• No results found

Nozick versus Rawls

In document Rawls en Nozkick over rechtvaardigheid (pagina 32-36)

3. De interne problematiek van A Theory of Justice

4.2 Nozick versus Rawls

Tot slot zullen we hier kijken vanuit de zojuist geleverde hernieuwde interpretatie van Rawls naar de kritieken van Nozick die we hebben geformuleerd in hoofdstuk twee. Hierbij nemen we de suggesties aan die gedaan zijn in de vorige paragraaf om zijn rechtvaardigheidstheorie uit te breiden met een onderscheid waarin het element van keuze en omstandigheid een rol krijgen in het

rechtvaardigheidsprincipe dat de verdeling van primaire goederen bepaalt.

Nozicks eerste kritiek was gericht tegen de claim die Rawls maakt op de deontologische 32

natuur van zijn rechtvaardigheidstheorie. Volgens Nozick neemt Rawls het onderscheid tussen individuen niet serieus met zijn opvatting dat niet het individu maar de totale gemeenschap een claim kan doen op de talenten van een individu. Doordat het individu geen claim kan maken op basis van zijn arbitrair verkregen talent schaadt Rawls volgens Nozick dan ook de deontologische uitgangspositie van zijn theorie.

Het antwoord van Rawls op deze kritiek zou na de vernieuwde interpretatie van hem kunnen zijn dat als hij rechtvaardigheidsprincipes zou kunnen garanderen die geen enkel individu slechts als middel zou gebruiken maar als doel op zich zou behandelen, Nozick geen vuist meer kan maken en zijn kritieken de wind uit de zeilen zou nemen. Er kan dan zelfs gesteld kunnen worden dat Rawls' rechtvaardigheidstheorie juist bij uitstek een politieke uitwerking is van een deontologische theorie in de zin dat Rawls een herverdeling bepleit die ieder individu zou willen accepteren zonder te weten of hij degene is die die de positie van de minst bedeelde zal hebben.

Nozick stelt dat een overheid geen verplichting mag leggen op herverdeling van goederen die in bezit zijn van een individu en dat deze goederen dan vervolgens herverdeeld mogen worden aan de minst bedeelden van de samenleving. We hebben gezien hoe Nozick dit gelijk stelt aan slavernij en hij meent dan ook dat deze hulp een vrijwillige gift zou moeten zijn op basis van

charitas in plaats van een georkestreerd top-down beleid van een overheid. (Nozick:1974:172)

Het zou een legitieme vraag zijn van Rawls aan Nozick waarom het een probleem zou zijn om deze giften institutioneel vast te leggen. Is deze politieke uitwerking niet juist een

deontologisch project pur sang? Het blijkt dat in de aangepaste versie van Rawls zelfs andersom een verwijt gemaakt kan worden naar Nozick. Volgens zijn theorie mag de minimale nachtwakersstaat namelijk slechts eigendomsrechten beschermen maar vooral geen verplichtingen stellen, en dus ook geen verplichtingen die positief zouden kunnen zijn voor de zwakkeren in de samenleving. Deze zouden voort moeten komen vanuit het deontologische uitgangspunt dat ook hij in zijn theorie claimt te hanteren met zijn notie van side constraints. (Nozick,1974:30-1) Deze eerste kritiek van Nozick naar de nieuwe lezing van Rawls lijkt zijn relevantie te hebben verloren en vooral een geval te zijn geworden van de pot die de ketel verwijt zwart te zien aangezien Nozick zelf überhaupt geen ethisch fundament in zijn theorie heeft.

Naast dit hierboven weerlegde verwijt heeft Nozick nog een andere belangrijke kritiek geformuleerd richting Rawls. Deze kritiek bestaat uit het feit dat in een Rawlsiaanse

rechtvaardigheidstheorie individuen geen claims zouden kunnen doen op hun verdienste. Het argument van laatstgenoemde zou zijn dat willekeurig gegeven talenten geen basis kunnen vormen 33

voor een claim op de goederen die voortkomen uit deze arbitraire eigenschappen. Nozick zelf vindt echter dat individuen een claim kunnen doen op goederen vanuit een notie van verdienste. De basis voor deze verdienste hoeft volgens hem niet zelf ook verdient te zijn. (Nozick,1974:198-99)

Als we vanuit de nieuwe lezing van Rawls deze tweede kritiek van Nozick in ogenschouw nemen blijkt dat ook dit verwijt niet meer te houden zal zijn. Als Rawls de eerder genoemde suggestie van het integreren van het element van keuze in zijn theorie zou uitvoeren, zorgt hij voor een mogelijkheid dat een individu op basis van zijn autonome keuzes een claim kan doen op een bepaalde hoeveelheid goederen. In dat geval zou het voorbeeld van Robin van Persie door de keuze die hij heeft gemaakt om zijn talent te cultiveren de claim kunnen maken dat hij recht heeft op de vruchten die plukt. Door het maken van autonome keuzes zou hij zijn goederen op die manier verdienen.

Het lijkt er dus op dat de vernieuwde lezing van Rawls een overeenkomstigheid heeft met Nozick, en dus met diens inspiratie Joel Feinberg, als het gaat om de opvatting dat individuen claims kunnen maken op basis van hun keuzes. De basis van deze keuzes zelf hoeft vervolgens zelf niet óók verdient te zijn om een legitieme claim te kunnen leggen op deze goederen. Zoals Joel Feinberg zelf zegt: zolang de basis voor de verdienste voortkomt uit het individu zelf is dit een geldige basis voor een claim op de verdiende goederen. (Feinberg,1970:59)

Literatuur

Arneson, R. (1997) Rawls, Responsibility and Distributive Justice. In: Justice, Political

Liberalism, and Utilitarianism: Themes from Harsanyi and Rawls, Marc

Fleurbaey and John A. Weymark, eds. Cambridge: Cambridge University Press, 2008.

Feinberg, J (1970) Doing and Deserving: essays in the theory of responsibility. Princeton, N.J. : Princeton University Press.

Locke, J. (1689) Two Treatises of Government. Edited by Peter Laslett. 2nd ed. Cambridge:

Cambridge University Press, 1967.

Nozick, R. (1974) Anarchy, State and Utopia. Basic Books, inc. New York.

Parijs, P. Van (1991) Why Surfers Should be Fed: The Liberal Case for an Unconditional Basic Income. in: Philosophy and Public Affairs, Vol. 20, No. 2 (Spring, 1991), pp. 101-131

Rawls, J. (1971) A Theory of Justice. London: Harvard University Press.

Rawls, J. (1982) Social Unity and Primary Goods. in: A. Sen en B. Williams (eds.)

Utilitarianism and beyond. Cambridge: Cambridge University Press, pp. 159-185.

Rawls, J. (1988) The Priority of the Right and Ideas of the Good. in:Philosophy and Public

Affairs, Vol. 17, No. 4 (Autumn, 1988), pp. 251-276.

Sandel, M.J. (1982) Liberalism and the Limits of Justice. Cambridge University Press. Scheffler, S. (2000) Justice and Desert in Liberal Theory. (The Morality of Criminal Law: A 35

Symposium in Honor of Professor Sanford Kadish). California Law Review, May, 2000, Vol.88(3), p.965

Scheffler, S. (1992) Responsibility, Reactive Attitudes, and Liberalism in Philosophy and Politics. Philosophy & Public Affairs. Vol. 21, No. 4 (Autumn, 1992), pp. 299-323

Zaitchick, A. (1977) On Deserving to Deserve. in: Philosophy and Public Affairs vol. 6: 370-388.

In document Rawls en Nozkick over rechtvaardigheid (pagina 32-36)

GERELATEERDE DOCUMENTEN