• No results found

3.8 Andere fragmentaire en zeldzame bostypes in Vlaanderen

3.8.7 Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel Frangulo-Salicetum

Typische vegetatie in verlandingszones en pioniervegetaties in de vochtige sfeer, op voedselarme zandbodems.

Gagel, Zachte berk en Geoorde wilg zijn de dominante soorten; grauwe wilg en Zwarte els komen ook voor in voedselrijkere omstandigheden. De kruidlaag bestaat vooral uit Pijpestrootje en veenmossen, maar ook Pitrus en Waternavel (Hydrocotyle vulgaris).

Wellicht is het geen climax-bostype maar veeleer een successiestadium bij verbossing naar Elzenbroektypes.

andere benamingen :

ROGISTER (1985) : Betulo-Salicetum of Frangulo-Salicetum auritae OBERDORFER (1992) : Salicetum cinereae

CORINE-code (EUROPEAN COMMUNITIES, 1991) :

44.92 : Mire Willow Scrub (Salicion cinereae = Frangulo-Salicetum auritae

44.93 : Salicion cinereae p. = Myricetum gale : vroegere fase in de verlanding, met bijna uitsluitend Gagel.

BWK-code : So : Vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond (Saliceto-Franguletum) Voorkomen : bostype van de verlandingszone van vennen

Minimum Structuur Areaal :

-Ontwikkelingsduur : 0-30 jaar (KOOP in : AL, 1995)

3.8.7.1 Selectiecriteria

A. Uitsluitende criteria voor de aanmaak van een basiskaart

De GIS-analyse steunt bij de selectie van potentiële A-locaties van het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel, voornamelijk op de BWK. De eenheid So, vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond, sluit immers nauw aan bij het gezochte bostype.

Het gaat om 610 ha, wat vrij veel is voor zo een zeldzaam bostype. Op deze manier worden echter alle potentiële A-locaties meegenomen, en is men zeker dat men er geen uit het oog verliest. In 3.8.7.2 Voorkomen potentiële A-locaties zal duidelijker worden waar de meest waardevolle voorbeelden zich situeren.

B. Minimum Structuur Areaal

Er wordt geen MSA vooropgesteld voor het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel.

C. Verder differentiërende criteria

Daar het om een uiterst zeldzaam bostype gaat, wordt slechts in beperkte mate verder gedifferentieerd. Voor de eerste verfijning worden enkel deze sites geselecteerd waar So op de BWK als eerste eenheid gekarteerd staat (de BWK kan immers tot twaalf verschillende karteringseenheden toekennen aan één polygoon/site). Het gaat om ongeveer een kwart (168 ha) van de basiskaart.

Voor de tweede verfijning wordt enkel negatief gedifferentieerd op basis van PNV. Er wordt gefocust op deze sites die NIET gelegen zijn op PNV 5 (“Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos of rijke Eiken-Beukenbos”, op leem en klei), PNV 68 (droge variant van PNV 6 “het typische Eiken-Beukenbos”, op lemige zandgronden en zandleemgronden) noch op PNV 78 (droge variant van PNV 7 “het arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos”, op zandige, podzolachtige bodems). Op deze PNV-types kan het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel normaliter niet voorkomen. Het gaat om 131 ha van de oorspronkelijk 610 ha.

148

D. Samengevat

Selectiecriteria Oppervlakte

Basiskaartlaag - gekarteerd als So op de BWK 610 ha

1ste verfijning - So als eerste eenheid op de BWK 168 ha

2de verfijning - NIET gelegen op PNV 5, 68 of 78 131 ha

3.8.7.2 Voorkomen potentiële A-locaties

Op onderstaande figuur is een overzicht te zien van waar het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel potentieel voorkomt. Net zoals het Oligotroof elzenbroek, concentreert dit bostype zich vooral in het oosten van het land.

Figuur 70: Overzichtskaart van de bossites (min. 5 ha groot) die voldoen aan de uitsluitende criteria voor het Niiet-permanent berken-wilgenbroekstruweel

Opmerking:

De hierna volgende opsomming geeft slechts een deel weer van de potentieel ecologisch waardevolle bossites van het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel.

Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar het bijgevoegde ArcView-project “a_locaties_overzicht.apr” (zie cd-rom), waar het mogelijk is om interactief de (potentieel) ecologisch waardevolle bossites te lokaliseren en de voornaamste eigenschappen ervan te bekijken.

De shapefile die al deze bossites bevat, werd “niet_perm_berkenwilgenbroekstr.shp” genoemd.

De basiscriteria voor het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel zijn heel ruim opgevat. De volledige oppervlakte van een complex op de BWK waar ergens So (vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond) in voorkomt, wordt geselecteerd als een potentieel ecologisch waardevolle bossite van dit bostype. Bij andere, minder zeldzame bostypes wordt vaak onmiddellijk reeds een tweede selectie doorgevoerd op basis van PNV, wat hier pas bij de tweede verfijning gebeurt.

Bij de zoektocht naar de meest waardevolle sites wordt hier dan ook gefocust op de tweede verfijning (So als eerste eenheid én niet gelegen op PNV 5, 68 of 78).

Een eerste vrij grote, potentieel ecologisch waardevolle site van het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel is terug te vinden in Turnhout, in het erkend natuurreservaat Winkelsbroek (nr.1 in

149

Figuur 70). Daar voldoet 10 ha aan de selectiecriteria van de tweede verfijning (zie Figuur 71). Deze site is

recent bos en grotendeels ongelijkjarig, ander loofhout. De PNV is er die van het Elzenbroek (PNV 2). Op de BWK staat de site volledig gekarteerd als So/Sm. Het berken-wilgenbroekstruweel komt er dus samen voor met een gagelstruweel (Sm).

Het volledige bos is 250 ha groot en wordt voor ongeveer een derde ingenomen door het bosreservaat “Sevendonck”, dat echter niet werd gekarteerd op de bodemkaart (vroeger Militair Domein). In het bos komt ook nog vrij veel Mesotroof elzenbroek voor.

Figuur 71: Kaart van het natuurreservaat Winkelsbroek en het bosreservaat Sevendonck, met aanduiding van de potentiële A-locaties (ingekleurd volgens bostype: blauw voor het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel en groen voor het Mesotroof elzenbroek), met hun eerste en tweede verfijning.

Het bosreservaat ”Grootbroek” (nr.2 in Figuur 70). vormt samen met het erkend natuurreservaat

“Stamprooierbroek” (Kinrooi) een vrij open boscomplex van ruim 600 ha met daarin 60 ha die voldoet aan de

basiscriteria van het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel (zie Figuur 72).

Ongeveer twee derde van het bos was reeds bos begin 20ste eeuw. Het noordoostelijke deel van het bos is echter volledig recent bos. De PNV is er grotendeels die van het Elzenbroek (PNV 2), naast de natte variant van het typische Eiken-Beukenbos (PNV 69) en het arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos (PNV 79). Er komt vrij veel gemengd loofhout voor (voor de helft oud en ongelijkjarig), naast naaldhout en een beetje eik en populier.

Slechts 10 ha blijkt te voldoen aan de selectiecriteria voor de tweede verfijning van het Niet-permanent

berken-wilgenbroekstruweel. Dit staat op de BWK gekarteerd als So/Vt, waardoor er overlap optreedt met

het Oligotroof elzenbroek (zie hoger). De rest staat op de BWK gekarteerd als complex met Vm en Vn, waardoor er ook hier bijna volledige overlap optreedt met het Mesotroof elzenbroek (zie hoger). Dit

Mesotroof elzenbroek komt ook in de rest van het bos vrij veel voor (in totaal 175 ha volgens de

GIS-analyse).

150

Figuur 72: Kaart van het bosreservaat ”Grootbroek” en het natuurreservaat “Stamprooierbroek” te Kinrooi, met aanduiding van de potentiële A-locaties (ingekleurd volgens bostype: blauw voor het Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel en groen voor het Mesotroof en Oligotroof elzenbroek), met hun eerste en tweede verfijning. Daarnaast zijn ook volgende sites het vermelden waard:

- Zilverstrand te Mol: 10 ha tweede verfijning; volledig ongelijkjarig, ander/gemengd loofhout; recent bos;

PNV 79 (Zfg, nat zand); staat op BWK gekarteerd als So/Sm/Ms/Mk/Pop/Pins, komt dus samen voor met gagelstruweel (Sm), zuur laagveen (Ms) en alkalisch laagveen (Mk); alkalisch laagveen => Eutroof Kalk-elzenbroek in buurt (zie Figuur 61)

- Houthalen aan de Winterbeek: 7 ha tweede verfijning in bos van 40 ha; PNV 2 en stukje PNV 79; recent

bos; grotendeels ongelijkjarig, ander loofhout; op BWK gekarteerd als So/Vn =>overlap met het Mesotroof elzenbroek

- Vogelzangbos te Heusden-Zolder: privé-bos van 415 ha met 15 ha die voldoet aan de basiscriteria; op

de BWK gekarteerd als So, So/Qb en Ao/So => geen overlap met andere bostypes; 9 ha tweede verfijning; PNV 79; recent bos, aansluitend bij Ferrarisbos; grotendeels gemengd loofhout; in bos komt ook nog vrij veel Oligotroof zomereiken-berkenbos voor en Oligotroof en Mesotroof elzenbroek

151