• No results found

DEEL II: DE ‘ALLEDAAGSE MENS’

Hoofdstuk 5: Musicerende gezelschappen

Een groep mensen die een instrument bespelen ontwikkelde zich in de Noord-Italiaanse

schilderkunst aan het begin van de 16e eeuw tot een zelfstandig onderwerp.119 ‘Important

contributions to the development of the music painting can be traced in Lombardy and Ferrara in the late fourteenth century, but it was in Venice […] that the genre reached its height.’ Zo stelt Gabriele Frings.120 Hier zal dan ook voornamelijk aandacht worden besteed aan Venetiaanse voorbeelden van dit nieuwe thema. Het muziek spelende gezelschap als onderwerp wordt hier behandeld omdat het een bij uitstek ‘alledaagse’ en dus ‘genre-achtige’ handeling bevat. Mensen die zingen, een luit of een ander instrument bespelen, kunnen op dezelfde wijze worden beschouwd als de hierboven genoemde schaakspelende gezelschappen; als precedenten voor latere genrekunst. Late 16e- en 17e-eeuwse genreschilderijen met

muziekgroepen als onderwerp zijn bijvoorbeeld Caravaggio’s De muzikanten uit omstreeks 1595 en Lionello Spada’s Concert uit 1610. Het zou een geliefd thema worden in de Italiaanse Barok.

De muziekgroepen kennen net als stilleven-motieven hun precedenten in religieuze kunst. Op talloze Bijbelse voorstellingen – vooral die Maria en het Christuskind verbeelden – staan engelen in groepen te zingen of muziekinstrumenten te bespelen.121 Een voorbeeld

119 Hier zal worden gesproken over schilderijen met meer dan één persoon die muziekinstrumenten bespelen, portretten van luitspelers zullen dan ook buiten beschouwing worden gelaten.

120 Frings, G. ‘The Allegory of Musical Inspiration by Niccolò Frangipane: New Evidence in Musical Iconography in Sixteenth-Century Northern Italian Painting.’ In: Artibus et HIstoriae, vol. 14, nr. 28 (1993): p. 141.

121 In chronologische volgorde: zoals Don Lorenzo Monaco, San Benedetto altaarstuk, 1407-09. Tempera op paneel, 264,9x365,8 cm. Florence, Camoldese klooster van San Benedetto; hierop bespeelt een engel een toetsinstrument op de voorgrond. Of Gentile da Fabriano, Kroning van de Heilige Maagd, ca. 1420. Paneel, 88x64 cm. Malibu, J. Paul Getty Museum; waarop engelen rondom Maria en Jezus rollen met muziek vasthouden en ze lijken toe te zingen. Of Masaccio’s, Maria met Kind, 1426. Tempera op paneel, 139x76 cm.

Afbeelding 55: Giovanni Bellini, San Giobbe altaarstuk, detail muzikanten, ca. 1480. Paneel, 471x258 cm. Venetië, Galleria dell’Accademia.

63

hiervan is Giovanni Bellini’s San Giobbe altaarstuk, waarop een groep figuren (het is mij niet duidelijk of het hier daadwerkelijk engelen zijn) is afgebeeld die muziekinstrumenten

bespelen aan de voeten van Maria [afbeelding 55]. Aan het begin van de 16e eeuw werd, zoals gezegd, in Venetië muziek en het bespelen van instrumenten een zelfstandig thema binnen de schilderkunst.122

Volgens Francesca del Torre Scheuch was muziek een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven in Venetië: ‘[…] music was highly esteemed in Venice, perhaps one of the most musical cities in Europe. Its presence in both ceremonies and public events for state institutions and religious bodies, and in the domestic milieu of all social classes, made music an inherent part of daily life in Venice […].’123 Zoals hierboven reeds genoemd wilde de Venetiaanse aristocratie ontsnappen uit het stadse leven in pastorale scènes, wat volgens Del Torre Scheuch vaak samen werd weergegeven met muziek spelende gezelschappen. Als voorbeeld noemt zij Titiaan’s Concert Champêtre [afbeelding 56]124 waarop een pastorale scène in een arcadisch landschap samen met een muziek spelende groep mensen te zien is. Dit was tevens het geval in Savoldo’s Herder met een fluit.

Een van de eerste voorbeelden van een volledig zelfstandige muziekgroep is Het

Concert van Lorenzo da Costa geschilderd aan het eind van de 15e eeuw [afbeelding 57]. E.H. Ramsden is van mening dat Da Costa hier een familie heeft geportretteerd: ‘[…] just as the Costa Concert are brothers, here depicted, almost certainly with their sister.’ Deze

bevindingen worden gebaseerd op de fysieke gelijkenissen die Ramsden ziet tussen de twee mannen.125 Het is hier echter niet van belang of er sprake is van een portret – Titiaan en Sofonisba Anguissola gebruikten namelijk tevens familieleden in hun schilderijen – feit blijft dat de afgebeelde handeling genre-matig is.

Ramsden erkent twee verschillende soorten muzikale groepen; groepsportretten, zoals in die van Da Costa, en ‘scenes belonging to the wider context of society and to the world of

Pisa, Santa Maria del Carmine, Ser Giuliano degli Scarsi familie kapel; twee engeltjes zitten hier op de grond voor de voeten van Maria en bespelen beide een luit. Of een voorbeeld van wat later: Giovanni Bellini, Votieve

verbeelding van Doge Agostino Barbarigo, 1488. Doek, 200x320 cm. Murano, San Pietro Martire, hierop wordt

Maria geflankeerd door engelen, degene links speelt een viool achtig instrument en die rechts een luit. Ik heb mij hier beperkt tot voorbeelden uit Italië.

122 Del Torre Scheuch, F. ‘Melodies in Images: Depictions of Musicians in Venice from the Cinquecento to the Settecento.’ In: Art and Music in Venice, from the Renaissance to the Baroque [tent. cat. Museum of Fine Arts, Montreal, red. H.T. Goldfarb]. New Haven/Londen: Yale University Press, 2014: p. 103.

123 Del Torre Scheuch, 2014: p. 104. 124 Ibidem: p. 104.

125 Ramsden, E.H. ‘Come, take this lute’, a Quest for Identities in Italian Renaissance Portraiture. Tisbury: Element Books, Ltd., 1983: p. 34.

64

Afbeelding 56: Toegeschreven aan Titiaan, Concert Champêtre, ca. 1509. Doek, 105x137 cm. Parijs, Musée du Louvre.

Afbeelding 57: Lorenzo da Costa,

Concert, 1485-1495. Paneel, 95.3x75.6

65

virtuosi’ zoals in Titiaan’s Concert Champêtre.126 Deze twee verschillende groepen zijn beide verbeeld door Giovanni Cariani (ca. 1490-1547). Omstreeks 1517 schilderde hij een pastoraal concert [afbeelding 58], een schilderij welke qua thematiek sterk doet denken aan de pastorale schilderijen van onder anderen Titiaan en Savoldo. De figuren zijn zittend en liggend

weergegeven in een landschap, de twee figuren rechts spelen fluit. Dit lijkt een schilderij welke de toeschouwer moest meenemen naar een arcadisch landschap waar de natuur, muziek en uitrusten tegen een boom centraal staan. Heel anders in weergave, maar tevens een

muziekgroep is Cariani’s iets latere Het Concert uit circa 1518-1520 [afbeelding 59]. Hier schilderde Cariani drie mannen op een portret-achtige manier. Waar de figuren in het

Pastoraal Concert gestandaardiseerd en geïdealiseerd zijn weergegeven hebben de figuren in

dit schilderij allemaal specifieke fysieke eigenschappen wat doet vermoeden dat het hier portretten zijn. De mannen zijn afgebeeld als halffiguren, wat typisch was voor de

Venetiaanse portretkunst in de 16e eeuw en staan voor een tafel.127 Een tafel of ‘parapet’ (een laag muurtje)128 werd in de Venetiaanse portretkunst en in de latere allegorische en

moralistische voorstellingen (die in het volgende hoofdstuk worden behandeld) veelvuldig gebruikt als afbakening van het beeldvlak.

In conclusie zijn er drie – niet twee, zoals Ramsden voorstelde – verschillende

muzikale groepen te ontdekken in de schilderkunst. In eerste instantie zijn het groepen figuren die muziek instrumenten bespelen op religieuze scènes, meestal bij Maria met Kind

voorstellingen. De tweede groep musicerende gezelschappen worden verbeeld in arcadische landschappen en kunnen worden gezien in de context van de Venetiaanse rijke burgerij die bij het kijken naar dit soort schilderijen wilde ontsnappen aan het mercantiele stadsleven. De laatste groep betreft schilderijen waarbij figuren worden weergegeven in een portretcontext; als halffiguren met vaak een tafel of ‘parapet’ als afbakening.

126 Ramsden, 1983: p. 34.

127 Del Torre Scheuch, 2014: p. 103.

128 Hier zal verder de Engelse benaming ‘parapet’ worden aangehouden, omdat ‘muurtje’ of ‘afbakening’ mijn inziens niet dezelfde lading hebben.

66

Afbeelding 58: Giovanni Cariani, Pastoraal Concert, ca. 1517. Doek, 88x163 cm. Warschau, Muzeum Narodowe.

Afbeelding 59: Giovanni Cariani, Het Concert, 1518-20. Doek, 92x130 cm. Washington D.C., National Gallery of Art.

67