• No results found

Niet kerend, niet verdichtend, niet eenvoudig

5.1. CTF

Afgelopen winter heb ik voor ‘t vak ‘project eindwerkstuk’ een onderzoek gedaan naar toepassing van CTF op mijn bedrijf2. De conclusie van dit onderzoek was dat systeem met permanent onbereden teeltbedden op 3,20m spoor het beste zou passen op mijn bedrijf. Ik zal dit kort uitleggen, meer informatie is in voorgenoemd onderzoek te vinden.

Ik wil de grond waarin geteeld wordt niet meer verdichten om zo optimale

omstandigheden in de bodem en dus ook voor de planten te creëren. Dit kan als ik niet over de teeltgrond rijd met trekkers en machines: onbereden teeltbedden. Maar de vraag is dan al snel; is er werkelijk voordeel en kan het ook uit?

5.1.1. Opbrengst

In onderzoeken over de hele wereld worden voor verschillende gewassen

meeropbrengsten bij onbereden grond gemeten ten opzichte van bereden grond.

De meeropbrengst is vaak toe te schrijven aan een betere doorworteling en

daardoor een hogere kwaliteit en kwantiteit van het product, in sommige gevallen is het gewas ook homogener en dus beter te vermarkten.

Over het algemeen kun je zeggen dat gewassen die slecht wortelen dankbaar zijn voor onbereden grond. Dit zijn bijvoorbeeld ui (10%+) aardappelen (10%+) en

spinazie (40%+). In kool werd ook een meeropbrengst gerealiseerd omdat het gewas homogener gegroeid was en er dus meer kooltjes in de maat waren.

Er kan ook bespaard worden op mest, in proeven bleef mij 65% minder mest de opbrengst ongeveer gelijk 3, en er worden meer broeikasgassen vastgelegd in de bodem en er is ook minder emissie van nutriënten.

5.1.2. Bewerkingen

Naast een meeropbrengst kan er ook nog een beetje geld verdiend worden doordat er gemiddeld 25% minder brandstof nodig is wanneer je onbereden grond bewerkt.

Ook kun meerdere bewerkingen combineren en zo besparen op tractoruren.

Daarnaast verhoog je het aantal werkbare dagen omdat verdichting en versmering van de rijpaden hoewel natuurlijk ongewenst toch niet perse schadelijk voor de gewassen is. Daarbij komt dat je langer door de gewassen kun rijden zonder schade aan te richten. Zo kun je met een paar kleine aanpassingen bijvoorbeeld bijna tot de oogst schoffelen tegen sclerotinia in witlof of onkruid in uien.

2 Zie ‘CTF? Onderzoek naar toepassing vaste rijpaden’ - KJ Stiksma 2014

3 Zie ‘Bemesting kan omlaag bij rijpaden’ - LBI - Marleen Zane

6. Kosten

Over het algemeen kun je zeggen dat de kosten voor het verbreden van machines ongeveer 10% zijn van de aanschafwaarde. Natuurlijk verschilt dit per machine, een ruggenfrees is snel zelf om te bouwen maar een as van 3,2m met wielbesturing onder een mesttank plakken is iets meer werk. Voor loonwerktarieven gaat men echter uit van een meerprijs van 10%.4

Omdat we er vanuit gaan dat het nog wel zal duren voordat er voldoende

loonwerkers zijn die ook op breedspoor rijden moeten we veel mechanisatie zelf aanschaffen. Om de kosten per hectare of per ton of wat dan ook een beetje te drukken gaan mijn buurman en ik beide investeren in een werktuig-coöperatie. Hier brengen we alle gedeelde mechanisatie onder. We betalen dan naar gebruik.

6.1.1. Ploegen

Volgens mij behaal je de grootste voordelen uit een CTF systeem als je het consequent toepast, maar dat is niet altijd mogelijk. Zo kun je wel ploegen vanaf rijpaden, op de Oostwaardhoeve deden ze dat, maar die ploeg is niet meer leverbaar en dus ga ik er even vanuit dat je niet vanaf rijpaden kunt ploegen.

Ook voor de oogst van peen vanaf rijpaden zijn op ‘t moment van schrijven nog geen geschikte machines. Dit is ook een erg moeilijke gewas, veel tonnen van een hectare, een breekbaar product dat direct in een kist moet en een oogst onder natte omstandigheden.

6.2. NKG

Ik wil de bodem zo min mogelijk verstoren, dat is gunstig voor bodemleven, koolstof, planten en dus ook voor mij. Het verstoren van de gelaagdheid, ploegen of spitten, is volgens mij een van de kwalijkste bewerkingen en deze gaat ik dan ook zo min mogelijk toepassen. Dat noemen ze dan NKG.

6.3. Grondbewerking 6.3.1. Ploegen

Ik ga dus zo min mogelijk ploegen. Dit houdt in de praktijk in dat ik een keer in de 14 jaar ga ploegen, voorafgaand aan de zaaiuien. Ik ploeg dan wel, om twee redenen.

Ten eerste kan ik met ploegen de gras-klaver zode goed onderwerken en weet ik vrij zeker dat ik er in de uien geen last meer van heb.

Ik ploeg al in het najaar, of de vroege winter vanwege reden nummer twee; ik ga de uien op ruggen telen en wil dat die redelijk vroeg in het voorjaar frezen. De grond heeft dan voldoende tijd gehad om fatsoenlijk te verweren en ik kan wanneer ik dat wil frezen.

Zou ik niet ploegen dan moet in het voorjaar eerst de gras-klaver nog dood gemaakt worden en kan er pas daarna met de rugopbouw begonnen worden. De gras-klaver krijgt dan ook weer de kans om weer opnieuw aan de gang te gaan, precies op de plek waar ik dat niet wil.

Ik ga dus een keer in de 14 jaar ploegen, met de ecoploeg van m’n buurman.

Hiermee kan ik bovenover rijden waarmee ik hoop bodemverdichting te voorkomen. De ploeg kan ondiep ploegen, tot wel 15cm, en zo probeer ik de

‘schade’ beperkt te houden.

4 Zie ‘Economische verkenning rijpaden-systemen’ - PPO-AGV 2011

6.3.2. Hoofdgrondbewerkingen

Eigenlijk moeten wortels en wormen de hoofdgrondbewerking gaan verzorgen.

Pendelaars moeten verbindingen met de ondergrond maken en penwortels van bijvoorbeeld rode klaver moeten de grond een beetje openbreken, vooral met behulp van de wormgangen.

Maar als ik de boel verpest door verdichting, bijvoorbeeld tijdens de peenoogst, dan moet ik dat weer een beetje goed maken. Dit ga ik doen met een paragrubber. Nu denken sommige mensen dat die machine tot de frame-koker in de grond moet, maar dat is dus net niet wat ik wil doen, want dat leidt alleen maar tot meer verdichting.

Ik wil met de machine zo ondiep mogelijk werken om de bouwvoor een beetje op te tillen en te breken om weer lucht in de grond te krijgen. Hoe diep dit precies zal zijn hangt af van de omstandigheden, maar ‘t zal ongeveer tussen de 30-50 cm zijn.

Het woelen, om het zo maar te noemen, combineer ik altijd met het inzaaien van een groenbemester of vanggewas. Dan voorkom je interne slemp in de kanalen die je getrokken hebt.

Mocht er om wat voor reden dan ook toch ergens dieper een storend laag ontstaan dan kan ik deze ook aanpakken met de paragrubber, maar dan wel als ‘t droog is en weer in combinatie met de inzaai van groenbemesters.

6.3.3. Zaaibedbereiding

Voor het maken van losse grond ten behoeve van rugopbouw of een plantbed maak ik gebruik van een Steketee DuoFlex. Dit is een triltantcultivator die je voorin de trekker kan hangen zodat in een werkgang ook een rijenfrees op kopeg

meegenomen kan worden.

Voor ondiepe zaaibedbereiding, bijvoorbeeld ten behoeve van grasklaver, maak ik gebruik van de front-schijveneg en achter een sneleg of kopeg.

Bij het poten van de aardappels gebruik ik een multivator om een mooi fijn pootbed te maken. Incidenteel zal ik de multivator ook gebruiken bij het inzaaien van gras-klaver. De machine kan namelijk heel mooi ondiep afgesteld worden. Ook voor het maken van een plantbed voor de plantuien ga ik deze machine gebruiken.

Ik heb tijdens LONK namelijk ervaren dat een multivator veel minder versmering geeft als een kopeg. Omdat de uien nogal vroeg geplant worden is er veel kans op versmering dus gebruik ik liever geen kopeg.

Voor het zaaien van groenbemesters gebruiken we een vleugelschaar-cultivator met opgebouwde zaaimachine.

6.3.4. Rugopbouw

De zaaiuien ga ik op ruggen van 75cm telen. Dit om meer te kunnen schoffelen en droger te rooien. De ruggen ga ik in het voorjaar frezen met een rijenfrees zonder volleveldsset, net zoals je bij aardappels zou doen.

Dit trucje neem ik over van Joost van Strien, hij past deze methode ook toe voor sjalotten. Door in het midden van de rug niet te frezen verstoor je de grond minder waardoor de capilaire werking niet verstoord word en de rug eerder aansluiting gevonden heeft met de ondergrond.

De rijenfrees gebruik ik verder ook ook voor de aardappels en peen. In totaal frees ik ieder jaar 24 hectare dus 29% van m’n bedrijf.

6.4. Gras Dood Maken

Een van de moeilijkheden bij een ploegloos systeem is het dood maken en dood houden van gras-klaver. Natuurlijk zou ik de ecoploeg van m’n buurman kunnen lenen en de hele grasmat op de kop onder de grond stoppen, maar dat is nu net wat ik wil voorkomen.

Het is lastig om met een vleugelschaarcultivator met brede beitels een grasmat mooi kort af te snijden en goed te mengen en dood te krijgen.

Ik heb daarom iets anders bedacht. In een eerste werkgang ga ik met een klepelmaaier voorin het gras kort maaien om het vervolgens met een volleveldsschoffel met voorloopschijven bij de wortel af te snijden. Is de grond te hard voor de schoffel dan zal ik een messenfrees moeten gebruiken.

Nadat de grond een beetje opgedroogd is kom ik een tweede keer langs met voorin een schijveneg, bijvoorbeeld de front terra disc

hiernaast van Kongskilde, en achterin een kopeg met indien nodig een paragrubber ertussen. Het idee achter deze combinatie is dat ik drogend weer kan gebruiken om graswortel en grond te scheiden en zo het gras uit laat drogen.

De schijveneg voorop trekt eventueel

vastgegroeide pollen weer los en mengt het

geheel. De paragrubber kan indien gewenst gebruikt worden om een storende laag, die er natuurlijk eigenlijk niet in gras hoor te zijn, op te heffen of om een beetje valse grond naar boven te halen ter voorkoming van slemp. Daarna komt de kopeg die wortelkluiten kapot kan slaan. Belangrijk is dat er geen spijlenrol aan de kopeg gemonteerd is, die zou het gras weer netjes in de grond drukken. Een rol met platen onder een hoek is ideaal omdat deze de grond iets omhoog gooit waardoor het lichte materiaal bovenop komt te liggen. Als de omstandigheden ideaal zijn heb ik twee werkgangen m’n grasklaver morsdood. Hoe slechter de omstandigheden hoe vaker ik de bewerking moet herhalen.

6.5. Poten Planten En Zaaien 6.5.1. Poten

Alle aardappels poten we met een structural snarenbedpoter. Grote voordeel van deze machine dat we ‘m niet om hoeven te bouwen als we verschillende maten pootgoed willen poten. De machine is voorzien van SBG werktuigbesturing om de aardappels mooi in ‘t midden van de rug te krijgen.

6.5.2. Planten

Het planten gaan we zelf doen met een Ferrari plantmachine. Mijn buurman heeft dat ding iedere twee weken nodig en tussen door kan ik ‘m gebruiken voor de kool.

6.5.3. Zaaien

Voor het zaaien van gras-klaver heb ik een speciale dubbele Fiona nokkenrad-zaaimachine. Dit is vooral handig bij het zaaien van gemengde groenbemesters, zoals haver-klaver. De haver mag in dat geval iets dieper gezaaid worden als de klavers. Dat kan met deze machine.

Verder kunnen we zaaien op rijafstand 25 met een 6 meter brede pneumaat en twee zaaimachines achterop de schijfeg en de smaragd.

Compostzaaien

Ik zaai alle fijnzadige gewassen onder compost.

Dat kost me €250 per hectare maar het levert besparingen op in wieduren en geeft een betere start aan de gewassen. Ook slemp is geen probleem meer.

Natuurlijk zijn er ook nadelen; zo schiet het zaaien zelf voor geen meter op, als de machine

geen storing heeft en de compostaanvoer is in orde dan kun je wel 5 hectare op ‘n dag zaaien. Dan moet de kwaliteit van de compost perfect zijn, is dat niet het geval veel grove delen bijvoorbeeld, dan loopt de machine vaak vast en wordt het zaad niet goed afgedekt.

Omdat er tijdens het zaaien iemand compost moet aanvoeren en er eigenlijk ook iemand achterop de zaaimachine moet zitten ben je voor optimaal gebruik drie man personeel nodig.

6.6. Verzorging 6.6.1. Schoffelen

De belangrijkste schoffelmachine, en ook de enige nieuwe, die ik gebruik is de HAK rugschoffel. Met deze machine kan ik de rug schoffelen, afschijven en aanaarden, in dezelfde werkgang. De machine heeft veel te veel instelmogelijkheden, je bent vaak een hele ochtend aan het afstellen, maar als dat eenmaal gebeurd is kun je er prachtig mee schoffelen.

Voor gebruik in de uien en peen installeer ik schijfjes die de hoeken van de rug afhalen, vervolgens gooien de aanaardkappen dan weer nieuwe grond bovenop de rug en is alles weer als nieuw. Dit kan natuurlijk alleen in combinatie met

loofbeschermers. In de aardappels gebruik ik alleen de aanaardkappen.

Alle verschillende opties maken deze machine erg duur, maar als ik 1cm strakker kan schoffelen scheelt me dat per hectare 133 m2 om te wieden, op een totaal oppervlak van rond de 600 m2. is dat ruim 20% minder. Die 1cm zorgt dan, als er tenminste overal even veel onkruid staat, voor een verlaging van wiedkosten met ruim € 300, per hectare.

Deze machine is een van de belangrijkste machines op m’n bedrijf omdat ik er ruim 24 hectare, dus bijna 30% van het bedrijf, onkruidvrij houdt.

6.6.2. Branden

In principe hoef ik uien en peen niet te branden, vanwege de het compostzaaien. Ik heb daarom geen rijenbrander maar alleen een volleveldsbrander. Deze is vooral bedoeld voor de aardappels maar kan bij nood natuurlijk ook in de uien en peen ingezet worden.

De brander, van de Vlaamse smid Van Houcke, is 9 meter breed en heeft ventilators die de warmte goed door de branderkast naar achter en tegen de grond drukken en daarnaast nog zorgen voor voldoende zuurstof voor een volledige verbranding van ‘t gas. De machine is misschien een klein beetje aan de brede kant, maar ‘t schiet wel lekker op zo.

6.6.3. Bemesten

Ik bemest zowel met koepost als met drijfmest. Beide meststoffen kan ik vanaf de rijpaden toedienen. Voor drijfmest gebruiken we een Veenhuis mesttank met wormpomp en een drievoudige ketsplaat. Niet om zo breed mogelijk te bemesten maar om de ‘airtime’ van de mest, en dus het verwaaien te beperken. Ik ga er overigens vanuit dat we over 5 jaar wel weer bovengronds uit mogen rijden.

Voor het uitrijden van vaste mest hebben we een Strautmann mestverspreider met horizontale strooitafel.

6.6.4. Wiedeggen

Voor het fijne eg-werk hebben we een 6 m Treffler wiedeg. Hiermee ga ik zelfs in de uien wiedeggen. Door vorm van de tanden en de manier waarop ze gespannen worden blijft de veerdruk op de tand namelijk altijd gelijk, ook in ruggenteelt. Met speciale ‘zachte’ veren kan vervolgens heel voorzichtig in de uien ge-egd worden.

Voor het minder subtiele werk, voornamelijk in aardappels en graan, gebruik ik een Regentwiedeg die 12 meter breed is en iets minder mooi instelbaar. Maar ‘t schiet wel lekker op. Een hectare in drie gangen!

6.7. Oogst

6.7.1. Hooibouw

Maaien ga ik ook vanaf de rijpaden doen. Met een front-schijvenmaaier van 3,20 m en een getrokken schijvenmaaier ook van 3,20 m kan je twee bedden in een

werkgang maaien. De maaiers zijn beide voorzien van rollenkneuzers. Deze

kneuzers zijn vriendelijker voor het klaverblad dan vingers. Een maaier met dubbele messenbalk is natuurlijk nog vriendelijker voor gras en stoppel, maar deze zijn helaas (nog) niet in de gewenste werkbreedtes beschikbaar.

Met de brede maaikneuzers en de brede trekkers kan ik het gemaaide gras direct breed neerleggen. Dit brede neerleggen direct na het maaien verkort het

droogproces.5 Het scheelt ook in arbeid en bladverlies, na het maaien hoeft er niet direct geschud te worden. De vermogensbehoefte van deze maaiers is wel wat hoger, ik moet met een 415 (110 kW) gaan maaien.

Als ik toch moet schudden wil ik wel graag met een brede schudder werken. Als ik voldoende capaciteit heb kan ik op het perfecte moment werken, bijvoorbeeld in de dauw.

Dan moet ik ‘t gras nog op een ril harken. Mijn opraapwagen kan 30 m3 gras meenemen. Uitgaande van een maaisnede van ongeveer 3 ton DS en percelen van 280 meter moet ik dan drie bedden bij elkaar harken om in een rondje de

opraapwagen (bijna) vol te krijgen. Vandaar dat ik een vrij grote zwadhark nodig heb, een model dat twee bedden opraapt was wat capaciteit betreft ook prima geweest maar dan moeten er 3 gangen geladen worden en dus onnodig over en weer gereden worden.

De hooibouwmachines zijn geen onderdeel van de werktuigencoöperatie omdat ik de enige gebruiker ben.

6.7.2. Maaidorsen

Gaan we ook zelf doen. Omdat we alle stro laten persen hebben we geen dure combine met diesel-slurpende strohakselaar nodig. Ons maaibord is maar 3 meter breed en dus is de capaciteit niet erg hoog. Een breder maaibord, van 6 meter dus, is echter te veel van het goede voor ons combine’tje.

5 Drying Forage for Hay and Haylage - University of Wisconsin

Een voordeel van een klein maaibord is dat het stro eerder droog is, het drogend oppervlak is immers twee keer zo groot als bij een breed maaibord.

6.7.3. Twee-fasen Rooien

De uien en aardappels gaan we in twee fasen rooien met een Grimme voorraad-rooier en een Grimme bunkervoorraad-rooier. Met dit systeem kunnen we aardappels, uien en rode bieten vanaf de vaste rijpaden oogsten.

Rooien

De voorraadrooier kan in een gang 4 ruggen rooien. Dat schiet dus lekker op, je kunt tot wel 8 ha op een dag rooien. Omdat er per bed maar één zwad ligt hoef je met de zware

bunkerrooier ook maar twee keer over een rijpad. Daarnaast kun je met de afvoerbandjes spelen zodat je een soort bunkertje achterop de rooier krijgt, hiermee kun je het zwad iets verder van de kopakker leggen en hoef je met opladen niet vaak te steken.

Doordat de uien of aardappels in een zwad

komen te liggen kunnen ze goed op ‘t land drogen. Dit scheelt weer droogtijd in de schuur en dus geld.

De uien kunnen afhankelijk van het weer wel een paar dagen op zwad liggen maar de aardappels moeten, wederom afhankelijk van het weer, na een half tot anderhalf uur wel opgeladen worden. Laat je de aardappels te droog worden dan gaat er te weinig grond mee de kist in en heb je kans dat eventuele kluiten opdrogen en beschadigingen veroorzaken in de bunker, de kieper, de stortbak en ook nog ‘s in de kist. Niet te lang laten liggen dus.

De rooier van Grimme heeft in tegenstelling tot de rooiers van Samon en Amac, de wielen achter de rooier. Het is dus zeer eenvoudig om deze machine op 3,2m spoor te zetten.

Opladen

Opladen van de aardappels en uien doen we met een Grimme bunkerrooier, met

Opladen van de aardappels en uien doen we met een Grimme bunkerrooier, met