• No results found

Nitraatconcentratie in zee en kustwater

7 Zee en kustwaterkwaliteit

7.2 Nitraatconcentratie in zee en kustwater

In deze paragraaf worden de gemiddelde nitraatconcentraties in de winter in zeewater weergegeven als nitraat in milligram per liter. In de grafieken geldt de periode van 1 december tot de laatste dag van februari als winterperiode (paragraaf 2.6.3).

Op meer dan 90% van de meetlocaties in zee- en kustwateren in de periode 2008-2010 is de wintergemiddelde nitraatconcentratie lager dan 10 mg/l, nergens is de concentratie hoger dan 25 mg/l (Tabel 7.1). De

nitraatconcentraties bleven gedurende de drie monitoringperioden stabiel op alle locaties op open zee (Tabel 7.2). Met andere woorden, op open zee werden nergens absolute veranderingen gemeten van meer dan 1 mg/l nitraat. In de kustwateren werden in de laatste twee monitoringperioden echter veranderingen waargenomen (Tabel 7.2). De afname van de nitraatconcentratie tussen de vierde en vijfde periode is niet zo sterk meer als de afname tussen de eerste en vierde periode. De nitraatconcentratie in de kustwateren is over het algemeen stabiel.

Tabel 7.1. Gemiddelde nitraatconcentratie in de winter in mariene wateren in de periode 1992-2010 (%)1. Concentratie 1992-1995 2004-2007 2008-2010 0-10 mg/l 87 95 92 10-25 mg/l 13 5 8 25-40 mg/l 0 0 0 40-50 mg/l 0 0 0 >50 mg/l 0 0 0 Aantal locaties 39 40 39

Tabel 7.2. Verandering in de gemiddelde nitraatconcentratie in de winter in

mariene wateren in de periode 1992-2010 (%)1.

Open zee Kustwater

Verandering 1992/1995- 2004/2007- 1992/1995- 2004/2007- 2004/2007 2008/2010 2004/2007 2008/2010 Grote toename (> 5 mg/l) 0 0 0 0 Kleine toename (1 - 5 mg/l) 0 0 3 6 Stabiel (+/- 1 mg/l) 100 100 72 88 Kleine afname (1 - 5 mg/l) 0 0 25 6 Grote afname (> 5 mg/l) 0 0 0 0 Aantal locaties 7 7 32 32

1 Percentage locaties met een bepaalde verandering in de concentratie tussen de

vermelde perioden.

De wintergemiddelden nitraatconcentraties in de kustzones licht zijn afgenomen gedurende de laatste zeven jaar, met uitzondering van de scherpe daling in de periode 1995-1996 (Figuur 7.1). De gemiddelden schommelden tussen 3 en 6 mg/l nitraat de laatste jaren. De concentraties op open zee zijn veel lager (< 0,5 mg/l) en zijn min of meer stabiel gebleven. De lagere nitraatconcentratie in 1996 in het kustwater was het gevolg van de beperkte hoeveelheid neerslag in de voorafgaande jaren. Naast de daling in 1996 valt ook de tijdelijke stijging in 2007 en 2008 op. 0 2 4 6 8 10 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012

Kustwater Open zee

Nitraat winter (mg/l)

Figuur 7.1. Gemiddelde nitraatconcentratie in de winter (mg/l) op open zee en in de Nederlandse kustwateren in de periode 1991-2010.

De wintergemiddelde nitraatconcentraties op open zee en in de Nederlandse kustwateren in de periode 2008-2010 zijn bijna overal lager dan 10 mg/l (Kaart 7.1), de concentraties waren alleen hoger dan 10 mg/l in de

Westerschelde en het Eems-Dollard-estuarium. Op open zee lager waren de concentraties lager dan 2 mg/l.

Tijdens de periode 2008-2010 was er ten opzichte van de periode 2004-2007 een duidelijke toename in wintergemiddelde nitraatconcentraties te zien in het Eems-Dollard-estuarium. Er is sprake van een afname in de Westerschelde (Kaart 7.2). Op alle andere locaties bleven de concentraties vrijwel stabiel.

Op veruit de meeste locaties bedroegen de maximale nitraatconcentraties 0 tot 10 mg/l (Tabel 7.3). Het aantal locaties met de laagste nitraatconcentraties lijkt te zijn toegenomen tussen de eerste en de tweede helft van de jaren negentig.

Tabel 7.3. Maximale nitraatconcentratie in mariene wateren in de winter in de periode 1992-2010 (%)1. Concentratie 1992-1995 2004-2007 2008-2010 0-10 mg/l 81 90 90 10-25 mg/l 17 10 10 25-40 mg/l 2 0 0 40-50 mg/l 0 0 0 >50 mg/l 0 0 0 Aantal locaties 39 40 39

1 Percentage monitoringlocaties met een maximum binnen een bepaald

concentratiegebied. Het totale percentage kan hoger zijn dan 100 in verband met de afronding.

Tabel 7.4 geeft de percentages weer van de gemonitorde locaties waar

toenemende, afnemende of stabiele maximale nitraatconcentraties in de winter werden gemeten. Net als in de vorige paragraaf worden alleen

monitoringlocaties waar een absolute verandering van 1 mg nitraat per liter of meer plaatsvindt aangemerkt als locaties met een toe- dan wel afnemende concentratie. Zoals ook het geval is voor gemiddelde nitraatconcentraties in de winter (Tabel 7.2) werden er op alle monitoringlocaties op open zee

nitraatconcentraties gemeten die gedurende de rapportageperioden stabiel bleven. In de kustwateren bleef de maximale nitraatconcentratie over het algemeen stabiel. Voor 16% van de locaties is een afname zichtbaar terwijl 6% van de locaties een toename laten zien.

Figuur 7.2 toont de trend in de gemiddelde maximale nitraatconcentraties in de winter in de periode 1991-2010 op open zee en in de kustwateren. Uit de grafiek blijkt dat, met uitzondering van de scherpe daling in de concentraties in de periode 1996-1997, de gemiddelde wintermaxima in de kustzones schommelden tussen 4 en 8 mg nitraat per liter, terwijl de concentraties op open zee redelijk stabiel bleven met aanzienlijk lagere concentraties (< 0,5 mg/l). In de tekst bij Figuur 7.1 is reeds uitgelegd waarom de maximale nitraatconcentratie in 1996 lager was. Ook voor de maximale concentratie geldt dat de stijging in 2007 en 2008 opvalt.

Kaart 7.3 toont de verschillen in de maximale nitraatconcentraties op open zee en in de Nederlandse kustwateren in de winter in de periode 2008-2010. In de Westerschelde en het Eems-Dollard-estuarium waren de maximale

nitraatconcentraties in de winter hoger dan 10 mg/l. Op andere locaties in de kustgebieden bedroegen de concentraties over het algemeen minder dan 10 mg/l, terwijl de concentraties op open zee lager waren dan 2 mg/l.

Tabel 7.4. Verandering in de maximale nitraatconcentratie in de winter in

mariene wateren in de periode 1992-2010 (%)1.

Open zee Kustwater

Verandering 1992/1995- 2004/2007- 1992/1995- 2004/2007- 2004/2007 2008/2010 2004/2007 2008/2010 Grote toename (> 5 mg/l) 0 0 0 0 Kleine toename (1 - 5 mg/l) 0 0 0 6 Stabiel (+/- 1 mg/l) 100 100 25 78 Kleine afname (1 - 5 mg/l) 0 0 56 16 Grote afname (> 5 mg/l) 0 0 19 0 Aantal locaties 7 7 32 32

1 Percentage locaties met een bepaalde verandering in de concentratie tussen de

rapportageperioden. Het totale percentage kan hoger zijn dan 100 in verband met de afronding. 0 2 4 6 8 10 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

Kustwater Open zee

Maximum winter nitraat (mg/l)

Figuur 7.2. Maximale nitraatconcentratie (mg/l) op open zee en in de Nederlandse kustwateren in de winter in de periode 1991-2010.

De trends in de maximale nitraatconcentraties in de winter op de verschillende locaties in de periode 2008-2010 zijn hetzelfde als voor de gemiddelde

concentratie in de winter. De concentratie op open zee is redelijk stabiel gebleven, terwijl er lagere concentraties werden waargenomen in de estuaria (zie Kaart 7.4).

De nutriëntenconcentraties in de kustwateren worden bepaald door natuurlijke achtergrondconcentraties, directe lozingen en de afvoer van rivieren. Gedurende de winter is de biologische activiteit beperkt. De anorganische

nutriëntenconcentraties blijven redelijk stabiel en vertonen een negatief lineair verband met de saliniteit. Voor een langetermijnanalyse van de verhouding tussen veranderingen in de nutriëntenconcentratie en veranderingen in de nutriëntenemissie moeten de gemeten nutriëntenconcentraties in de winter worden gecorrigeerd voor veranderingen in de saliniteit op de vastgestelde

monitoringlocaties (zie paragraaf 2.6.3). De saliniteit wordt uitgedrukt in

practical salinity units of psu’s, een internationale standaard gerelateerd aan het zoutgehalte in gram/liter.

De opgeloste anorganische stikstofconcentraties (DIN) nemen sinds 1991 langzaam maar zeker af (Figuur 7.3). De concentratie in 2010 is ongeveer 30% lager dan in 1991 (Figuur 7.4). Het lijkt erop dat de concentraties stabiel zijn gebleven sinds 2003.

Figuur 7.3. Gemiddelde opgeloste anorganische stikstofconcentraties in de winter (DIN, N mg/l), gestandaardiseerd voor een saliniteit van 30 psu, in de Nederlandse kustwateren bij Noordwijk in de periode 1991-2010. De rode lijn is de aangepaste trendlijn en de stippellijnen geven het 95%-

betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn weer.