• No results found

4.1.1 Somatische model

De normbedragen van de verschillende modelvarianten voor het kenmerk aard van het inkomen staan in Tabel 4.2.17 De modelvarianten waarbij het AVI-kenmerk wordt uitgebreid voor 65-69-jarigen en 0-17-65-69-jarigen (respectievelijk M1 en M2) hebben voor de huidige groepen vergelijkbare normbedragen met het uitgangsmodel M0. De normbedragen voor de uitbreidingen van AVI voor 65-69-jarigen en 0-17-jarigen volgen, zoals verwacht, de meerkosten uit Hoofdstuk 3. Het model waarbij voor SES dezelfde leeftijdsklassen worden gehanteerd als bij AVI (M3) laat grotere ver-schuivingen zien. Dat komt doordat in dat geval voor alle leeftijdsklassen binnen de 18-64-jarigen

17 Model M00 staat niet in de tabel omdat in dat model geen AVI-kenmerk zit.

het normbedrag van SES wijzigt. In M4 zijn de normbedragen voor de reeds bestaande AVI-klas-sen vergelijkbaar met M3. Voor de uitbreidingen komen de normbedragen overeen met M1 en M2.

Tabel 4.2 Normbedragen AVI verschuiven beperkt tussen varianten

AVI-somatische model Leeftijd M0 M1 M2 M3 M4

Arbeidsongeschikt (exclusief IVA) 18-34 jaar 222 225 222 250 254

35-44 jaar 447 452 448 461 466

De tabel geeft de geschatte normbedragen in het somatische model voor het kenmerk AVI weer, voor de verschillende modelvarianten. Model M0 is het uitgangsmodel, model M1 voegt daar de AVI-klassen voor 65-69 jarigen aan toe. In model M2 zijn AVI-klassen voor 0-17-jarigen opgenomen. Model M3 gebruikt de

aangepaste SES met de leeftijdsklassen van AVI. Tot slot bevat model M4 gelijktijdig de aanpassingen van modellen M1, M2 en M3.

Bron: Berekeningen SEO Economisch Onderzoek op basis van OT2019 en aanvullende gegevens.

Ook bij het criterium SES zijn de verschuivingen in de normbedragen ten opzichte van het uit-gangsmodel beperkt (Tabel 4.3). In M1 verschuiven de normbedragen van de 65+’ers enigszins, wat logisch is omdat voor een deel van die groep nu ook een AVI-klasse wordt gehanteerd. In M2 verschuiven de normbedragen van de 0-17-jarigen doordat voor deze groep AVI-klassen worden toegevoegd. Deze verschuivingen zijn iets groter dan bij M2, wat komt omdat in dit geval de gehele groep 0-17-jarigen bij een AVI-klasse wordt ingedeeld.

Tabel 4.3 Normbedragen SES variëren beperkt tussen varianten

SES-somatische model Leeftijd M0 M1 M2 M3 M4

De tabel geeft de geschatte normbedragen in het somatische model voor het kenmerk SES weer, voor de verschillende modelvarianten. Model M0 is het uitgangsmodel, model M1 voegt daar een de AVI-klassen voor 65-69 jarigen aan toe. In model M2 zijn AVI-AVI-klassen voor 0-17-jarigen opgenomen. Model M3 gebruikt de aangepaste SES met de leeftijdsklassen van AVI. Tot slot bevat model M4 gelijktijdig de aanpassingen van modellen M1, M2 en M3.

Bron: Berekeningen SEO Economisch Onderzoek op basis van OT2019 en aanvullende gegevens.

De normbedragen voor de uitbreiding van SES met de leeftijdsklassen van AVI volgen grotendeels, maar niet helemaal de berekende meerkosten in Hoofdstuk 3. Dat komt doordat ook de indeling in SES van verzekerden met intramurale GGZ-zorg in t-1 is aangepast.

Voor de overige individuele kenmerken geldt dat de normbedragen weinig verschuiven, zie Bijlage B voor een overzicht van alle normbedragen. Tabel 4.4 vat de verschuivingen in de normbedragen per model en per vereveningskenmerk samen. De tabel bevat de gemiddelde absolute verschuiving in normbedragen van de modelvarianten ten opzichte van M0, per vereveningskenmerk en gewo-gen met het aantal verzekerdenjaren. Deze verschuivingewo-gen treden vooral op bij verdeelkenmerken die met leeftijd zijn geïnteracteerd, zoals leeftijd x geslacht of aantal personen in huishouden geïn-teracteerd met leeftijd. Dat is zoals verwacht, omdat de aanpassingen voor bepaalde leeftijdsgroe-pen worden gedaan. De grootste verschuivingen zijn te zien bij model M00, wat logisch is omdat daarin de kenmerken AVI en SES in zijn geheel niet zijn opgenomen. Van de uitbreidingsvarianten is de grootste verschuiving te zien bij model M4 (het model met alle aanpassingen in AVI en SES gelijktijdig doorgevoerd): gemiddeld € 6,30 voor het kenmerk leeftijd x geslacht.

Tabel 4.4 Kleine verschuivingen in normbedragen andere kenmerken somatisch model

Vereveningscriterium M00 M0 M1 M2 M3 M4

Fysiotherapiediagnosegroepen (FDG's) 0,4 n.v.t. 0,1 0,1 0,0 0,1

Meerjarige kosten van V&V (MVV) 2,2 n.v.t. 0,1 0,0 0,1 0,1

De tabel toont de GGAV in euro’s t.o.v. M0, per vereveningskenmerk en per modelvariant. Model M0 is het uitgangsmodel, model M1 voegt daar een de AVI-klassen voor 65-69 jarigen aan toe. In model M2 zijn AVI-klassen voor 0-17-jarigen opgenomen. Model M3 gebruikt de aangepaste SES met de leeftijds-klassen van AVI. Tot slot bevat model M4 gelijktijdig de aanpassingen van modellen M1, M2 en M3.

Bron: OT 2019 bestand, berekeningen SEO Economisch Onderzoek.

4.1.2 GGZ-model

Tabel 4.5 toont de normbedragen van de verschillende modelvarianten voor het kenmerk aard van het inkomen voor het GGZ-model.18 Er zijn nauwelijks verschuivingen in de normbedragen ten opzichte van het uitgangsmodel M0 voor de modelvariant waarbij het AVI-kenmerk wordt uitge-breid (M1). De normbedragen voor de uituitge-breidingen van AVI voor 65-69-jarigen reflecteren de meerkosten uit Hoofdstuk 3. De 65-69-jarigen in de AVI-klasse zelfstandig en de referentiegroep hebben een negatief normbedrag; Hoofdstuk 3 laat zien dat deze personen gemiddeld minderkos-ten hebben. Personen van 65 tot en met 69 jaar in de AVI-klasse bijstand hebben het hoogste normbedrag; Hoofdstuk 3 laat zien dat deze personen gemiddeld de hoogste meerkosten hebben.

De verschuiving van de normbedragen is iets groter voor het model met gelijke leeftijdsklassen bij

18 Model M00 staat niet in de tabel omdat in dat model geen AVI-kenmerk zit. M2 staat niet in de tabel omdat deze variant betrekking heeft op 0-17-jarigen. Deze personen vallen buiten het GGZ-model.

AVI en SES (M3). Deze verschuiving is echter nog steeds beperkt. De grootste verschuiving be-draagt € 13 (voor de AVI-klasse bijstandsgerechtigd en 55-64 jaar). Voor M4 zijn de normbedragen nagenoeg gelijk aan de normbedragen van M3.

Tabel 4.5 Normbedragen AVI verschuiven beperkt tussen varianten

AVI-GGZ model Leeftijd M0 M1 M3 M4

Arbeidsongeschikt (exclusief IVA) 18-34 jaar 345 344 348 348

35-44 jaar 342 341 339 339

45-54 jaar 133 131 128 128

55-64 jaar 26 27 26 26

Bijstandsgerechtigd 18-34 jaar 314 310 315 315

35-44 jaar 171 165 161 161

De tabel geeft de geschatte normbedragen in het GGZ model voor het kenmerk AVI weer, voor de ver-schillende modelvarianten. Model M0 is het uitgangsmodel, model M1 voegt daar een de AVI-klassen voor 65-69 jarigen aan toe. Model M3 gebruikt de aangepaste SES met de leeftijdsklassen van AVI. Tot slot bevat model M4 gelijktijdig de aanpassingen van modellen M1 en M3.

Bron: Berekeningen SEO Economisch Onderzoek op basis van OT2019 en aanvullende gegevens.

De verschuivingen in de normbedragen ten opzichte van het uitgangsmodel zijn ook voor het criterium SES beperkt (Tabel 4.6). In M1 verschuiven de normbedragen van zowel 18- tot 64-jarigen als 65+’ers in de SES-klassen zeer laag inkomen en hoog inkomen. Dit heeft te maken met de verschuiving van gebruikers van intramurale GGZ in t-1 van de klasse hoog naar de SES-klasse zeer laag. De verschuivingen van de normbedragen voor 65+’ers in M3 en M4 zijn beperkt.

De normbedragen voor de uitbreiding van SES met de leeftijdsklassen van AVI volgen, net als

voor het somatisch model, niet helemaal de berekende meerkosten in Hoofdstuk 3. Dat komt doordat ook de indeling in SES van verzekerden met intramurale GGZ-zorg in t-1 is aangepast.

Tabel 4.6 Normbedragen SES variëren beperkt tussen varianten

SES-GGZ model Leeftijd M0 M1 M3 M4

De tabel geeft de geschatte normbedragen in het somatische model voor het kenmerk SES weer, voor de verschillende modelvarianten. Model M0 is het uitgangsmodel, model M1 voegt daar een de AVI-klassen voor 65-69 jarigen aan toe. Model M3 gebruikt de aangepaste SES met de leeftijdsAVI-klassen van AVI. Tot slot bevat model M4 gelijktijdig de aanpassingen van modellen M1 en M3.

Bron: Berekeningen SEO Economisch Onderzoek op basis van OT2019 en aanvullende gegevens.

Ook bij de overige criteria kennen de normbedragen kleine verschuivingen. Bijlage B geeft hiervan een overzicht in detail. Tabel 4.7 vat de verschuivingen in de normbedragen per variant van het GGZ-model en per vereveningskenmerk samen. De tabel bevat de gemiddelde absolute verschui-ving in normbedragen van de modelvarianten ten opzichte van M0, per vereveningskenmerk en gewogen met het aantal verzekerdenjaren. De grootste verschuivingen zijn opnieuw te zien bij model M00, waarin de kenmerken AVI en SES in zijn geheel niet zijn opgenomen. Verder treden, net als voor het somatisch model, vooral verschuivingen op bij verdeelkenmerken die met leeftijd zijn geïnteracteerd (geslacht geïnteracteerd met leeftijd en aantal personen in huishouden geïnter-acteerd met leeftijd). Dat is zoals verwacht, omdat de aanpassingen voor bepaalde leeftijdsgroepen worden gedaan. Van de uitbreidingsvarianten is de grootste verschuiving te zien bij model M4 (het model met alle aanpassingen in AVI en SES gelijktijdig doorgevoerd): gemiddeld € 2,30 voor het kenmerk leeftijd x geslacht.

Tabel 4.7 Kleine verschuivingen in normbedragen

De tabel toont de GGAV in euro’s t.o.v. M0, per vereveningskenmerk en per modelvariant. Model M0 is het uitgangsmodel, model M1 voegt daar een de AVI-klassen voor 65-69 jarigen aan toe. Model M3 ge-bruikt de aangepaste SES met de leeftijdsklassen van AVI. Tot slot bevat model M4 gelijktijdig de aan-passingen van modellen M1 en M3.

Bron: OT 2019 bestand, berekeningen SEO Economisch Onderzoek.