail en andere toepassingen (zoals nieuwsgroepen, telefoneren via internet).

3. Gebruik

3.1 Medewerkers van Don Bosco mogen uitsluitend zakelijk (of naar keuze: beperkt persoonlijk) gebruikmaken van internet. Gebruik is dus verbonden met taken/bezigheden die voortvloeien uit de functie. Daarbij dienen zij zich te houden aan de door Don Bosco opgestelde regels en procedures.

3.2 De infrastructuur voor elektronische communicatie kent een eigen vorm van kwetsbaarheid, en een eigen vorm van beveiliging. Deze vraagt om speciale aandacht op tenminste de volgende punten:

 user-identificatie (inlog-naam) en wachtwoord zijn persoonsgebonden en mogen niet aan anderen worden doorgegeven;

 het downloaden van software en applicaties is niet toegestaan, tenzij vooraf schriftelijke toestemming is verleend door de directie. Deze toestemming wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de geldende rechten en eventuele licenties worden betaald. Gedownloade software en applicaties moeten op virussen zijn gescand voor gebruik;

 vertrouwelijke gegevens en schoolgevoelige informatie mogen niet zonder toestemming naar buiten de organisatie worden verstuurd. Het berichtenverkeer hoort dan versleuteld te verlopen;

 het is niet toegestaan inkomende privé-berichten te genereren door deel te nemen aan niet-zakelijke nieuwsgroepen, abonnementen op e-zines, nieuwsbrieven en dergelijke. Onbedoelde inbreuken op beveiliging, van binnenuit of vanuit de buitenwereld, dient u aan de directie te melden.

3.3 Het is niet toegestaan om voor persoonlijke doeleinden internet te gebruiken. De werknemer die niet-zakelijke e-mail ontvangt, behoort de verzender te vragen om de verzending daarvan te stoppen. Bij persoonlijk gebruik van internet moet onder andere worden gedacht aan het spelen of downloaden van spelletjes, winkelen, gokken of deelnemen aan kansspelen en het bezoeken van chat-/babbelboxen.

3.4 Het is in het bijzonder niet toegestaan om op internet:

 sites te bezoeken die pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal bevatten;

 pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal te bekijken of te downloaden;

 zich ongeoorloofd toegang te verschaffen tot niet openbare bronnen op het internet;

 opzettelijk informatie waartoe men via internet toegang heeft verkregen zonder toestemming te veranderen of te vernietigen. Indien u ongevraagd informatie van deze aard krijgt aangeboden, dient u dat aan (de directie) te melden.

3.5 Het is bovendien niet toegestaan om door middel van e-mail:

 dreigende, beledigende, seksueel getinte, racistische dan wel discriminerende berichten en kettingmailberichten te verzenden of door te sturen;

 iemand elektronisch lastig te vallen.

Indien u ongevraagd informatie van deze aard aangeboden krijgt, dient u dit te melden aan de directie.

3.6 Het is ook anderszins niet toegestaan op internet in strijd met de wet of onethisch te handelen.

4. Controle

4.1 Om de veiligheid van het netwerk te waarborgen en toe te zien op een zorgvuldig gebruik overeenkomstig deze regeling, worden van tijd tot tijd controles uitgevoerd.

Hiernaast wordt toegezien op de technische integriteit en beschikbaarheid van de infrastructuur en diensten. Het toezicht op het gebruik zal bestaan uit het steekproefsgewijs controleren van het gebruik van internet en e-mailverkeer

(tijdsbesteding, sites die bezocht worden). Daartoe kunnen anonieme lijsten van bezochte internetsites en van verstuurde e-mails worden uitgedraaid.

4.2 Binnenkomende internet- en e-mailverkeer wordt zo goed mogelijk gecontroleerd op virussen en soortgelijk ongerief. Mocht blijken dat een e-mailbericht een virus bevat, dan wordt het automatisch tegengehouden en worden de verzender en ontvanger daarover ingelicht. Indien desondanks een e-mail wordt ontvangen dat mogelijk een virus bevat, dan dient de ontvanger onverwijld contact op te nemen met de directie.

4.3 Indien mocht blijken dat in strijd met deze regeling wordt gehandeld of indien daarvoor aanwijzingen zijn (zoals klachten, signalen van binnen of buiten de organisatie en systeemstoringen), dan kunnen gegevens van (de) betrokken gebruiker(s) worden

uitgedraaid, bekeken en gebruikt.

4.4 De betreffende gegevens worden bewaard zolang dit in het kader van nader onderzoek en eventueel te treffen maatregelen jegens een gebruiker noodzakelijk is.

5. Sancties

5.1 Bij handelen in strijd met deze regeling, het schoolse belang of de algemeen geldende normen en waarden voor het gebruik van internet, kunnen afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding maatregelen worden getroffen. Hierbij gaat het om disciplinaire en arbeidsrechtelijke maatregelen zoals berisping, overplaatsing, schorsing en beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

6. Slot

6.1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de Inrichtende Macht: VZW Vrij Katholiek Basisonderwijs Gerdingen.

BIJLAGE 4: LOC-OCSG en Vakbondsafvaardiging

Maken deel uit van het lokaal onderhandelingscomité:

namens het schoolbestuur: Bart Reumers, Patrick Trines

namens het personeel: directeur (enkel advies) Valentine Theuwissen, Inge Meyssen

Maken deel uit van het onderhandelingscomité van de scholengemeenschap:

namens het schoolbestuur: Bart Reumers

namens het personeel: Inge Meyssen

De vakbondsafvaardiging bestaat uit volgende personeelsleden: Valentine Theuwissen en Inge Meyssen

Maken deel uit van de schoolraad: voorzitter: Henri Gabriëls

BIJLAGE 5: BELEID INZAKE GENOTSMIDDELENPREVENTIE OP SCHOOL OF IN EEN SCHOOLGEBONDEN CONTEXT

In uitvoering van artikel 23 van het arbeidsreglement wordt de intentieverklaring betreffende alcohol- en drugspreventie op school verder uitgewerkt, met het oog op de realisatie van de daarin geponeerde doelstellingen en uitgangspunten.

Het uitgewerkte beleid is van toepassing op alle personeelsleden, ongeacht het ambt of het statuut. Het slaat zowel op gesubsidieerde als op niet-gesubsidieerde personeelsleden.

Dit beleid is in eerste instantie gericht op preventie, meer bepaald is het de bedoeling

personeelsleden te confronteren met de negatieve gevolgen die genotsmiddelenmisbruik kan hebben ten aanzien van het personeelslid zelf, maar ook ten aanzien van zijn omgeving en de school. Zo hopen wij alle personeelsleden aan te zetten tot een verantwoord gebruik van genotsmiddelen.

In tweede instantie is dit beleid gericht op het tijdig opsporen van het probleemgedrag ten gevolge van probleemgebruik. Werkgerelateerd gebruik van genotsmiddelen is immers één van de factoren die de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van personeelsleden en

leerlingen negatief kunnen beïnvloeden. Daarnaast kan het een negatieve impact hebben op de kwaliteit van het verstrekte onderwijs en de opvoeding. Voorts kunnen het gezag en de

voorbeeldfunctie van de personeelsleden en het imago van de school erdoor geschaad worden.

Het is belangrijk dat alle personeelsleden zich hiervan bewust zijn en dat deze problematiek op school bespreekbaar is.

Wanneer na de geboden begeleiding het probleemgedrag blijft terugkeren of wanneer het personeelslid door zijn probleemgedrag een acuut gevaar veroorzaakt voor de veiligheid van leerlingen of collega’s, zal sanctionerend opgetreden worden binnen de grenzen van het decreet rechtspositie. Het schoolbestuur kan in dit geval in toepassing van artikel 25 van het decreet rechtspositie overgaan tot een ontslag om dringende redenen (voor tijdelijk

aangestelden van bepaalde duur of tijdelijk aangestelden in een selectie- en

bevorderingsambt) of in toepassing van artikel 64 van het decreet rechtspositie tot een tuchtprocedure (voor tijdelijk aangestelden voor doorlopende duur of voor vastbenoemde personeelsleden) die kan leiden tot het ontslag van het personeelslid.

Dit genotsmiddelenbeleid werd onderhandeld in het LOC en om de gedragenheid ervan nog te vergroten, zal dit beleid en het belang ervan voor de goede werking van de school aan de personeelsleden toegelicht worden op de eerste personeelsvergadering na de opname ervan als bijlage bij het arbeidsreglement. Ook nadien zal dit thema onder de aandacht gehouden

worden.

1 Definities

Er wordt in deze tekst een aantal termen gebruikt. Deze termen hebben in het kader van dit beleid een specifieke betekenis:

1.1 Genotsmiddelen

Met genotsmiddelen worden bedoeld: middelen zoals medicatie (voor zover het gebruik ervan het normale gebruik overstijgt), alcohol, drugs … waarvan het overmatig gebruik een

negatieve impact kan hebben op het gedrag van een personeelslid.

1.2 Probleemgedrag

In de context van deze bijlage vertoont een personeelslid probleemgedrag wanneer het, vermoedelijk ten gevolge van een problematisch gebruik van genotsmiddelen, niet in staat is te presteren op het niveau dat op school noodzakelijk is om zijn taken op een normaal zorgvuldige wijze te vervullen.

Probleemgedrag kan onder andere blijken uit:

 afwijkend werkpatroon: slecht uitgevoerde taken, gebrek aan klasmanagement, afspraken met leerlingen en collega’s niet nakomen of vergeten

 wartaal uitslaan

 vaak afwezig zijn, te laat komen, voortijdig de klas of de school verlaten

 onvoorspelbare reacties of agressie in de omgang met leerlingen of collega’s

 onverzorgd voorkomen

 herhaalde klachten van ouders, leerlingen of collega’s

 andere signalen zoals opgenomen op de website http://www.qado.be (http://www.qado.be  Probleemgebruik  Signalen)

1.3 Acuut probleemgedrag

Met acuut probleemgedrag wordt bedoeld dat een personeelslid op een welbepaald ogenblik duidelijk niet meer in staat is normaal te functioneren en het tegelijkertijd signalen vertoont die vermoedelijk toegewezen kunnen worden aan een acuut problematisch gebruik van genotsmiddelen.

1.4 Chronisch probleemgedrag

Onder chronisch probleemgedrag wordt de situatie verstaan waarbij een personeelslid herhaaldelijk en gedurende een langere periode minder goed tot slecht functioneert en het tegelijkertijd signalen vertoont die vermoedelijk toegewezen kunnen worden aan een chronisch problematisch gebruik van genotsmiddelen

Daarnaast wordt acuut probleemgedrag vanaf de tweede vaststelling beschouwd als chronisch probleemgedrag.

1.5 Hiërarchisch meerdere

Een hiërarchisch meerdere is een personeelslid dat is aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt. Voor de personeelsleden aangesteld in een selectieambt, zijn de hiërarchisch meerderen aangesteld in een bevorderingsambt. Het schoolbestuur is de hiërarchisch meerdere van personeelsleden aangesteld in een bevorderingsambt.

2 Vorming en voorlichting

Voor een succesvolle uitvoering van het beleid is het noodzakelijk dat alle actoren de informatie hebben die nodig is om hun verantwoordelijkheden op te nemen.

2.1 Vorming en voorlichting van de personeelsleden

Het personeel werd betrokken bij de ontwikkeling van dit beleid in de lokale inspraakorganen.

Dit beleid zal ook het onderwerp vormen van één of meerdere personeelsvergaderingen, waarop de personeelsleden objectieve informatie krijgen over signalen van

genotsmiddelenmisbruik, over de effecten ervan op de werking van de school, over het beleid van de school, over hulpverlening …

Ook na de invoering ervan, zal het thema van genotsmiddelenmisbruik geregeld onder de aandacht gebracht worden van alle personeelsleden, bijvoorbeeld op intranet, als nascholing, als aandachtspunt in een jaarthema …

We willen volgende aandachtspunten meegeven:

 Het beleid heeft een preventieve doelstelling, door enerzijds personeelsleden te confronteren met de negatieve gevolgen van genotsmiddelenmisbruik en door anderzijds personeelsleden die acuut of chronisch probleemgedrag vertonen de kans te geven hun probleemgedrag en de onderliggende oorzaken ervan te onderkennen en bij te sturen zodat deze niet escaleren.

 Het beleid kan maar werken als alle actoren hun verantwoordelijkheid opnemen. Iedereen heeft er belang bij dat acuut of chronisch probleemgedrag wordt voorkomen of dat het zo snel als mogelijk opgemerkt wordt. Alleen op die manier kan de nodige begeleiding geboden worden. De problemen toedekken zorgt er enkel voor dat ze kunnen escaleren.

2.2 Vorming en voorlichting van de hiërarchisch meerderen

Naast de voorlichting die voor alle personeelsleden geldt, kunnen de hiërarchisch meerderen op hun verzoek een opleiding volgen zodat zij weten hoe zij acuut en chronisch

probleemgedrag kunnen vaststellen, hoe zij moeten omgaan met personeelsleden die acuut of chronisch probleemgedrag vertonen, hoe zij hen kunnen motiveren hulp te zoeken, welke hulpverleningsmogelijkheden er zijn ... De kosten hiervoor vallen ten laste van het schoolbestuur.

3 Begeleidingsplan bij vaststelling van acuut of chronisch probleemgedrag op school of in schoolgebonden context

Alle personeelsleden en vooral hiërarchisch meerderen zijn alert voor signalen die kunnen wijzen op acuut of chronisch probleemgedrag, zodat dit zo snel als mogelijk bespreekbaar gesteld wordt, aangepakt en verholpen kan worden.

3.1 Begeleidingsplan bij een eerste vaststelling van acuut probleemgedrag

Het acuut probleemgedrag wordt vastgesteld door een hiërarchisch meerdere van het

personeelslid. Voor deze vaststelling kan onder andere gebruik gemaakt worden van de lijst

van signalen die zich bevindt op de website www.qado.be (zie verder punt 8).

Ingeval van duidelijke vaststelling van acuut probleemgedrag of werkonbekwaamheid, of indien uit het gedrag van het personeelslid blijkt dat hij onvoldoende bekwaam is om toezicht uit te oefenen op de leerlingen, wordt het personeelslid voor zijn eigen veiligheid en die van anderen onmiddellijk uit de klas of uit zijn werkomgeving verwijderd. Betrokkene wordt overgebracht naar een apart lokaal. Volgende stappen kunnen gezet worden met betrekking tot het veilig vervoer van het personeelslid naar huis:

1) een familielid wordt gecontacteerd om het personeelslid naar huis te brengen;

2) een collega wordt, met diens toestemming, ingeschakeld om het personeelslid naar huis te brengen;

3) de directie belt een taxidienst op en laat het personeelslid naar huis brengen. De kosten hiervan worden op het personeelslid verhaald.

In geen geval laat de hiërarchisch meerdere toe dat een personeelslid dat acuut probleemgedrag vertoont zelf een voertuig bestuurt.

Zo snel mogelijk en bij voorkeur de eerstvolgende werkdag zal de hiërarchisch meerdere die de vaststelling heeft gedaan een gesprek hebben met het betrokken personeelslid over het voorval.

 Het personeelslid wordt gewezen op de impact van genotsmiddelenmisbruik op

zijn gedrag op school. Het gesprek wordt afgesloten met de duidelijke boodschap dat

 Het personeelslid wordt gewezen op de impact van genotsmiddelenmisbruik op

zijn gedrag op school. Het gesprek wordt afgesloten met de duidelijke boodschap dat