• No results found

Narratieve analyse

In document “Misdaad is niet van papier” (pagina 69-79)

4. Methode

4.1 Narratieve analyse

Zoals aan het einde van hoofdstuk één werd geconstateerd, is literaire journalistiek een vorm die technieken toepast die normaal gesproken worden geassocieerd met fictie.312 Om die technieken op te sporen, zijn methoden uit de literatuurwetenschap dus vereist. Schrijfcoach Roy Peter Clark schakelt de belangrijkste w-vragen om naar een zestal ‘narratieve componenten’:

“To create vicarious experiences for readers or viewers, writers transform the famous five W’s and the H. “Who” becomes character. “What” becomes plot. “Where” becomes setting. “When” becomes chronology. “Why” becomes motive. And “How” becomes narrative.”313

DE bedoeling is om in dit onderzoek met behulp van close reading-strategiën de rechtbankverslagen te bekijken en te bepalen hoe verhalende teksten op blogs zich verhouden tot 'gewone nieuwsberichten' zoals die in de gedrukte krant verschijnen. Deze nauwkeurige lezing wil ik verbinden aan het concept dat in de paragraaf over literaire journalistiek naar voren is gebracht: dat literair journalisten fictionele technieken gebruiken om de gebruikelijke werkelijkheidsweergave uit te dagen en daarmee een vorm van sociale kritiek te leveren.314 Deze benadering gaat ervan uit dat de werkelijkheid een sociale constructie is en dat de schrijver in zijn tekst met die constructie speelt om de lezer een idee te geven de manier waarop het gebouwd is, en hoe dat bouwsel zijn lezer de wereld op een bepaalde manier laat zien. De 'literaire' vorm bestaat dus bij de gratie van zijn 'conventionele' tegenhanger en daagt die actief uit. Vandaar dat ik een vergelijking tussen de twee wil trekken en me niet wil beperken tot één formele bespreking.

Voor de opbouw van het onderzoek was Johnston en Breits Towards a narratology of court

reporting een inspiratiebron. Hun werk biedt een geschikt opstapje naar de narratieve analyse van

rechtbankverslagen. Zij hebben een uitgebreid, gelaagd model opgesteld waarmee de manier van vertellen binnen rechtbankverslagen op verschillende niveau's in kaart kan worden gebracht.315 De bedoeling daarvan is om de manier waarop verhalen verteld worden binnen de rechtbank te vergelijken met de manier waarop rechtbankverslaggevers die verhalen vertellen naar de buitenwereld toe. Ook het vergelijken van verschillende soorten van rechtbankverslaggeving kan licht werpen op de manier waarop de media rechtbanktaal omzetten naar mediataal – en de manieren waarop de daarin tekort kunnen schieten. Johnston en Breit willen een holistische benadering van de rechtbankverslaggeving geven, en onderzoeken daarom zowel de teksten zelf als de context waarin die geproduceerd worden, en de interpretatie van de teksten door verschillende publieksgroepen.

Deze scriptie beperkt zich tot onderzoek op tekstniveau. Informatie over de professionele context

312 Zie paragraaf 2.5 Zie ook Hartsock, die literaire journalistiek als volgt definieert: “a body of writing that, to provide a working definition, reads like a novel or short story except that it is true or makes a truth claim to phenomenal experience.” (p. 10-11) De vorm wordt literair genoemd vanwege het lenen van technieken uit romankunst en is, net als literatuur, voor meerdere interpretaties vatbaar (11-12)

313 Roy Peter Clark, “The False Dichotomy and Narrative Journalism,” Nieman Reports 54, no. 3 (2010): 11.

314 Zie paragraaf 2.5.

315 Jane Johnston and Rhonda Breit, “Towards a Narratology of Court Reporting,” Media International Australia November 2, no. 137 (2010), 50 en 55

waarin de rechtbankinterviews tot stand komen is wel ingewonnen door middel van interviews, maar niet op wetenschappelijke wijze uitputtend onderzocht. Deze informatie is verwerkt in het theoretisch kader van hoofdstuk 2.

Johnston en Breit stellen voor onderzoek op tekstniveau een narratieve typologie voor die minstens zes onderdelen beslaat. Ze ontlenen die aan een definitie van narrativiteit van narrative

journalism-goeroe Mark Kramer. Narratieve journalistiek is volgens Kramer te herkennen aan,

achtereenvolgens: het gebruik van scènische beschrijvingen; de ontwikkeling van karakters; het verloop van de handeling; het vertelperspectief; de relatie die wordt gelegd met de lezer; terwijl dit alles is gericht op een bepaald punt of boodschap.316

In het voorafgaande is echter ook aandacht besteed aan andere modellen en definities van narrativiteit, in het bijzonder het model van Labov & Waletzky dat later is uitgewerkt door Allan Bell.317 Dit is een structureel model dat verhalen opdeelt in achtereenvolgens een abstract,

orientation, complicating action, evaluation, resolution en coda.318 Het model is door onderzoekers binnen journalism studies gebruikt om de narratieve structuur van nieuwsberichten in kaart te brengen, en de afwijkingen van persoonlijke narratieven weer te geven. Binnen de literatuuranalyse is dit model echter niet gangbaar, omdat het meer aansluit bij spontaan voortgebrachte, orale narratieven, en minder bij geschreven, laat staan literaire teksten.

Hoewel Bell en Labov & Waletzky een interessant kader bieden om nieuwsteksten in te bekijken, levert David Matheson kritiek op deze narratieve benaderingen van het nieuws. Omdat nieuws niet alleen terugslaat op een verhaalwereld, maar ook controleerbaar móét terugslaan op de met het publiek gedeelde werkelijkheid, zijn er ook andere structuren actief dan alleen narratieve, meent Matheson.319 “The strength of narrative analyses of news texts thus has been to show the presence of narrative forms in shaping the text; the weakness has been their neglect of what else is shaping news discourse.”320

Een narratieve oriëntatie (er was eens...) bijvoorbeeld brengt een verbintenis tot stand tussen lezer en schrijver. De schrijver maakt aan de lezer duidelijk dat er een verhaal staat te beginnen. Gewoon nieuws wil juist géén narratieve opening, omdat de tekst zou moeten verwijzen naar de alledaagse realiteit, en niet naar een verhaalwereld: “The more the journalist takes readers into a narrative space the more he or she takes them out of that reality. Thus, rather than orient readers into a narrative world, the job of the news text primarily is to connect the details of the text with other aspects of the world the reader inhabits.”321

Matheson vestigt hiermee de aandacht op het verschil in functie tussen nieuwsverhalen en gewone verhalen. Nieuwsverhalen moeten geïnterpreteerd worden als 'echte' verhalen, ze moeten als kloppend en geloofwaardig worden ervaren. Het model van Labov en Waletzky, dat gericht is op het vinden van één verhaalstructuur, zegt echter weinig over het effect van de verschillende manieren van vertellen op een lezerspubliek. Omdat een puur structureel model dus

316 Jane Johnston and Rhonda Breit, “Towards a Narratology of Court Reporting,” Media International Australia November 2, no. 137 (2010), 49. De bronvermelding in het artikel van Johnson en Breit is onduidelijk, ik heb de publicatie van Kramer waaraan ze deze definitie ontlenen niet terug kunnen vinden.

317 William Labov and Joshua Waletzky, “Narrative Analysis,” in Essays on the Verbal and Visual Arts, ed. June Helm (Seattle: University of Washington Press, 1967), 12–44. en zie Allan Bell, The Language of the News Media (Oxford: Blackwell, 1991).

318 Bell, The Language of the News Media, 148

319 Donald Matheson, “What’s Wrong with Narrative Models of the News?,” in Journalism and Meaning-making : Reading the Newspaper, ed. Verica Rupar (Cresskill NJ: Hampton Press, 2010), 40-41

320 Ibidem, 42

tekort zou kunnen schieten, kies ik ervoor het model van Labov en Waletzky 'aan te kleden' met aspecten uit de literatuurwetenschap. Bovendien vergemakkelijkt dit de vergelijking tussen de rechtbankverslaggeving op blogs en literaire journalistiek, omdat de laatste wegens de eerder genoemde 'fictionele technieken' vaak in literatuurwetenschappelijke termen wordt beschreven. De analyse zal derhalve vijf verschillende aspecten beslaan: opening, oriëntatie en karakterisering, episodes, vertelperspectief en afronding. Ik houd me bij mijn close reading-analyse aan deze globale indeling en zet hieronder uiteen welke vragen ik bij elk van deze onderdelen zou willen stellen aan mijn teksten, en welke theoretische begrippen ik hierbij zou willen betrekken.

4.1.1 De opening van het verhaal

De opening van het verhaal is de optionele abstract uit het model van Labov en Waletzky. Labov definieert de abstract als volgt: “An abstract is an initial clause in a narrative that reports the entire sequence of events of the narrative.”322 Bell stelt dat deze abstract bij nieuwsberichten kan worden vereenzelvigd met de lead, waarin het belangrijkste nieuwsfeit van het bericht wordt samengevat. De lead is een onmisbaar onderdeel van het nieuwsbericht.323 Dat heeft te maken met het feit dat de belangrijkste betekenis daar tot stand komt. De lead bevat als het goed is de nieuwswaarde, de reden om het nieuwtje op te schrijven. In de lead komt dus de evaluatie impliciet tot stand. Bij persoonlijke narratieven staat die in het centrum van de handeling, vlak voor de oplossing van het centrale probleem.324

Bij persoonlijke verhalen is de abstract een samenvatting die los staat van het verhaal. Na de samenvatting gaat het echte verhaal pas van start, met een oriëntatie op de karakters, de setting, de uitgangssituatie. De abstract is in persoonlijke narratieven dus optioneel: het verhaal kan ook direct beginnen zonder inleiding. Omdat blogs een minder strakke structuur hebben dan nieuwsberichten kan het zijn dat op weblogs een abstract ontbreekt, terwijl dit bij nieuws ondenkbaar zou zijn. De samenvatting is daar direct het begin van het stuk.325

De kop van een nieuwsartikel is vervolgens weer een samenvatting van de lead.326 De functie van een kop is anders dan die van een abstract, namelijk de aandacht trekken van de lezer.327 In nieuwsberichten vormen koppen een herkenbaar element, met hun opvallende typografie en telegramstijl. Persoonlijke verhalen hebben niet per sé een kop, maar de blogs van Chris Klomp en Rob Zijlstra wel. Het is dus interessant kort te bekijken in hoeverre blogkoppen verschillen van krantenkoppen en hoe die zich verhouden tot het gehele verhaal.

4.1.2 Wie en waar: oriëntatie en karakterisering

Dit onderdeel beslaat de oriëntatie uit het model van Labov en Waletzky. Een korte definitie van de oriëntatie in de woorden van Labov: “An orientation clause gives information on the time, place of the events of a narrative, the identities of the participants and their initial behavior.”328 In de oriëntatie wordt de basis gelegd voor wat de lezer in de rest van het verhaal mag verwachten. De karakters worden voorgesteld, setting en tijd beschreven en er wordt een verwacht verloop van de handeling geschetst. De mate waarin de complicating action die verwachting vervolgens verstoort,

322 William Labov, “Some Further Steps in Narrative Analysis,” The Journal of Narrative and Life History 7, no. 1–4 (1997), 402

323 Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.2, p 56

324 Allan Bell, The Language of the News Media (Oxford: Blackwell, 1991), 152

325 Zie paragraaf 3.3.2

326 Ibidem 189 bijv.

327 Ibidem 189

bepaalt de impact van het verhaal. De oriëntatie is dus erg belangrijk.

Karakteristiek voor nieuwsberichten is dat de oriëntatie niet per se voorin het verhaal voorkomt, zoals bij persoonlijke narratieven, maar in brokjes door de tekst heen is gewerkt, vanwege gebrek aan ruimte en de behoefte van de tekst om direct ter zake te komen.329 Bovendien, zo merkt Matheson op, kan een uitgebreide oriëntatie een sterk gevoel van narrativiteit opwekken, wat in strijd is met het doel van nieuws om te worden aanvaard als realistische werkelijkheidsweergave.330 In nieuwsberichten valt dus veel impliciete oriëntatie te verwachten. De lezer moet zelf bedenken dat nieuws 'hier en nu' is.

In rechtbankverslaggeving is vooral de karakterisering van de verdachten interessant: wat voor woorden gebruikt de verteller om zijn personages neer te zetten? Hoe verschillend zijn die bewoordingen tussen gewone verslaggeving en nieuwsverslaggeving? Zoals mediawetenschapper John Richardson stelt kan naamgeving een belangrijke sturende rol spelen bij de interpretatie van teksten. “The manner in which social actors are named identifies not only the group(s) that they are associated with (or at least the groups that the speaker/writer wants them to be associated with) it can also signal the relationship between the namer and the named.”331 Journalisten moeten kiezen in welke categorie ze hun onderwerpen indelen, en daarmee ook of de identificatie met deze personen mogelijk willen maken. Het gebruiken van persoonsnamen benadrukt de 'gewoonheid' van het karakter, labels als 'de vader', 'de stadjer' of 'de asielzoeker' plaatst diegene in een bepaalde groep, met alle impliciete betekenis die daarbij hoort.

In de verhaalanalyse wordt onderscheid gemaakt tussen expliciete of impliciete karakterisering, waarbij de verteller karaktereigenschappen opsomt (expliciet) of die juist laat spreken uit zijn daden of houding, taalgebruik of uiterlijk (impliciet). Deze tweede vorm van karakterisering is vergelijkbaar met wat de New Journalists verstonden onder het gebruik van symbolische details: het beschrijven van uiterlijk, kleine gedragingen en bewegingen, en houding tegenover andere mensen. Deze status-levenssymbolen maken verhalen volgens de inleiding van Wolfe realistischer, omdat ze iets zeggen over de manier waarop mensen in het leven staan.332 Wolfe maakt zelf bijvoorbeeld veel gebruik van de connotatieve rijkdom van merknamen, door de kleding van personages met merken te beschrijven.

Symboliek kan ook voorkomen in de namen van de personages zelf. In de journalistiek is dat, bijna vanzelfsprekend, niet aan de orde, maar op de blogs van Klomp en Zijlstra zijn persoonsnamen van daders in principe gefingeerd. Volgens Zijlstra op zijn blog zijn zelfs alle namen gefingeerd, maar voor slachtoffers blijkt dat in de praktijk niet altijd zo te zijn. Met het kiezen van een betekenisvolle naam kan het personage met een extra boodschap worden 'opgeladen'. Herman & Vervaeck noemen dit in navolging van Rimmon-Kenan karakterisering via analogie.333

Tot slot wil ik nog aandacht besteden aan de rol die de dader speelt in het verhaal. Is hij de hoofdpersoon, of krijgt het slachtoffer bijvoorbeeld veel meer aandacht? Is er een duidelijke slachtoffer-dader rolverdeling en hoe wordt die vormgegeven, of wordt daarmee juist gespeeld? Dit is relevant vanwege het doel van de zitting: het uitmaken wie schuld heeft en wie niet, of wie schuld heeft en waaraan precies. Een zitting bij de rechtbank is een continue strijd om wie welke

329 Bell, The Language of the News Media, 172 en Schokkenbroek, “News Stories. Structure, Time and Evaluation.”, 64-65

330 Donald Matheson, “What’s Wrong with Narrative Models of the News?,” in Journalism and Meaning-making : Reading the Newspaper, ed. Verica Rupar (Cresskill NJ: Hampton Press, 2010), 46

331 John E. Richardson, Analysing Newspapers (Hampshire: Palgrave, 2007), 49

332 Zie Richard A. Kallan, “Style and the New Journalism: A Rhetorical Analysis of Tom Wolfe,” Communication Monographs 46 (1979), 56

rol mag aannemen, en bepaalde daad genoemd mag worden.

4.1.3 Episodes

Rechtbankverslagen zijn niet altijd opgebouwd uit elkaar opvolgende episodes in een bepaald tijdsverloop. Literatuur is dat wel. Het analyseren van de manier waarop de episodes zijn gerangschikt, de transformatie van een 'natuurlijk verloop van de geschiedenis' naar een kunstmatig verteld verhaal, is dan ook essentieel voor de betekenistoekenning.

Het onderscheid tussen het verhaal en de geschiedenis, ook wel discourse en story genoemd, is in de literatuurwetenschap notoir problematisch: immers, bestaan de verhaalde gebeurtenissen wel los van het verhaal? En zo nee, hoe kom je er dan ooit achter wat de dieptestructuur is? Journalistieke verhalen moeten juist controleerbaar geworteld zijn in een serie gebeurtenissen die werkelijk heeft plaatsgevonden.334 In de rechtszaal is die serie gebeurtenissen bovendien al gerangschikt: zittingen hebben een vaste volgorde.

Wanneer het gaat over de opeenvolging van episodes komt het tijdsverloop van het verhaal in beeld. Van belang is dan de verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd. De verteltijd is te meten in het aantal woorden of pagina's dat nodig is om een gebeurtenis te beschrijven, de vertelde tijd geeft de tijd weer die ondertussen in de verhaalwereld verstrijkt.335

Meestal treedt tussen die twee een versnelling op. In dat geval vat de verteller een gebeurtenis kort samen. De verteller kan echter ook de gebeurtenissen en de verteltijd ongeveer even lang laten duren. Dit heet tijddekking of een scènische presentatie. Scènisch vertellen “duidt op een presentatie die lijkt op die van een scène uit een toneelstuk. Er is een welbepaalde tijdsduur, een eenduidige vaste ruimte en een aantal personages dat het woord voert.”336 Een scènische presentatie gaat dus gepaard met veel dialogen. Dialogen en scènische representatie zijn twee bepalende kenmerken van New Journalism.337 Ze geven de lezer een gevoel van directheid.338 De gebeurtenissen spelen zich hierdoor als het ware voor de ogen van de lezer af, ook wel 'showing' genoemd. Dit geeft lezers het gevoel dat ze alles meekrijgen, hoewel dit slechts een effect is. In de praktijk zijn er altijd zaken die de verteller weglaat.339 Dialogen brengen de lezer en de karakters dichter bij elkaar. Er is geen tussenkomst van de verteller, wat de tekst overtuigender maakt. De lezer 'hoort' de verdachte zelf spreken, wat het wantrouwen wegneemt.340

Ook tijdsvertraging behoort tot de mogelijkheden: dan duurt de beschrijving langer dan de gebeurtenis zelf.341 Dit is bij uitstek een literair procédé, omdat het niet vaak voorkomt in gewoon taalgebruik. Het is een belangrijk procédé om spanning op te wekken. In het extreemste geval zet de verteller het gehele verhaal op pauze en gaat hij ergens anders mee verder. Hij laat de lezer dan achter met een 'cliffhanger'.342 Spanning en ironie kunnen worden opgewekt door informatie achter te houden. Spanning ontstaat wanneer de lezer nieuwsgierig wordt naar de afloop. Een van de krachtigste vragen die je je publiek kan laten stellen: en wat gebeurde er toen?Dramatische

334 Donald Matheson, “What’s Wrong with Narrative Models of the News?,” in Journalism and Meaning-making : Reading the Newspaper, ed. Verica Rupar (Cresskill NJ: Hampton Press, 2010), 40-41

335 Zie Erica van Boven en Gillis Dorleijn, Literair Mechaniek, 2e ed. (Bussum: Coutinho, 2003), 247

336 Van Boven en Dorleijn, Literair Mechaniek, 248

337 Richard A. Kallan, “Style and the New Journalism: A Rhetorical Analysis of Tom Wolfe,” Communication Monographs 46 (1979), 54

338 Ibid., 55

339 Erica van Boven en Gillis Dorleijn, Literair Mechaniek, 2e ed. (Bussum: Coutinho, 2003), 256

340 Kallan, “Style and the New Journalism: A Rhetorical Analysis of Tom Wolfe.”, 56

341 Ibid., 250-251

342 Zie Herman & Vervaeck, Vertelduivels. Handboek Verhaalanalyse. 66-67. Zie ook Erica Van Boven and Gillis Dorleijn, Literair Mechaniek, 2e ed. (Bussum: Coutinho, 2003), 260-263

ironie ontstaat juist als de lezer meer weet dan de hoofdpersoon zelf.343

Persoonlijke narratieven zijn bij voorkeur chronologisch, omdat dat aansluit bij de manier waarop mensen tijd beleven. Literaire narratieven zijn dat niet. Door de gebeurtenissen in een andere volgorde te zetten kan de schrijver eveneens informatie achterhouden of juist weggeven, waardoor spanning en ironie ontstaan.

Ook nieuwsberichten zijn niet chronologisch, stelt Allan Bell. De persberichten die hij analyseerde zijn vaak omgekeerde chronologische volgorde, laatstgebeurde eerst. Het tijdsverloop wordt dan gemarkeerd met woorden, zodat de lezer nog wel kan ontwaren welke stukjes tekst waar in de tijd geplaatst moeten worden.344 Deze alternatieve chronologie komt voort uit ruimtegebrek, volgens Schokkenbroek: "Due to the ideal of brevity the narrative elements are forced into a more complex pattern than in personal narratives. (…) Hoewever, the more 'space' a journalist has for the narration of his or her news stories, the more its structure moves (back) towards the structure of personal narratives"345 Heeft Schokkenbroek gelijk, dan zouden de langere rechtbankblogs qua volgorde dichter bij persoonlijke narratieven moeten liggen dan nieuwsberichten.

Naast tijd is ook de ruimte belangrijk. Iedere geschiedenis speelt zich op een bepaalde plaats. “De personages handelen immers niet in het luchtledige.346 De ruimte schetst de context van het verhaal en de personages: hij kan een tijdsbeeld geven, of symbolisch zijn voor het karakter van het personage, sfeer creëeren.347 Ook in nieuwsverslaggeving, zoals sfeerreportages, kan

In document “Misdaad is niet van papier” (pagina 69-79)