• No results found

– bevoegdheden en verantwoordelijkheden

Artikel 6

§1. Conform het Algemeen Reglement, o.m. de artikelen 2, 4 en 5 is de directeur belast met de dagelijkse leiding van de onderwijsinstelling. Hij is verantwoordelijk voor de naleving van de geldende

arbeidsvoorwaarden.

§2 De namen van de personeelsleden die in toepassing van artikel 6,§ 1 van het Algemeen Reglement bevoegdheid kregen inzake toezicht en controle op personeelsleden zijn opgenomen als bijlage 1 bij dit arbeidsreglement. Eveneens wordt de hen toegewezen bevoegdheid omschreven.

§3. Ter uitvoering van artikel 7 van het Algemeen Reglement, gelden voor de leden van het onderwijzend personeel volgende afspraken : m.b.t. jaarplan, lesvoorbereidingen, schoolagenda, taken, toetsen,

overhoringen, werkstukken en andere pedagogische aangelegenheden:

§ 4 De schoolagenda, het jaarplan en de lesvoorbereidingen worden aan het schoolbestuur en aan de directie op hun verzoek voorgelegd.

§5 Eveneens ter uitvoering van artikel 7 van het Algemeen Reglement gelden m.b.t. de controle van schoolagenda’s, notities en schriften van leerlingen volgende afspraken:

§ 6 Het schoolbestuur stelt aan haar personeelsleden de middelen ter beschikking die zij nodig hebben om hun opdracht uit te voeren. Als een personeelslid in het kader van zijn opdracht bovenop deze middelen extra onkosten maakt, moet het schoolbestuur deze onkosten vergoeden op voorwaarde dat de directeur aan het personeelslid vooraf toestemming heeft gegeven om die onkosten te maken. De middelen waarvoor de kosten gedragen worden door het schoolbestuur, blijven eigendom van het schoolbestuur.

§ 7 De personeelsleden bewaren hun schoolagenda ten minste gedurende drie schooljaren volgend op het schooljaar waarop de agenda betrekking heeft.

§ 8 In toepassing van artikel 7, § 7 van het Algemeen Reglement wordt in bijlage 1 vermeld welke personeelsleden tot welke leerlingengegevens en personeelsgegevens toegang hebben.

§ 9 Tot wie een personeelslid zich moet wenden om in toepassing van artikel 7, § 7 van het Algemeen Reglement inzage te krijgen in zijn persoonlijke gegevens is opgenomen als bijlage 1 bij dit

arbeidsreglement.

1. Jaarplannen

Elke leerkracht hanteert voor de leergebieden godsdienst, Nederlands en wiskunde de jaarplanning zoals aangereikt in de respectievelijke methodes. De leerkracht streeft naar een evenwichtige spreiding van de leerplandoelen en ontwikkelingsdoelen of eindtermen. Wereldoriëntatie vormt een uitzondering, daar er projectmatig of met belangstellingscentra kan gewerkt worden , die wanneer er vertrokken wordt vanuit de actualiteit of interesses van de klasgroep, moeilijk in een

jaarplanning te vatten zijn. Hier vormen de eindtermen het criterium en pleegt het team onderling overleg. De jaarplannen vermelden minimaal:

- de behandelde onderwerpen

- bij ieder onderwerp een verwijzing naar de leerplandoelen - een tijdsplanning.

De specificiteit van het kleuteronderwijs, zeker vanuit ervaringsgerichte hoek, maakt een jaarplanning hier niet opportuun. Via een steekproef wordt er jaarlijks een domein vanuit de ontwikkelingsdoelen onderzocht en eventueel bijgestuurd.

2. Lesvoorbereidingen

Elke leerkracht bereidt zijn lessen naar best vermogen voor.

Lessen uitgeschreven in een handleiding krijgen een persoonlijk karakter door persoonlijke notities, aanduidingen, schrappingen, observaties of aandachtspunten.

Leerkrachten lager onderwijs met minder dan vijf jaar ervaring in de klas doen dit schriftelijk. Van lessen die volgens een vast stramien verlopen volstaat één typeles. Van andere lessen schrijven zij een beknopt verloop ofwel in de agenda ofwel op afzonderlijke genummerde fiches, waarnaar in de agenda verwezen wordt. In het kleuteronderwijs worden de lessen uitgeschreven volgens het ontwikkelingsplan voor de Katholieke Kleuterschool.

3. Schoolagenda

Elke leerkracht vult dagelijks voor de aanvang van de lessen de agenda in.De agenda wordt minimum 3 jaren bewaard door de leerkracht zelf.

De school streeft ernaar dat dit met een computerprogramma (stick) dagelijks kan ingevuld worden.

Deze agenda vermeldt minimaal:

 Het leergebied of leerdomein en het onderwerp

 Een verwijzing naar de bladzijden uit de eventueel gebruikte handleiding of andere bronnen.

 Eén hoofddoelstelling of een eventuele verwijzing naar de doelstellingen in de handleiding.

 De gebruikte leermiddelen ( enkel die relevant zijn ). Deze zijn dan ook aanwezig in de klas voor de les aanvangt.

 Toiletbezoek, eetmoment,…. een aparte lijst met doelstellingen en leerlijn voegen bij de agenda, zodat deze doelstellingen niet elke dag opnieuw geschreven moeten worden.

 Voor hoekenwerk en contractwerk, is het voldoende om de voornaamste doelen bij een nieuwe reeks éénmaal uit te schrijven om er vervolgens naar te verwijzen.

 Tijdens of na de les wordt de agenda ( of een apart schrift, of de formulieren van het kindvolgsysteem ) indien nodig aangevuld met :

 Observaties van individuele leerlingen i.f.v. de gestelde doelen of op socio-emotioneel vlak.

 Een nota indien de les niet gegeven werd, de gestelde doelen niet bereikt of slechts gedeeltelijk afraakten.

 Persoonlijke notities, van didactische aard, die nuttig kunnen zijn tijdens een volgend schooljaar noteren in de handleiding.

4. Huistaken en lessen

Huistaken worden enkel gegeven om leerstof die door de kinderen voldoende wordt beheerst, verder in te oefenen. Differentiatie is hierbij aangewezen.

Creatieve taken, voortaken, taken i.f.v. een project en het leren van lessen kunnen ook worden opgegeven. Iedere klas noteert de huistaken en lessen in de agenda, op de dag wanneer ze moeten worden afgegeven of de lessen gekend moeten zijn.

De leerlingen worden ook voldoende tips aangereikt, in het kader van leren leren, hoe ze deze taken het best aanpakken. De voorkeurdagen zijn dinsdag en donderdag. Er kunnen ook huistaken

meegegeven worden om af te werken op langere termijn.

5. Toetsen en overhoringen

Lessen worden regelmatig mondeling of schriftelijk getoetst, bij één of bij alle leerlingen.

Elke leerkracht toetst regelmatig de behandelde leerstof. Vanaf het derde leerjaar worden sommige toetsen vooraf aangekondigd, zodat de leerlingen de tijd krijgen om zich voor te bereiden.

Toetsen worden steeds door de leerkracht nagekeken, gequoteerd en indien nodig van feedback voorzien. Daarna worden ze mee naar huis gegeven om door de ouders te laten ondertekenen en terug te bezorgen.

Deze toetsen vormen niet het enige uitgangspunt bij de beoordeling van een kind. Zij zijn slechts een deel van het instrument om de vorderingen van de leerlingen op het vlak van competentie te volgen. Vooral het procesgericht evalueren ( is dit kind in ontwikkeling ? ) vormt het uitgangspunt bij een evaluatie van kinderen.

Leerkrachten bewaren de toetsen van hun leerlingen gedurende 5 schooljaren.

6. Rapporten

 3x per jaar wordt een rapport meegegeven.

 In januari is er een individuele bespreking tijdens een georganiseerd individueel oudercontact.

 Het rapport van juist voor de zomervakantie wordt enkel individueel besproken indien de klasleerkracht, directie of ouders dit wenselijk achten.

7. Info-avonden

In september houden zowel kleuter- als lager onderwijs info-avonden. Het kleuteronderwijs houdt individuele oudercontacten tijdens het 2de en 3de trimester.

8. Dossiers

De kleuterleidsters openen vanaf de 2.5-jarigen een individueel dossier. Indien uit één van de 2 keer per jaar gehouden klasscreeningen naar betrokkenheid, welbevinden en competenties blijkt dat een kind moeilijkheden heeft ( zowel op vlak van preventie en remediering, het

socio-emotionele, het cognitieve of….) kunnen er voor alle kinderen van onze basisschool speciale MDO’s aangevraagd worden.

Per klas / leeftijdsgroep worden de klasscreeningen bewaard in een dossiermap, samen met de eventuele persoonlijke dossiers:

 Observatielijsten met betrekking tot basiscompetenties, het welbevinden en de betrokkenheid

 Eventueel een korte neerslag van MDO-besprekingen of gesprekken met de ouders, zorgleerkracht,directie enz…

 testen vanuit de school of CLB

 relevante informatie over de thuissituatie en de achtergrond van het kind

 werkpunten en interventies en evaluaties

 gebruik makend van formulieren uit het procesgericht KVS systeem Er wordt gestreefd naar haalbaarheid en kwaliteit i.p.v. kwantiteit.

De leerkrachten uit de basisschool hanteren dezelfde principes en maken eventueel gebruik van de reeds bestaande dossiers door deze naar best vermogen aan te vullen, hierbij gebruikmakend van het procesgericht KVS.

Per kind wordt een basisdossier met algemene gegevens aangelegd door het secretariaat.

Enkel vraaggestuurd ( door de leerkracht of ouders) worden er testen of toetsen afgenomen van individuele kinderen. Deze testen gebeuren dan door de school of het CLB.( Mits voorafgaandelijk schriftelijke toestemming van de ouders.)

De foutenanalyse, remediering, werkpunten, interventies enz….. worden na onderling overleg uitgevoerd.

De dossiers worden verzameld en bijgehouden door de klastitularis 9. Klasarchief :

Het klasarchief bevat voor alle leerkrachten :

 De klasagenda

 Het afwezigheidsregister

 De brochure “ Opdrachten voor het Katholieke Basisonderwijs in Vlaanderen” (VVKBaO 2000)

 Het schoolreglement

 De jaarlijkse infobrochure voor de ouders

 Het Algemeen Reglement en het schooleigen Arbeidsreglement

 Het brandplan

 De eventuele jaarplannen

 Voor de leerkrachten van het lager onderwijs aangevuld met :

 De rapporten en /of het puntenboek / diskette

 Ontwikkelingsdoelen en eindtermen o Voor de kleuterleidsters aangevuld met:

 Het ontwikkelingsplan

De leerkrachten zijn in het bezit van alle leerplannen en kunnen deze ook thuis gebruiken. Eén exemplaar van alle leerplannen ligt steeds ter beschikking in het leraarslokaal.

10. Leerwandelingen

Leerwandelingen en/of waarnemingen, buiten de schoolpoort, worden steeds op voorhand bij de directie gemeld met het daartoe bestemde formulier. De klasagenda en het afwezigheidsregister laat men op de lessenaar liggen.

11. Uurrooster / lesrooster

Het uurrooster / lesrooster wordt ingevuld in de klasagenda, of als bijlage ingeplakt. Het lesrooster hangt ook uit in de klas. Elke leerkracht overhandigt in de tweede week van het schooljaar een exemplaar aan de directie op de daarvoor bestemde formulieren.

12. Overlegmomenten

Op vraag van de leerkracht is er een overleg met de directie of zorgleerkracht. In principe worden deze overlegmomenten gepland tijdens de lesuren. ( Kindvrij uur – klassen samen zetten - …. ) De overlegmomenten worden o.m. gebruikt voor :

 Het bespreken van de klasscreening

 Het bespreken van kinderen met mogelijke problemen

 Besprekingen i.v.m. de didactische aanpak, leerplannen, ontwikkelingsdoelen, methodes, MDO’s enz………….

13. Varia

1. De leerkrachten zorgen voor de nodige netheid en orde in hun klas. De leerkrachten borstelen dagelijks hun klas en maken de vuilbakken leeg. De leerkrachten borstelen de gang door beurtrol. De leerkrachten vegen wekelijks stof. De leerkrachten zorgen ervoor dat de interieurverzorgster haar werk optimaal kan doen. De leerlingen mogen hierbij een handje toesteken. (mits toezicht)

2. In elke klas is er een godsdiensthoekje met aandacht voor de thema’s uit de lessen godsdienst.

3. Bij het begin van elke halve dag is er een gebeds- of bezinningsmoment, liefst in de klaskring. Variatie en eigen inbreng van de kinderen worden gewaardeerd.

4. Elke klasleerkracht begeleidt de kinderen naar de speelplaats. Bij het einde van de speeltijden waken de leerkrachten erover dat de kinderen rustig naar hun klas gaan.

5. Elke leerkracht is 15 minuten voor het begin van de lessen aanwezig op school.

Leerkrachten die kindvrij zijn mogen de school slechts verlaten met toestemming van de directie, of doen dit op eigen verantwoordelijkheid.

6. Er kunnen enkel bestellingen gedaan worden in samenspraak met de directie. Op een afgesproken datum van ieder schooljaar brengt iedere leerkracht deze onkosten ( of een overzicht ) binnen. Extra uitgaven dienen steeds via de directie met een bestelbon en met toestemming van het schoolbestuur te gebeuren.

Bij voorkeur worden uitgaven als een factuur aangeboden. Centraliseren in één of meerdere handelszaken wordt aangeraden.

7. In afspraak met de administratieve medewerker kunnen briefjes voor de ouders met de hoofding van de school i.v.m. klasaangelegenheden uitgeprint en gedrukt worden.

8. De directie kan ten alle tijden de computerinhoud controleren. Zie artikel 3 interface computer/mens, de bijlage van de minimumvoorschriften met betrekking tot de apparatuur, de omgeving en de interface computer/mens.

14. Nascholing

Er is de mogelijkheid tot individueel en teamgerichte nascholing. Dit in overleg met collega’s, rekening houdend met eventuele vervangingen.

Het schoolbestuur sluit een verzekering af ( materiële schade)

15. Toezicht

De regeling van het toezicht op de speelplaats, begeleiding van rijen, enz… wordt als bijlage bij dit reglement opgenomen. Wie belet is, ruilt zijn/haar beurt met een collega. Elke wijziging van het bewakingsschema wordt met een daartoe bestemd briefje bekend gemaakt aan de directie.

Voor het toezicht op de speelplaats gelden volgende afspraken:

 Leerkrachten met toezicht zorgen ervoor dat ze tijdig ter plaatste zijn.

 De leerkracht met toezicht is verantwoordelijk voor het eindsignaal.

 Elke leerkracht ziet er op toe dat de leerlingen zich houden aan de regels uit het schoolreglement. ( Overtreders worden berispt, bij herhaling voor een tijdje aan de kant gezet of een passende opdracht gegeven ( opruimen van …………)

 Leerkrachten zien ook toe op het correct sorteren van afval door de leerlingen en de netheid van de speelplaats.

 Bij het begin van elke bewakingsopdracht op de speeltijd controleren of de poorten gesloten zijn met de veiligheidsbeugel.

 Regelmatig controleren of de toiletten netjes gehouden worden.

16. Uitlening van materialen

Materialen van de school mogen gebruikt worden, mits men dit voorafgaandelijk aanduidt op het uitleenbord in het leraarslokaal.

17. Corrigeren

De leerkracht ziet de werken van de kinderen geregeld na. Hij of zij corrigeert zodanig dat dit werk een efficiënte bijdrage vormt tot het begeleiden en remediëren van de kinderen.

18. Verdere afspraken worden eventueel geregeld via het schoolreglement.

Artikel 7

§ 1 Het aanwezigheidsregister van de leerlingen wordt ingevuld onmiddellijk na de aanvang van de eerste lestijd van elke halve schooldag door de klastitularis.

§ 2 Bij schoolactiviteiten zoals bepaald in artikel 15 van het Algemeen Reglement wordt de lijst van de aanwezige leerlingen door de klastitularis of door wie op dat moment voor de groep verantwoordelijk is, ingevuld.

§ 3 Bij evacuatie neemt de klastitularis of de leerkracht die op dat moment voor de groep verantwoordelijk is, de lijst van de aanwezige leerlingen mee bij het verlaten van de lokalen.

§ 4 In geval van problematische afwezigheden van leerlingen dient de directie onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht. De ouders, het CLB ,inspectie en het departement onderwijs worden door de directie verwittigd.

§ 5 het schoolbestuur of de directeur mag slechts leerlingenvervoer toevertrouwen aan een personeelslid dat daarmee instemt. Als hiervoor een rijgeschiktheidsattest nodig is, draagt het schoolbestuur de kosten verbonden aan het bekomen ervan.

§ 6 Geldinzamelingen, tombola’s, promoties van abonnementen, boeken en software, of andere commerciële activiteiten ten aanzien van de leerlingen in de school gebeuren uitsluitend na goedkeuring van de

directeur.

Artikel 8

§ 1 Bij een ongeval met lichamelijk letsel van een personeelslid, een leerling of een derde op school, heeft het personeelslid dat hiervan kennis heeft, de plicht het slachtoffer onmiddellijk hulp te verstrekken, hetzij door zelf eerste hulp toe te dienen, hetzij door de hulp in te roepen van een persoon die

op school aangesteld is om eerste hulp te verstrekken, hetzij door de nooddiensten (100 of 112) te verwittigen volgens de gangbare procedure binnen de school. Tevens zal het personeelslid meewerken aan de vrijwaring van zichzelf en van anderen voor de gevaren die het ongeval veroorzaakt hebben.

Als Bijlage 1 bij dit arbeidsreglement zijn opgenomen: de namen en de contactgegevens van de personen die aangesteld zijn om als hulpverlener eerste hulp te verstrekken, en de locatie van het verzorgingslokaal en de verbanddoos in de onderscheiden vestigingsplaatsen.

§ 2 Uitsluitend personeelsleden die daartoe aangesteld zijn en daarmee schriftelijk ingestemd hebben, mogen toezicht houden op het nemen van geneesmiddelen door minderjarige leerlingen die op doktersvoorschrift op school bepaalde geneesmiddelen moeten nemen. Het formulier waarmee de ouders dit toezicht aanvragen, dient ondertekend te zijn door de ouders, de behandelende arts, de directeur en het toezichthoudend personeelslid.

§ 3 Op school worden geen medicijnen of placebo’s verstrekt aan minderjarige leerlingen die klagen over pijn, ongemak e.d. Indien een minderjarige leerling zich ziek meldt zal hij, overeenkomstig de gangbare procedure binnen de school en afhankelijk van de perceptie van de ernst van de situatie, hetzij rusten in het verzorgingslokaal, hetzij door de ouders of een ander bevoegd persoon afgehaald worden, hetzij door de school aan de zorgen van een arts of de hulpdiensten (100 of 112) toevertrouwd worden. Een zieke leerling wordt nooit zonder begeleiding huiswaarts gestuurd.

§ 4 Alle andere verpleegkundige of medische handelingen worden op school uitsluitend gesteld door personen met de geëigende verpleegkundige of medische kwalificaties.

Hoofstuk 5 : Prestatieregeling,ziekte, verloven, e.d

.

Artikel 9

§1 In uitvoering van artikel 18 van het Algemeen Reglement worden voor de vakantieprestaties van het personeel volgende afspraken gemaakt.

Buitenschoolse activiteiten : Zowel pedagogische activiteiten

(opendeurdagen – schoolfeesten met leerlingenactiviteiten – enz) als deelname aan niet-pedagogische activiteiten ( eetfestijn – kienavond - …… ) kan niet verplicht worden maar je aanwezig zijn, op vrijwillige basis en je hulp worden sterk gewaardeerd.

Activiteiten tijdens vakantieperiodes: Prestaties tijdens de vakanties:

Maximum 3 dagen voor onderwijzend en paramedisch personeel.

Elke begonnen dag is een volledige prestatiedag.

Personeelsvergaderingen en oudercontacten tellen niet mee voor de berekening van deze dagen.

Het gaat niet over de volgende taken :

 Uitvoeren van materieel onderhoud of herstellingen van en in de school

 Bijwonen of meewerken aan godsdienstige of socio-culturele activiteiten buiten schoolverband

 Opvang van kinderen

 Verhuizing naar ander schoolgebouw

§2. De school en het centraal secretariaat zijn gesloten tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

Tijdens de zomervakantie zijn de scholen en het centraal secretariaat gesloten vanaf 10 juli tot en met 20 augustus.

§3. Er worden gedurende de vakanties geen inhaallessen georganiseerd.

Artikel 10

§ 1 De normale rustdagen zijn:

de zaterdagen en de zondagen;

de wettelijke feestdagen, 11 juli en de dag na Onze–Lieve–Heer–Hemelvaart;

de vakantiedagen.

§ 2 De wettelijke feestdagen zijn: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart,

pinkstermaandag, 21 juli, Maria Tenhemelopneming (15 augustus), Allerheiligen (1 november), 11 november, Kerstmis (25 december).

Artikel 11

§ 1 Het personeel geniet van een verlof of een terbeschikkingstelling volgens de modaliteiten vastgelegd in de onderwijsreglementering. Elk verlof en elke terbeschikkingstelling moet vooraf worden aangevraagd.

Leerkrachten met verminderde prestaties moeten aanwezig zijn bij personeelsvergaderingen, ouderavonden, sportdag, pedagogische studiedagen, opendeurdagen, e.d. Voor sommige activiteiten

(sportdag…) kan de aanwezigheid a rato van de prestaties afgesproken worden, mits overleg met de directie en de duo-partner. Deze opsomming is niet limitatief.

§ 2 Binnen de perken van de reglementaire bepalingen kunnen de personeelsleden genieten van een omstandigheidsverlof naar aanleiding van volgende gebeurtenissen:

Gebeurtenis Duur

 voor het huwelijk van het personeelslid: één werkdag

 voor het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het

personeelslid: één werkdag

Uitzondering

De administratief medewerker van het beleids- en ondersteunend personeel en de administratief medewerker van het ondersteunend personeel krijgen voor hun

huwelijk of voor het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning: vier werkdagen

 voor het huwelijk van een kind van het personeelslid, van de echtgenoot of van

de samenwonende partner: twee werkdagen

 voor het huwelijk van een bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of van de samenwonende partner:

de dag van het huwelijk

 voor de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner:

Het omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner is verplicht te nemen binnen een periode van vier maanden vanaf de bevalling. Van deze tien werkdagen moeten er minimaal vijf dagen aaneensluiten. Mits het schoolbestuur akkoord gaat, mogen de

voornoemde vijf dagen ook niet aaneensluitend genomen worden. tien werkdagen Personeelsleden die zowel in de privé-sector als in het onderwijs werken, hebben

slechts éénmaal recht op een periode van tien werkdagen.

Bij de geboorte van een meerling heeft het personeelslid slechts éénmaal recht op een periode van tien werkdagen.

 voor het overlijden van de echtgenoot of samenwonende partner, van een bloed-

of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid of van de samenwonende vier werkdagen

partner:

 voor het overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van de samenwonende partner, die onder hetzelfde dak

woont als het personeelslid: twee werkdagen

 voor het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak

woont als het personeelslid: één werkdag

woont als het personeelslid: één werkdag