• No results found

4.2 Energiesysteem

4.2.3 Netto energiewaarden

In deze paragraaf wordt in een aantal subparagrafen achtereenvolgens aandacht besteed aan de berekening van de netto energiewaarde voor vleesvarkens (NEv = Netto energie voor vetaanzet), de NEv-waarde van bietenpulp-producten, de rekenregels voor het berekenen van VRE, VRVET en VNSP per voedermiddel en de energiewaarde EW.

4.2.3.1 Nieuwe formule netto energiewaarde voor vetaanzet (NEv

2015

)

Met ingang van deze editie van de CVB Veevoedertabel wordt de netto energiewaarde van voe- dermiddelen berekend met een nieuw formule. Deze formule is afgeleid van een dataset die J. Noblet van INRA (Frankrijk) aan CVB ter beschikking heeft gesteld. Voor de afleiding van deze formule en andere aspecten rond deze nieuwe formule wordt verwezen naar de CVB Documen- tatierapporten nr. 56 en 57 (2015). De nieuwe NE2015 formule luidt als volgt:

[F.V09] NEv2015 (kJ/kg DS)=

11,70 x VRE + 35,74 x VRVETh + 14,14 x (ZETam + GOS + 0,90*SUIe) + 9,74 x FKH + 10,61 x AZZ + 14,62 x PRZ + 19,52 x BZ + 20,75 x ALC + 12,02 x MZ + 13,83 x GLY- CEROL

Waarin:

FKH = VNSP + CF_Di x SUIf + ZETam-f

De parameters uit formule [F.V09] worden toegelicht in Tabel 4.1. Tabel 4.1. Toelichting op parameters in Formule [F.V09]

Parameter Verklaring Berekeningswijze per grondstof

VRE Verteerbaar ruw eiwit Wordt aan de hand van het geanalyseerde RE gehalte berekend met behulp van pro- ductspecifieke rekenregels of de op het pro- ductblad vermelde verteringscoëfficiënt / 100 VRVETh Verteerbaar ruw vet In het geactualiseerde NEv systeem wordt

standaard met (V)RVET na zure hydrolyse gewerkt.

VRVETh wordt aan de hand van het geana- lyseerde VRVETh gehalte berekend met be- hulp van productspecifieke rekenregels of de op het productblad vermelde verteringscoëffi- ciënt / 100

ZETam-e Enzymatisch verteerbaar zetmeel Alleen voor aardappelproducten met – gedeeltelijk- natief zetmeel wordt een enzy- matische (ileale) verteerbaarheid van <100% aangehouden (zie ook par. 4.2.3.4)

ZETam-f Fermentatief afbreekbaar zetmeel ZETam-f = ZETam – ZETam-e

SUIe Enzymatisch verteerbaar suiker Het enzymatische verteerbaar SUI gehalte, SUIe, wordt berekend met de formule: SUI-e = SUI * VCe-SUI/100. VCe-SUI wordt niet in de tabel vermeld, maar is te berekenen: VCe- SUI = SUIe/SUI*100 (zie ook par. 4.2.3.6) SUIf Fermentatief afbreekbaar suiker SUIf = SUI – SUIe

CF_DI Correctiefactor om suiker, uitge- drukt in glucose-equivalenten, om te rekenen naar de suikermassa zoals in het product aanwezig

De te gebruiken waarde staat op het pro- ductblad

FKH De som van de fermentatief af- breekbare koolhydraten

FKH = VNSPh + CF_DI x SUIf + ZETam-f

Parameter Verklaring Berekeningswijze per grondstof

GOS Glucose-oligosacchariden Het gehalte is terug te rekenen door van het op een productblad vermelde ZET-tot gehalte het ZETam gehalte af te trekken

AZZ Azijnzuur Alleen analyseren als verwacht wordt dat er een substantiële hoeveelheid aanwezig is, bijv. bij bepaalde vochtrijke voedermiddelen

MZ Melkzuur

PRZ Propionzuur

BZ Boterzuur

ALC Alcohol (Ethanol) GLYCEROL Glycerol (Glycerine)

VNSPh Verteerbare niet-zetmeel poly- sacchariden

Het gehalte wordt berekend aan de hand van het berekende NSP gehalte met behulp van productspecifieke rekenregels of de op het productblad vermelde verteringscoëfficiënt / 100

4.2.3.2 Verklaring bijdrage glucose-oligosacchariden, vluchtige vetzuren en

alcohol aan NEv.

Onderstaand wordt een verklaring gegeven voor de parameters GOS, AZZ, MZ, PRZ, BZ, ALC en GLYCEROL in formule [F.V09].

GOS zijn ‘brokstukken’ tot maximaal ca. 10 glucose-eenheden die ontstaan bij een onvolledige enzymatische zetmeelafbraak. De netto energiewaarde ervan is gelijk aan die van zetmeel. Bij drogen van een voedermiddel treedt geen vervluchtiging op.

Voor de vermelde organische zuren en alcohol is de netto energiewaarde afgeleid door het ATP leverend vermogen ervan te vergelijken met dat van zetmeel en de verhouding tussen beide te relateren aan de NEv-waarde van zetmeel (zie Tabel 4.2).

Tabel 4.2. Netto energiewaarde en veronderstelde vervluchtiging tijdens het drogen van een aantal componenten genoemd in Formule [F.V09].

Component Omschrijving Werkelijke bijdrage

NEv (MJ/kg) Vervluchtiging bij drogen monster GOS Glucose-oligosacchariden 14,14 0 % AZZ Azijnzuur 10,61 50 % MZ Melkzuur 12,02 8 % PRZ Propionzuur 14,62 50 % BZ Boterzuur 19,52 50 %

ALC Alcohol (Ethanol) 20,75 100 %

GLYCEROL Glycerol (Glycerine) 13,83 0 %

De gehalten aan genoemde organische zuren en alcohol, zoals vermeld op de productbladen (zie ook paragraaf 10.2) worden bepaald in het niet-gedroogde (‘verse’) product en vervolgens inge- rekend in de hoeveelheid droge stof die resteert na droging van het monster. De genoemde ver- vluchtigingpercentages gelden voor oven gedroogde monsters en zijn ingeschat m.b.v. literatuur- gegevens en kunnen in werkelijkheid afwijken van de hier vermelde waarden vanwege de invloed van factoren als pH, methode van droging, matrix van het product en concentratie. Het ontbreekt echter aan voldoende onderzoeksgegevens om de mate van vervluchtiging exact te kunnen in-

schatten. Deze vluchtige componenten zijn slechts voor een beperkt aantal (vochtrijke) voeder- middelen van belang.

4.2.3.3 Mengvoedergrondstoffen bevatten meestal geen vluchtige componen-

ten

Voor de berekening van de NEv volgens [F.V09] moet gewerkt worden met de gehalten in de droge stof. In de meeste droge mengvoedergrondstoffen komen (vrijwel) geen vluchtige bestand- delen voor en behoeft dus geen rekening te worden gehouden met de termen AZZ, PRZ, BZ, MZ, ALC en GLYCEROL. Ook GOS komt in deze producten niet in substantiële hoeveelheden voor. In dat geval kan formule F.V09 worden vereenvoudigd:

[F.V10] NEv2015 (kJ/kg product of g/kg DS)=

11,70 x VRE + 35,74 x VRVETh + 14,14 x (ZETam-e + 0,90 x SUIe) + 9,74 x FKH Deze formule geeft de NEv in kJ, en kan zowel worden toegepast voor de berekening van de NEv op productbasis als in de droge stof (uiteraard wanneer de nutriëntgehalten in overeenkom- stig eenheden worden ingevuld).

4.2.3.4 Natief zetmeel bij aardappelproducten

De energetische coëfficiënt voor zetmeel in NEv-formule (14,14 MJ/kg) is gebaseerd op de veronder- stelling dat alle zetmeel aan het einde van de dunne darm (enzymatisch) is afgebroken.

Eén van de weinige soorten zetmeel waarvoor dit uitgangspunt beslist onjuist is, is natief of rauw aardappelzetmeel. Bij aardappelproducten is (een deel van) het zetmeel vaak aanwezig als zo- genaamd "natief" zetmeel. Varkens zijn niet in staat natief aardappelzetmeel enzymatisch te ver- teren, waardoor het (voornamelijk in de dikke darm) gefermenteerd wordt. Bij producten waar hiervan sprake is, wordt voor de NEv-schatting het zetmeelgehalte met een bepaalde factor (VCiZET) gecorrigeerd. Hierop wordt in het overzicht van ‘Aandachtspunten’ aan het einde van paragraaf 10.1 (droge voedermiddelen) en 10.2 (vochtrijke diervoeders) gewezen.

Afhankelijk van de bewerking, die een aardappelproduct heeft ondergaan, m.n. een eventuele temperatuurbehandeling, is het zetmeel meer of minder ontsloten en daarmee meer of minder ileaal afbreekbaar. In de Veevoedertabel zijn de aardappelproducten in drie categorieën inge- deeld:

1. Producten waarvan het zetmeel volledig ontsloten is en voor 100 % in de dunne darm (en- zymatisch) wordt afgebroken: VCiZET = 100. Een VCiZET van 100 betekent dat het zet- meel volledig ileaal wordt afgebroken en wordt ingerekend met een energetische coëfficiënt van 13,7 MJ/kg.

2. Producten waarvan de helft van het zetmeel (enzymatisch) in de dunne darm wordt afge- broken en de andere helft in de dikke darm wordt gefermenteerd: VCiZET = 50. Dit bete- kent dat de helft van het zetmeel wordt ingerekend met de coëfficiënt voor zetmeel (13,7 MJ/kg). De andere helft wordt bij de fermentatief afbreekbare restfractie (FKH) gerekend; dit deel wordt dus ingerekend met de energetische coëfficiënt 9,6 MJ/kg.

3. Producten waarvan (vrijwel) al het zetmeel als natief zetmeel aanwezig is en uitsluitend in de dikke darm fermentatief wordt afgebroken: VCiZET = 0. De energetische coëfficiënt is 9,6 MJ/kg.

4.2.3.5 Correctiefactor voor suiker (CF_DI)

Het suikergehalte wordt in alle CVB tabellen (dus ook deze) uitgedrukt in glucose-equivalenten. Het gehalte aan ruw totaal suiker (SUI) wordt bepaald volgens de Luff-Schoorl methode. Hierbij wordt het gehalte aan reducerende suikers, oplosbaar in 40% ethanol, bepaald na hydrolyse met een zwak zuur. Bij hydrolyse van meervoudige suikers tot monosacchariden worden watermole- culen gebonden, waardoor de massa toeneemt. Voor voedermiddelen waarin suiker niet uitslui- tend voorkomt als monosacchariden leidt dit tot een overschatting van de massa aan SUI zoals aanwezig in het voedermiddel. Om dit probleem op te lossen is de factor CF_DI ingevoerd. CF_DI is een correctiefactor om het gehalte aan ruw totaal suiker, uitgedrukt in glucose- equivalenten, om te rekenen naar de massa aan suiker zoals in het voedermiddel aanwezig. CF_DI heeft per voedermiddel een vaste waarde van minimaal 0,94 en maximaal 1,00. De waar-

de, die voor een voedermiddel aan CF_DI is toegekend, is gebaseerd op de verdeling van ruw totaal suiker, zoals geanalyseerd met HPLC, in monosacchariden, disacchariden trisacchariden en oligosacchariden in het betreffende product. CF_DI wordt gebruikt voor het corrigeren van SUI in de formules voor het berekenen van NSP [F.V03], [F.V05], [F.V07[ en [F.V08] en VNSP [F.V04] en [F.V06] in de verteringsproeven en voor het corrigeren van SUIf in de NEv-formule [F.V09] en [F.V10].

4.2.3.6 Verteerbaarheid suikers

Bij SUIe gaat het om de som van glucose en de door spijsverteringsenzymen van het varken te verteren suikers (sacharose, lactose, maltose). In vergelijkende analyses werd voor een aantal voedermiddelen vastgesteld dat het gehalte aan reducerende suikers, bepaald volgens Luff- Schoorl, in een aantal gevallen afwijkt van de som van de gehalten aan glucose en sacharose (en maltose). Bij voedermiddelen waar beide gehalten van elkaar verschillen, wordt het gehalte aan reducerende suikers, bepaald volgens Luff-Schoorl, gecorrigeerd met de in de tabel vermel- de factor SUIe/SUI. In gevallen waar er geen verschil is tussen de beide gehalten wordt voor SUIe/SUI de waarde 1,0 aangehouden.

Voor lactose-houdende producten wordt voor SUIe/SUI ook de waarde 1,0 ingevuld. Vleesvar- kens (25 kg en meer) produceren geen lactase wanneer het rantsoen geen lactose bevat. Als men vervolgens lactose verstrekt, wordt de synthese van lactase echter weer geïnduceerd. De adaptatie aan dergelijke rantsoenen duurt ca. 7 dagen. De factor 1,0 geldt daarom alleen wan- neer regelmatig lactose-houdende rantsoenen worden verstrekt.

4.2.3.7 Gebruik van de NEv formule voor vochtrijke diervoeders

In een aantal vochtrijke diervoeders komen glucose-oligosachariden (GOS) voor. Op de product- bladen wordt de som van ZETam en GOS weergegeven als ZETtot. Deze gecombineerde ver- melding geldt voor de producten aardappelstoomschillen (voor partijen zonder toevoeging van nevenstromen met rauw aardappelzetmeel), ontsloten aardappelzetmeel en tarwezetmeel. In al deze gevallen geldt dat VCiZET = 100. Onder deze condities kan de NEv formule als volgt wor- den geschreven:

[F.V11] NEv2015 (kJ/kg DS) =

11,70 x VRE + 35,74 x VRVET + 14,14 x (ZETtot + 0,90 x SUIe) + 9,74 x FKH + 10,61 x AZZ + 14,62 x PRZ + 19,52 x BZ + 20,75 x ALC + 12,02 x MZ + 13,83 x GLYCEROL

4.2.3.8 NEv2015-formule berust op de uitkomsten van respiratieproeven met groeien- de vleesvarkens

De tot nu toe gebruikte NEv-formule is, net als de vroegere NEv formule van Schiemann et al., 1971 (waarin de koolhydraatfractie werd opgesplitst in verteerbare RC en verteerbare OK), geba- seerd op de uitkomsten van respiratieproeven met zwaardere vleesvarkens, die voornamelijk vet aanzetten (Schiemann et al, 1971). Deze NEv formules gaven voor de huidige vleesvarkens in het algemeen enige overschatting van de werkelijk aangezette energie (Van der Honing et al, 1984). De NEv2015 formule is gebaseerd op respiratieproeven uitgevoerd door J. Noblet van INRA

(Frankrijk) met groeiende varkens (zie CVB Documentatierapport nr. 56, 2015).