• No results found

3.8 Andere fragmentaire en zeldzame bostypes in Vlaanderen

3.8.6 Berkenbroek Betuletum pubescentis

Zeer soortenarm bostype van hoogveen. De boomlaag bestaat vaak uitsluitend uit Zachte berk, soms aangevuld met Ruwe berk; de struiklaag is zo goed als ontbrekend; de kruidlaag bestaat uit Blauwe en Rode bosbes, Smalle stekelvaren, Zompzegge en relictsoorten uit het hoogveen (veenmossen, Veenpluis, Eenjarig wollegras,…).

Voorkomen : Dit bostype hoort van nature thuis in extreem voedselarme, zure en altijd vochtige omstandigheden, echter niet gevoed via grondwater maar via regenwater; meestal op hoogveen. Dergelijke omstandigheden zijn in Vlaanderen van nature uiterst zeldzaam. Wel is het mogelijk dat dergelijke omstandigheden in antropogene biotopen voorkomen. Concreet wordt gedacht aan verlaten zandwinningen, gevoed door regenwater, die echter niet in contact staan met grondwater.

Minimum Structuur Areaal : 30 ha

Ontwikkelingsduur : 30-100 jaar (KOOP in : AL, 1995)

3.8.6.2 Selectiecriteria

A. Uitsluitende criteria voor de aanmaak van een basiskaart

De BWK-eenheid Vt, venig berkenbos, lijkt het best overeen te stemmen met het gezochte bostype. Uit een verkennende GIS-analyse blijkt echter dat veel van de Vt’s NIET gelegen zijn op (of in de buurt van) hoogveen, wat één van de basiskenmerken is van het Berkenbroek. Ondersteld wordt dat veel oligotrofe broekbossen met een pioniervegetatie van berk, als Vt gekarteerd werden, terwijl het eerder een pionierstadium van het Oligotroof Elzenbroek (zie 3.6.2) betreft.

Daarom werd een andere werkwijze gevolgd, ook gebaseerd op de BWK. Er werd eerst gezocht naar hoogveen-situaties. Deze worden op de BWK weergegeven door T (hoogveen) en, weliswaar in mindere mate, door Ct (venige heide met bosbes). Vervolgens werd een buffer van 200 m rond deze sites gelegd waarbinnen met behulp van de bosreferentielaag alle bos geselecteerd werd. Zo wordt 132 ha geselecteerd. Het is duidelijk dat het hier slechts gaat over POTENTIELE A-locaties van het Berkenbroek!

B. Minimum Structuur Areaal

Het Minimum Structuur Areaal (MSA) van het Berkenbroek is 30 ha (AL et al., 1995). Twee sites blijken hieraan te voldoen, één in het Heuvelsven (Dilsem-Stokkem) en één in de Mechelse heide.

C. Verder differentiërende criteria

Daar het om een zeer zeldzaam bostype gaat, wordt voor de eerste verfijning enkel negatief gedifferentieerd op basis van PNV. Er wordt gezocht naar het bos dat NIET gelegen is op PNV 5 (“Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos of rijke Eiken-Beukenbos”, op leem en klei), PNV 68 (droge variant van PNV 6 “het typische Eiken-Beukenbos”, op lemige zandgronden en zandleemgronden) noch op PNV 78 (droge variant van PNV 7 “het arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos”, op zandige, podzolachtige bodems). Op deze PNV-types kan het Berkenbroek normaliter niet voorkomen. Het gaat om 14 ha van de oorspronkelijk 132 ha.

Pas in tweede instantie wordt de boomsoort bij de selectie betrokken. Amper 2 ha (tweede verfijning) blijkt uit ander loofhout dan beuk, eik of populier, of uit een menging van loofhoutsoorten te bestaan. De rest bestaat voornamelijk uit naaldhoutaanplanten, op hoger gelegen, drogere gronden.

Ter informatie: van deze 2 ha blijkt slechts 1 ha op de BWK gekarteerd te staan als Vt. Het gaat om één fragmentje gelegen in het Lanklaarderbos.

144

D. Samengevat

Selectiecriteria Oppervlakte

Basiskaartlaag - bos volgens de boskartering

- gelegen binnen een straal van 200m rond hoogveen (< BWK: T en Ct)

132 ha

1ste verfijning - NIET gelegen op PNV 5, 68 of 78 14 ha

2de verfijning - Beuk, eik of ander loofhout dan populier 2 ha

3.8.6.3 Voorkomen potentiële A-locaties

Op onderstaande figuur is een overzicht te zien van waar het Berkenbroek potentieel voorkomt. Dit blijkt een heel beperkt gebied te zijn, in de regio van de Mechelse heide en het Lanklaarderbos.

Het merendeel hiervan zijn slechte potentiële sites, een eerste verfijning aan de hand van de PNV reduceert de oppervlakte reeds met ongeveer 90 %.

Figuur 68: Overzichtskaart van de bossites (min. 1 ha groot) die voldoen aan de uitsluitende criteria voor het Berkenbroek

Opmerking:

De hierna volgende opsomming is vrij volledig. Toch wordt ook hier verwezen naar het bijgevoegde ArcView-project “a_locaties_overzicht.apr” (zie cd-rom), waar het mogelijk is om interactief de (potentieel) ecologisch waardevolle bossites te lokaliseren en de voornaamste eigenschappen ervan te bekijken.

De shapefile die al deze bossites bevat, werd “berkenbroek.shp” genoemd.

De enige locatie waar we bos vinden dat over een oppervlakte groter dan 0.5 ha voldoet aan de selectiecriteria voor de eerste verfijning (bos binnen een straal van 200m rond hoogveen, niet op PNV 5, 68 of 78), is het Heuvelsven aan het Lanklaarderbos te Dilsen-Stokkem. Deze site is gelegen binnen een zeer uitgestrekt boscomplex, dat voor een groot deel uit de GIS-analyse naar voren komt als potentieel ecologisch waardevol Wintereiken-berkenbos (zie 3.3.2).

In totaal voldoet 70 ha er aan de basiscriteria voor de selectie van het Berkenbroek. Het grootste deel daarvan heeft echter als PNV de droge variant van het arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos (PNV 78).

145

Vier afzonderlijke bosfragmenten met een oppervlakte tussen de 1 en 5 ha, hebben er als PNV de natte variant van het arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos (PNV 79 – eerste verfijning), wat te zien is op onderstaand kaartje (Figuur 69).

Deze sites waren grotendeels reeds bos aan het begin van de 20ste eeuw. Op PNV 79 (de natte variant) is de boomsoort voor de helft gemengd loofhout (ongelijkjarig), terwijl op de drogere stukken (PNV 78) naaldhout domineert, al dan niet met bijmenging van loofhout.

Op de BWK staan deze sites gekarteerd als Cgb/T/Ces, T en Vt, wat wijst op hoogveen.

Figuur 69: Kaart van het Heuvelsven aan het Lanklaarderbos te Dilsen-Stokkem, met aanduiding van de potentiële A-locaties (ingekleurd volgens bostype: felgroen voor het Berkenbroek), met hun eerste en tweede verfijning.

Een andere locatie waar we hoogveen terugvinden is in het natuurreservaat “Ven onder de Berg” aan de

Mechelse Heide. Het bos er rond is echter gelegen op PNV 78 en bestaat volledig uit dennenaanplant.

Tenslotte blijkt er ook in Spiekelspade aan de Zwarte beek een fragment hoogveen voor te komen, dat echter niet als dusdanig gekarteerd staat op de BWK en bijgevolg niet uit de analyse naar voren komt. Nochtans treedt er in de buurt berkenopslag op over een oppervlakte van een paar honderd vierkante meter, wat kan geïnterpreteerd worden als een Berkenbroek.

Daarnaast bestaat een groot deel van Spiekelspade uit Oligotroof elzenbroek en uit verbossende graslanden met wilg die uit de analyse naar voren komen als Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel. Dit werd hoger reeds in detail besproken (zie p. 111).

147

3.8.7 Niet-permanent berken-wilgenbroekstruweel Frangulo-Salicetum (NOIRFALISE,